lafciTïÏÏZAKKV.
school, mede óp eéo wedde van f 500. per
jaar, lot 1 September 1894 te verlengen
h. een adres van C. de Pagter, pachter
voor f800 's jaars voor een termijn van
zeven jaren, eindigende 1 Mei 1894, van
het ophalen van beer in de gemeente enz.
Adressant beklaagt zich dat hij, hoofdzakelijk
door invoering van het tonnenstelsel, gedu
rende den zevenjarigen pachttermijn schro-
melyke verliezen heeft geleden, zoodanig
zelts dat hjj zich alleen met de hulp zijner
familie heeft kunnen staande houden en
verzoekt, met het oog op de eer die hy
aan zijne zaken gedaan heeft en in verband
met het materieel dat hij bezit, hem onder
hands voot gelijken termijn op te dragen het
ophalen van beer enz. met eene toegift van
f 8000 's jaars. B. en W. stellen bij dit adres
voor het verzoek in te willigen; een nauw
keurig onderzoek heeft hen tot de conclusie
geleid dat de tegenwoordige exploitatiereke
ning per jaar aanwijst in debet f7032, in
credet f 3023, alzoo een saldo van f 3409,
ten laste van den pachter;
i. een bericht van den notaris A. M. Tak,
dat den 4en Augustus j. 1. het droogdok
Prins Hendrik voor f 26000 door hem in
openbare veiling verkocht is aan de koninklijke
maatschappij «de Schelde» te Vlissingen, van
welke maatschappij mede eene kennisgeving
was ingekomen, met verzoek haar op te
geven of de gemeente van haar recht van
naasting volgens art. 26 van het contract
van 9 April 1875 al of niet gebruik zal
maken, en met mededeeliog dat zij, teneinde
geen stoornis in de werkzaamheden te ver
oorzaken, reeds een schip in het dok ge
plaatst heeft, dat het register van in«chrg vin
gen berust ten kantore van de heeren
Spoors en Sprenger en dat C. Mak alhier
door haar tot dokbaas benoemd is
k. eene missive van lied. St. waarbjj zij
wijziging verzoeken van de redactie van liet
raadsbesluit waai bij aan mej. S. H. W.
Klaar een eervol «nislag veileend is wegeus
lichaamsgebreken, met een nieuw concept
van B. en W.
He stukken sub a, b en c worden voor
kennisgeving aangenomen, die sub d, e en 1
ten fine van advies in handen gesteld van
B. en W. die sub g, h. en i aangehouden
tot eene volgende vergadering en dat suo
k conform liet concept van B. en W. zonuer
discussie goedgekeurd. Besprekingen hadden
niet la its, alleen bij punt i wonlt bij monde
van den heer Snijders, mede uit naam ijjner
medeleden van Uunné en Koole, tot den
Voorzittei het verzoek gericht, bg hei
uitbrengen van praeadvies, ook tie volgeude
vier vragen te beantwoorden
lo. Binnen welken termijn, te rekenen
van at den dag der vei koop, is ue gemeente
gehouden haar recht tan naasting uit te
oelenen 2o. Brengt het belang der ge
oieente mede dat recht in casu uit te oefe
nen 3o. Staat bedoeld belang in verhou-
ding tol de uitgaven aan eeoe naasting
verbonden? en 4o. Acht men het mogelgk
bij eene eventueele naasting het dok met
voldoend voordeel te doen exploiteeren, 't zjj
door uitgiite in erfpacht, 't zij duor ver
pachting Alle leden konden zich volkomen
met het stellen dezer vragen vereenigen
alleen drukt de heer F. G. Sprenger den
wensch uit dat wegens hoog noodige herstel
lingen spoed zal gemaakt wordeo en dient
de heer' van Dunné nog een voorstel in
ter zake ook de Kamer van Koophandel te
hooren.
De Voorzitter antwoordt den heer van
Dunné dat het hooren van de Kamer van
Koophandel in zaken als de onderhevige
steeds gewoonte is en geeft den heer Sprenger
de verzekering dat de meest mogelijke spoed
zal worden betracht, voor zoover dit,
roet het oog op de uitstedigheid der beide
Wethouders het geval zijn kam
De heer F. G. Sprenger ziet de zaak zoo
spoedeischend in, dat hg ten minste in deze
vergadering zou uitgemaakt willen zien,
wie de kosten zal betalen van de hoog
noodzakelijke herstellingen, die de nieuwe
tgdelijke eigenares aan het dok moet laten
doen, kosten die, bg naasting door de ge
meente, uatuurlijk voor haar zouden ver
loren zijn.
De heer van Dunné vindt het hoogst
moeilijk ten deze eene beslissing te nemen.
Vroeger heeft spreker nooit aan naasting
gedacht; bij het aandachtig nalezen der
contracten is hg echter tot de conclusie
gekomen dat onze voorgangers, die ze sloten,
er ook andere bedoelingen mede hebben
gehad. De woorden van den geachten vori-
gen spreker passen eer in den mond van
een agent van de maatschappjjade Schelde»
dan van een Gemeenteraadslid, het spreekt
immers van zelf dat bij naastii.g zullen
vergoed worden de kosten van herstellingen,
die als onontbeerlijk kunnen bewezen wor
den, maar zich tot die vergoeding voorat
te verbinden, is een onmogelijkheid.
De Voorz. verklaart zich mede tegen het
deckbeeld van den heer Sprenger: zich
voorat te verbinden vindt hij zelfs gevaarlijk,
daar het moeilijk nit te maken is welke
reparatiëo tot de onontbeerlijke kunnen
gerekend worden.
De beer F. G. Sprenger antwiordt dat
de insinuatie van den heer van Dunné hem
onverschillig laat, hg acht het beneden zich
daarop te antwoorden, hg wilde alleen de
zaak uitgemaakt zien om eventueele latere
moeilijkheden te voorkomen.
De Voorz. geeft dtarop nogmaals de ver
zekering dat de zaak met den meest m >ge-
lyken spoed zal worden behandeld.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming
wordt hierop vastgestelddegemeenterekening
over 189.2, in ontvang op f 608442,931/», in
uitgaaf op f585257.95, met een gotd slot
aldus van f 23184.9*Vs.
jje Voarz. stelt alsnu aan de orde de
stemming over het voorstel van B. en W.
tot aanschaffing van natuurkundige werk
tuigen voor de burgeravondschool, waarover
de stemmen in de vergadering van 12 Juli
hebben gestaakt. Daar echter de heer
Snijders, die in die vergadering afwezig was,
hem het verlangen heeft te kennen gegeven
nog een en ander ter zake in het midden
te willen brengen, wil hij met het verlof
der vergadering de discussiëo gaarne herope
nen, tenminste wanneer de heer van Dunné
zijn amendement intrekt, waarover de stem
men staakten.
Gaarne verklaart de heer van Dunné zich
hiertoe bereid en neemt de heer Snjjders
het woord. Hij brengt op de eerste plaats
zijo dank aan B en W. voor hunne be
moeiingen te dezer zake, waaraan wjj het
rapport van den leeraar Dr. Japikse te
danken hebben. Dat rapport is niet zeer
gunstig voor de werktuigen van het natuur
kundig gezelschap. Hjj wil hieromtrent niet
verder de aandacht zijner medeleden in
besWg nemen, maar toch is het een feit
dat deskundigen altijd verschillend over de
bruikbaarheid van instrumenten oordeeleD.
Zoo is het by Physica gebeurd (waarvan
hg reeds lange jaren lil is, dat een deskun
dige de instrumenten afkeurde: ze werden
op eeoe publieke auctie verkocht en wie
waren koopers Het Bestuur der Leerschool
bij wie Physica later nog zjjn eigen in
strumenten leende. Toch heeft dat
rapport hem niet te leur gesteld te
meer nu volgens de getuigenis van Dr.
Japikse zelf er uit bljjkt, dat school G,
behoudens eenige aanvullingen, waarvan de
kosten op f 451 65 geschat worden, een
voldoend kabinet met instrumenten bezit.
Uit zg ne onder zoekingen is hem gebleken
dat dit kabinet f1700 gekost heeft en nu
vraagt hij, wie onzer zal met het oog op
den fioantieelen toestand der gemeente,
oog den moed hebben andermaal f 1500
voor instrumenten te voteeren. De bezwaren,
van Dr. Japikse zgn dan ook zoo luttel
dat ze van geen overwegenden invloed zijn
kunnen; hg beroept zich er op dat de
instrumeDteo niet voor twee scholen zouden
te gebruiken zjju, maar de eene is een dag
en de andere eene avondschool, terwijl
wat het gevaarljjke verbonden aan het
verplaatsen der instrumenten betreft, dit ook
zeer denkbeeldig is; nooit heeft hg van
ongelukken gehoord zoolang lig lid van
Physica geweest is en de amanuensis, in
zekeren zin deskundige, kan met het toe-
zicht bg het vervoer worden belast.
De heer van der Swalme is eveneens
legen het voorstel van B. en W De lijst
van Dr. Japikse is veel te weeldeiig inge
richt. En bovendien vin.ft hij het een zon
derling argument van B. en W. die er
zich op beroepen dat Dr. Japikse de lijst
beeft opgemaakt in overleg met een be
langhebbenden leverancier.
De voorzitter ontkent dat B. en W. zich
hierop beroepen als niet deskundigen
zouden zg dat ook niet bebben gedaan, zij
nebben alles aan den leeraar moeten over-
i aten.
De heer F. G. Sprenger vraagt welke
gevolgen de verwerping van het voorst .1
van B en W. zal hebben, waarop de
voorzitter antwoordt dat de burgeravond
school van instrumenten zal verstoken zijn.
De heer van Dunné vestigt er de aan
dacht op dat nog niets aangevoerd is tegen
de bewering van den heer Sngders dat het
vervoer van de eene school naar de andere
geen gevaar zou opleveren, waarop de voor
zitter in het midden brengt dat hij vreest
dat er vele herstellingen het gevolg van
zgn zullen.
De heer Sngders koestert die vrees niet,
zoolang hg lid was van Physica is het
slechts eenmaal voorgekomen dat een instru
ment tgdens het vervoer aan de handen
ontglipte, en bovendien men kan de proef
nemen, bevalt die niet, dan blyft nog altjjd
remedie over. tig doet dus het voorstel
om het kabinet van school G mede te
gebruiken voor de lessen aan de burger
avondschool.
Dit voorstel wordt zonder verdere discussie
of hoofdelijke stemming goedgekeurd, terwijl
op voorstel van den voorzitter machtiging
wordt verleend tot den aankoop van
werktuigkundige en scheikundige instru
menten, tot bedragen van respectievelijk
hoogstens f150 en f300-
Ingekomen was de rekening over 1892
van het burgerljjk armbestuur, waarvan
de behandeling echter moest verdaagd wor
den, dewijl de heer J. J. van der Harst
als lid van dat armbestuur, buiten stemming
zgnde, het voor de behandeling vereischt
aantal leden niet aanwezig was.
Mede ingekomen was de begrooting der
godshuizen voor 1894, in ontvang en uitgaat
bedragende f47952,09, welke zonder dis
cussie of stemming aldus wordt vastgesteld.
Geschiedt voorlezing van een adres van
G. Leer, die wegens liquidatie der firma
van Leeuwen buiten betrekkit g geraakt,
alsnog verzoekt in aanmerking te komen
voor de betrekking van secretaris van het
burgerlgk armbestuur, waarna tot de be
iioemirig van dien secretaris wordt over
gegaan. Het armbestuur had een dubbeltal
daartoe voorgedragen bestaande uit R. J
Hoogervorst en J. A. Goethals. Bij stemming
verkreeg de laatste 7, de eerste 2 stem
men, zoodat J. A. Goethals tot secretaris
van het burgerlgk armbestuur benoemd is.
De vooriitter wendt zich nu tot den
l>?.er J- J- van der Harst en zegt hem dat
hg niet kan nalaten, nu hij waarschijnlijk
voor de laatste maal ter raadzitting ver
schenen is, hem zgn dank en die der
vergadering te brengen voor de diensten
die hg aan de gemeente heeft bewe'en,
de heer v. d. Herst kan gerust ep zijn
werk terugzien, hij wenscht hem al het
goede toe voor zijne nog overige levens
dagen.
De heer van der Harst dankt den
voorzitter voor zjjne afscheidswoorden, de
tij l dat hij lid van den raad was zal bij
hem steeds in gezegend aandenken blijven
wederkeerig brengt hij zijn dank aan
voorzitter en leden voor de welwillendheid
die hg heeft mogen ondervinden, zijne
hooge jaren alleen zijn oorzaak van zgn
vrijwillig aftredenin zijne taak zal hg
echter vervangen worden door jeugdiger
krachten, naar hij hoopt tot meerderen bioei
der gemeente, die hem steeds na aan het
harte zal blijven.
Nadat de voorzitter ook nog eenige
waardeerende woorden aan de afwezige
aftredende leden van Hoek en van Voorst
Vader gewijd had, werd, op zjjne vraag of
iemand nog iets in het midden te brengen
had, door den heer Koole gewezen op den
slakkengang van de reparatiën aan de
bateau porte, die veel ongerief veroorzaakte,
waarbij de heer Snijders zich aansloot en
beweerde, dat nu ook de Nederstraat onbe
rijdbaar was, de neringdoenden aan de
Rotterdamsche kaai niet alleen ongerief,
maar zelfs graote schade leden.
De voorzitter maakte de opmerking dat
de reparatiën werden uitgevoerd door de
maatschappij de «ScheMev, waarop de heer
van Dunné oan den voorzitter in overweging
gaf. dat hg, niet van wege het gemeente
bestuur, naar als hoofd der politie bij die
maatschappij op spoed zou aandringen.
De voorzitter beloofde te onderzoeken tot
wiens departement dit behoorde en sloot
de vergadering.
Middelburg;, 24 Augustus. Tegen
half vii r hwien, Donderdagmiddag, was door
den Voorzitter eene vergadering van den
Gemeenteraad uitgeschreven tot onderzoek
zooals het convocutiebiljet luidde, van de
geloofsbrieven van de herbenoemde leden
J. F. van Dunné en L. K. van der Harst
en vaststelling van de rekening burgerlijk
armbestuur over 1892.
Buiten den Voorzitter, den secretaris en
eeu paar verslaggevers was ter bestemder
ure niemand in de raadszaal tegenwoordig,
zoodat de vergadering niet kon doorgaan
en deze door deu Vooizitter nu is bepaald
op morgen 25 dezer.
25 Aug. In de raadsvergadering van
heden (Vrjjdagl waren slechts 6 van de 17
leden tegenwoordig. Ingevolge art. 49 is
echter deze vergadering, schoon onvoltallig,
op grond van herhaalde oproeping, b voegd
tot het nemen van beslui en De voorzitter
stelt de geloofsbrieven der herkozen raadsleden
Snijders, v d. Harst en v. Dunné in handen
eerier commissie, bestaande uit de hh. Tak,
F G Sprenger en A. P. Snouck Hurgronje,
tot onderzoekwelke commissie daarna,
by monde van laatstgenoemde, tot toelating
adviseert, waartoe wordt besloten.
De vo >rzitter sluit alsnu de vergadering.
Vlissingen, 25 Aucustus 1893. In
eene lieden namiddag onder voorzittersch ip
van den heer Tutein Nolthenius, burge
meester, gehouden zitting van den gemeen
teraad, werd na lezing en goedkeuring der
notulen van de vorige zitting mededeeling
en overlegging gedaan van de ingekomen
stukken, waaronder de gemesntebegrooting
over 1694, sluitende in ontvang en uitgaaf
tot een bedrag van f 190546.20.
Vervolgens wordt besloten tot den onder,
handschen verkoop van 117 MJ gemeente
grond, gelegen aan de Hobeinstraat, aan
den heer J. van der Hof k f4 50 de M8,
alzoo tot een bedrag van f 526.50 met
bg betaling van f55 20 trottoirkosten.
idem aan den heer W. L. Huson van
146,85 MJ gemeentegrond aan dezelfde
straat gelegen A f 4 50 de M8, alzoo tol
een bedrag van f660,825 met bgbetaling
van f263.50 voor trottoirkosten.
De gemeente rekening van 1892 wordt
voorloopig vastgesteld in ontvang met
f226783,55 in uitgaaf f221263,45', alzoo
met goed slot van f 5520,09',
Wordt overgegaan tot het onderzoek der
geloofsbrieven van de vyf nieuw gekozen
raadsleden, die in orde worden bevonden,
waarna tot toelating van de heeren C.
Mortier, C. A. Kalbfleisch, F. Delvoije, mr.
F. N. van der Bilt en E. M. Chevalier
wordt bes oten.
Wordt besloten op voorstel van B. en
W. afwijzend te beschikken op het
adres van M van Beers c. s., houdende
verzoek om het advies der plaatselijke ge
neeskundigen in'ewinnen en daarnaar te
beoordeelen of het opruimen var. de ge
meentelijke mestvaalt al of niet dringend
noodzakeljjk is.
Op liet verzoek van mej. Beyermar. om
vergunning tot het plaatsen van een paar
rolze:len aan de ramen van de bovenverdie
ping van perceel C no 45, wordt gunstig
beschikt.
Wordt besloten de borgtocht van den
secretaris-bo khouder bg den gemeente-
reinigingsdienst te bepalen op f 5 <0.
Ten slotte wordt aan den heer G. B
Dommisse muziekonderwijzer, vergunning
verleend tot het gebruik maken van hel
Gymnastieklokaal van school C. tot het
houden van een zangcursus, waarna de
zitting wordt gesloten.
Naar wg vernemen is de samenkomst
op «'s Heeren Loo» naar wensch geslaagd.
De verschillende sprekers werden met
groote belangstelling aangehoord Het aantal
bezoekers wordt op 2060 personen geschat.
Den indruk dien wg op's Heerenloo verkre
gen was roerend maar ook heerlijk schreef
een der bezoekers.
Wij zullen vroeg in het najaar zitten
zegt men. Er zijn al herfstdraden gezieu
en op vele plaatsen maken de zwaluwen
reeds aanstalten om te vertrekken.
De examens ter verkrijging van acten
van bekwaamheid voor het middelbaar on
derwjjs, met uilzondering van die voor het
hand-en rechtlijnig teekenen, de gymnastie,
de Engelsche en Hoog-luitsche taal, de
landbouwkunde, de tuinbouw en de hout
teelt, en die voor het lager onderwijs in de
wiskunde, bedoeld in art. 65 der wet op
het lager onderwijs, zullen dit jaar in de
maanden November en December worden
gehouden,
Zydie zich aan deze examens wenschen
te onderwerpen, moeten zich onherroepelijk
vóór 10 September e. k. bij het departement
van Binuenl. Zaken aanmelden.
Bg kon. besluit benoemd tot dijkgraaf
van den Bathpoller en tot plaatsvervangend
dijkgraaf van den 2en Bathpolder J. Vogel.
Tot directeur der zangvereeniging van
de afdeeling Goes der Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst is benoemd de
heer Osto Lies van het conservatorium te
Keulen.
S c h o o 1 n i e u \v s.
Geslaagd voor acte Hoogduitsch 1. o.
de heer K. Jasperse van Groedeen voor
acte Fransch 1. o. mej. M. de Maas van
Middelburg.
Geslaagd voor de hoofdacte dhr. Chr.
Kloosterman te Goes, onderwijzer te Kloe-
tinge.
Opbrengst Unie Collecte.
(tan deze wndt gaarne qratis opgaat
geplaatstof anders wordt ze uit de
^Standaardovergenomen. Red.
Vlissingen f280,661/» Domburg 126,53;
Hoek f 165,551/». 's Heer Hendrikskinderen
met Wissekerke f12,031/» en Grijpskerke
met Buttinge en Hoogelande f 44 10 V».
De morgen van 12 Mei 1893 kenmerkte
zich door groote verslagenheid, zichtbaar op
het gelaat van de meeste ingezetenen van
Zeelands hoofdstad. Reeds vroeg had zich
de mare verspreid, dat in den laten avond
van den vorigen dag tChristelijken feestdag;
bloed in Middelburgs straten vergoten was
Een oppassend huisvader was lafhartig
vermoord.
Te gelgk reeds verspreidde zich ook het
gerucht dat de moordenaars in handen der
justitie waren. Nog denzelfden nacht waren
Anton de Baare en Cornells Boone van hun
bed gelicht als vermoedelijke plegers der
misdaad.
Het onderzoek der justitie bracht volgens
latere berichten aan het licht dat er termen
waren alleen den eerste wegens het feit te
vervolgen, zoodat de laatste op vrije voeten
gesteld werd.
Door de Rechtbank w rd rechtsingang
verleend en de openbire behandeling der
zaak bevolen op Vrijdag 25 Augustus des
voormildags tin 10 uren.
Dientengevolge verscheen heden voor die
Rechtbank, samengesteld uit de heeren van
der Lek de Clercq president, Callenfels en
Gratuma rechters, Jhr. Schuurbeque Boeye,
ambtenaar van het Openbaar Ministerie en
Jhr. de Casembroot griffier, ANTUN DE
BAARE, oud 21 jaren, smidsknecht, geboren
en wonende te Middelburg, ter zake dat hg in
den avond van 11 Mei 1893, des avonds
omstreeks 10 uren, den persoon van A. J
Burghart, machinist op de Zeeuw-xhe
Spoorboot alhier, zoodanig heeft mishandeld,
dat die mishandelingen den dood ten gevolge
gehad hebben. In deze zaak zgn gedag
vaard 20getuigen, waaronder 3 deskundigen.
De beklaagde, ter terrechtszitting binnen
geleid, treedt met vasten tred binnen en
antwoordt met zachte stem op de gewone
vragen van den president omtrent zijn
leeftjjd enz.
De acte van beschuldiging wordt voorge
lezen, benevens het proces-ver baal der
lijkschouwing van den verslagene, en een
extract uit het register van overigden.
De president richt het woord tot den
beklaagde en zegt tot hem dat dronkenschap
de hoofdrol in deze treurige geschiedenis
heeft gespeeld, hetgeen beklaagde toegeeft
Hg weet zich dan ook bg het verhoor wel
te herinneren dat hij mishandeld heeft,
maar of hij gesneden of gestoken heeft weet
hij niet, hij is dadeljjk naar huis en naar
bed gegaan en kan niet met zekerheid de
ware toedracht zich herinneren. Gedaagde
beantwoordt alle vragen van den president
met zachte doch vaste stem.
Hel getuigenverhoor neemt hierop een
aanvang.
In de eerste plaats wordt gehoord Dr.
Teelinck,die door het O M. wasgedagvaard om
te ontzenuwen de verklaring van den beklaag-
dedat de verslageneaanvaller zou geweest zgn.
Dr. Teelinck moest echter coastateeren dat
het zeer goed zgn kon dat de aanval geen
zichtbare teekens achterliet.
Daarna verscheen Dr A. W. Verhegden,
die verslag gaf van den toestand waarin hg
in den avond van 11 Mti den verslagene
had gevonden: hg schreef den dood toe aan
hersenschudding fioe deze ontstaan is, coor
een val of door de verwonding, kan hg
niet met zekerheid zeggen. Van de wond
aan de hand gelooft hij dat deze is toe
gebracht, niet dat de verslagene zich die
wond zelf heeft veroorzaakt. Twee messen
wordeo hem door den president vertoond
en hg wjjst daarvan aan welk der beide
het meest ge.chikt zou zgn om de doodeljjke
wonde toe te brengen, (Het mes waarmede
de wonden zgn toegebracht was indertijd
door den beklaagde weggeworpen en is niet
ttruggevonden;. Bekli ag Ie geeft eene teeke-
ning van zgn eigen mes, waarop de
deskundige móet toegeven dat de wonden
met een dusdanig mes kunnen zgn toe-
gebracht.
De 3e getuige, Dr. J. J. Berdenis van
Berlekom, trad mede als deskundige op.
Hij gaf een breedvoerig verslag van betgeen
lig bg de lgkschouwing bevonden had.
Omtrent hersenschudding kon hg exenmin
iets atdoend8 ten opzichte van de ware
oorzaak constateeren en wat de wonden
aangaat, die aan de hand toegebracht, is
niet met zekerheid te zeggen of de verslagene
de hand in het mes geslagen heeft of wel
dat zij is toegebiacht. In alle geval is
beleediging der hersenen oorzaak van den
dood gew6e t.
De 4e getuige is Andries Johannes Burg.
hardt, vader van het slachtoffer. De president
richt tot hem verschillende vragen Getuige
doet een omstandig verhaal van bet gebeurde,
wie den eersten slag heelt toegebracht zgn
zoon of beklaagde weet hg niet. Uittarting
heeft van zgne zijde of die van zgn zoon
niet plaats gehad. Onder ean stortvloed
van tranen herdenkt hij zgn braven
oppassenden zoon, terwijl de president hem
zgne warme deelneming betuigt. De kleederen
van zgn zoon werden hem vertoond, die
hij alle herkent.
De 5e getuige is Francina Krjjger. Zjj
ook geeft een omstandig verhaal van het
geen gebeurd is in de Zusterstraat, waar
zij den verslagene met zijn vader eu de
beide aanranders ontmoet heeft. Op ver
schillende punten wordt zg met beklaagde
en den vorigen getuige geconfronteerd.
De 6e getuige is Maria Elisabeth Visser.
Zij was in den bewusten avond ook m
de Zusterstraat geweest en geeft een om
standig verhaal van betgeen zg gezien heeft.
Bovendien, hoewel geen getuige van de
verwonding, heeft zg dadelijk hulp verleend.
De 7e getuige is J. A. Ruiteuoerg, thans
machinist t« RoUrrdam. destjjds wonende
in de St. Jansstraat tegenover de Zusterstraat.
Hg verklaart voor bet raam op zgn kamer
alles te hebben gadegeslagen, hg heeft den
beklaagde uil de Zusterstraat zien komen
■net een blinkend voorwerp in de hand en
den verslagene achtervolgend, hg heeft de
worsteling gezien en b-iden zien vallen,
maur zien steken beeft hg niet, evenmin als
hg de worsteling goed beeft knnsen zien.
Hg verklaart dat de beklaaude en zgn
metgezel te half tien nog nuchter waren,
een kwartier later waren zij Amsterdamsch
dronken. Hij herkent bepaald den beklaagde
als den dader.
De 8e getuige is J. M. Net. Hij verklaart
met den beklaagde vroeger gewe kt en hem
steeds als fatsoenljjk te hebben gekend. Hjj
bevond zich op den bewusten avond op de
Visehmarkt en zag in de verte de worsteling.
Hij zag den persoon wegloopen, die met den
vader Buighart worstelde en eeist later vond
hij den verslagene, toen hjj op bet hulpge
schrei weder wis toegeschoten en dm vader
vond naast zijn stervenden zoon.
De 9e getuige is Ca. Ca Baai, huisvrouw
J. M. Bultergs, in wier woning de verslagene
na het ongeval gebracht werd. Zjj geeft een
verhaal van hetgeen in hare woning heeft
plaats gehad. Zjj kende den verslagene als
een oppassend man,
De 10e getuige is J. M. van Thiel.
Deze wis even na het ongeval ter plaatse.
Hij heeft de kleederen van den verslagene
in ontvangst genomen, die hjj alle hei kent.
Zjjne verklaring omtrent deu beklaagde
luidt dat zyn gedrag in den laatsten tijd
nog al te wenschen overlaat.
De 11e getuige is J. Vlieger. Hjj ook
heeft den verslagene in deu winkel van
Bulterjjs gezien en legt eene geljjkl lideude
verklaring als de vorige af.
De 12e getuige is H. Koolwjjk, die ook
dien nacht in den winkel van Bulterjjs
vertoefde en mede een omstandig verhaal
gaf van hetgeen daar was voorgevallen.
De 13e getuige is J. Snjjders, cellebroeder,
die den verslagene van Ruiterijs naar het
Gasthuis transporteerde en daarvan een
omslachtig verhaal geeft.
De 14e getuige is A. Balk, bediende in
het Gasthuis, die een overzicht geeft van
hetgeen daar met den verslagene is voor
gevallen.
De 15e getuige is E. P. Lauer gepensioneerd
Rijksambtenaar, die geene nadere verklarin
gen kan geven dan dat hij de overtuigiogs-
stukkeu herkent.
De 16e getuige is H. Fiegen, die omtrent
de kleeding van den verslagene geljjke
verklaring aflegt.
De 17e getuige is boekbinder de Voogt.
Deze werd aangesproken en bedreigd in
de Zusterstraathjj weet echter niet door
wien.
De 18e getuige is de Rijksveldwachter
Buurman. Dtze geeft een verhaal omtrent
de arrestatie van den beklaagJe en zjjn
metgezel.
De 19e getuige is J. P. Timmermans,
agent van politie, die mede de arrestatie
bewerkstelligde. Hjj verklaart dat beklaagde
niet dronken was, zeer kalm en niet eens
vroee waarom njj gearresteerd werd. Tjjdens
zjjue overbrenging naar het stadhuis sprak
hjj geen woord.
De voorzitter wendt zich lot den beklaagde
en zegt hem dat hjj bjj al hetgeen hjj zich
van de zaak herinneren kan, hjj verklaard
heeft zeker te weten dat hjj zjjn mes ge
trokken heeftuit de getuigen verklaringen
zal hem gebleken zjjn dat hjj aanvaller
geweest is, dat hjj onberedeneerd, ondoor-
d icht en in dro»kenschap beeft gehandeld
niet de minste twjjfel is meer aanwezig dat
hjj beklaagde den dood op zjjn geweien
heeft van een fatsoenlijk man. Mogezegt
hjj uw voorbeeld anderen lot leering
strekken.
De verdediger mr. C. Lucasse vraagt