RttCHIYSZUi EY.
Gemengde Berichten.
thans is de opbrengst te Biggekerke alleen
f36,99, de nagiften hieronder begrepen.
Geslaagd voor het fransch 1. o. de
dames W. P. Bal van Tolen en H. M. Henry
van Terneuzen en de heeren A. M. van
Driel van Amsterdam, A. F. Eshuis van
Hulst en I. Vermaas van Scherpenisseen
voor de hooldacte de hh. M J. Hage van
Zonnemaire, A. de SmiJt van Nieuw- en
St. Joosland en J. Smit van Krabbendijke
(geslaagd te Breda) en C. Paauwe te Hil
versum (geslaagd te Amsterdam).
Geplaatst als inwonend leerling aan
de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te
Rotterdam Mej. E. van Be'.ooijen-Sorber,
van St. Maartensdijk.
De Augustus collecte heeft te Axel
opgebracht f215.53.
Z e ii (1 i ii g.
1. Nederland&che Zendingsvereeniging.
Br. Verhoeven te Tjidérës, ten vorigen
jare na zyne reis nsar Nederland weer op
zjjn post teruggekeerd en met hartelijke
blijdschap welkom geheeten, doorworstelde
sedert met z(jne gemeente moeilijke dagen.
Tijdens zijne afwezigheid was een zijner
lidmaten, Pa Kadam, ontslapen, een gebed
voor zijn gezin op de lippen. Dit gezin de
bedroefde weduwe, een ilinkezoon, Mateoes,
17 jaren oud, en twee kleiner kinderen,
benevens eene dochter, die ook reeds weduwe
en moeder was, leed opnieuw eene zware
beproeving. Mateoes, die de plaats zijns
vaders had ingenomen en zorgde en werkte,
zooveel hjj vermocht, werd door de cholera
weggerukt. Voor zijn heengaan wensch-
te hij de gemeente te zijnen huize
te zien en met haar te zingen, te bidden
en te lezen. Doch toen zij, in hartelijke
deelneming, aan zijne begeerte voldeed, was
hjj reeds ingeslapen, om niet meer op aarde
te ontwakeneen uieuwe garve door den
Heer des oogstes afgemaaid en binnenge
haald, naar oogenscbijn voor den tyd
naar Zijne ondoorgrondelijke wijsheid ter
juister ure. Hij regeert de mensch zw(jge.
De diaken Sarmi werd door een giftslang
gebeten, doch genas. Doch ook hem wachtte
nog een bitter leed. Sedert 1886 had hij
drie zijner kleinzoontjes verloren, ten
vorigen jare droeg hij 't laatste, zijn eenigen
stamhouder en zijn lieveling, ten grave.
In 12 weken moest de zendeling aan 659
personen geneeskundige hulp verleenen.
Doen deze zware beproevingen der jeug
dige gemeente geen schade? Licht
zou men wachten, dat zij de zaden van
twijfel, die de satan op iederen akker strooit,
zouden doen uitspruiten. Br. Verhoeven kon
zulks niet bemerken. Integendeel 't schijnt
dat leed de broederbanden hechter maakt,
dat de kastijdingen Gods, 't ingeslopen booze
verjagen en 'tgeetteljjk leven in diepte wint,
door de smartelijke loutering. Dit toont een
christendom van den rechten stempel.
Br. Van Eendenburg (Panharepan)
mocht dit jaar met volle vrijmoedigheid 7
nieuwe leden aannemen en te Tjiandjoer 2
personen doopen. -J-
2. Ned. Gereform. Zendingsvereeniging.
a. Van 't Zendingsveld
Zendeling Horstman is wederom door koorts
en influenza aangetast geworden, doch aan
vankelijk hersteld.
Op 'terf der Keucheniusschool zijr. de
pokken uitgebroken.
Br. Zuidema schrjjft«Wat tegen be
smetting in den middellijken weg kan gedaan
worden, is geschied. Het is onze troost, dat
de Heere onze nooden kent en ons, hoewel
wij 't verdiend hadden, niet zal verlaten.
Wij wenschen ons met de geheele stichting
Hem toe te vertrouwen».
Dr. Scheurer is 30 Juni te Batavia aan
gekomen.
b. Uit Nederland.
In de algemeene vergadering der N. G. Z. V.
6 Juli 11. te Amsterdam gehouden is besloten
«De vergadering besluit den zenflingsarbeid
der N. G. Z. V. over te dragen aan de ge
reformeerde kerken, in Nederland, op de,
door Deputaten Synodi en het Hoofdbestuur
der vereeniging overeengekomen, en thans
in overweging genomtn, voorwaarden».
FEUILLETON.
Schetsen over Middelburg.
MIDDELBURGSCHE PREDIKANTEN.
XVI.
Teellinck werd door zijne tijdgenooten,
om z)jn gevoelen op het stuk van de Zon
dagsviering, een «Sabbatharist» gescholden.
Zóo sterk was zelfs de tegenstand, dat
niemand minder dan Voetius hem met
z(jn schild heeft moeten dekken. «Men
heeft», zoo zegt deze, «men heeft ick en
weet niet wat hier ende daer in het doncker
achter zijnen rugge gemeumelt, om zijnen
arbeid en sonderlinge gaven intallich te
makenDat hij wondere nieuwe ende
vreemde dingen in het hooft hadde. Wat
hij in het hooft of in het herte hadde en
wete ick niet, maar een dinck wete ick
wel, dat hij met zijne schriften Deflens
ontalljjcke andere mijne oogen geopent
ende het herte door Godes Genade gheraeckt
heeft, om vele dinghen naerder te verstaen
ende in bedenkinghe te nemen, daer te
voren of niet met allen of immers seer
weijnich aen ghedacht wierdt. Dat hij drijft
ende duidelijck genoech uijt zjjnen boesem
schuddet, is niet nieuws of singuliers, maer
is het Oude Nieu, daer wij alle de hant
aen moeten houden, soo daer maer een
droppel van ware Christelijckheijt inons en is.»
En als het thans levende geslacht der
Gereformeerde Christenen hoort, welke
Teellincks opinie was omtrent den Sabbat,
dan zullen zeer velen hunner hem al heel
Thans heeft slechts de generale synode
nog te spreken dan zal de zaak haar
beslag hebben. Wij hopen, dat deze veran
dering van genootschappelijke in kerkelijke
zending, o. i. eene schrede op den goeden
weg, vrucht zal dragen voor 't Gode wel
gevallig werk der uitbreiding van Zijn rijk.
Doch daartoe is de formeele overdracht nog
slechts eéne schrede, die op zich zelf nog
luttel vooruitbrengt, 't ls toch voor den
Zendingsarbeid feitelijk om 't even, of eene
kerkelijke, dan wel eene particuliere com
missie 't werk van een belangstellend deel
der gemeente productief maakt. Wij zullen
hopen, dat onze gereformeerde broederen
zullen begrijpen, dat de zending eerst dan
naar den eisch door de gemeente wordt
gedreven als teder lid dier gemeente onder
haren last den schouder zet.
Ds. Feringa van Klundert schreef in de
Zuider Kerkbode: (De zending behoort ge
dreven te worden) «in het van God verordend,
en door de generale synode nader aan te wijzen
verband, door eiken gedooplen man, elke
gedoopte vrouw, en ^zoover mogelijk) elk
gedoopt kind, in warme belangstelling,
nederige afhankelijkheid, krachtigen ijver,
blijmoedige gave, en gedurig gebed». -j-
3 Utrechtsche Zendingsvereeniging
Boeroe. De broeders Storm en Hendriks
bezochten de onderscheidene gemeenten op
't eiland, waar zij over 't algemeen gunstige
indrukken ontvingen. Natuurlijk is hier,
als overal, ook onverschilligheid; een man
bv. antwoordde op de uitnoodiging om ter
ke.'k te komen: «neen, mijnheer, ik heb
al mijne kinderen in den christelijken gods
dienst doen ingaan, en mijne vrouw ook,
maar ik zelf blijf bij wat ik heb en ik
verander met», en daar hield hij 't bij.
Br. Storm macht 11 eerstelingen in de
gemeente inljjven en met hen'i H Avond
maal vieren. Ook de kerstfeestviering ten
vorigen jare was een gezegend samenzijn.
«In de christen-kampong sterft de po
lygamie uit», schrijft Storm. Deze is vaak
voor de zending eene groote hinderpaal, die
niet dan met groote behoedzaamheid kan
aangevat en niet zonder langdurige krachts
inspanning kan uitgerukt worden. Dat zij
te Mefa uitsterft,is een bemoedigend teeken.
De goeroe's (helpers), die vooral't onderwijs
leiden, doen meerendeels wel hun best, doch
laten te veel de achterlijke leerlingen aan
hun lot over. Hun getal moest nog ver
meerderd kunnen worden. De Boeroeneezen
zijn meestal schuw en vluchten voor vreem
delingen; sommigen houden zich immer
buiten de dorpen in de bosschen op. Door
inlanders kan natuurlijk onder hen 't best
gewerkt worden. -j-
4. Salaliga-Zendingl
Zend. Jüngst was door de ongesteldheid
zijner gade genoodzaakt naar Europa terug te
keeren. De daartoe noodige gelden werden
op opmerkelijke wijze in korten tijd bijeen
gebracht. De reis werd voorspoedig volbracht
en Jüngst mag, met dank ann God, consta-
teeren, dat de toestand der zieke, gaandeweg
beter wordt.
Te Kalitjeret en in den omtrek, waar
Zend. Kamp arbeidt, gaat het werk kalm,
doch niet zonder zegen voort. Er is op dit
veld aan meerdere werkkrachten behoefte,
vooral nu, door de tijdelijke afwezigheid
van Jüngst.
Br. Zimmerbeutel te Blora mag wijzen
op uitbreiding zjjner gemeente. Ook zijn
ziekenhuis strekt ten zegen. In 't voorjaar
deed hij eene reis o. a. naar Bandjarredja,
eene plaats, waarvan hij veel verwachting
had. Deze is niet verwezenlijkt. De bewoners
waren er niet tot eene samenkomst bijeen
te krijgen. Liever schuiven zij opium. Deze
richt hier, evenals iu alle streken, waai
er gebruik van gemaakt woidt, groote
verwoesting aan. Te Jodanan had Z. eene
aangename ervaring. Hij kwam hier bij den
assistent - wedons (hoofd) en vroeg of hij
den volgenden dag te zijnen huize mocht
prediken. Hij willigde dit dadelijk in en
zeide, dat juist den volgenden dag de
Loerah's (burgemeesters) in zijn gebied
rapport moesten uitbrengen. Bij 't Javaan
sche klokgeklep, d. i. 't slaan op een houten
blok, werden zij bijeen geroepen.
De ass. wedsns opende de vergadering,
ver afgedoold achten en in vollen ernst
een vraagteeken plaatsen aeliter zijne Chris
telijke belijdenis. Zoo blijkt de waarheid van
het aloude «Tornpora mutantur et nos
mutamur in illis», d. i. «De tijden ver
anderen en wij eveneens». De lezer oordeele
Na uitgesproken te hebben, dit het voor
een Christen plichtmatig is, den eersteD dag
der week te onderhouden, en wel als een
dag van vier en twintig ui en, naar de
burgerlijke rekening, «zonder superstitie»,
gebiedt hij op dien dag te rusten van het
dagelijkseh werk, nl. een ambachtsman van
zijn ambacht, een student van zijne studie
enz. en den Bijbel te lezen en onderzoeken.
Het is evenwel geoorloofd, op dien dag te
eten, te drinken, zich te kleeden. h -t bed
op te maken, spijzen toe te bereiden en te
wandelen. Natuurlijk zijn ook geoorloo?d
alle werken ter verheerlijking Gods als
prediken, bidden enz. Voorts alle werken
van noodzakelijkheid. Als iemand verneemt,
op Zendag, «dat een zijner schuldenaren
hem meijnt te bedrieghen, dan mag hij daar
tegen alsdan met behooriijcke vigilanlie
voorsien. Soo mach men ook desgheijjckse,
alsdan het Coren fn de Schuere biengen,
wanneer het seker is, in het oordeel van
verstandighe, dat het Coren anders soude
verloren gaan ick segghe in het oordeel van
verstandighe, neemt van de wettige overheijt
oft Kercken-raet, die sich des verstaen.»
Verder zijn geoorloofd alle werken van
barmhartigheid en al wat de burgerljjke-
door te neggen, dat Z. gekomen was, om
eene go de leer te brengen, eene leer, die de
harten rein en heilig kon maken. Toen,
verhaalt Z., nam ik het woord en zeide:
«je hebt wellicht reeds iets vernomen van
den Toewan Pandita i zendeling), die te
Blora is gekomen. «Hurgi» (ja.) «Maar
weet ge ook, wie hij is?» «Dereng.» (Nog
niet.) Ik ben 't, die heden kwam, om u
te bezoeken. En weet ge, waarom ik gekomen
ben? «Dereng.» Nu bracht Z hun de
boodschap des heils, en las en verklaarde
Lukas XV. Ook de helper sprak en einde-
lijk nam nog de ass. wedons 't woord en
zei: «Hoort eens, gij weet allen, dat
ons district in geen goeden reuk staat:
in onze dorpen zijn dieven, opium
schuivers en wat niet aldaarom laat ons
blijde zijn, dat de Pandita wel tot ons
komen wil. Dus als hij ol zijn helper uwe
dorpen bezoekt, neemt hen in liefde op in
uwe woningen en noodigt dan alle uwe
omringenden, zoowel mannen als vrouwen,
om naar hen te hooren, dan zal het anders
worden in onze dorpen, die ten goede zullen
veranderen, want de leer, die zij brengen,
verandert de harten.»
Sedert leed br. Zimoierbeutel een treurig
verlies. Zijn gade, moeder van drie kinderen,
werd door koortsen onverwacht van zijne
zijde weggerukt (29 Juni.) Haar heengaan
was vrede. -j-
Nederlandsch Jongelingsverbond.
Te Velp hield 17 Augustus hel Ned.
Jong. Verbond een uitnemend gesiaagde
zomervergadering, waarop van alom onge
veer een 300tal leden en belangstellenden
aanwezig waren. Door verschillende sprekers
werden na de plechtige opening opwek
kende en kernachtige woorden gesproken,
o. a. door den Voorzitter des verbonds, den
heer Hoogenbirkden eere Voorzitter der
afd, den beer Lent, door ds. Hoogenhuize
van Nijmegen en ds. Göpner van Amsterdam.
Ook door den heer van Oosterwjjk Bruin,
eere-voorzitter van het Verbond, werd een
harttdijk en welgemeend woord ten beste
gegeven. Z owel het bondsbestuur als de
afdeeling Velp met hare uitstekende Zang-
vereemging, die ons op waarlijk schoone
liederen telkens vergastte, kunnen met blijd
schap en dankbaarheid op dit zoo goed ge
slaagde feest terugzien. Ook de scboone
wandeltocht, over Rozendaal naar Valken
huizen, viel in veler smaak en was zeer
aangenaam. Puntige woorden, hartelijke
toespraken en schoone liede-en wisselden
elkander ook hier steeds af en verhoogden
de feestvreugde zeer. En toen men, nadat
door den Voorzitter van het Verbond een
woord van dank en een hartelijk vaarwel
was toegespioken, en na psalmgezang en
gebed vergenoegd huiswaarts keerde, een
iegelijk naar zijn woonstede, waren ailen
dankbaar en verblijd vanwege de groote
zegeningen, ons geschonken op dezer dag.
De Haagsche rechtbank behandelde giste
ren de zaak tegen den werkman W. H. K.
oud 56 jaar, geboren te Terneuzen, thans
zonder vaste woonplaits, beklaagd van
diefstal van twee r(jtuiglantarens. Hij was
reeds vroeger voor een dergelijk misdrijf
gestraft. Hij beweerde uit armoede gehandeld
te hebben.
Tegen hem werd 6 maanden gevangen-
straf geëischt.
Oostburg, 23 Aug. De gemeente
verloor heden üoor den dood een geacht
ingezetene, nl. den heer L Theri, sedert
jaren secretaris, ontvanger en archivaris
dezer gemeente.
Als secretaris bezat hij ia dit district een
welverdienden naam, daar zjjn arbeid door
nauwkeurigheid en netheid uitmuntte en
hij uitstekend in de wetten thuis was. Bij
de burgerij was hij in achting orn zijne
welwillendheid en hulpvaardigheid. Hij
behoorde tot de liberale richting en was
een tijdlang bestuurder der liberale kies
vereeniging.
Te Philippine herdacht Zondag een
eerbaarheid «gevoechsaem» maakt. Bijvoor
beeld, als een vriend op Zondag ons komt
bezoeken en wij hebben niets in huis om
hem te onthalen, dan geeft Teellinck ons
vrijheid, om een en ander te gaan koopen,
ofschoon men wat men kan doen, des
Zaterdags tevoren doen moet.
Wa trlijk, het zou in de ooren van ons,
zeer zeker, diep gezonken geslacht toch al
heel «liberaal «klinken als een Gerelor
meerd dominee zóo sprak of schreef. En
toch schold men in die dagen Teellinck
voor een wettisch man op dit punt. Maar
men vergete niet, dat men nog niet zoo
lang uit de boeien van Rome was verlost.
En die weikten nog na'.
Waarmee Teellinck het dan eigen'gk zoo
zeer bedorven had Wel, bij was te velde
getrokken legen de zondige uitspattingen,
die zijne gemeente zich inzonderheid op
den rustdag veroorloofde. Zeker oordeelt hij
eenig vermaak op den Zondag nuttig en
geoorloofd, mits «ieder maar toezie, waardoor
hij meest verkwikt en minst in de gods
dienst verhinderd wordt en dat hij hem-
selven daarin vermake met sulcken herte
voor den Heere, om hemselven daer door
tot den statelijcken dienst Gods noch meer
bequamer te maken Evenwel, met tijde
lijke dingen bezig zijnde, moet men aan
de geestelijke denken. Ja, dat trekt hij
zóóver, dat men naar zijn oordeel, bijvoor
beeld als men het vuur aansteekt, moet
«suchten tot den Heere, dat die het vyer
I ingezetene op zijn gouden bruiloftsfeest tevens
den dag waarop hij vóór een halve eeuw
benoemd werd tot doodgraver.
Coes. Voor het door de vereeniging
van vo ksveimiken georganise»rde volks on-
cert op Vrijdag 25 Augustus 1893, des avonds
ten 8Vs ure in de tent op de Groote Markt
door de Harmonie «Euphonia», directeur dhr.
J Kooiman, luidt het programma aldus:
1. Baugency, marschCocquelet.
2. Fantaisie sur
«le petit Duc»Kessels.
3. Fleur des Champs,
Mazurka Tack.
4. Ein Scherz, potpourriNeibig.
Pauze.
5. Ouverture zu «Berlin,
wie es weint and lacht» Conradi.
6. Romance sans paroles Mendelssohn.
7. LieJerkranzNeibig.
8. Souvenier de Campine
Fantiisi Krein.
Vlissingen. De heer B., winkelier
in hoeden en petten op de Kleine Markt
alhier, heeft, als kennelijk teeken van zijn
beroep, een rood-geveriden ijzeren hoed
buiten zijn deur eo een dito heel boven
den geveltop staan.
Üp den eersten had men het blijkbaar
in den afgeloopen nacht gemunt.
Eenige jolige jongelui kwamen op den
inval, den hoed van zijn knellende banden
aan den ijzeren pen te bevrijden, en hem
te plaatsen op het hoofd van het
standbeeld van De Rujjter, waaraan zij
gevolg gaven.
En zoo prijkte heden in den vroegen
ochtend het beeld met eenigszins voorover
gebogen hoofd, met den hoed in min of
meer scliuinsche richting 1
De hoed, die de sporen draagt van vrij
onzachte behandeling en hardhandige bewe
ging, is door de politie van het beel-l
verwijderd, terwijl de kokarde, waarmede
hij versierd was, reeds in den vroegen
ochtend bij den eigenaar werd terug bezorgd.
Hoe het mogelijk is, dat dit alles heeft
kunnen plaats hebben, zonder dat iemand,
zelfs onze nachtpolitie niet, er iets van heelt
bespeurd, blijft ons een raadsel.
Naar wij nader vernemen, is de eigenaar
thans weer in het bezit van deo hoed, en
hebben de daders (drie jongelieden) den
heer B. reeds hunne verontschuldiging
aangeboden. V/. Crt.
De heer H. A. A. b iron Collo*
d'Escury, burgemeester van Hontenisse, is
te Wxldungen alwaar hij sinds begin
Juli tot herstel z(jner gezondheid verbleef
overleden.
De overledene was sedert 1859 rentmeester
bij het kroon-domein, achtereenvolgens te
Wageningen, Schiedam en Hulst, in het
laatste rentambt sedert Jan. 1868. Gedurende
tal van jaren bekleedde hij de betrekkingen
van schoolopziener in het 6e district van,
Zeeland (later in het arrondissement. AkseU
lid der Staten van Zeeland en kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Hulst.
In Juni vierde hij zijn zilveren ambtsjubilé
als burgemeester van Hontenisse.
Te Cemert is een 9jarige knaap op
noodlottige wjjze omgekomen. Vergezeld van
zijn 4jarig broertje, ging hij met een krui
wagen naar den zandkuil om zand te halen.
Bij het graven stortte de kuil in en werd
de ongelukkige knaap daaronder bedolven.
Het kleine broertje kwam met die treurige
tijding thuis, waarop de vader zich begaf
naar de noodlottige plek, waar hij slechts
het lijk van zijn zoontje kon te voorschijn
brengen.
Gedurende dezen zomer heeft men op
sommige plaatsen in Maas en Waal mtt
succes op denzelfden bodem tweemalen aard
appelen verbouwd. De eerste maal werden
zoogenaamde muisjes geteeld, welke tegen
gotden prijs te Nijmegen werden verkocht.
Daarna heelt men «Thomassen» gepoot,
welke reeds nu tot flinke knollen ontwik
keld zijn.
Gisteren speelden eenige jongens te
Nieuweroord aan het kanaal, terwijl
zich aan de overzijde een 11 jarig kameraa-ije
bevond. Op herhialde uitnoodiging van de
jongens aan de overzjjde, om door 't kanaal
naar hen over te zwemmen, werd dit door
des (jvers in ou$e herten woude aansteken».
En wel verre van dus spiritualistisch,
was men in Middelburg op eu top mate
rialistisch Althans te oordeelen naar wat
Teellinck schrijft en dit nu was het,
waardoor hij zich den haat op deo hals
haalde Van den dag des Heeren maakt
men nu een dag der vuiligheid. Wat
speelrijJen, wat openbaar ravot wordt dan
ook al aangericht l Hoe vol zitten dan de
herbergen. «Wat tuysschen ende spotten
gaet daar dan al om l Wat drancken ende
springhen, ende dat selve rioch al van
eenigiie sondanighp, die telckens rnet ons
noclial ten Avondinale gaen. Nauwelijckx
is daer ilach in de weke, daer in meer
sonde gedaen wordt Vele stellen veel
sondighe dinghen uyt in de weke om die
te plegen op den daeh des Heeren.
Allenthalve moge wj t'elcken sien, dat
op bet verlaten van d'achternoensche pre-
dicalie seer vele, die sich noch tot daer en
toe tamelyck wel gedragen hebben op den
dach des Heeren, dan daer henen wech
storten, de gunsche plaetse over, in allerley
woelich ende ongelatich bedrijf engheraes:
een deel in de herberge, een ander deel
aen 't kaetsen, aen troefspel, aen 't ver-
keertbert enz.
En worden der niet vele gevonden, die
dese Prophanatie helpen styven, door het
stroyen van geckelycke yellekens over die
ghene, die zich neeistelyck vercloecken, om
dese Prophanatie te weeren Worden niet
hem gewaagd, met het treurig gevolg, dat
hj verdronk.
Voor eenige dagen is een landbouwer
in de Purmer slachtoffer geworden vaneen
sluwen oplichter, die voorgaf horlogemaker
te Edam te zijn en wien hij een gouden
uurwerk ter reperatie meegaf. Het horloge
is niet terugbezorgd en het bleek bj on
derzoek dat de tnan niet te Edam woonde,
Maandagavond is op den Kralingschen
plas een zeils-chuit waarin zeven personen
zaten, omgeslagen. Vijf daarvan, waaronder
vier huisvaders, en een matroos zijn verdron
ken, terwijl slechts twee zichzelven konden
redden.
Te Oerle (N. Br.) zijn maandag twee
boerderijen in de asch gelegd. De oogst
werd vernield en eenig vee kwam om in
de vlammen.
Een Rotterdamsch tooneeltje door het
Nieuwsblad aldaar verteld.
Daar wandelde gisterenmorgen een jeug.
dige boerin op het Botersloot, het gedeelte
markt waar allerlei twee- en viervoetig
gedie. te verkocht wordt. Haar droomerige
blik dwaalde her- en derwaarts over deze
levende koopwaar; zij richtte ten laatste
haar schreden naar links, waar een koop.
man in «geitebukken» kalm z(jn boterham
zat te nuttigen.
Belieft uwé een mooi bokkie, jullrouw.
De juflrou w gaf geen antwoord, als ontsteld
hield ze het oog gevestigd op een klein wit
geitje dat kalm neerlag tusschen zijne lot-
genooten
Opeens, ja dat was zekerheid, riep jjj
uit, teder en harstochtelijk Lewietje, Le-
wietje, ben je daar beesie, hartlap, lielie,
kom dan maar!
De koopman, verwonderd, meende juist
te vragen: «Meen je mijn?» als hjj de geit
zag opspringen en naar l boerinnetje snellen,
Volgde eene innige omhelzing, vele men-
schen schaarden zich er om heen, even
zoovele uitroepen kruLten elkaar.
Ach menschen, das nou mijn'Lewietje,
mijn beesie, dat verleden week weggeloopen
is. En nou heb ik et terug.
Spottend lachten de koele omstanders, en
ook de koopman scheen blind voor poëzie.
Als 't nou uit is, met je gelewietje
koopen voor twee kwartjes ken je 't
krijgen.
Twee kwaitjes, da's me te duur, snikte
het boerinnetje, 'k geel je een schelling voor
mijn dotje, mijn suikerbeesie.
Vooruit neem maar mee.
't Vrouwtje betaalde en innig verblijd, het
dier in de armen drukkend, het streelend
en kussend ging ze haars weegs.
Een dame, wonende te 'sCravenha»
ge is te Vtoiburg van de in beweging zjjnde
stoomtram gesprongen, ten gevolge waarvan
zij viel. De tram sneed haar eau arm en d«
beide beenen afwaarop de ongelukkige
is overleden. Te Ouddorp is de schuur
en het woonhuis van den landbouwer Lodder,
tengevolge van hooibroeiing een prooi dei-
vlammen geworden. Te Papekop is een
2jaiig meisje in een sloot h(j de ouderlijke
woning verdronken. Op de kermis te
Oudenboseh heeft een hevige vechtpartij
met messen plaats gehad, waarb(j een jon- f
geling levensgevaarlijke verwondingen wer
den toegebracht. Te Zundert (N. B.)
is een kind bjj het eten eerier pruim door
eene wesp in de keel gestoken. Genees
kundige hulp kon niet baten, zoodat het
kind ten gevolge van het opzetten der keel
onder vreeselfjk Ijjden is gestikt.
Dezer dagen zag men te Mierloo
(Noord-Brabant) de Wed. Arns. Van den
Boogaard vergezeld van hare kleinste meid,
achter de maaiers het giaan tot schooven
binden. Verbeeld u het ging der goede
oude, die 78 jaren meer telde dan hare
meid, nog vlug van de hand. De vorige
week, was ze in de schuur bezig mei
dorschen. en ze hield, als de beste, flink
slag en vlegelde er ter dege op los. Als
een 30-jarige gaat z(j vlug over den weg.
Dat zijn krasse oudjes, die van 18011
Maandagavond is een kapitale boeren
hofstede ^ondei' Delfzijl een prot.i der
vlammen geworden. De brand werd zeer
gevoed door den grooten voorraad hooi.
de selve van velen daer over uyt ghekreten
voorSabbatharisten, superstitieuse menschen,
vyse gheesten enzende en wordt niet
haer doen becladt, alsof te sy lieden een
nieuw Jodendon wouden in voeien, ende
op den dach des Heeren niet een vier
wouden aenlegghen, spy se koken, enz.»
Ert zoo misbruikte men niet alleen den
Zondag, maar Teellinck moest ook klagen
«Hoe giouwelica worden doch de Dank-
daglien geschonden, door allerley openbare
onbeschaamde ende nochtans onverdraghe-
lijcke geyie dertelheyt, alweerdicheyt, ende
vleeschelgcke wellusticheyt 1 Wat een
vuylspreken, wat een oncuyseh gesangb,
wat een overdadigSanteen drincken, wat
een vleeschelijcken, ongheregelden, onge-
schickten woel, is daer dan de gantsche
plaetse deur! Wat eeu suypen ende
swelghen, watte vleeschelijcke brasseryen
wordender dan g behouden, wel nae in alle
huysen 1 Wat al guychelariën, heyloose
Camdr-spelen, sotte kluyten ende diesgelycke
onchristel(jcke nucken meer, worden dan
daer oock al ghepleeclit 1 min noch meer,
dan oft men een datickdach oft een leest
hie'de, aan der Heydenen Bacchus oft
Cosmus oft Venus, d'afgoden deronghebonden
brasserie, suyperiën en onreynicheytals
ofte de Heylighe in Israël ende onsë Heere
Jesus Christus nu ghetyck geworden ware
den wulprigen Hey-lenschen Afgoden.»
Waarlgk, 't liep de spiegaten uit I
A*. Pj