RttCHIYSZUi EY. Gemengde Berichten. thans is de opbrengst te Biggekerke alleen f36,99, de nagiften hieronder begrepen. Geslaagd voor het fransch 1. o. de dames W. P. Bal van Tolen en H. M. Henry van Terneuzen en de heeren A. M. van Driel van Amsterdam, A. F. Eshuis van Hulst en I. Vermaas van Scherpenisseen voor de hooldacte de hh. M J. Hage van Zonnemaire, A. de SmiJt van Nieuw- en St. Joosland en J. Smit van Krabbendijke (geslaagd te Breda) en C. Paauwe te Hil versum (geslaagd te Amsterdam). Geplaatst als inwonend leerling aan de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Rotterdam Mej. E. van Be'.ooijen-Sorber, van St. Maartensdijk. De Augustus collecte heeft te Axel opgebracht f215.53. Z e ii (1 i ii g. 1. Nederland&che Zendingsvereeniging. Br. Verhoeven te Tjidérës, ten vorigen jare na zyne reis nsar Nederland weer op zjjn post teruggekeerd en met hartelijke blijdschap welkom geheeten, doorworstelde sedert met z(jne gemeente moeilijke dagen. Tijdens zijne afwezigheid was een zijner lidmaten, Pa Kadam, ontslapen, een gebed voor zijn gezin op de lippen. Dit gezin de bedroefde weduwe, een ilinkezoon, Mateoes, 17 jaren oud, en twee kleiner kinderen, benevens eene dochter, die ook reeds weduwe en moeder was, leed opnieuw eene zware beproeving. Mateoes, die de plaats zijns vaders had ingenomen en zorgde en werkte, zooveel hjj vermocht, werd door de cholera weggerukt. Voor zijn heengaan wensch- te hij de gemeente te zijnen huize te zien en met haar te zingen, te bidden en te lezen. Doch toen zij, in hartelijke deelneming, aan zijne begeerte voldeed, was hjj reeds ingeslapen, om niet meer op aarde te ontwakeneen uieuwe garve door den Heer des oogstes afgemaaid en binnenge haald, naar oogenscbijn voor den tyd naar Zijne ondoorgrondelijke wijsheid ter juister ure. Hij regeert de mensch zw(jge. De diaken Sarmi werd door een giftslang gebeten, doch genas. Doch ook hem wachtte nog een bitter leed. Sedert 1886 had hij drie zijner kleinzoontjes verloren, ten vorigen jare droeg hij 't laatste, zijn eenigen stamhouder en zijn lieveling, ten grave. In 12 weken moest de zendeling aan 659 personen geneeskundige hulp verleenen. Doen deze zware beproevingen der jeug dige gemeente geen schade? Licht zou men wachten, dat zij de zaden van twijfel, die de satan op iederen akker strooit, zouden doen uitspruiten. Br. Verhoeven kon zulks niet bemerken. Integendeel 't schijnt dat leed de broederbanden hechter maakt, dat de kastijdingen Gods, 't ingeslopen booze verjagen en 'tgeetteljjk leven in diepte wint, door de smartelijke loutering. Dit toont een christendom van den rechten stempel. Br. Van Eendenburg (Panharepan) mocht dit jaar met volle vrijmoedigheid 7 nieuwe leden aannemen en te Tjiandjoer 2 personen doopen. -J- 2. Ned. Gereform. Zendingsvereeniging. a. Van 't Zendingsveld Zendeling Horstman is wederom door koorts en influenza aangetast geworden, doch aan vankelijk hersteld. Op 'terf der Keucheniusschool zijr. de pokken uitgebroken. Br. Zuidema schrjjft«Wat tegen be smetting in den middellijken weg kan gedaan worden, is geschied. Het is onze troost, dat de Heere onze nooden kent en ons, hoewel wij 't verdiend hadden, niet zal verlaten. Wij wenschen ons met de geheele stichting Hem toe te vertrouwen». Dr. Scheurer is 30 Juni te Batavia aan gekomen. b. Uit Nederland. In de algemeene vergadering der N. G. Z. V. 6 Juli 11. te Amsterdam gehouden is besloten «De vergadering besluit den zenflingsarbeid der N. G. Z. V. over te dragen aan de ge reformeerde kerken, in Nederland, op de, door Deputaten Synodi en het Hoofdbestuur der vereeniging overeengekomen, en thans in overweging genomtn, voorwaarden». FEUILLETON. Schetsen over Middelburg. MIDDELBURGSCHE PREDIKANTEN. XVI. Teellinck werd door zijne tijdgenooten, om z)jn gevoelen op het stuk van de Zon dagsviering, een «Sabbatharist» gescholden. Zóo sterk was zelfs de tegenstand, dat niemand minder dan Voetius hem met z(jn schild heeft moeten dekken. «Men heeft», zoo zegt deze, «men heeft ick en weet niet wat hier ende daer in het doncker achter zijnen rugge gemeumelt, om zijnen arbeid en sonderlinge gaven intallich te makenDat hij wondere nieuwe ende vreemde dingen in het hooft hadde. Wat hij in het hooft of in het herte hadde en wete ick niet, maar een dinck wete ick wel, dat hij met zijne schriften Deflens ontalljjcke andere mijne oogen geopent ende het herte door Godes Genade gheraeckt heeft, om vele dinghen naerder te verstaen ende in bedenkinghe te nemen, daer te voren of niet met allen of immers seer weijnich aen ghedacht wierdt. Dat hij drijft ende duidelijck genoech uijt zjjnen boesem schuddet, is niet nieuws of singuliers, maer is het Oude Nieu, daer wij alle de hant aen moeten houden, soo daer maer een droppel van ware Christelijckheijt inons en is.» En als het thans levende geslacht der Gereformeerde Christenen hoort, welke Teellincks opinie was omtrent den Sabbat, dan zullen zeer velen hunner hem al heel Thans heeft slechts de generale synode nog te spreken dan zal de zaak haar beslag hebben. Wij hopen, dat deze veran dering van genootschappelijke in kerkelijke zending, o. i. eene schrede op den goeden weg, vrucht zal dragen voor 't Gode wel gevallig werk der uitbreiding van Zijn rijk. Doch daartoe is de formeele overdracht nog slechts eéne schrede, die op zich zelf nog luttel vooruitbrengt, 't ls toch voor den Zendingsarbeid feitelijk om 't even, of eene kerkelijke, dan wel eene particuliere com missie 't werk van een belangstellend deel der gemeente productief maakt. Wij zullen hopen, dat onze gereformeerde broederen zullen begrijpen, dat de zending eerst dan naar den eisch door de gemeente wordt gedreven als teder lid dier gemeente onder haren last den schouder zet. Ds. Feringa van Klundert schreef in de Zuider Kerkbode: (De zending behoort ge dreven te worden) «in het van God verordend, en door de generale synode nader aan te wijzen verband, door eiken gedooplen man, elke gedoopte vrouw, en ^zoover mogelijk) elk gedoopt kind, in warme belangstelling, nederige afhankelijkheid, krachtigen ijver, blijmoedige gave, en gedurig gebed». -j- 3 Utrechtsche Zendingsvereeniging Boeroe. De broeders Storm en Hendriks bezochten de onderscheidene gemeenten op 't eiland, waar zij over 't algemeen gunstige indrukken ontvingen. Natuurlijk is hier, als overal, ook onverschilligheid; een man bv. antwoordde op de uitnoodiging om ter ke.'k te komen: «neen, mijnheer, ik heb al mijne kinderen in den christelijken gods dienst doen ingaan, en mijne vrouw ook, maar ik zelf blijf bij wat ik heb en ik verander met», en daar hield hij 't bij. Br. Storm macht 11 eerstelingen in de gemeente inljjven en met hen'i H Avond maal vieren. Ook de kerstfeestviering ten vorigen jare was een gezegend samenzijn. «In de christen-kampong sterft de po lygamie uit», schrijft Storm. Deze is vaak voor de zending eene groote hinderpaal, die niet dan met groote behoedzaamheid kan aangevat en niet zonder langdurige krachts inspanning kan uitgerukt worden. Dat zij te Mefa uitsterft,is een bemoedigend teeken. De goeroe's (helpers), die vooral't onderwijs leiden, doen meerendeels wel hun best, doch laten te veel de achterlijke leerlingen aan hun lot over. Hun getal moest nog ver meerderd kunnen worden. De Boeroeneezen zijn meestal schuw en vluchten voor vreem delingen; sommigen houden zich immer buiten de dorpen in de bosschen op. Door inlanders kan natuurlijk onder hen 't best gewerkt worden. -j- 4. Salaliga-Zendingl Zend. Jüngst was door de ongesteldheid zijner gade genoodzaakt naar Europa terug te keeren. De daartoe noodige gelden werden op opmerkelijke wijze in korten tijd bijeen gebracht. De reis werd voorspoedig volbracht en Jüngst mag, met dank ann God, consta- teeren, dat de toestand der zieke, gaandeweg beter wordt. Te Kalitjeret en in den omtrek, waar Zend. Kamp arbeidt, gaat het werk kalm, doch niet zonder zegen voort. Er is op dit veld aan meerdere werkkrachten behoefte, vooral nu, door de tijdelijke afwezigheid van Jüngst. Br. Zimmerbeutel te Blora mag wijzen op uitbreiding zjjner gemeente. Ook zijn ziekenhuis strekt ten zegen. In 't voorjaar deed hij eene reis o. a. naar Bandjarredja, eene plaats, waarvan hij veel verwachting had. Deze is niet verwezenlijkt. De bewoners waren er niet tot eene samenkomst bijeen te krijgen. Liever schuiven zij opium. Deze richt hier, evenals iu alle streken, waai er gebruik van gemaakt woidt, groote verwoesting aan. Te Jodanan had Z. eene aangename ervaring. Hij kwam hier bij den assistent - wedons (hoofd) en vroeg of hij den volgenden dag te zijnen huize mocht prediken. Hij willigde dit dadelijk in en zeide, dat juist den volgenden dag de Loerah's (burgemeesters) in zijn gebied rapport moesten uitbrengen. Bij 't Javaan sche klokgeklep, d. i. 't slaan op een houten blok, werden zij bijeen geroepen. De ass. wedsns opende de vergadering, ver afgedoold achten en in vollen ernst een vraagteeken plaatsen aeliter zijne Chris telijke belijdenis. Zoo blijkt de waarheid van het aloude «Tornpora mutantur et nos mutamur in illis», d. i. «De tijden ver anderen en wij eveneens». De lezer oordeele Na uitgesproken te hebben, dit het voor een Christen plichtmatig is, den eersteD dag der week te onderhouden, en wel als een dag van vier en twintig ui en, naar de burgerlijke rekening, «zonder superstitie», gebiedt hij op dien dag te rusten van het dagelijkseh werk, nl. een ambachtsman van zijn ambacht, een student van zijne studie enz. en den Bijbel te lezen en onderzoeken. Het is evenwel geoorloofd, op dien dag te eten, te drinken, zich te kleeden. h -t bed op te maken, spijzen toe te bereiden en te wandelen. Natuurlijk zijn ook geoorloo?d alle werken ter verheerlijking Gods als prediken, bidden enz. Voorts alle werken van noodzakelijkheid. Als iemand verneemt, op Zendag, «dat een zijner schuldenaren hem meijnt te bedrieghen, dan mag hij daar tegen alsdan met behooriijcke vigilanlie voorsien. Soo mach men ook desgheijjckse, alsdan het Coren fn de Schuere biengen, wanneer het seker is, in het oordeel van verstandighe, dat het Coren anders soude verloren gaan ick segghe in het oordeel van verstandighe, neemt van de wettige overheijt oft Kercken-raet, die sich des verstaen.» Verder zijn geoorloofd alle werken van barmhartigheid en al wat de burgerljjke- door te neggen, dat Z. gekomen was, om eene go de leer te brengen, eene leer, die de harten rein en heilig kon maken. Toen, verhaalt Z., nam ik het woord en zeide: «je hebt wellicht reeds iets vernomen van den Toewan Pandita i zendeling), die te Blora is gekomen. «Hurgi» (ja.) «Maar weet ge ook, wie hij is?» «Dereng.» (Nog niet.) Ik ben 't, die heden kwam, om u te bezoeken. En weet ge, waarom ik gekomen ben? «Dereng.» Nu bracht Z hun de boodschap des heils, en las en verklaarde Lukas XV. Ook de helper sprak en einde- lijk nam nog de ass. wedons 't woord en zei: «Hoort eens, gij weet allen, dat ons district in geen goeden reuk staat: in onze dorpen zijn dieven, opium schuivers en wat niet aldaarom laat ons blijde zijn, dat de Pandita wel tot ons komen wil. Dus als hij ol zijn helper uwe dorpen bezoekt, neemt hen in liefde op in uwe woningen en noodigt dan alle uwe omringenden, zoowel mannen als vrouwen, om naar hen te hooren, dan zal het anders worden in onze dorpen, die ten goede zullen veranderen, want de leer, die zij brengen, verandert de harten.» Sedert leed br. Zimoierbeutel een treurig verlies. Zijn gade, moeder van drie kinderen, werd door koortsen onverwacht van zijne zijde weggerukt (29 Juni.) Haar heengaan was vrede. -j- Nederlandsch Jongelingsverbond. Te Velp hield 17 Augustus hel Ned. Jong. Verbond een uitnemend gesiaagde zomervergadering, waarop van alom onge veer een 300tal leden en belangstellenden aanwezig waren. Door verschillende sprekers werden na de plechtige opening opwek kende en kernachtige woorden gesproken, o. a. door den Voorzitter des verbonds, den heer Hoogenbirkden eere Voorzitter der afd, den beer Lent, door ds. Hoogenhuize van Nijmegen en ds. Göpner van Amsterdam. Ook door den heer van Oosterwjjk Bruin, eere-voorzitter van het Verbond, werd een harttdijk en welgemeend woord ten beste gegeven. Z owel het bondsbestuur als de afdeeling Velp met hare uitstekende Zang- vereemging, die ons op waarlijk schoone liederen telkens vergastte, kunnen met blijd schap en dankbaarheid op dit zoo goed ge slaagde feest terugzien. Ook de scboone wandeltocht, over Rozendaal naar Valken huizen, viel in veler smaak en was zeer aangenaam. Puntige woorden, hartelijke toespraken en schoone liede-en wisselden elkander ook hier steeds af en verhoogden de feestvreugde zeer. En toen men, nadat door den Voorzitter van het Verbond een woord van dank en een hartelijk vaarwel was toegespioken, en na psalmgezang en gebed vergenoegd huiswaarts keerde, een iegelijk naar zijn woonstede, waren ailen dankbaar en verblijd vanwege de groote zegeningen, ons geschonken op dezer dag. De Haagsche rechtbank behandelde giste ren de zaak tegen den werkman W. H. K. oud 56 jaar, geboren te Terneuzen, thans zonder vaste woonplaits, beklaagd van diefstal van twee r(jtuiglantarens. Hij was reeds vroeger voor een dergelijk misdrijf gestraft. Hij beweerde uit armoede gehandeld te hebben. Tegen hem werd 6 maanden gevangen- straf geëischt. Oostburg, 23 Aug. De gemeente verloor heden üoor den dood een geacht ingezetene, nl. den heer L Theri, sedert jaren secretaris, ontvanger en archivaris dezer gemeente. Als secretaris bezat hij ia dit district een welverdienden naam, daar zjjn arbeid door nauwkeurigheid en netheid uitmuntte en hij uitstekend in de wetten thuis was. Bij de burgerij was hij in achting orn zijne welwillendheid en hulpvaardigheid. Hij behoorde tot de liberale richting en was een tijdlang bestuurder der liberale kies vereeniging. Te Philippine herdacht Zondag een eerbaarheid «gevoechsaem» maakt. Bijvoor beeld, als een vriend op Zondag ons komt bezoeken en wij hebben niets in huis om hem te onthalen, dan geeft Teellinck ons vrijheid, om een en ander te gaan koopen, ofschoon men wat men kan doen, des Zaterdags tevoren doen moet. Wa trlijk, het zou in de ooren van ons, zeer zeker, diep gezonken geslacht toch al heel «liberaal «klinken als een Gerelor meerd dominee zóo sprak of schreef. En toch schold men in die dagen Teellinck voor een wettisch man op dit punt. Maar men vergete niet, dat men nog niet zoo lang uit de boeien van Rome was verlost. En die weikten nog na'. Waarmee Teellinck het dan eigen'gk zoo zeer bedorven had Wel, bij was te velde getrokken legen de zondige uitspattingen, die zijne gemeente zich inzonderheid op den rustdag veroorloofde. Zeker oordeelt hij eenig vermaak op den Zondag nuttig en geoorloofd, mits «ieder maar toezie, waardoor hij meest verkwikt en minst in de gods dienst verhinderd wordt en dat hij hem- selven daarin vermake met sulcken herte voor den Heere, om hemselven daer door tot den statelijcken dienst Gods noch meer bequamer te maken Evenwel, met tijde lijke dingen bezig zijnde, moet men aan de geestelijke denken. Ja, dat trekt hij zóóver, dat men naar zijn oordeel, bijvoor beeld als men het vuur aansteekt, moet «suchten tot den Heere, dat die het vyer I ingezetene op zijn gouden bruiloftsfeest tevens den dag waarop hij vóór een halve eeuw benoemd werd tot doodgraver. Coes. Voor het door de vereeniging van vo ksveimiken georganise»rde volks on- cert op Vrijdag 25 Augustus 1893, des avonds ten 8Vs ure in de tent op de Groote Markt door de Harmonie «Euphonia», directeur dhr. J Kooiman, luidt het programma aldus: 1. Baugency, marschCocquelet. 2. Fantaisie sur «le petit Duc»Kessels. 3. Fleur des Champs, Mazurka Tack. 4. Ein Scherz, potpourriNeibig. Pauze. 5. Ouverture zu «Berlin, wie es weint and lacht» Conradi. 6. Romance sans paroles Mendelssohn. 7. LieJerkranzNeibig. 8. Souvenier de Campine Fantiisi Krein. Vlissingen. De heer B., winkelier in hoeden en petten op de Kleine Markt alhier, heeft, als kennelijk teeken van zijn beroep, een rood-geveriden ijzeren hoed buiten zijn deur eo een dito heel boven den geveltop staan. Üp den eersten had men het blijkbaar in den afgeloopen nacht gemunt. Eenige jolige jongelui kwamen op den inval, den hoed van zijn knellende banden aan den ijzeren pen te bevrijden, en hem te plaatsen op het hoofd van het standbeeld van De Rujjter, waaraan zij gevolg gaven. En zoo prijkte heden in den vroegen ochtend het beeld met eenigszins voorover gebogen hoofd, met den hoed in min of meer scliuinsche richting 1 De hoed, die de sporen draagt van vrij onzachte behandeling en hardhandige bewe ging, is door de politie van het beel-l verwijderd, terwijl de kokarde, waarmede hij versierd was, reeds in den vroegen ochtend bij den eigenaar werd terug bezorgd. Hoe het mogelijk is, dat dit alles heeft kunnen plaats hebben, zonder dat iemand, zelfs onze nachtpolitie niet, er iets van heelt bespeurd, blijft ons een raadsel. Naar wij nader vernemen, is de eigenaar thans weer in het bezit van deo hoed, en hebben de daders (drie jongelieden) den heer B. reeds hunne verontschuldiging aangeboden. V/. Crt. De heer H. A. A. b iron Collo* d'Escury, burgemeester van Hontenisse, is te Wxldungen alwaar hij sinds begin Juli tot herstel z(jner gezondheid verbleef overleden. De overledene was sedert 1859 rentmeester bij het kroon-domein, achtereenvolgens te Wageningen, Schiedam en Hulst, in het laatste rentambt sedert Jan. 1868. Gedurende tal van jaren bekleedde hij de betrekkingen van schoolopziener in het 6e district van, Zeeland (later in het arrondissement. AkseU lid der Staten van Zeeland en kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Hulst. In Juni vierde hij zijn zilveren ambtsjubilé als burgemeester van Hontenisse. Te Cemert is een 9jarige knaap op noodlottige wjjze omgekomen. Vergezeld van zijn 4jarig broertje, ging hij met een krui wagen naar den zandkuil om zand te halen. Bij het graven stortte de kuil in en werd de ongelukkige knaap daaronder bedolven. Het kleine broertje kwam met die treurige tijding thuis, waarop de vader zich begaf naar de noodlottige plek, waar hij slechts het lijk van zijn zoontje kon te voorschijn brengen. Gedurende dezen zomer heeft men op sommige plaatsen in Maas en Waal mtt succes op denzelfden bodem tweemalen aard appelen verbouwd. De eerste maal werden zoogenaamde muisjes geteeld, welke tegen gotden prijs te Nijmegen werden verkocht. Daarna heelt men «Thomassen» gepoot, welke reeds nu tot flinke knollen ontwik keld zijn. Gisteren speelden eenige jongens te Nieuweroord aan het kanaal, terwijl zich aan de overzijde een 11 jarig kameraa-ije bevond. Op herhialde uitnoodiging van de jongens aan de overzjjde, om door 't kanaal naar hen over te zwemmen, werd dit door des (jvers in ou$e herten woude aansteken». En wel verre van dus spiritualistisch, was men in Middelburg op eu top mate rialistisch Althans te oordeelen naar wat Teellinck schrijft en dit nu was het, waardoor hij zich den haat op deo hals haalde Van den dag des Heeren maakt men nu een dag der vuiligheid. Wat speelrijJen, wat openbaar ravot wordt dan ook al aangericht l Hoe vol zitten dan de herbergen. «Wat tuysschen ende spotten gaet daar dan al om l Wat drancken ende springhen, ende dat selve rioch al van eenigiie sondanighp, die telckens rnet ons noclial ten Avondinale gaen. Nauwelijckx is daer ilach in de weke, daer in meer sonde gedaen wordt Vele stellen veel sondighe dinghen uyt in de weke om die te plegen op den daeh des Heeren. Allenthalve moge wj t'elcken sien, dat op bet verlaten van d'achternoensche pre- dicalie seer vele, die sich noch tot daer en toe tamelyck wel gedragen hebben op den dach des Heeren, dan daer henen wech storten, de gunsche plaetse over, in allerley woelich ende ongelatich bedrijf engheraes: een deel in de herberge, een ander deel aen 't kaetsen, aen troefspel, aen 't ver- keertbert enz. En worden der niet vele gevonden, die dese Prophanatie helpen styven, door het stroyen van geckelycke yellekens over die ghene, die zich neeistelyck vercloecken, om dese Prophanatie te weeren Worden niet hem gewaagd, met het treurig gevolg, dat hj verdronk. Voor eenige dagen is een landbouwer in de Purmer slachtoffer geworden vaneen sluwen oplichter, die voorgaf horlogemaker te Edam te zijn en wien hij een gouden uurwerk ter reperatie meegaf. Het horloge is niet terugbezorgd en het bleek bj on derzoek dat de tnan niet te Edam woonde, Maandagavond is op den Kralingschen plas een zeils-chuit waarin zeven personen zaten, omgeslagen. Vijf daarvan, waaronder vier huisvaders, en een matroos zijn verdron ken, terwijl slechts twee zichzelven konden redden. Te Oerle (N. Br.) zijn maandag twee boerderijen in de asch gelegd. De oogst werd vernield en eenig vee kwam om in de vlammen. Een Rotterdamsch tooneeltje door het Nieuwsblad aldaar verteld. Daar wandelde gisterenmorgen een jeug. dige boerin op het Botersloot, het gedeelte markt waar allerlei twee- en viervoetig gedie. te verkocht wordt. Haar droomerige blik dwaalde her- en derwaarts over deze levende koopwaar; zij richtte ten laatste haar schreden naar links, waar een koop. man in «geitebukken» kalm z(jn boterham zat te nuttigen. Belieft uwé een mooi bokkie, jullrouw. De juflrou w gaf geen antwoord, als ontsteld hield ze het oog gevestigd op een klein wit geitje dat kalm neerlag tusschen zijne lot- genooten Opeens, ja dat was zekerheid, riep jjj uit, teder en harstochtelijk Lewietje, Le- wietje, ben je daar beesie, hartlap, lielie, kom dan maar! De koopman, verwonderd, meende juist te vragen: «Meen je mijn?» als hjj de geit zag opspringen en naar l boerinnetje snellen, Volgde eene innige omhelzing, vele men- schen schaarden zich er om heen, even zoovele uitroepen kruLten elkaar. Ach menschen, das nou mijn'Lewietje, mijn beesie, dat verleden week weggeloopen is. En nou heb ik et terug. Spottend lachten de koele omstanders, en ook de koopman scheen blind voor poëzie. Als 't nou uit is, met je gelewietje koopen voor twee kwartjes ken je 't krijgen. Twee kwaitjes, da's me te duur, snikte het boerinnetje, 'k geel je een schelling voor mijn dotje, mijn suikerbeesie. Vooruit neem maar mee. 't Vrouwtje betaalde en innig verblijd, het dier in de armen drukkend, het streelend en kussend ging ze haars weegs. Een dame, wonende te 'sCravenha» ge is te Vtoiburg van de in beweging zjjnde stoomtram gesprongen, ten gevolge waarvan zij viel. De tram sneed haar eau arm en d« beide beenen afwaarop de ongelukkige is overleden. Te Ouddorp is de schuur en het woonhuis van den landbouwer Lodder, tengevolge van hooibroeiing een prooi dei- vlammen geworden. Te Papekop is een 2jaiig meisje in een sloot h(j de ouderlijke woning verdronken. Op de kermis te Oudenboseh heeft een hevige vechtpartij met messen plaats gehad, waarb(j een jon- f geling levensgevaarlijke verwondingen wer den toegebracht. Te Zundert (N. B.) is een kind bjj het eten eerier pruim door eene wesp in de keel gestoken. Genees kundige hulp kon niet baten, zoodat het kind ten gevolge van het opzetten der keel onder vreeselfjk Ijjden is gestikt. Dezer dagen zag men te Mierloo (Noord-Brabant) de Wed. Arns. Van den Boogaard vergezeld van hare kleinste meid, achter de maaiers het giaan tot schooven binden. Verbeeld u het ging der goede oude, die 78 jaren meer telde dan hare meid, nog vlug van de hand. De vorige week, was ze in de schuur bezig mei dorschen. en ze hield, als de beste, flink slag en vlegelde er ter dege op los. Als een 30-jarige gaat z(j vlug over den weg. Dat zijn krasse oudjes, die van 18011 Maandagavond is een kapitale boeren hofstede ^ondei' Delfzijl een prot.i der vlammen geworden. De brand werd zeer gevoed door den grooten voorraad hooi. de selve van velen daer over uyt ghekreten voorSabbatharisten, superstitieuse menschen, vyse gheesten enzende en wordt niet haer doen becladt, alsof te sy lieden een nieuw Jodendon wouden in voeien, ende op den dach des Heeren niet een vier wouden aenlegghen, spy se koken, enz.» Ert zoo misbruikte men niet alleen den Zondag, maar Teellinck moest ook klagen «Hoe giouwelica worden doch de Dank- daglien geschonden, door allerley openbare onbeschaamde ende nochtans onverdraghe- lijcke geyie dertelheyt, alweerdicheyt, ende vleeschelgcke wellusticheyt 1 Wat een vuylspreken, wat een oncuyseh gesangb, wat een overdadigSanteen drincken, wat een vleeschelijcken, ongheregelden, onge- schickten woel, is daer dan de gantsche plaetse deur! Wat eeu suypen ende swelghen, watte vleeschelijcke brasseryen wordender dan g behouden, wel nae in alle huysen 1 Wat al guychelariën, heyloose Camdr-spelen, sotte kluyten ende diesgelycke onchristel(jcke nucken meer, worden dan daer oock al ghepleeclit 1 min noch meer, dan oft men een datickdach oft een leest hie'de, aan der Heydenen Bacchus oft Cosmus oft Venus, d'afgoden deronghebonden brasserie, suyperiën en onreynicheytals ofte de Heylighe in Israël ende onsë Heere Jesus Christus nu ghetyck geworden ware den wulprigen Hey-lenschen Afgoden.» Waarlgk, 't liep de spiegaten uit I A*. Pj

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 2