Gemengde Berichten. Zoo noodig zullen ook Woensdag 7 Aug. de vrienden worden bezocht om een groote •f geringd doch in ieder geval milde by trage te mogen ontvangen. Coes. Deze week vervoegde zich by den ■Winkelier v. d. V. ulhier een joviale vreemdeling die iyn naam (natuurlyk een valschen naam •pgut en op zeer amiculen toon zijn kennis kwam maken. Winkelier en vreemdeling waren het al spoedig zoodanig eens dat deze laatste by eerstgenoemde ten eten kwam •n vau hem een gouden horloge kocht dat de winkelier toevallig te koop had. Het geld zou wel terecht komen. K.ort daarop vroeg de nieuwe kennis aan onzen winkelier f iO ter leen, daar hy voorgat deze som te kort te korm n op een koop van goud en zilver die hij bij andere winkeliers in de stad van plan was. De wiukelier gaf de f 10, de vreemdeling wenschte hem zeer hartelijk goeden dagen verdween voor immer. De winkelier, wien reeds meer een dergelijk lot schijnt getrotten te hebben, bleek te zijn opgelicht. De politie zoekt naar den dader. Westkapelle. Door den Gemeente raad alhier is benoemd tot plaatsvervangster by de Telefoon mejufïr. de VosDekker. Te Kruiningen is Woensdagmid dag by een hevig 011 weder een koe van den landbouwer v. 1 waaiden deer den bliksem gedood. (N. v. d. D.) Tiend Beweging. Omtrent de tiend- heffing in de gemeente Vlymen doet het «Noordbrabantsch Dagblad» het volgende verhaal Sedert getuimen tyd men spreekt van af het jaar 1821 heeft de familie D e U uralt uil Utrecht het tiendrecht van den binnenpolder van Vlijmen, d. w. z. zij heeft aanspraak op V» gedeelte van het koren, dat verbouwd wordt op de landerijen, binnen dien polder gelegen. Maandag 24 Juli zou de gewone jaar- lyksche tiendverpachting plaats hebben. De notaris Middelkoop uit Capelle en de jonk- heeran De Muralt waren daartoe aanwezig in het koffiehuis van J. de Leeuw, waar •veneens honderden boeren verzameld waren. Met de verpachting wilde het maar niet Vlotten. Telkens wanneer tot almijning «ou worden overgegaan, hieven de boeren den dreun aan van: «Wij zijn gezworen kameraden,» enz. Oorverdoovend was het leven en het slot was, dat de notaris en de eigenaren der «tiend» onverrichter zake konden aftrekkeu. Geen enkel bod was gedaan, ja toch, een der aanwezigen had de «aardigheid» een pruim tabak te bieden. Er bleef den eigenaren niets over dan zelve de tiend te innendaartoe weid dan ook besloten. Nu echter had men iemand noodig die de neodige aanwijzing doen zou. Daartoe verklaarde zich de heer Hbereid. Dat was den boeren te kras. Dat de Uirechtsche heeren bij hen de tiend zouden komen inhalen, dat ging nog, maar dat zich een inwoner van Vlymen erb e leende, den boer den voet dware te zetten, dat was te veel. Samenscholingen van minder vredelievenden aard waren er het gevolg van. 's Avonds terdrongen zich voor de woning van den keer H. honderden ontevredenen. Vooral Vrydag avond ging het er erg rumoerig toe da glasruiten zelfs moesten het ontgelden. Zondag herhaalde zich het tumulteen Sterke politiemacht had de banden vol om de orde te b6waren. Soms was het gedrang van het puliek zoo groot, dat de maré chaussees onder den voet dreigden te raken dan motst natuurlyk de baan schoonge veegd bij zulke gelegenheden gebeurde ket wel, dat deze of gene in onzachte aan raking kwam met de karabijn der mare- maréchaussee. Een persoon beliep Zondag avond een bloedende hoofdwonde. Maandag, zou met de inning een begin gemaakt worden. Noch in 's Bosch, noch in Vlijmen of omliggende plaatsen had men vervoermid delen kunnen maci tig worden, evenmin als personeel om de behulpzame hand te bieden. Twee boeren hadden den moed zich aan te bieden, doch hur.ne huisvrouwen beletten hen aan den arbeid te gaan. De heeren hadden wagens ontboden an werkvolk van elders aangenomen, en zoo begon men gisterenochtend. Honderden, meest vrouwen en meisjes, evenals personen, die met de heele liend- quaestie niets te maken hebben, volgden het rijtuig, waarin de eigenaars gezeten waren, de beide karren en het escorte maréchaussee, bestaande uit een tiental manschappen. Bij iederen akker ging een oorverdoovend geraas op, vooral wanneer •en boer de courage had den heeren aan t« zeggen, dat zy van zijn land moesten blyven. De heeren intusschen namen nota van de namen der weigerachtigendeze zullen voor den rechter geroepen worden. Toen een der karren volgeladen was en dt voerman met zijn vracht naar Bokhoven wilde vertrekken, werd hem zulks belet. Onmiddellyk echter gelastte de burgemeester den brigadecommandant schoort pad te ■a&kende paarden werden aangezet, een ekarge volgde en de menigte stoof uiteen. De politie behoefde niet eens gebruik harer wapenen te maken. By deze charge geraakten nogal eenigen van de been, terwijl er verschillende in «loeten terechtkwamen. Voor de eigenaren is liet een schadelijke geschiedenis. Menige akker moet bezocht, menige schoof opgeladen worden, eer een kar gevuld is en de uitgaven zyn groot. Gittéreo kodden slechts drie vrachten worden binnengehaald. Sedert Maandag zyn te Oosterhout 86 militairen ingekwartierd, die te Dongen de tiend inhalen. Iederen avond komen zy met geladen karren Oosterhout binnen. Van den kant der boeren is hoegenaamd geen verzet te bespeuren. De Koning en Koningin van Saksen op Marken. Omstreeks negen uur gister-morgen gingen HH. MM. de Koning en de Koningin van Saksen aan boord vau een afgehuurd bootje van de havensioombootdienst, aan boeg en steven versierd met de Nederlandsche vlag. Twee en een halt uur later stoomde het vaartuig het houten haventje binnen van het eiland Marken. 't Stortregende al geruimen tijd, en de verschillende dijkjes en wegjes van het beroemde stukje land in de Zuideizee waren glibberiger dan ooit, daar al die harde zeeklei tusschen de nonchalant neergelegde steentjes aan 'tsmelten was geraakt. Maar waar die straatsteerijes heelemaai niet liggen, was de vaste grorid m moeras veranderd, waardoor men niet heen kon waden zonder vrees z n schoenen in den steek te moeten laten. Terwijl het regenwater bij str ilen uit de grauwe wolken viel, stapte het bejaarde ko ningspaar aao wal, gevolgd door zyn gasten en gevolg, een zevental dames en vijf heeren. Een der adjudanten ging voorop langs het smalle dijkje. De koning volgde, in streng incognito, kalm z'n sigaar rookende, de pantalon hoog opgeslagen, een grys geruite regenjas tot bovenaantoe dichtge knoopt. Moedig stapte hy voort, zonder parapluie. zoodat al spoedig het water droop van zijn klein bruin jagershoedje. Achter Z- M. wandelde de koningin eveneens zonder patapluie, zonder hand- schoener, de blauwkkensche japon flink opgehouden, om geen slik te krygen aan den breeden strook. De andere heeren en dames, allen achter elkander, liepen met de kragen van jassen en mantels in de hoogte, de regenschermen tegen den wind in, een beetje ontstemd kykend om dat onaangename weer op dat vlakke onbeschutte eiland. De Markertjes namen volstrekt geen notitie van de houge gasten. Zij kenden hen niet. Alleen een zwerm van kleine wydbroekige jongens en ook eenige aardige blondlokkige meisjes volgden die dames en heeren, omdat het vreemdelingen waren. De eersten van het rijtje moeten het als altijd ontgelden. Heel oneerbiedig trokken de kinderen den koning aan z'n j iseuaan z'n handen en als Z. M. dan lachte om het buitengewone van 't verschijnsel, dan hielden ze den vorst staande money vra gend, omdat ze eiken vreemden bezoeker voor een Engelschman houden of een .\me rikaan. Die brutaliteit vermaakte den grjjzen koning en telkens weer haalde hij zilver stukjes uit z'n broekszak, om ze den bedelaartjes voor te hou ien, waardoor elk oogenblik een gedrang om hem ontstond. Langs 't dijkje ging 'tnog goed, daar aaide H. M. de nieuwsgierige meiskes nog vriendelijk over de bruine wangen, ol trok ze haar zachtkens aan de lange lokken, om te zien, of die «echt» waven. Maar toen kwam het eerste vlondei tje, dat gladde natte, smalle vlondertje over een kroostig slootje. Daarbij moesten de heeren te hulp komen dat was voor de dames toch wat veel gevergd. Een klem stoetje vormde zich achter het hof, een paar waggelende visschers met hooge hoeden op, een paar blozende vrouwen met haar uitstaande zwarte rok- jes, haar bonten jakjes, haar elegante mul jes. Zij haJden gehoord van den kas telein, die kranten leest, wie wel die hee ren en dames waren, en bewonderend roepen zij elkander heel oaiëve opmerkin gen toe. Op 'teene vlondertje volgde het andere op 't eene dijkje het andere, en overal woei en regende het even hard. overal was het even glibberig. En de vorst en de vorstin lachten, en de andere dames en heeren vonden, rillend van den vochtigen wind, alles even «kolossal interessant» tn ze bewezen hun belangstelling door een druk debat over de vraag, of het water in die kanalen nu «Meerwasser oder Hhehi- wasser» zou zijn. Zoo kwam het gezelschap aan het nauwe weegje, aan het einde waarvan liet be roemd rnodel-huisje van Maar tje Thyssen staat. Maar tje zat een kommetje koffie te drin ken, toen de kuning binnenstapte. «Koin- je reis kijken vroeg ze op den toon van ieunand, die gewend is om te gaan met voorname gasten, die haar niet verstaan en die zy niet verstaat. Z. M. antwoordde met een vriendelijk «Guten morgen,» en zoo stapte hy de pronkkamer binnen. Dal kon Maaitje niet toestaan. «Eerst je voeten vegen, as-je blieft,» zei ze een weinig geprikkeld, en toen de vorst niet reageerde op die aanmerking, trok ze hem zachtjes naar den grooten mat, waar Z. M. wel verplicht was z'n zolen te reinigen. «Nu,» vervolgde Maartje te-reden, «kom d'r nou maar in. O zoo, heb je nog meer volk bij je? Kom maar binnen juffrouwen en meheeren, Maartje heet je welkom.» En H. M. de koningin en de andere dames en heeren vulden langzamerhand het belangrijk vertrek, en ze bewonderden al die eigenaardige zaken, dien vreemden, amieken bouw, waarop het spraakzaam vrouwtje hun opmerkzaam maakte. Alles was zoowat bewonderd, het pronk bed, de mooie blauwe borden, het gat voor den rook, toen de kapitein van 't bootje binnenkwam en Maartje toefluisterde «Da's nou een koningin «Wat zegje me daar?» riep Maartje verbaasd, maar volstrekt niet verlegen uit. «Waarom het Ze me dat niet bekend ge maakt?» En met vloog ze weg, de deur uit en een hofdame achterna. Hartelyk sloeg ze haar op den schouder en heel naïef vroeg ze, terwyl ze beide, knokkelige handen uits;ak:«Ben jy Koningin? mensch, dut had je moeten zeggen». De kapitein maakte Maartje op haar vergissing opmerkzaam. Hij wees haar de vorstin, die vroolijk lachend de gul toege stoken handen aannam. «Maar mensch, waarom zei je dat nou niet?» herhaalde Maartje. «Lk kan 't toch niet an je zien Nou mot je me boeltje nog er is kijken: wat zie je d'r goed uit. Hoe oud ben je wel De koningin begreep de vraag en terwyl 't Markstertje haar steeds voorttrok door baar kamer, antwoordde ze lachend «Sechszig «Zestig, maar koningin, toen zag ik al grijs. Jij het zeker wel een goed leventje.» lachte Maartje schalks. «Gaat nou ereis zitten hier» En ze haalde een hoogen stoel te voorschyn, waarop ze H. M. die 't nu uitschaterde, neerduwde. 't Oudje nam zelf den «zorg» en ze schoof dien bij, totdat ze knie aan knie zat met de vorstin en toen vroeg ze«Waar is je man toch, de koning?» De kaptein wees naar de deur. Daar stond een deftig heer, breed en dik, gekleed in 't zwart, belast met tal van parapluies; een livrei bediende. Daarvan begreep 't vrouwtje niet. «Kom koning, riep ze, kom binnen. Wat blyf je daar staan?» De bediende verroerde zich niet. Dat ging te vèr. Maartje sprong op, verwelkomde den bediende als koning, en trok'm de kamer in, tot schik van den deftigen unan, en heel de hofhouding. De koningin lachte al maar door, toen Maartje den bedie ide neer trok op een stoel, vlak naast haar. Weer kwam de kapitein helpend tusschen beiden. «'t Hindert niets,» zei 't vrouwtje, «m'n huis staat open voor ieder, maar haal den koning dan toch.» Eindelijk kwam Z. M., en ook hij moest opnieuw al het moois van Maartje bekyken. Waar wonen jelui toch eigenlyk vroeg ze, toen het vorstenpaar haar reeds harte lijk had gegroet. «In Sachsen» antwoordde een hafdame. «Bat ken ik niet,» zei Maartje gul. «Da's Duitschland», hielp de kaptein haar voort, en toen wist Mrarije 't, toen vertelde ze van Duitsche schillers en van den Duitschen keizer, maar heel de stoet was reeds verdwenen in een ander huisje, waar dezelfde koddige tooDeeltjes plaats had en Op hun terugtocht fotografeerde H M. drie meisjes in nationaal costuum, eerst van voren, toen van achteren. Daarop vertrokken zy weer per boot, waar H.H. M.M. de lunch gebi uikten. Teleg raaf. Van de Nieuwmarkt te Amsterdam af is Dinsdagavond per handkar in zwaar beschonken toestand in politiebewaring gebracht, een 2!-jarige buitenman, wonende te Ou I -Beierland. Op hem is gevonden ee bedrag van on geveer 12000, welk geld op de Nieuwmarkt gedeeltelijk verspreid lag en door burgers is opgeraapt. Nooit tevreden! De Spaarbank te Lochem heeft soms gulle buien. Zoo bood zij dezer dagen de ge meente volgende bedragen aantot ver nieuwing der bestrating in Tramstraat, Schoolstraatje en Walsteeg f 1380, tot verharding van den Kyksteegweg f 800, tot beplanting van dien weg 1 520. tot voortzet ting der bestrating in de Polsbroek f1248, tot oventueel noodige werkverschaffing in verband niet verdere ontginning der Armoede f 300, zich tevens bereid verklarende om, mocht verbetering van den waterafvoer in de stadsgracht, noodig worden geoordeeld daaitoe subsidie te verleenen. Niettegenstaande de pas ontvangen wel daden, werd in dezelfde gemeenteraadsver gadering, {waarin daarvan bericht weid gegeven, tevens besloten aan de Spaarbank nog te vragen om een nieuwe brandspuit Een bouquet op de tafel der huiskamer geelt iets aangenaams, iels gezelligs aan het vertrek. Om zulk een bouquet 1 ingen tijd goed te houden, wordt aanbevolen grof poeder van houtskool in het water te doen, waardoor men voorkont dut het water een onaangenamen geur gaat verspreiden en dat de bouquet spoedig verwelkt. Door dit eenvoudige middel, dat bjjna niets kost, kan man zeker 8 dagen langer genot van een fraaie bouquet hebben dan wanneer dit middel niet wordt aangewend. Vergiftige voorwerpen van gutta percha. 1. Onschadelijk zijn zwarte gulta-peicha voorwerpen, wanneer zij op water drijven eveneens roode en roodbruine gutta percha artikelen. 2. Alle grij«■kleurige gutta-percha voor werpen kunnen schadelijk worden, vooral wanneer zij, zooals zuigdoppen, langen tyd in aanraking komen met melk en speeksel zy zijn min of meer zinkboudend. 3. Zeer gevaarlyk zyn zwarte gutta percha artikelen, die in water zinkendeze be vallen bod zooals men weet een hoogst gevaarlyk vergift. 4. Dikwyls bevatten de verweD, waarmede gutta-percha voorwerpen bedekt zyn, ver giftige besta nddeelen. Naar aauleiding hiervan valt het volgende van practisehe waarde op te merken Men geve aan kinderen slechts niet geverfde gutta-percha artikelen in de hand of in den mond; die voorwerpen moeten vervaardigd zyn van lichte roode, rood bruine gutta percha of wel van zwarte die op water drijft. Gryze zioklioudende gutta-percha mag niet in handen komen van kinderen. In het algemeen is het raadzaam, dat zwarte guttapercha, die in water zinkt, niet in huishoudingen aanwezig is, waar kleine kinderen zijn. Maandbl. tegen Xerv. Een kleurling, lsaak Jenkens, te Nansemond (N. A.) verdacht van dierenmoord en brandstichting, w jrd door de verwoede buurtgenooten gegrepen en aan een boom opgehangen, terwijl zij eenige schoten op hem losten. Zy lieten het lijk hangen en giugen heendoch stonden niet weinig verbaasd toen i.y den volgenden morgen, toen zij het wilden begraven, het lijk niet meer vonden. Doch eenige dagen later werd een kleurling gesnapt voor het stelen. Het was Jenkins. Hij had boeien aan waarvan de ketting was stuk gebroken. Hy vertelde zijne er varing aan den boom, hoe hij niet dood geweest, hoe het touw gebroken, hij op den grond gevallen, en na ontwaking uil een liclue bezwyming gevlucht was. Zijn nek was tamelijk ontvleeschd en gezwollen, slechts een der kogels had hem echter geraakt en wel lichtelijk aan het hootd. De man werd opgesloten. Te Parijs heelt een ernstig spoor wegongeluk plaats gehad. Een trein van vyfiien wagens vol personen bevond zich jnist in een tunnel, toen door onbekende oorzaak de rem in werking kwam en den trein lot stilstand bracht. Nu werd verzuimd den aankomenden trein te waarschuwen dat de weg versperd was. Hierdoor raakten de twee treinen in botsing. Enkele wagens werden verbrijzeld en 52 reizigers gewond, waaronder zeer ernstig. Van een hunner werden beide beenen verbrijzeld. Het Fransch-Siameesche conflict is geëindigd. Frankryk kreeg in alles zijn zio. Siam koos cle wyste partij, wel wetende dat het met de «grooten slecht kersen eten» is. In de Pers lazen wjj een verslag omtrent een vergadering van den volksraad te Pretorii (Transvaal). Daarin slaat dat een lid heftig uitvoer tegen het hoof i van het Mijnwezen. Na tot de orde geroepen te zijn, werd zijne rede ten slotte onderbroken door een leuke opmerking van den voor zitter van den Volksraad deze zeide «het achtbare lid is kwaad, ik zal maar heen gaan.» En de voorzitter ging heen. Een bezoeker der tentoonstelling te Chicago schrijft over den Blookers ca caomolen in üe Standaard van Grandrapids het volgende Een beetje verder valt ons de Hollandsche cacaomolen in het oog Broker's Original Windmill, gebouwd in Amsterdam in 1806 en in zijn geheel overgebracht naar de gronden. Twee jonge dames, een van wie een Noord Hollandse!) meisje voorstelt, de andere een Zuid Hollandsche schoone, bedie nen het bezoekend publiek met een kopje cacao voor vyf cents. De naam van dezen molen is «de Vriend schap,» en voor den schoorsteenmantel in een der twee vertiekjes die een Hollandsche herberg of calé moeten voorstellen, staat met groote letters geverfd«Langh Leeft de Vrientschap, met welke leus wij vol komen instemmen ln de kamertjes staan flesschen met de cacao nooit gepreserveerd Twee baokjes die waarschijnlijk dienst hebben gedaan als zitbanken in de 17de eeuw, bevatten opschriften in de bovenplank nilgesneden. Het letterkundig talent van den kerver en de smaak van den toenmaligen kastelein late zich 't best beoordeelen uit het opschrift probatum. Op een der bankjes leest men Als de visscher is koud en nat- En de dronkaard vol en zat, Dan heoft de visscher nog wel een lekkere beet, Daar de dronkaard niet af en weet. 1605. Op het andere bankje staat Het mikken zou me niet verdrieten, Mogt ik in een kransje schieten. Wat je mikt en w,.t jo schiet, In mijn kransje raak je niet. 1618. En op een derde bankje leest men de volgende ontboezeming van den kastelyn van 1662 Ik lieb nat in mijn vat, Voor de Vroomen. Die 't vechten haat, Die mag wel komen. Volgens berichten uit Chicago is in de westelijke staten de tarwe-oogst zoo over vloedig, dat de boeren er hunne varkens mede voederen. Den 5deo Juli heelt te Bloemfon tein de plechtige onthulling plaats gehad van een standbeeld van wylen Jan Hendrik Brand, president van den Oranje-Vrijstaat van 186 i tot 1884. Natuurlijke zeep. In de nabijheid van Kaap Buffalo is dezer dagen een bron ontdekt, die zeep bevat. Het water schuimt als «zeepwater» en de zeep (een mengsel van boorzure natron en minerale olie; be. sproeit zou rykelijk het strand dat zij op. gevangen kan worden. Natuurlyk kan hier niet vau zeep, d, i. vetzuur-alkali) in de chemische beteekenis van het woord sprake zyn. (Maandblad tegen Vcrvalschingen.) Een v)eeselijk ongeluk wordt uit Brus sel gemeld. Zondagavond had mevrouw Maks met haar vier kinderen en een dienstbode plaats genomen in een met een paard bespannen phaëton. Het paard schrikte plotseling van de kermisdrukte en ging op holde koetsier werd van den bok geworpen, met het gevulg dat het rij tuig hem over het lichaam ging. Intusschen holde het paard steeds voort, een der wielen van het rijtuig was in de rails van de tram blyven zaten, zoodat het rijtuig kantelde en mevrouw Maks, de kin deren en de dienstbode er uit geworpen werden. Toen men ze opnam, waren me vrouw Maks, een der kinderen en de dienst bode ernstig gzwond evenals twee personen die het hollende dier hadden willen tegen- houJen. De slachtoffers werden naar het hospitaal Saiot-Pierre overgebracht waar men consta teerde, dat de toestand van twee hunner den koetsier en een voorbijganger zonder eenige hoop op herstel is. Het paard had in zijn dollen loop nog twee personen ernstig gewond, zoodat het aanval slacht offers in 't geheel 9 bedraagt. Het gebruik van morphine, Het is thans gebleken dat nu wijlen Guy de Maupassant, krankzinnig is geworden door overmatig ge bruik van morphine. Op de 545 morphine-gebruikers kwamen in Parys 239 geneesheeren voor. Met recht mogen zij de eerste offers hunner eigen uitvinding genoemd worden. Om den leeftyd van hazen te herkennen. Zijnde nagels aan de puoten der hazen, vooral aan de achterpooten, nog zwart, eenigszins spits en scherp, dan heeft men met een éénji.rigen haas te doen. Zyn daar entegen de nagels afgeloopen en aan de achterpooten grauw, dan is het een ouder dier. Ook lette men bij een gescholen haas op de oogen. Zyn die reeds ingevallen, dan is de bras reeds verscheidene dagen dood. Zooals wij reeds mededeelen, heelt de Spaansclie staatsman Ernillo Castelar besloten zich uit het openb re leven terug te trekken. Dit b sluit, zegt het Journ. des Débats zal hun niet verwonderen, die van naby de evolutie in de denkbeelden van den giooten redenaar hebben gevolgd. Hy zelf had de noodzakelijkheid van een terugtrekken reeds lang gevoeld. Hy had zich afgescheiden van de uiterste fractie der republikeinsche partij, de groep van Salmeron, Zorilla, en pi y Margall en nu de Spaansclie monarchie een zekeren liberalen vorm aannam, scheen hem een wyziging van regeeiingsvorm minder urgent. Hij gaf zijn vrienden den raad zich aan te sluiten bij de regeering der regentes. Het Fransche blad wyst er op, dat Castelar's houding zich altyd heeft ge kenmerkt door groote belangeloosheid, nim mer maakte hij gebrnik van min eerlijke middelen. Emilio Castelar heeft een zeer bewogen leven achter zich. Hij begon zijn loopbaan als onderwijzer, maar weldra nam hy deel aan den politieken sti yd. Beurtelings was hij journ dist, algevaardigde, minister, president van de Spaansche republiek en in 1868 werd hij zelfs wegens deelneming aan een opstand ter dood veroordeeld. Het besluit van den heer Castelar doet zien hoe de toestanden in Spanje, tot een ralliement van de republikeinen met de monarchie hebben geleid, evenals die in Frankrijk voer den tot een aansluiting der monarchistische partijen by de republiek. Het waarnemen van kleuren door muziek. Dr. Delstanche had te Parys een patient onder zijne behandeling by wien bepaalde muzikale toonen een kleurenbeeld voor oogen brachten groen werd daarbij het duidelijkst waargenomen. Die kleur ver toonde zich stee< s voor den patient wan neer hij den toon F hoorde. By de hoogere octaven van dezen toon was de kleur leven diger dan wanneer de lagere tonen gehoord werden. Het duidelykst werd de groene kleur voor hem zichtbaar bij het accoord F. A. C. F. In verband hiermede deelt een En- gel°ch blad mede, dat een dame te Londen verzekert, een kleur waar te nernen bij het hooren van den naam van een persoon. Maandbllegen Verv.) Een les van een Heiden. Een schilder uit den ouden tyd werd opgedragen een portret van Alexander den Grooten te schilderen, dat zoo sprekend mogelyk gelyken moest. De schilder zat met die opdracht in groote verlegenheid- Alexander had namelijk aan het voorhoofd een groot en diep litteeken dat van een ontvangen wonde was overge' bleveo. jje kunstenaar dacht bij zich zeiven wat moet ik beginnen Schilder ik het portret met het litteeken dan zijn de bewonderaars des konings beleedigd. Laat ik het litteeken weg, dan gelijkt het portret niet juist. Hij kwam op de gelukkige gedachte om den grooten koning at te beelden met het voorhoofd op de hand geleund, zoodat het litteeken door de hand bedekt was. Hoe menigmaal vergeten wij, elkander zoo voor te stellen en te beoordeelen, dat de hand der liefde de gebreken bedekt Menigmaal kan een Christen van een Heiden nog wat leeren. «Ik kan je niet helpenDe kinder juffer, die in ons gezin dient, dus vertelt iemand in een Duitsch blad, een veertigjarig zeer fatsoenlijk meisje uit Hannover, deelde in de vorige week myne vrouw mede, dat zy c n p .ar dagen op reis moest daar huur

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 2