Gemengde Berichten.
Zoo noodig zullen ook Woensdag 7 Aug.
de vrienden worden bezocht om een groote
•f geringd doch in ieder geval milde by trage
te mogen ontvangen.
Coes. Deze week vervoegde zich by den
■Winkelier v. d. V. ulhier een joviale vreemdeling
die iyn naam (natuurlyk een valschen naam
•pgut en op zeer amiculen toon zijn kennis
kwam maken. Winkelier en vreemdeling
waren het al spoedig zoodanig eens dat
deze laatste by eerstgenoemde ten eten kwam
•n vau hem een gouden horloge kocht dat
de winkelier toevallig te koop had. Het
geld zou wel terecht komen. K.ort daarop
vroeg de nieuwe kennis aan onzen winkelier
f iO ter leen, daar hy voorgat deze som te
kort te korm n op een koop van goud en
zilver die hij bij andere winkeliers in de
stad van plan was.
De wiukelier gaf de f 10, de vreemdeling
wenschte hem zeer hartelijk goeden dagen
verdween voor immer. De winkelier, wien
reeds meer een dergelijk lot schijnt getrotten
te hebben, bleek te zijn opgelicht.
De politie zoekt naar den dader.
Westkapelle. Door den Gemeente
raad alhier is benoemd tot plaatsvervangster
by de Telefoon mejufïr. de VosDekker.
Te Kruiningen is Woensdagmid
dag by een hevig 011 weder een koe van
den landbouwer v. 1 waaiden deer den bliksem
gedood. (N. v. d. D.)
Tiend Beweging. Omtrent de tiend-
heffing in de gemeente Vlymen doet het
«Noordbrabantsch Dagblad» het volgende
verhaal
Sedert getuimen tyd men spreekt van
af het jaar 1821 heeft de familie D e
U uralt uil Utrecht het tiendrecht van
den binnenpolder van Vlijmen, d. w. z. zij
heeft aanspraak op V» gedeelte van het koren,
dat verbouwd wordt op de landerijen, binnen
dien polder gelegen.
Maandag 24 Juli zou de gewone jaar-
lyksche tiendverpachting plaats hebben. De
notaris Middelkoop uit Capelle en de jonk-
heeran De Muralt waren daartoe aanwezig
in het koffiehuis van J. de Leeuw, waar
•veneens honderden boeren verzameld
waren.
Met de verpachting wilde het maar niet
Vlotten. Telkens wanneer tot almijning
«ou worden overgegaan, hieven de boeren
den dreun aan van: «Wij zijn gezworen
kameraden,» enz. Oorverdoovend was het
leven en het slot was, dat de notaris en de
eigenaren der «tiend» onverrichter zake
konden aftrekkeu. Geen enkel bod was
gedaan, ja toch, een der aanwezigen had de
«aardigheid» een pruim tabak te bieden.
Er bleef den eigenaren niets over dan
zelve de tiend te innendaartoe weid dan
ook besloten.
Nu echter had men iemand noodig die
de neodige aanwijzing doen zou. Daartoe
verklaarde zich de heer Hbereid. Dat
was den boeren te kras. Dat de Uirechtsche
heeren bij hen de tiend zouden komen inhalen,
dat ging nog, maar dat zich een inwoner
van Vlymen erb e leende, den boer den voet
dware te zetten, dat was te veel.
Samenscholingen van minder vredelievenden
aard waren er het gevolg van. 's Avonds
terdrongen zich voor de woning van den
keer H. honderden ontevredenen. Vooral
Vrydag avond ging het er erg rumoerig toe
da glasruiten zelfs moesten het ontgelden.
Zondag herhaalde zich het tumulteen
Sterke politiemacht had de banden vol om
de orde te b6waren. Soms was het gedrang
van het puliek zoo groot, dat de maré
chaussees onder den voet dreigden te raken
dan motst natuurlyk de baan schoonge
veegd bij zulke gelegenheden gebeurde
ket wel, dat deze of gene in onzachte aan
raking kwam met de karabijn der mare-
maréchaussee. Een persoon beliep Zondag
avond een bloedende hoofdwonde.
Maandag, zou met de inning een begin
gemaakt worden.
Noch in 's Bosch, noch in Vlijmen of
omliggende plaatsen had men vervoermid
delen kunnen maci tig worden, evenmin als
personeel om de behulpzame hand te bieden.
Twee boeren hadden den moed zich aan te
bieden, doch hur.ne huisvrouwen beletten
hen aan den arbeid te gaan.
De heeren hadden wagens ontboden an
werkvolk van elders aangenomen, en zoo
begon men gisterenochtend.
Honderden, meest vrouwen en meisjes,
evenals personen, die met de heele liend-
quaestie niets te maken hebben, volgden
het rijtuig, waarin de eigenaars gezeten
waren, de beide karren en het escorte
maréchaussee, bestaande uit een tiental
manschappen. Bij iederen akker ging een
oorverdoovend geraas op, vooral wanneer
•en boer de courage had den heeren aan
t« zeggen, dat zy van zijn land moesten
blyven. De heeren intusschen namen nota
van de namen der weigerachtigendeze
zullen voor den rechter geroepen worden.
Toen een der karren volgeladen was en
dt voerman met zijn vracht naar Bokhoven
wilde vertrekken, werd hem zulks belet.
Onmiddellyk echter gelastte de burgemeester
den brigadecommandant schoort pad te
■a&kende paarden werden aangezet, een
ekarge volgde en de menigte stoof uiteen.
De politie behoefde niet eens gebruik harer
wapenen te maken.
By deze charge geraakten nogal eenigen
van de been, terwijl er verschillende in
«loeten terechtkwamen.
Voor de eigenaren is liet een schadelijke
geschiedenis. Menige akker moet bezocht,
menige schoof opgeladen worden, eer een
kar gevuld is en de uitgaven zyn groot.
Gittéreo kodden slechts drie vrachten worden
binnengehaald.
Sedert Maandag zyn te Oosterhout 86
militairen ingekwartierd, die te Dongen de
tiend inhalen. Iederen avond komen zy met
geladen karren Oosterhout binnen. Van den
kant der boeren is hoegenaamd geen verzet
te bespeuren.
De Koning en Koningin van Saksen
op Marken.
Omstreeks negen uur gister-morgen gingen
HH. MM. de Koning en de Koningin van
Saksen aan boord vau een afgehuurd bootje
van de havensioombootdienst, aan boeg en
steven versierd met de Nederlandsche vlag.
Twee en een halt uur later stoomde het
vaartuig het houten haventje binnen van
het eiland Marken.
't Stortregende al geruimen tijd, en de
verschillende dijkjes en wegjes van het
beroemde stukje land in de Zuideizee waren
glibberiger dan ooit, daar al die harde
zeeklei tusschen de nonchalant neergelegde
steentjes aan 'tsmelten was geraakt. Maar
waar die straatsteerijes heelemaai niet liggen,
was de vaste grorid m moeras veranderd,
waardoor men niet heen kon waden zonder
vrees z n schoenen in den steek te moeten
laten.
Terwijl het regenwater bij str ilen uit de
grauwe wolken viel, stapte het bejaarde ko
ningspaar aao wal, gevolgd door zyn gasten
en gevolg, een zevental dames en vijf heeren.
Een der adjudanten ging voorop langs
het smalle dijkje. De koning volgde, in
streng incognito, kalm z'n sigaar rookende,
de pantalon hoog opgeslagen, een grys
geruite regenjas tot bovenaantoe dichtge
knoopt. Moedig stapte hy voort, zonder
parapluie. zoodat al spoedig het water
droop van zijn klein bruin jagershoedje.
Achter Z- M. wandelde de koningin
eveneens zonder patapluie, zonder hand-
schoener, de blauwkkensche japon flink
opgehouden, om geen slik te krygen aan
den breeden strook.
De andere heeren en dames, allen achter
elkander, liepen met de kragen van jassen
en mantels in de hoogte, de regenschermen
tegen den wind in, een beetje ontstemd
kykend om dat onaangename weer op dat
vlakke onbeschutte eiland.
De Markertjes namen volstrekt geen
notitie van de houge gasten. Zij kenden
hen niet. Alleen een zwerm van kleine
wydbroekige jongens en ook eenige aardige
blondlokkige meisjes volgden die dames
en heeren, omdat het vreemdelingen waren.
De eersten van het rijtje moeten het als
altijd ontgelden. Heel oneerbiedig trokken
de kinderen den koning aan z'n j iseuaan
z'n handen en als Z. M. dan lachte om
het buitengewone van 't verschijnsel, dan
hielden ze den vorst staande money vra
gend, omdat ze eiken vreemden bezoeker
voor een Engelschman houden of een .\me
rikaan.
Die brutaliteit vermaakte den grjjzen
koning en telkens weer haalde hij zilver
stukjes uit z'n broekszak, om ze den
bedelaartjes voor te hou ien, waardoor elk
oogenblik een gedrang om hem ontstond.
Langs 't dijkje ging 'tnog goed, daar
aaide H. M. de nieuwsgierige meiskes nog
vriendelijk over de bruine wangen, ol trok
ze haar zachtkens aan de lange lokken,
om te zien, of die «echt» waven. Maar
toen kwam het eerste vlondei tje, dat gladde
natte, smalle vlondertje over een kroostig
slootje. Daarbij moesten de heeren te hulp
komen dat was voor de dames toch wat
veel gevergd.
Een klem stoetje vormde zich achter
het hof, een paar waggelende visschers
met hooge hoeden op, een paar blozende
vrouwen met haar uitstaande zwarte rok-
jes, haar bonten jakjes, haar elegante
mul jes. Zij haJden gehoord van den kas
telein, die kranten leest, wie wel die hee
ren en dames waren, en bewonderend
roepen zij elkander heel oaiëve opmerkin
gen toe.
Op 'teene vlondertje volgde het andere
op 't eene dijkje het andere, en overal
woei en regende het even hard. overal was
het even glibberig. En de vorst en de
vorstin lachten, en de andere dames en
heeren vonden, rillend van den vochtigen
wind, alles even «kolossal interessant» tn
ze bewezen hun belangstelling door een
druk debat over de vraag, of het water in
die kanalen nu «Meerwasser oder Hhehi-
wasser» zou zijn.
Zoo kwam het gezelschap aan het nauwe
weegje, aan het einde waarvan liet be
roemd rnodel-huisje van Maar tje Thyssen
staat.
Maar tje zat een kommetje koffie te drin
ken, toen de kuning binnenstapte. «Koin-
je reis kijken vroeg ze op den toon van
ieunand, die gewend is om te gaan met
voorname gasten, die haar niet verstaan
en die zy niet verstaat.
Z. M. antwoordde met een vriendelijk
«Guten morgen,» en zoo stapte hy de
pronkkamer binnen.
Dal kon Maaitje niet toestaan.
«Eerst je voeten vegen, as-je blieft,»
zei ze een weinig geprikkeld, en toen de
vorst niet reageerde op die aanmerking,
trok ze hem zachtjes naar den grooten mat,
waar Z. M. wel verplicht was z'n zolen te
reinigen.
«Nu,» vervolgde Maartje te-reden, «kom
d'r nou maar in. O zoo, heb je nog meer
volk bij je? Kom maar binnen juffrouwen
en meheeren, Maartje heet je welkom.»
En H. M. de koningin en de andere
dames en heeren vulden langzamerhand het
belangrijk vertrek, en ze bewonderden al
die eigenaardige zaken, dien vreemden,
amieken bouw, waarop het spraakzaam
vrouwtje hun opmerkzaam maakte.
Alles was zoowat bewonderd, het pronk
bed, de mooie blauwe borden, het gat voor
den rook, toen de kapitein van 't bootje
binnenkwam en Maartje toefluisterde «Da's
nou een koningin
«Wat zegje me daar?» riep Maartje
verbaasd, maar volstrekt niet verlegen uit.
«Waarom het Ze me dat niet bekend ge
maakt?» En met vloog ze weg, de deur uit
en een hofdame achterna.
Hartelyk sloeg ze haar op den schouder
en heel naïef vroeg ze, terwyl ze beide,
knokkelige handen uits;ak:«Ben jy Koningin?
mensch, dut had je moeten zeggen».
De kapitein maakte Maartje op haar
vergissing opmerkzaam. Hij wees haar de
vorstin, die vroolijk lachend de gul toege
stoken handen aannam. «Maar mensch,
waarom zei je dat nou niet?» herhaalde
Maartje. «Lk kan 't toch niet an je zien
Nou mot je me boeltje nog er is kijken:
wat zie je d'r goed uit. Hoe oud ben
je wel
De koningin begreep de vraag en terwyl
't Markstertje haar steeds voorttrok door
baar kamer, antwoordde ze lachend
«Sechszig
«Zestig, maar koningin, toen zag ik al
grijs. Jij het zeker wel een goed leventje.»
lachte Maartje schalks.
«Gaat nou ereis zitten hier» En ze
haalde een hoogen stoel te voorschyn,
waarop ze H. M. die 't nu uitschaterde,
neerduwde.
't Oudje nam zelf den «zorg» en ze schoof
dien bij, totdat ze knie aan knie zat met
de vorstin en toen vroeg ze«Waar is je
man toch, de koning?»
De kaptein wees naar de deur.
Daar stond een deftig heer, breed en dik,
gekleed in 't zwart, belast met tal van
parapluies; een livrei bediende.
Daarvan begreep 't vrouwtje niet.
«Kom koning, riep ze, kom binnen. Wat
blyf je daar staan?»
De bediende verroerde zich niet.
Dat ging te vèr.
Maartje sprong op, verwelkomde den
bediende als koning, en trok'm de kamer
in, tot schik van den deftigen unan, en heel
de hofhouding.
De koningin lachte al maar door, toen
Maartje den bedie ide neer trok op een stoel,
vlak naast haar.
Weer kwam de kapitein helpend tusschen
beiden.
«'t Hindert niets,» zei 't vrouwtje, «m'n
huis staat open voor ieder, maar haal den
koning dan toch.»
Eindelijk kwam Z. M., en ook hij moest
opnieuw al het moois van Maartje bekyken.
Waar wonen jelui toch eigenlyk vroeg
ze, toen het vorstenpaar haar reeds harte
lijk had gegroet.
«In Sachsen» antwoordde een hafdame.
«Bat ken ik niet,» zei Maartje gul.
«Da's Duitschland», hielp de kaptein haar
voort, en toen wist Mrarije 't, toen vertelde
ze van Duitsche schillers en van den
Duitschen keizer, maar heel de stoet was
reeds verdwenen in een ander huisje, waar
dezelfde koddige tooDeeltjes plaats had en
Op hun terugtocht fotografeerde H M.
drie meisjes in nationaal costuum, eerst van
voren, toen van achteren. Daarop vertrokken
zy weer per boot, waar H.H. M.M. de lunch
gebi uikten. Teleg raaf.
Van de Nieuwmarkt te Amsterdam
af is Dinsdagavond per handkar in zwaar
beschonken toestand in politiebewaring
gebracht, een 2!-jarige buitenman, wonende
te Ou I -Beierland.
Op hem is gevonden ee bedrag van on
geveer 12000, welk geld op de Nieuwmarkt
gedeeltelijk verspreid lag en door burgers is
opgeraapt.
Nooit tevreden!
De Spaarbank te Lochem heeft soms gulle
buien. Zoo bood zij dezer dagen de ge
meente volgende bedragen aantot ver
nieuwing der bestrating in Tramstraat,
Schoolstraatje en Walsteeg f 1380, tot
verharding van den Kyksteegweg f 800, tot
beplanting van dien weg 1 520. tot voortzet
ting der bestrating in de Polsbroek f1248,
tot oventueel noodige werkverschaffing in
verband niet verdere ontginning der Armoede
f 300, zich tevens bereid verklarende om,
mocht verbetering van den waterafvoer in
de stadsgracht, noodig worden geoordeeld
daaitoe subsidie te verleenen.
Niettegenstaande de pas ontvangen wel
daden, werd in dezelfde gemeenteraadsver
gadering, {waarin daarvan bericht weid
gegeven, tevens besloten aan de Spaarbank
nog te vragen om een nieuwe brandspuit
Een bouquet op de tafel der huiskamer
geelt iets aangenaams, iels gezelligs aan het
vertrek. Om zulk een bouquet 1 ingen tijd
goed te houden, wordt aanbevolen grof
poeder van houtskool in het water te doen,
waardoor men voorkont dut het water een
onaangenamen geur gaat verspreiden en
dat de bouquet spoedig verwelkt. Door dit
eenvoudige middel, dat bjjna niets kost, kan
man zeker 8 dagen langer genot van een
fraaie bouquet hebben dan wanneer dit
middel niet wordt aangewend.
Vergiftige voorwerpen van gutta
percha.
1. Onschadelijk zijn zwarte gulta-peicha
voorwerpen, wanneer zij op water drijven
eveneens roode en roodbruine gutta percha
artikelen.
2. Alle grij«■kleurige gutta-percha voor
werpen kunnen schadelijk worden, vooral
wanneer zij, zooals zuigdoppen, langen
tyd in aanraking komen met melk en speeksel
zy zijn min of meer zinkboudend.
3. Zeer gevaarlyk zyn zwarte gutta percha
artikelen, die in water zinkendeze be
vallen bod zooals men weet een hoogst
gevaarlyk vergift.
4. Dikwyls bevatten de verweD, waarmede
gutta-percha voorwerpen bedekt zyn, ver
giftige besta nddeelen.
Naar aauleiding hiervan valt het volgende
van practisehe waarde op te merken Men
geve aan kinderen slechts niet geverfde
gutta-percha artikelen in de hand of in den
mond; die voorwerpen moeten vervaardigd
zyn van lichte roode, rood bruine gutta
percha of wel van zwarte die op water
drijft. Gryze zioklioudende gutta-percha
mag niet in handen komen van kinderen.
In het algemeen is het raadzaam, dat
zwarte guttapercha, die in water zinkt,
niet in huishoudingen aanwezig is, waar
kleine kinderen zijn.
Maandbl. tegen Xerv.
Een kleurling, lsaak Jenkens, te
Nansemond (N. A.) verdacht van
dierenmoord en brandstichting, w jrd door
de verwoede buurtgenooten gegrepen en
aan een boom opgehangen, terwijl zij eenige
schoten op hem losten. Zy lieten het lijk
hangen en giugen heendoch stonden
niet weinig verbaasd toen i.y den volgenden
morgen, toen zij het wilden begraven, het
lijk niet meer vonden.
Doch eenige dagen later werd een kleurling
gesnapt voor het stelen. Het was Jenkins.
Hij had boeien aan waarvan de ketting
was stuk gebroken. Hy vertelde zijne er
varing aan den boom, hoe hij niet dood
geweest, hoe het touw gebroken, hij op
den grond gevallen, en na ontwaking uil
een liclue bezwyming gevlucht was. Zijn
nek was tamelijk ontvleeschd en gezwollen,
slechts een der kogels had hem echter
geraakt en wel lichtelijk aan het hootd.
De man werd opgesloten.
Te Parijs heelt een ernstig spoor
wegongeluk plaats gehad. Een trein van
vyfiien wagens vol personen bevond zich
jnist in een tunnel, toen door onbekende
oorzaak de rem in werking kwam en den
trein lot stilstand bracht.
Nu werd verzuimd den aankomenden
trein te waarschuwen dat de weg versperd
was. Hierdoor raakten de twee treinen in
botsing. Enkele wagens werden verbrijzeld
en 52 reizigers gewond, waaronder zeer
ernstig. Van een hunner werden beide
beenen verbrijzeld.
Het Fransch-Siameesche conflict is
geëindigd. Frankryk kreeg in alles zijn zio.
Siam koos cle wyste partij, wel wetende
dat het met de «grooten slecht kersen
eten» is.
In de Pers lazen wjj een verslag
omtrent een vergadering van den volksraad
te Pretorii (Transvaal). Daarin slaat dat
een lid heftig uitvoer tegen het hoof i van het
Mijnwezen. Na tot de orde geroepen te zijn,
werd zijne rede ten slotte onderbroken
door een leuke opmerking van den voor
zitter van den Volksraad deze zeide «het
achtbare lid is kwaad, ik zal maar heen
gaan.»
En de voorzitter ging heen.
Een bezoeker der tentoonstelling te
Chicago schrijft over den Blookers ca
caomolen in üe Standaard van Grandrapids
het volgende
Een beetje verder valt ons de Hollandsche
cacaomolen in het oog Broker's Original
Windmill, gebouwd in Amsterdam in 1806
en in zijn geheel overgebracht naar de
gronden. Twee jonge dames, een van wie
een Noord Hollandse!) meisje voorstelt, de
andere een Zuid Hollandsche schoone, bedie
nen het bezoekend publiek met een kopje
cacao voor vyf cents.
De naam van dezen molen is «de Vriend
schap,» en voor den schoorsteenmantel in
een der twee vertiekjes die een Hollandsche
herberg of calé moeten voorstellen, staat
met groote letters geverfd«Langh Leeft
de Vrientschap, met welke leus wij vol
komen instemmen ln de kamertjes staan
flesschen met de cacao nooit gepreserveerd
Twee baokjes die waarschijnlijk dienst
hebben gedaan als zitbanken in de 17de
eeuw, bevatten opschriften in de bovenplank
nilgesneden. Het letterkundig talent van den
kerver en de smaak van den toenmaligen
kastelein late zich 't best beoordeelen uit
het opschrift probatum.
Op een der bankjes leest men
Als de visscher is koud en nat-
En de dronkaard vol en zat,
Dan heoft de visscher nog wel een lekkere
beet,
Daar de dronkaard niet af en weet. 1605.
Op het andere bankje staat
Het mikken zou me niet verdrieten,
Mogt ik in een kransje schieten.
Wat je mikt en w,.t jo schiet,
In mijn kransje raak je niet. 1618.
En op een derde bankje leest men de
volgende ontboezeming van den kastelyn
van 1662
Ik lieb nat in mijn vat,
Voor de Vroomen.
Die 't vechten haat,
Die mag wel komen.
Volgens berichten uit Chicago is in
de westelijke staten de tarwe-oogst zoo over
vloedig, dat de boeren er hunne varkens
mede voederen.
Den 5deo Juli heelt te Bloemfon
tein de plechtige onthulling plaats gehad
van een standbeeld van wylen Jan Hendrik
Brand, president van den Oranje-Vrijstaat van
186 i tot 1884.
Natuurlijke zeep. In de nabijheid
van Kaap Buffalo is dezer dagen een bron
ontdekt, die zeep bevat. Het water schuimt
als «zeepwater» en de zeep (een mengsel
van boorzure natron en minerale olie; be.
sproeit zou rykelijk het strand dat zij op.
gevangen kan worden. Natuurlyk kan hier
niet vau zeep, d, i. vetzuur-alkali) in de
chemische beteekenis van het woord sprake
zyn. (Maandblad tegen Vcrvalschingen.)
Een v)eeselijk ongeluk wordt uit Brus
sel gemeld. Zondagavond had mevrouw
Maks met haar vier kinderen en een
dienstbode plaats genomen in een met
een paard bespannen phaëton. Het paard
schrikte plotseling van de kermisdrukte en
ging op holde koetsier werd van den
bok geworpen, met het gevulg dat het rij
tuig hem over het lichaam ging.
Intusschen holde het paard steeds voort,
een der wielen van het rijtuig was in de
rails van de tram blyven zaten, zoodat het
rijtuig kantelde en mevrouw Maks, de kin
deren en de dienstbode er uit geworpen
werden. Toen men ze opnam, waren me
vrouw Maks, een der kinderen en de dienst
bode ernstig gzwond evenals twee personen
die het hollende dier hadden willen tegen-
houJen.
De slachtoffers werden naar het hospitaal
Saiot-Pierre overgebracht waar men consta
teerde, dat de toestand van twee hunner
den koetsier en een voorbijganger
zonder eenige hoop op herstel is. Het paard
had in zijn dollen loop nog twee personen
ernstig gewond, zoodat het aanval slacht
offers in 't geheel 9 bedraagt.
Het gebruik van morphine, Het is thans
gebleken dat nu wijlen Guy de Maupassant,
krankzinnig is geworden door overmatig ge
bruik van morphine.
Op de 545 morphine-gebruikers kwamen
in Parys 239 geneesheeren voor. Met recht
mogen zij de eerste offers hunner eigen
uitvinding genoemd worden.
Om den leeftyd van hazen te herkennen.
Zijnde nagels aan de puoten der hazen,
vooral aan de achterpooten, nog zwart,
eenigszins spits en scherp, dan heeft men
met een éénji.rigen haas te doen. Zyn daar
entegen de nagels afgeloopen en aan de
achterpooten grauw, dan is het een ouder
dier. Ook lette men bij een gescholen haas
op de oogen. Zyn die reeds ingevallen,
dan is de bras reeds verscheidene dagen
dood.
Zooals wij reeds mededeelen, heelt de
Spaansclie staatsman Ernillo Castelar besloten
zich uit het openb re leven terug te trekken.
Dit b sluit, zegt het Journ. des Débats zal
hun niet verwonderen, die van naby de
evolutie in de denkbeelden van den giooten
redenaar hebben gevolgd. Hy zelf had de
noodzakelijkheid van een terugtrekken reeds
lang gevoeld. Hy had zich afgescheiden van
de uiterste fractie der republikeinsche partij,
de groep van Salmeron, Zorilla, en pi y
Margall en nu de Spaansclie monarchie een
zekeren liberalen vorm aannam, scheen hem
een wyziging van regeeiingsvorm minder
urgent. Hij gaf zijn vrienden den raad
zich aan te sluiten bij de regeering der
regentes. Het Fransche blad wyst er op,
dat Castelar's houding zich altyd heeft ge
kenmerkt door groote belangeloosheid, nim
mer maakte hij gebrnik van min eerlijke
middelen. Emilio Castelar heeft een zeer
bewogen leven achter zich. Hij begon zijn
loopbaan als onderwijzer, maar weldra nam
hy deel aan den politieken sti yd. Beurtelings
was hij journ dist, algevaardigde, minister,
president van de Spaansche republiek en
in 1868 werd hij zelfs wegens deelneming
aan een opstand ter dood veroordeeld. Het
besluit van den heer Castelar doet zien hoe
de toestanden in Spanje, tot een ralliement
van de republikeinen met de monarchie
hebben geleid, evenals die in Frankrijk voer
den tot een aansluiting der monarchistische
partijen by de republiek.
Het waarnemen van kleuren door
muziek. Dr. Delstanche had te Parys een
patient onder zijne behandeling by wien
bepaalde muzikale toonen een kleurenbeeld
voor oogen brachten groen werd daarbij
het duidelijkst waargenomen. Die kleur ver
toonde zich stee< s voor den patient wan
neer hij den toon F hoorde. By de hoogere
octaven van dezen toon was de kleur leven
diger dan wanneer de lagere tonen gehoord
werden. Het duidelykst werd de groene kleur
voor hem zichtbaar bij het accoord F. A.
C. F. In verband hiermede deelt een En-
gel°ch blad mede, dat een dame te Londen
verzekert, een kleur waar te nernen bij het
hooren van den naam van een persoon.
Maandbllegen Verv.)
Een les van een Heiden.
Een schilder uit den ouden tyd werd
opgedragen een portret van Alexander den
Grooten te schilderen, dat zoo sprekend
mogelyk gelyken moest.
De schilder zat met die opdracht in groote
verlegenheid- Alexander had namelijk aan
het voorhoofd een groot en diep litteeken
dat van een ontvangen wonde was overge'
bleveo.
jje kunstenaar dacht bij zich zeiven wat
moet ik beginnen Schilder ik het portret
met het litteeken dan zijn de bewonderaars
des konings beleedigd. Laat ik het litteeken
weg, dan gelijkt het portret niet juist.
Hij kwam op de gelukkige gedachte om
den grooten koning at te beelden met het
voorhoofd op de hand geleund, zoodat het
litteeken door de hand bedekt was.
Hoe menigmaal vergeten wij, elkander
zoo voor te stellen en te beoordeelen, dat
de hand der liefde de gebreken bedekt
Menigmaal kan een Christen van een Heiden
nog wat leeren.
«Ik kan je niet helpenDe kinder
juffer, die in ons gezin dient, dus vertelt
iemand in een Duitsch blad, een veertigjarig
zeer fatsoenlijk meisje uit Hannover, deelde
in de vorige week myne vrouw mede, dat
zy c n p .ar dagen op reis moest daar huur