1893. No. 100. Zaterdag 27 Mei. Zevende jaargang. VEKSCH IJ XT F. P. 1THU1J. te Middelburg. PRIJS PER ADVËRTEXT1EX IJK. Onze Dienstboden. De Stiereukeuriiigeu E élken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prjj? per drie maanden franco p. p. 0.95. Enkele nummers0.U2'. UITGAVE VAN G. M. KLEM KEKK. te Goes EN van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regel? 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Cortgene 30 Mei Wissekerke 31 Mei en 1 Juni Colijnsplaat, ook voor Cats, 2 en 4 Jurii Stuveaisse, 5 Juni en 6 Juni voormiddags. Niemand zal ontkennen dat de tegen woordige maatschappij in het revolutionaire spoor loopt, en dat het een zware taak is haar op de rechte paden terug te voeren. Het is eisch en roeping van elk christen, daartoe de behulpzame hand te bieden. Gelijk de di-cipelen naden Pinksterdag bij Jeruzalem moesten beginnen met de prediking des evangelies: en het oordeel van het huis Gods het eerst uitgaan zal, zoo komt ook tot de christelijke huisvaders in de eerste plaats de uitnoodiging in zoo menig opzicht, om zichzelf te herzier. en de hervorming der maatschappij in christelijk historischen zin te helpen mogelijk maken. Allengs toch zyn vele en grove misbruiken ook op het gebied der huiselijke samenleving ingeslopen. De betrekking van man tot vrouw, van ouders tot kinderen, van heeren tot knechts; en van huismoeders tot dienstboden beant woordt meuigmaal niet aan het antirevo lutionair ook in uw huisgezin. En toch zal men de maatschappij in betere sporen leiden, dan is eens voor al noodig dat het huisgezin naar den eisch van Gods Woord zij ingericht, en er een gezonde regeling zij der verhoudingen in de beperkte organismen waaruit de burgeistaat wordt gebouwd. De pers en de moderne prediking hebben in het huisgezin ontzettende verwoestingen aangericht. Hun invloed heeft zich ook in onze christelijke kringen op onrustbarende wijze doen gelden. Onze dienstboden zijn onze huisgenooten, leden van het gezin. Ilun komt mede een plaats toe aan den disch, in deu gezelligen kring. Uit hun eigen familiekring gerukt of vrijwillig daar uitgetreden, rekenen zij en hunne betrekkingen er op dat zij in onze woning vergoed zullen zien wat zij thuis achterlieten, of vinden zullen wat een minder gelukkige lotsbedeeling hun daar onthield. Dat de arbeid een stuk koopwaai is, is eeu der hatelijkste leugens welke ooit verzonnen zijn om de Ka'inietiscbe beschou wing omtrent de verhouding tot onze dienst boden goed te praten. Het komt dan ook niet te pas de dienst boden te drillen van den morgen tot den avond en haar elk genoegen te ontzeggen, enkel om maar veel van haren handenarbeid te kunnen profiteeien. Ok zij hebben eene rechtspositie, Gods Woord sluit hen niet alleen in binnen den kring des huisgezins, men leze hieromtrent de wetten van Mozes slechts na, maar vermaant oo!; de christelijke heeren en vrouwen den dienstbaren recht en gclyk te doen, wetende dat ook zy een Heer hebben in de hemelen. Tot dit «recht en gelijk» behooren in de eerste plaats een vriendelijke behandeling, een welwillende beoordeeling, een geduldige leiding een goed voorbeeld en een om gang die vertrouwen wekt. Om vertrouwen te wekken moet men natuurlijk beginnen met zelf vertrouwen te stellen. Hoeveel ontbreekt nog in de practyk aan de vervulling dezer allereenvoudigste ver plichting jegens de kinderen uit het volk. Hoe weinige zijnde christelijke gezinnen, waar deze verhouding jegens de dienstboden recht begrepen en betracht wordt, door man en vrouw legelyn. Van hoe menigen kring hoort menmet den baas kaD ik goed omgaan, maar met de vrouw niet. De juffrouw is altyd vrien delijk jegens mij, maar mijnheer merkt mij nauwelijks op. Dij mevrouw kan ik nooit iets goed doen, doch de overige huisgenooten behandelen mij beter. Op ilit gebied wordt zoo zelden één lijn getrokken; zoodat wat de man of de vrouw goed doet, door den omgang van de vrouw of deu man weer bedorven wordt. Vooral de huismoeders hebben te beseffen dat er een wederzyd«che verplichting bestaat. Ia de meid verplicht de zaken harer mevrouw als de hare te behartigen, deze heeft wederkeerig te beseffen dat op haar de taak rust om de dienstbode tot toekomstige huis moeder te vormen. Vee! geduld en zachtmoedigheid zijn daarbij noodig en de gedurige bewustheid van eigen onwaardigheid tegenover het geduld en de lankmoedigheid waarmee onze God onze zonden en tekortkomingen bejegent. Hoe menige dienstbode heeft terecht reden tot klagen over humeur en karakter van baar by wis zy dient; voor hoe menigeen wordt de gunst om te mogen doen als Hij die niet gekomen was o.m «gediend te worden maar om te dienen» tot een hard juk der dienstbaarheid verlaagd. Hoe weinige dames in onzen snel levenden tijd doen ook nog aan de opvoeding hunner dienstbaren. Zij weien hen wel te berispen wanneer zij een kopje breken, maar laten na hen te bestraffen wanneer zij den naam des Heeren misbruiken. Zoo wordt stilzwij gend de idee gevestigd dat Gods naam minder waaid is dan een theekopje. Een standje kan er op zitten, wanneer het eten een weinig aanbrandde, terwyl zelfs geen zuur gezicht getoond wordt, wanneer het kerk- gaan en andere godsdienstplichten verzuimd worden. H 'e zelden worden de dienstbo len door hen on lerhouden over hunne verschillende karaktergebreken, en waar het nog geschiedt, is het daar vaak niet meer uit eigenbelang dan uit eerbied voor Gods wet; niet meer omdat hun gedrag in ons nadeel is, dan wel omdat het hare ziel schade doet. Niet zelden worden ook verschillende za ken aan dienstboden opgedragen, die niet tot hunne bevoegdheid behoorenworden eigen plichten van den hals geschoven om er hen mede te belaften. Denk bijv. aan de opvoeding der kinderm. In menig gezin van den rijke wordt het kind byna van de geboorte af tot aan de schooljaren uit de huiskamer geweerd, en door de ondergeschikten opgevoed. Mijnheer heeft het te druk en mevrouw moet te dikwijls uit om zich met de zorg der kinderen te bemoeien; bovendien de kindermeiden zijn daarvoor. In het andere uiterste vervallen zij die, om welke rederi dan ook, de taak der dienstbode overnemen en bijv. voor haar uitgaan waar thuisblijven, en thuisblijven waar uitgaan noodig zou geweest zijn. Er is veel toe noodig om de rechte vei- houding te kennen en te betrachten. In kleine plaatsen en in het algemeen op het platteland is in dezen weinig stof tot klagen. Daar heerscht een goede verstandhouding en is de wederzydsche belangstelling gunsti ger dan in de stedeQ. Doch ook daar zijn nog enkele dingen in acht te nemen. De dienstboden behoo ren aan onzen disch, vooral met het oog op de huiselijke godsdienstoefeningen, het lezen van Gods Woord na het eten en het ge zamenlijk danken voor Gods zegeningen. In den winter zorge men dat de keuken of dienstbodenplaats behoorlijk verlicht of verwarmd zy. Daarzy een gestadig toezicht op de lectuur; een goede zorg voor de inrichting der slaapplaats. Alles worde ver meden wat de zaden der ontucht in het hart zou kunnen doen ontkiemen. Zonder stijf of stug te zijn behoort jegens de vrouwelijke dienstboden door de huisvaders die vertrouwelijkheid uit den toon geweeid te bly ven, welke den prikkel der z >ndegaande zou maken. Onverantwoordelijk laaghartig is hij, die eens anders kind, dat onderzijn dak werd toevertrouwd, verleidt of misbiuik maakt van zijn gezag of hare onkunde. Er zij behoorlijk toezicht datdeplaatsen der verleiding worden gemeden, dat de dienstboden 's avonds niet te laat thuis komen en hun ledigen tyd goed gebruiken. Vooral breke men met de verkeerde ge woonte om de dienstbode of de dochter des huizes des nachts te doen «verkeeren» in een afzonderlijk deel van het huis. Dit ge bruik bevordert de onzedelijkheid. En ook in onze streken, in christeiyke kringen is het bedroevend op te merken hoezeer het aantal te vroege en noodzakelijke huwelijken toe neemt grootendeels toe te schrijven aan de algemeene openstelling der gelegenheid die den dief maakt. Men moedige de dienstboden aan om tot de jongedochtersvereeniging in de plaats harer inwoning toe te treden. Dergely ke jongedocliters- vereenigi ngcn wer ken in den regel in stilte, doch zyn van onschatbaar nutmen doet wel met ze krach tig te steunen. Men oefent daar elkander in nuttige hand werken en in betooning van barmhartigheid tege'ijk. Want armenzorg en zending worden in deze huiselijke samenkomsten gedacht. Waar het onzen dienstbaren zooaangenaam mogelyk gemaakt wordt in onze woning, opdat zy zich by ons te huis gevoelen en bij ons blijven, daar zijn wy met hen in de oud-hollandsch ge: eforrneerde lijn. Doch ook zij hebben gaarne een avond vry dien zij dan in de vereeniging kunnen doorbrengen. In de steden waar Tehuizen voor dienstboden zyn, zorge men dat als zij willen uitgaan, zij althans niet naar ver heden plaatsen gaan, maar in de Tehuizen tegengil tegen de verleiding vinden. Waar het den vrouwen aan de gelegen heid ontbreekt om hit haar zelf te leeren, daar kunnen zy bevorderen dat naaiwinkel of kookschool worde bezocht om bedrevenheid te verkrijgen in al wat hun in huone be trekking of later als huismoeder dienstig kan zijn. Over de loonen hoort men weinig klachten. Trouwens het is in het belang der gezinnen dat goede dienstboden goed betaald worden. Al meer beginnen de goede dienstboden uit de kleinere naar de grootere steden; en van het platteland naar de stad zich te verplaatsen. Doch voor één ding schijnt nog niet te zijn gezorgd. Wij bedoelen de pensioneering Dienstboden, die ongehuwd blijven, hebben recht op pensioen. Ook zy toch gaven een deel van hun leven en niet het slechtste in dienst van anderen. Dit deel werd door hen bij ons gesleten. Het behoort dus te worden vergoed, opdat de dienstbode een gerust en onbezorgd leven bereid worde als zij niet moer dienen kan. Haar pensioen moet gezamenlijk betaald worden door hen by wie zij diende. Daartoe zou het goed zijn dal haar eer, soort doorgangsbiljet werd verleend, waarop by het vei laten van haar dienst door haar baas of mevrouw wordt aangeteekend het aantal harer dienstjaren te hunnent. Zulk een biljet zou ook de aanieekeningen kunnen bevatten omtrent haar gedrag. Zij heefl d .ard or hare «getuigen» steeds bij zich. Overigeus hebben ouze dienstboden hij al hun recht op een christelijke behandeling, tevens den plicht, naar eisch van Gods Woord, om eerlijk en Douw te dienen, en met gewilligheid niet alleen den zaehten maar ook den harden meester. M->rren tegen omstandigheden waarin men geplaatst is; dreigen met verlaten van dienst in drukken tijdachterklap en zoovele zonden, waarvoor zij door den aard dei- dienstbaarheid vatbaar zijn, mogen verre blijvei ran onze dienstboden. M.tar ook alle hoogheid des harten en die trotsehe bejegening welke men bij de aristocratie veel minder dan bij de parvenuen, bij de rijk geborenen minder dan by de rijk gewordenen aantreft, zy uit de huis gezinnen geweerd. Langs den wet van ijverige betrachting van het Woord Gods ook op dit gebied, is ook hier zegsn te verwachten, voor het geztn rechtstreeks, en indirect voor de maatschappij, die uit de huisgezinnen ge bouwd wunlt. 26 Mei 1893. In de vergadering van ingelanden ran liet Waterschap 's Heer Arendskerke op Woensdag jl is de rekening over 1892/3 vastgesteld* in ontvang op f2847.05; in un gaat op f 2602.17 alzoo met een goed sic t van f 244 88. De bagrooting voor 1893/4 is vastgesteld in ontvang en uitgaaf op f2554,955. Het dijkgeschot is evenals 't vorige jaar bepaald op f 150 per hectare. Tot gezworen is herbenoem t met 47 van de 51 uitgebrachte stemmen dhr. Domus Vermet. St. Maartensdijk. Woensdag werd alhier door ingelanden van het vrije watei schap «St Maartensdijk» de gewone j.iarlijkselie vergadering gehouden. Aangenomen wer I een voorste! "trekkende om het aantal Hectaren noodig om stemgerechtigd inge- lande te zijn van liet waterschap en de vier polders te brengen van 8 op 6 Hec taren; terwijl een voorstel, oin het aantal stemmen door één ingelande uittebrengen in evenredigheid te doen zijn aan het aantal H. A-, dat een ingelande bezit, tot een maximum van 5 stemmen, met meerderheid van stemmen weid verworpen. Eeu verzoek van den molenaar C. Zeedyk om den zandweg van af zijn molen tot aan den beslaanden grintweg, door een grintweg te vervangen werd insgelijks verworpen. Adressant had aangeboden f 200 tm dat doel renteloos te veistrekken. Het dykgeschot werd voor het dienstjaar 1893/94 vastgesteld als volgt: polder Pudeland f 7,15 Middelland f 4,40, Noord f7,65; Uiterst Nieuwland f4.40; Ravensoord f 3,90. Groote en kleine Lande- kens f2,30; SI tbbecnorne 120,05. Molen 112Pluimpot f 2,30 Colijnsplaat. Woensdag vergaderden alhier de ingelanden van den polder «Oud- Noord Beveland De rekening van den ont vanger griffier over het jongste boekjaar bedroeg aan ontvangst f 28,519.74', uitgaaf f 26.218,78®, goed slot f 2300,96. De begroo- j ting over 1893/94 werd vastgesteld in ontvang en uitgaaf op f27,676,15®. Ook de Nieuw Noord Develand polder vergaderde dien dag, Daar bleken de ont- I vangsten te bedragen 110,368,55'en uitga ven 19.851.25 zoodat er een goed slot was van f517.30'. De begrooting werd vastge steld in ontvang en uitgaaf op f 28,686, wa ironder begrepen is een dijksverbetering, raming f 20000. Op de voordracht ter be noeming vun een gezworen (attreding de heer I. M. Verhulst) werden geplaatst de lib. I. M. Verhulst, P. Tazelaar en G. Is rael Gz. - Daar de liberale candidaten in Gouda, v. Hattum, Lans en Vallette, ziel) terugge trokken hebben, is besloten geen candidaat te stellen. Da kleinste helft der kies ver eeniging echter had gestemd op den rooms- schen candidaat, den conservatief protestant Bastert. Door de reehtbank te Middelburg is tot lid van den raad van beroep in Zeeland inzake de vermogensbelasting benoemd de heer mr. A. P. Snouek Hurgronje en tot plaatsvervangend lid de heer mr. C. Lucasse. By beschikking van den minister van financiën zijn bij de administratie der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, met ingang van 1 Juni a. s. tijdelijk verplaatst de aspirant-verificateurs J. Schipper van Vlissingen (haven) naar Hoek van Holland en M J. F. Bos van Rotterdam tiaar Vlissingen (havenj. Aan den schoenin iker G. E. Bollen van het 4e bataljon 3e regiment infanterie te Vlissingen werd gisteren de bronzen medaille voor twaalf jaren trouwen dienst uitgereikt De Mei aflevering van Excelsiorgeïl lustreerd tijdschrift voor Neerlands lorige- lingschap en Volk (uilgever Hövekereri Zn.) bevat ouder meer Een pinksterstof n. a. v. de woorden: «Mijn ziele dorst»; een tref fend waar verhaal, getiteld: Een bekenle. niseenige keurige opmerkingen i» betrek king tot tact: en een beschrijving van het in plan Nicaragua kanaal. Het heelt destijds aan betuigingen van verwondering niet ontbiokeri dat onder de circulaire tot opwekking der keuringen, de naam der Afdeeling Zierikzee niet voorkwam. Doch «goed voorbeeld doetgoed volgen» en de uitvoerige rapporten door de Zierik- zeesclie Nieuwsbode over de keuringen in alle andere deelen onzer provincie ter alge meene kennis gebracht waren te krachtig om langer daaraan weerstand tekunnen bieden, zoodat een voorstel door dhr. J. M. Klompe op de jongste Afdeelingsverga lering gedaan om te Zierikzee dat voorbeeld te volgen, reeds een zoo goed voorbereiden grond vond dat het onmiddellijk werd aangenomen. Door «ie leden der Afd. Zeeland van het Nel. Rundveestamboek gesteund, moest die Tentoonstelling wel een goed figuur maken en dit deeii zij werkelijk in uilen deele. Om de flinke prijzen in 4 categorieën verdeeld kampten 24 stieren t. w. 15 arige Nederlandse!) ras. 5 tweejarige 1 driejarige 3 tweejarige Engelsch gekruist ras. Bekroond werden van de één jarige No. 9. Cornelius VI van Cent van Scheiven Brouwershaven metden eersten prijs. No. 15. Sultan van Jan de Rijke Sirjansland met den tweeden prijs terwijl door 3 Stieren, namelijk no, 7 «Mondragon» van P. Ce- rardts te Zierikzee. No. 24 Napoleon van A. Pompoe- ne te Dreischor, No. 16 «Napoleon» van H. v. d. Bout te Dreischor die alle in het N. R. St. werden ingeschreven, cene eervolle vermelding ruimschoots werd verdiend. Van de tweejarige werd toegekend aan No 4 «Jonge Johan» van de Stie- renvereeniging te Ouwerkerk de eerste prijs; No. 3 «Don Juan» dhr. Groene- veld de kater te Noordgouwe, de tweede prijs, De driejarige «Julius» No. 1 van P. van der Bijl te Zonnemaire, was wel zonder concurrentie, doch verdiende den eersten prijs ten volle. Van de gekruiste Engelsche verkreeg de roodbonte gespikkelde No. 22 «Jan» van Jacob Hoogeboom te Kerkwerve den eersten prijs en No. 21 «Joseph» grijsgespikkelde van Job van der Have te Ouwerkerk den tweeden prjjs. Zeer te betreuren is het, dat de tijd zoo kort waste kort om eeu volledig rapport van alle bekroonde dieren op te kunnen maken, gezwegen nog om de niet bekroonde

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1