van der 1893. No. 91. Donderdag 4 Mei. Zevende jaargang. V E R S V 111.1 X T PRIJS DER AR VERTEXTIEN G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. ÏFHUIJ, te Middelburg. FAILLISSEMENTEN. Schetsen over Middelburg. UITGAVE VAN ei.kun MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cea Prjjs per drie maanden franco p. p. f 0.95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere reg 0.02f. meer 10 cent. Bij dit nommer behoort een bijvoegsej. Ifgjp- Voor de verkiezing van een lid der Provinciale Staten in het kiesdistrict Middelburg op» Vrijdag a. s. wordt door ons met aandrang aanbevolen de heer te Vlissingen. tiet ontwerp regelende de faillissementen, reeds door de vorige regeering ingediend, en feitelijk door de tegenwoordige overgenomen, is dezer dagen door de tweeds kamer aan genomen en wacht op aanneming door de eerste kamer en op een wet bepalende het tijdstip van uitvoering. Het nieuwe ontwerp is eene variatie op het oude, doch waarin de mazen wat meer zijn toegehaald. Dat herziening der oude wet noodzakelijk was, mag wel een ongunstig teeken des tijds genoemd worden. Het aantal taillisse menten nam toch van jaar tot jaar toe, en het aantal geteekenden vermenigvuldigde, van welke men beweren dorst, dat zij zich verrijkt hadden ten koste hunner schuld eischers. Bedroeg het aantal faillissementen in 1875 nog geen 400in 1890 overschreed het reeds de 900, en met ieder jaar viel een droevige klimming boven het cjjfer van het voorgaande vast te stellen. Ook het aantal verklaringen in staat van kenneljjk onvermogen is met ieder jaar toenemende. In 1876 waren er 8 in 1889 had men er 28. Aan herziening en verscherping der be staande wet bleek dus groote behoefte. Want wel zijn er vele gevallen dat de koopman door den drang der omstaudigheden failleeren moeimaar niet zelden zijn ook slordigheid en onkunde, weelde en roeke loosheid meer nog dan tegenslag de factoren die tot het bankroet medewerken. De herziening is nu met groote meerder heid goedgekeurd. Eene herziening te dieper ingrijpend, naarmate beseft werd, hoe diep een wet als deze ingrijpt in het maatschap pelijk leven. Kon vroeger slechts een koopman failliet gaan, thans kan ook een particulier failliet verklaard worden. Een bepaling noodig geworden door de slechte practijken van nlet-kooplieden die hunne schulden niet «m«raaaup-r ,-i r*■«-—. ->* FEUILLETON. ONS BINNENHOF. XXXI. Graaf van der Marck liet door zijne Wa tergeuzen op 1 April 1572 de poort van den Briel open rammelenen brachtalzoode vrijheid met geweld binnen die kleine stad aan de Maas. De Vlissingers openden de poort voor de Spaansciie bezetting en zeiden mogen we u verzoeken, daar is de deur. Vlissingens burgerij koos dus zelve de vrij heid. De bezetting door de Vlissingers uit hunne stad verjaagd, zocht en vond een toe vluchtsoord in Middelburg. En de positie van Middelburg werd critiek. Het was niet meer als in '66 toen velen van Wet en Raad de Geuzen genegen waren of althans oogluikend toelieten. Er was nu geen Haek en geen van der Meersch, geen Roilema, en geen honderden volgelingen der Nieuwe Religie. De kleine gemeente was verstrooid, de vredelievende Roilema was vervangen door een dweepziek Spanjool; Anthonie van Bour- gonje, die Rammekens had versterkt tegen den aanval van Haek in '67 was bewiad- hebber over Zeeland, resideerde te Middel burg, en Bisschop de Castro dorst nu een hoogen toon aanslaan. Wet en Raad waren zijne knechten. Middelburg was Spaansch. En toch. w^aarnheid? Sr°°te werk™amheid en Waarom de poorten vroeger groten en later geopend, en de wachten verdubbeld na het overgaan van Vlissingen Waarom niet voldaan aan het besluit om de schutterijen den eed te doen hernieuwen Was het niet omdat men de stad niet van vreemde smetten vrij achtte? Zoo dom waren de Spanjaarden niet, dat ze niet inzagen de overgroote waarde van Walcheren voor het behoud des lands. En betalen of door speculeeren zich en hun gezin te gronde richten maar eene bepaling tevens, die de deur opent voor grievende onbillijkheden. Immers ook de ambtenaar, in moeilijkheid geraakt doordat de uitbetaling van zijn traetement op zich wachten laat, of de landbouwer dien misgewas of andere on voorziene ramp in het nauw bracht, kan nu door een hem ongenegen schuldeischer tot een faillissement gedrongen worden gesteld tenminste dat de rechter het met hem eens iswant van diens toestemming hangt de failliet verklaring af. Een tweede wijziging is, dat de rechtbank voortaan, zoo het een belangrijke failliete boedel is, eene commissie van 3 leden of minder, enkel uit de schuldeischers benoemen kan, om raad en inlichting te geven aan de curatoren bijv. omtrent het al of niet noodige om te procedeeren, of omtrent de wenschelijklieid orn te treden in de aanbie ding van een aceöord. Voortaan zal er maar één verificatie-vergadering gehouden worden. Een ander voordeel der nieuwe wet is thans dat het faillissement geëindigd is a's het aangeboden accoord door de rechtbank is gehomologeerd, of de slot-uitdeeling aan de crediteuren heeft plaats gehad. Bepaald werd tevens dat de schuldeischers na het verhinderd worden der slotuitdeeling*)ijst voor het restant hunner vorderingen de goederen van den gefailleerde mogen aan slaan, hetzelfde wat vroeger plaats had bij insolvent-verklaring. Doch insolvent-verkla- ring (het niet-aannemen van het accoord) bestaat niet meer. Voortaan zullen ook faillissements-registers worden aangelegd, waarvan ieder kosteloos ter griffie van de rechtbank inzage mag nemen, voor hij er toe overgaat om crediet te verleenen aan onbekenden. Worden er geen contanten of geldswaardig te maken voorwerpen in den boedel aan getroffen dan wordt het failiisement opge heven. Duchtig verscherpt zijn de bepalingen waarbij voorzien wordt tegen het vervreemden van goederen des schuldenaars uit diens boedel. Wat de failliete persoon tijdens het fail lissement verkrijgt, zal met uitzondering van wat tot eigen levensonderhoud of door eigen persoonlijken arbeid binnen kwam, aan den hoedel vervallen. De nieuwe wet handhaaft ook de rehabi litatie, dat is de eerherstelling, of zoo men het geen schande achtte failliet te gaan de mogelijkl eid om in alle opzichten de gevolgen van het faillissement ongedaan te maken. Eveneens handhaaft z(j de surséance van betaling, dat is de schorsing of uitstel voor Vlissingen moge de sleutel zijn, Middelburg was de binnenkamer, 't Is te schoon een bloeme voor zulke guiten, zeiden de Span jaarden met het oog op de Geuzen, die na tuurlijk Middelburg wel begeerden. Dat de Geuzen waarlijk Middelburg be geerden bleek al spoedig. Twee honderd vijitig soldaten en honderd boeren kwamen in den nacht van 26 op 27 April de Noorddampoort bestoken en in brand steken. Dat was de eerste aanval die al spoedig met goed grvolg afgeslagen werd. De Spaansche bezetting verdreef de belegeraars die vijf dooden verloren. In Vlissingen waren hulptroepen uit Brielle gekomen, deze namen Veere voor den Prins in. En alzoo was Zeeburg of Rzmmekens het eenige steunpunt voor de Spanjaarden in Walcheren om Middelburg te behouden. Op 6 Mei kwamen 1300 welgewapende mannen, door Alva gezonden, om Walcheren te ontzetten te Vrouwepolder aan. Zij ge raakten bij Arnemuiden slaags met een Geuzenbende en overwonnen ze. Arnemuiden werd van Geuzen gezuiverd. Het jaar 1572 verliep verder met allerlei schermutselingen. Nu eens, het was in Juni, werd een aanval beproefd op het slot te West-Souburg, waar zich Vlissingsche bezetting gelegerd had. De Spanjaarden wonnen het slot, maar de Vlissingers openden eene nieuw gebouwde zeesluis, en daar zat de overwinnaar zegepralend, maar te midden van eene onafzienbare watervlakte. Dan weder gaat een deel der bezetting van Middelburg beproeven Geuzen-hulptroe pen, die zich in de duinen bij Zoulelaride verschanst hadden, te overvallen, maar zij komen met de kous op den kop te huis. Men stelle zich het beleg van Middelburg, althans in het eeiste anderh rif jaar niet voor als het beleg van eene stad in onze dagen. Van Straatsburg of Metz of Parijs b- v. Rondom eene belegerde stad in onzen kooplieden die op het oogenblik moeilijk zitten en kans zien later alles af te lossen. Een groote verbetering is dat de schuld eischer die bijv. f 100 te eischen heeft en slechtsf30 ontving, zijn recht op de overige f 70 na afloop van het faillissement ten allen tijde behoudt. In ieder geval is het voordeel der nieuwe wet hierin gelegen dat zij den eerlijken schuldenaar beschermt legen willekeur en wreedheid, en den oneerlijken zijne ondeu gende pt actijken onmogelijk inaaktook al moet toegegeven dat zij er nog veel te gemakkelijk afkomen. Een voordeel dat wij echter niet wenschen te overschatten. Rechtsgeleerden als Levy en Lucasse beproefden tevergeefs om het gerechtelijk accoord te behouden, waarbij twee derden der schuldeischers, zoo zij in een aangeboden accoord bewilligden, de overigen konden noodzaken hen te volgen. Dit had wel den oneerliiken een uitkomstje bezorgd, doch het had ook den ongelukkigen hulp geboden. Maar ook bij de strengste wetten zouden de oneerlijke schuldenaars er in ons land nog goed afkomen. In het Romeirische rijk was het regel dat ieder schuldenaar, ook zeits bij tijdelijke schuld (surséance) een. schandemuts droeg. Deze was zwart van kleur, had een spits oploopenden vorm en sloot nauwkeurig om het hoofd. In Spanje droegen nalatige schuldenaars een ijzeren halsband, in Lucca een Oranje muts. Bij verzuim van dragen had ieder zijner schuldeischers het recht hem in de gevangenis te doen zetten. In Frankrijk hechtte de rechter den gefailleerde een rood schandelint op de borst, welk teeken hij moest dragen tot zijne schulden betaald waren. Vrage hoeveel ijzeren halsbanden, hoeveel oranjemutsenhoeveel rooue linten op de borst zou men thans wel kunnen tellen in de straten onzer groote en kleine steden, wanneer het nakroost der om hunne solidi teit geroemde Hollanders eens op dergelijke wjjze werd geteekend Of zoo de oude Romeinsche wet der Twaalf Tafelen eens op hen werd toegepast, waar zou men de ketenen moeten vandaan halen oin hen te boeien, en de kerkers om hen levenslang er in te werpen Twee millioen Zondagschoolonderwijzeis en onderwijzeressen geven aan 18 millioen kinderen onderwijs. tls een respectabel cijfer. Maar hoe klein bij liet cijfer van hen die nooit gehoord hebben van de levensbe schouwing door de Zondagsschool verbreid! En hoe klein is dit cijfer, gerekend bij de tijd wordt als 't ware een cordon getrokken Zoodanige stad wordt geïsoleerd van de naaste omgeving. Alzoo Middelburg niet. Middelburg werd plat getreden door krijgsvolk, en dat krijgsvolk niet behoorlijk van leeftocht en geld voorzien liep Walcheren af, stelende en brandschattende, af en toe een vijandelijke troep of troepje uit Vlissingen of Veere ontmoetende, en dan slaags rakende, nu eens met winst dan met verlies. Uiterlijk was er in de stad geen verschd met de gewone levenswijze te zien, dan de meerdere soldaten, het vroeg sluiten en laat openen der poorten, en het geheel en al stilstaan van handel en nijverheid. Droevig zijn de klachten van de stads- regeeringover delevenswijze der krijgsbenden, in haar midden. Nood en overmoed zoo schrijft de stadsoverheid op 2 October aan den hertog van Alva zijn grootelij ks vermeerderd en worden dagelijks erger, zoodat het haast geiaan zal wezen, en't land geheel ontbloot zal zijn van beesten en menschen. En na veertien dagen schreef de overheid op nieuw: de stad is in jammerlijken staat en grooten nood, door 't verloopen van den t(jd, die verteert en niet bijbrengt, alsook en principaallijk door de onsprekelijke destructie, geweld, rooverije, brandstichtinge van de Spaansche en Waalsche soldaten, die, in plaats van assistentie, daartoe zij gezonden zijn, allen het kwaad doen dat openbare vijanden ook Turken zijnde, zouden mogen doen, zijnde daarvoor het platte land geheel desolaat, zonder eenige menschelijke leeftocht, tot simple alimentacie vaD den landman, 't zij van koeien, kalveren, varkens of diergelijke, 't welk alles te zamen door de soldaten na genoeg verkwist is, in voegen dat er alsnu van negen of tienhonderd landlieden, die tot obidiëncie van Z. K. M. gekomen waren en 't pardon genooten hadden, geen tweehonderd zouden te vinden zjjn, zooveel behouden hebbende, dat ze er den noodzakeljjken kost vele kinderen die in onze eigen omgeving opgroeien als kennende, op geestelijk terrein hun rechter- uit hun linkerhand niet Het aantal Christelijke scholen in Zeeland staat met éene te vermeerderen, en wel op het gehucht Spui, gemeente Axel. Het is ons een genoegen dit te kunnen mededeelen, want wij gejooven nog steeds, en meer nog d-an vroeger, toen de nooden der maatschappij niet zoo openbaar werden, dat de christelijke school een sterke vesting is tegen de roode Internationale, die met of zonder geweld hare eischen doet hooren voor het stoffelijk leven alleen. Christelijke school, christelijke kerk en christelijke pers behooren als een duizend voudige telefoon altijd en overal te wijzen op hetgeen niet stoffelijk is. De tentoonstelling te Chicago is door den president der Vereenigde Staten met gebed en een korte toespraak, waar Dij een schare van driehonderdduizend mannen en vrou wen tegenwoordig was, geopend. Daarna drukte Cleveland op een knop, waardoor alle machines in beweging gebracht werden. Meer dan 300 correspondenten van buiten- landsche bladen woonden de plechtigheid bij. Toen allen naar de voor hen bestende estrade stormden, om van daar de rede van den president op te teekenen, ontstond eene ophooping, gevolgd do^r eene scher mutseling met de politie, die ten slotte drie verslaggevers inrekende. Als alle tentoonstellingen was ook deze bij de opening nog lang niet voltooid. Hiertoe werken in den regel tal Tan onschuldige omstandigheden mede; doch hier was het voornamelijk wegens weigering der spoor wegambtenaren om de pakkisten uit de goederenwagens te halen, tenzij z(j eerst omgekocht werden, en daaraan wilden de Engelsche, Duitsche en Hollandsche koop lieden, die dit ook in hun eigen land niet gewoon zijn, niet meedoen. Zonder omkoopen krijgt men in Amerika weinig gedaan. Een Hollander laat zich nog eens met een fooitje de handen stoppen een douane, een spoorwegbeambte in Ame rika vraagt een tienmaal grootere som, en dan niet als fooi, maar als steekpenning. Hij rekent op zijn «bribe-». Reeds hoort men van eeht-Amerikaansche diefstallen of pogingen tot diefstal. Om geld le maken, trachtte men Zater dagavond de asch van Columbus te stelen, welke asch in een kleine urn bewaard wordt in het klooster van Jaeksonpark. De urn was zorgvuldig besloten in een kistje van kristal en goud, en gaf aanleiding tot een bloedig gevecht tusschen den portier en den zouden mogen bij rapen en hun lichaam bij dage en bij nachte tegen de kou mogen bedekken. Alles tot inestimable prejudice van Z. M. en uiterste bederf des eilands, dat zonder landvolk, ook in vredestijd, niet behouden kan blijven. Tendeerende al 't zelve tot geheele verderfenis ook hunner stad van Middelberg, die zonder land niets is, en der poorleis en ingezetenen, dien, mitsgaders de geestelijkheid, meest al het land binnen Wal cheren toebehoort waarvan zij leven moeien. Staande denzelven ingezetenen nog te verwachten de grootste en ondragelijkste overmoed en rooverij, die men nu over den landman ziet geschieden, want als er niet meer te lande te stelen en te rooven zal zijn, zoo zal ontwijfelbaar de burger moeten aanstaan, gelijk de soldaten niet in 't hei melijke, maar in 't openbaar dagelijks roepen, dat zij al te zamen binnen de stad zullen komen en die berooven, verlatende de andere plaatsen tot bewaringe van welke z(j tegen woordig leggen, als Arnemuyden, dat Z. M. zoo groot geld gekost heeft om te fortefi- eeren, West-Souburg, Westhoven en Zeeburg. De brief eindigt met de bede om 't suecoers zoo lang beloofd en verwacht, te willen doen accelereeren. En Alva wilde niets liever. Doordrongen van het gewicht van Walcheren, wilde hij wel de uiterste krachtsinspanning wagen, om Middelburg vaa leeftocht en krijgstoerusting te voorzien. Maar hjj kon niet. Walcheren was een eiland, en kon alzoo alleen ter zee bereikt worden. Vlissingen en Veere waren in's vjjands handen. Zeeburg en Arnemuden werden steeds door de WatergeuZ'. n bewaakt. Geen rivier zoo onheilig voor de Spanjaarden als de Schelde. In de Abdij en enkele andere kleosters weid voor het welvaren en de verlossing der stad gebeden, en met het hoopvolle uitzicht op de daarvan te wachten gevolgen ging men het jaar 1573 in.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1