„DE ZEEUW",
BIJVOEGSEL
Kerk, School en Zending.
behoorende bjj
van Donderdag 20 April 1893.
Vergadering van den Middelburgschen Ge
meenteraad van Wsensd ig 19 April 1893.
Afwezig de heeren van Voorst Vader, van
Hoek en A. P. Snouck Hurgronje.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en zonder aanmerking vastgesteld,
waarna de voorzitter mededeeling doet van
het inkomen van verschillende missiven van
Gedeputeerde Staten, houdende goedkeuring
van vroeger genomen raadsbesluiten, waar
onder ook, de goedkeuring der gemeente-
begrooting voor 1893.
Wordt overgegaan tot de uitloting van
aandeelen in de verschillende geldleeningen
der gemeente. Van de geconverteerde schuld
ad 5 pCt. worden uitgeloot 7 aandeelen ad
1500, zijnde de nummers 51, 130, 139,
236, 275 gespl. 300 en 454 gespl.van de
leening van 1876 ad 4Vs pCt. 1 aandeel ad
11000, zijnde no. 8van de leening van
1889, ad 3% pCt. 4 aandeelen ad t lOOO,
zijnde de nummers 26, 38, 51 en 75van
de leeningj van 1891 ad 3V2 pCt. 3 aan
deelen ad f1000, zijnde de nummers 23,
229 en 238.
Vervolgens is aan de orde de benoeming
der commissie bedoeld in artikel 6 der ver
ordening op de invordering de,r plaatselijke
directe belasting op de inkomsten, waarvoor
oudergewoonte door B. en W. voor 3 leden
en 3 leden plaatsvervangers zes leden van
den Raad werden aanbevolen.
De heer Snijders verzoekt zijne mede
leden hunne stem niet op hem uit te
brengen. Hij zou zich de keuze ditmaal
niet laten welgevallen, dewijl de verorde
ning voorschrijft dat de commissie moet
bestaan uit ingezetenen.
De voorz. merkt den heer Snijders op
dat de voorgestelde heeren geen vreemde
lingen, maar wel degelijk ingezetenen zijn.
De heer de Stoppelaar brengt in het
midden dat uit de in den laatsten tijd ter
zake inkomstenbelasting gevoerde eorrespon
tie met den minister en Ged. Staten dui'
delijk genoeg blykt, dat èn Z E. en dat
collegie de samenstelling der commissie
wenschen toevertrouwd te zien aan inge
zetenen, niet raadsleden. Zij gronden hun
wensch op de onpartijdigheid van dusdanig
gekozenen.
Ook de heer J. J. van der Harst verklaart
bezwaar te hebben tegen een eventueele
herbenoeming.
Wordt overgegaan tot stemming, waarvan
de uitslag was als volgtTot leden werden
gekozen lo. de heer J. H. Doorenbos met
9 stemmen, twee stemmen waren uitge
bracht op ieder der hh. J. J. van der Harst
Azn. en Henri Tak2o, de heer J. C. Fre-
deriks met 8 stemmen, de heere.i J. H.
Snijders, M. Gernler en J. P. N. Ermerins ver
kregen respectievelijk 3, 2 en 1 stem 3o.
de heer J. P. kokker met 9 stemmen bij
herstemming, zijnde bij de eerste stemming
uitgebracht 5 stemmen op den heer J. P.
Fokker, 3 stemmen op den heer A. van
der Swalme en 1 stem op ieder der heeren
II. A. Boogaert, J. P. de Waal, F. Bourdrez,
L. W. Doek heer, dr. J. C. Bolle en M.
Gernler; terwijl bij de herstemming ten
deel vielen 2 stemmen jaan ieder der heeren
J. P. de Waal en A. van [der Svaime
en 1 stem aan den heer H. A. Boo
gaert. Tot leden plaatsvervangers wer
den gekozenlo. de heer H. Boogaert met
9 stemmen bij herstemming, bij de eerste
stemming verkregen de heer H. A. Boogaert
6 stemmen, de heer A. P. Snouck Hurgron
je 3 stemmen, de heeren W. D. Luteijn, F.
Bourdrez, M. Gernler. J. P. de Waal en
S. Boasson ieder 1 stem, terwijl bij de
herstemming werden uitgebracht 3 stemmen
op den heer S. Boasson, 2 op den heer
A. P. Snouck Hurgronje 2o. de heer J.
Borsius met 9 stemmen bij tweede vrije
stemming, brj de eerste stemming verkregen
de heer J. Borsius 6 en de heeren S. Boasson
J. P. de Waal, M. Gernler en de Stoppelaar
ieder 2 stemmen, terwijl bij de tweede
stemming werden uitgebracht 2 stemmen
op ieder der heeren S. Boasson en de
Stoppelaar en 1 stem op den heer M. Gern
ler 3o. de heer F. Bourdrez met 7 stemmen,
de heer D. Jeras verkreeg 4dhr. S. Boasson
2 stemmen, terwijl een blanco briefje in de
bus gevonden werd.
Nadat de lieer F. G. Sprenger de zaal
verlaten had, komt in behandeling de re
kening der schutterij over 1892, in ontvang
en uitgaaf tot een bedrag van f 3295,71V2
Zonder discussie of stemming wo.dt die
rekening goedgekeurd, van welken uitslag
de Voorzitter aan den heer Sprenger bij zijn
weder binnentreden kennis geeft.
Alsnu komt ter tafel een voorstel van
B. en W. tot behoud van den driejarigen
cursus op de burgeravondschool en tot
stichting van een gebouw daarvoor op het
erf van het perceel der gemeente in de
Wagenaarstraat.
Dat voorstel luidt
«Nadat door U was besloten om op het
voormalige Oostkerkplein uitsluitend de scho
len II en I voor lager onderwijl te stichten
en daaiaan geene lokalen voor de burgers
avondschool te verbinden, richtten wij reed
den 19 Augustus jl. tot U een schijven
houdende voorstel tot aankoop van de Tee-
kenakadernie en verbouwing hiervan op zoo
danige wijze dat de burgeravondschool dan
zou bevatten 7 leerlokalen, 2 ieekenzalen
en eene directeurekamer.;)
Dat voorstel werd door ons ter onderzoek
gezonden aan de commissie voor fabricage.
Vóór echter deze commissie hare taak had
kunnen voleindigen, ontvingen wij van de
commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs het verzoek om dat voorstel
voorshands niet bij U aanhangig te maken,
omdat zij omtrent het bekomen van een
geschikt gebouw ten dienste der burger
avondschool nader hare zienswijze zou willen
mededeelen.
Intusschen ontvingen wij van Gedeputeerde
Staten hun schrijven vonden 30September
j.L, waarin zij aan het slot er onze aandacht
op vestigden dat de aanhef van art. 3 der
verordening betreflende de burgeravondscho
len, luidende: «de cursus duurt drie jaren,»
niet in overeenstemming schijnt met het
slot van art. 14 der wet op het middelbaar
onderwijs, waarin is bepaald dat het onder
wijs der burgeravondschool over een twee
jarigen cursus is verdeeld.»
Uit een financieel oegpunt seheen ons
die wenk niet onwelkom. Zij gaf ons aan
leiding te overwegen of het niet raadzaam
zijn zoude gebruik te maken van de uit
drukkelijke bevoegdheid in het eerste lid
van art. 14 der wet op het middelbaar
onderwjjs verleend, om de burgeravondschool
aan eene openbare lagere school te verbin
den, dan wel om een deel van het onder
wijs in te lijven bij het herhalingsoaderwijs.»
Dit laatste scheen ons niet alleen geoorloofd
maar ook doenlijk zonder het peil van het
onderwijs, dat de jongens der burgeravond
school thans genieten, te doen dalen, wat
wij in geen geval zouden willen waar
art. 17 der wet tot regeling van het lager
onderwijs zegt. dat het herhalingsonderwijs
zich kan uitstrekken tot een der vakken
vermeld in art. 2 onder lf, al zijn die
vakken niet begrepen geweest in het genoten
gewoon schoolonderwijs. Paedagogisch kwam
het or.s voor zelfs gewenscht te zijn het
onderwjjs in alle vakken (behalve teekenen)
in de tegenwoordige eerste klasse der bur
geravondschool aan een der lagere scholen
des avonds te doen geven, omdat de jongens,
die de burgeravondschool voor het eerst
bezoeken, van jeugdigen leeftijd zijn en het
de vraag is of zij in verband hiermede niet
beter op eene lagere school, met onderwij
zers aan wier methode zij nu eenmaal
gewoon zijn, te huis behooren, dan aan eene
middelbare school, waaraan voor een groot
deel leeraren zijn verbonden, die niet gewoon
zijn lager onderwijs te geven.
Dat het onderwijs, in de tegenwoordige
eerste klasse der burgeravondschool gegeven,
niet evenzeer, ja wellicht beter den naam
van lager in plaats van middelbaar onderwijs
verdient, scheen ons geene gewaagde stelling;
inlmers aan wiskunde hebben de jóngens
op de lagere school nog niets gedaan en
het onderwijs in het Nederlandsch ^lezen,
woord- en zinsverklaring, dictees, taaloefe
ningen met het oog op de beteekenis en
spelling der woorden) de geschiedenis (voor
naamste personen en feiten uit de vader-
landsche geschiedenis en de aardrijkskunde
(aardrijkskunde van Nederland, meer in het
bijzonder die van de provincie Zeeland) in
die klasse gegeven, gaat werkelijk niet zoo
ver, dat een onderwijzer met hoofdacte niet
evengoed tot het geven van dat onderwijs
in staat zou zijn.
Bovendien is het herhalingsonderwijs nu
toch reeds ten deele eene voorbereiding voor
de burgeravondschool (zie bijv. het gespro
kene doot den heer van Hoek in uwe ver
gadering van 14 December 1892) en scheen
er ons uit dien hoofde geen bezwaar [te
bestaan die lijn nog eeu weinig door te
trekken om, zij het dan ook met verkleining
van het etiket middelbaar onderwijs, de
betrokken jongelieden dezefde leerstof te doen
genieten.»
«Dat alles bij ons opkomende wendden
wij ons tot de commissie van toezicht op
het middelbaar onderwijs en vroegen wij
aan die commissie bijschrijven van 3 Februari
1893 haar gevoelen dienaangaande. Van
de commissie ontvingen wij antwoord bij
brief van 3 Maart no. 513, waarbij waren
gevoegd afschriften van de adviezen van
den inspecteur van het middelbaar onder
wijs, van den directeur der burgeravond
school, en van een extract uit de notulen
van da vergadering van leeraren, verbonden
aan die school; op 10 Februari jl. ter be
spreking van die aangelegenheid gehouden.»
«Daaruit gelieven u te ontwaren, dat al
die autoriteiten op behoud van den tegen-
woordigen driejarigen cursus der burger
avondschool blijven prijsstellen. Ofschoon
ons de argumenten, waarop dat hun gevoelen
steunt, niet bepaald hebben overtuigd van
de wenschelijkheid om ook uit een'paeda
gogisch oogpunt den driejarigen cursus te
behouden, zoo gevoelen wjj, die niet zijn
paedagogen, geen vrijheid langer op ge
deeltelijke inljjving van de eerste klasse
der burgeravondschool bij het herhalings
onderwijs der lagere school aan te dringen
en stellen wjj u, zij het ook noode, voor
om den driejarigen cursus te behouden.»
«B(j missive van 11 Januari 1893 deelde
de commissie ons hare zienswijze mede
aangaande den aankoop van het gebouw
der teekenakademie c. a. en verbouwing
van een en ander, waarmede voor ongeveer
f30,000zouden worden verkregen 8 leslokalen,
1 lokaal voor het onderwijs in de natuur-
en scheikunde met laboratorium, 2 teeken
zalen en een directeurskamer met woning
voor een concierge, die niet schijnt te kunnen
worden gemist.»
«Dienaangaande wonnen wij het advies
in van de commissie van fabricage, die
hieraan voldeed bij schrijven van 18 dezer.
De commissie kan zich vereenigen met
aankoop der teekenakademie en verbouwing
daarvan overeenkomstig een vóór den 19
Augustus jl. fgemaakt plan, waarvan de
uitvoering (met inbegrip van bedoelden
aankoop) f 16000 zou vorderen, doch daarmede
kan slechts dan worden volstaan, indien de
tweejarige cursus wordt ingevoerd.»
«Blijft de driejarige cursus gehandhaafd,
dan zal, gelijk bereids is gezegd, pl. m.
f 30,000 voor aankoop en verbouwing noodig
zijn en dan acht de commissie van fabricage
het veeleer gewenscht om, [teneinde ook
voor het vervolg meer gewaarborgd te zijn,
een nieuw gebouw te stiehten op het erf
der gemeente in de Wagenaarstraat, wijk
D no. 78. Deze stichting zou volgens eene
globale raming van den gemeentebouwmeester
ongeveer f40,000 vorderen.»
«Wjj zijn het met de commissie van
fabricage eens en hebben mitsdien de eer
u voor te stellen, in afwachting van definitieve
door den gemeente bouwmeester te ontwerpen
plannen, tot stichting van eene zoodanige
nieuwe inrichting geschikt voor burger
avondschool met driejarigen cursus en
minstens bevattende 8 lokalen, bovendien
een lokaal voor natuur- en scheikunde met
laboratorium, 2 teekenzalen, een directeurs
kamer en eene woning voor een concierge,
te besluiten.»
De heer den Bouwmeester dient, mede
namens de heeren Tak en van der Swalme
een amendement in om de burgeravond
school met eenige geringe verbeteringen in
het gebouw der Teekenakademie te besten
digen en veor de lessen in de natuur- en
scheikunde aan te wijzen de bovenlokalen
van de school in de Giststraat.
De voorz. zegt het voorstel van B. en W.
in twee deelen te willen behandelen, nl.
lo. het behoud vau den driejarigen cursus
en 2o. het bouwen der nieuwe school.
Derhalve zal het amendement van de heeren
den Beuwmeester c. s. eerst bij punt 2 in
aanmerking komen en stelt hij het eerste
punt aan de orde.
De heer de Stoppelaar opent de rij der
sprekers. Hij zegt dat men ten opzichte
van de onderhavige zaak genoeg met zijne
vroeger reeds openbaar gemaakte zienswijze
bekend is. Toch wil hij nogmaals verwijzen
naar de argumenten- die er in 1872 toe
geleid hébben om den tweejarigen in een
driejarigen cursus te veranderen. Die argu
menten hebben nog niets van hunne kracht
verloren, veeleer zijn zij in waarde toege
nomen. Ook uit een financieel oogpunt wil
hij de zaak beschouwen. In 1872 kostte
ieder [leerling der gemeente pl. m. f70,
doch dit is geleidelijk afgenomen, zoodat
thans ieder leerling slechts f 57 kost. Aan
vankelijk stond hij verbaasd dat B. en W.
geneigd war m een gedeelte van de lessen
der burgeravondschool bij het herhalings
onderwijs te voegen, want z. i. zou dit niet
alleen uit een paedagogisch, maar ook uit
een financieel oogpunt groote bezwaren heb
ben opgeleverd. Het verheugde hem dan ook
zeer dat B. en W. van hunne aanvankelijke
neiging zijn teruggekomen, hij kon dit niet
anders dan toejuichen.
De heer den Bouwmeester daarentegen
moest dit ten zeerste betreuren. De fiuan-
ciëele kwestie gaat hem vooral ter harte-
Een ieder weet dat de toestand der ge-
meentefinanciën alles behalve rooskleurig is.
Wordt het voorstel van B. en W. aange
nomen, dan zal een nieuw tekort ontstaan,
een aanzienlijk tekort dat, in aanmerking
genomen de opceote i die reeds op de Rijks
belastingen geheven worden, zal moeten
gedekt worden door vermeerdering der
inkomstenbelasting, die toch waarlijk al
genoeg op de gemeentenaren drukt. De
vorige spreker gaf eene becijfering van den
kostenden prijs per leerling, zie echter ten
onrechte, daar het getal leerlingen hierop
van grooten invloed is. Vroeger kostte de
burgeravondschool, de boeken van den
gemeente-ontvanger zijn daar om het te
bewijzen, f4600, achtereenvolgens zijn die
kosten geklommen en hebben volgens de
begrootir.g van 1893, het cijfer van f8000
bereikt. Reeds te veel is aan de paedagogie
ten offer moeten gebracht worden, aan alles
is een grens, maar bovendien kan aan de
eischen der paedagogie niet met minder
tegemoet gekomen worden Z. i. wel, een
tweejarige cursus is voldoende, neemt men
dien aan, dan zal van zeiven een groot
bezwaar vervallen zijn.
De heer Koole is in het algemeen voor
een cursus van 3 jaar, zoolang de wet
verplicht onderwijs te geven in zaken die,
naar hij meent, niet bij dene burgeravond
school te buis behooren, zoolang geschiedenis
en aardrijkskunde enz. moeten gedoceerd
worden, ontbreekt bij een tweejarigen cursus
te veel tijd voor de lessen in het teekenen enz.
De heer de Sioppelaar beweert dat een
tweejarige cursus met het oog op teeken-
lessen eene onmogelijkheid zijn zou.
De heer den Bouwmeester betwist dit.
Voor het teekenen zal de cursus altijd
driejarig blijven, de lessen daarin blijven
bij de burgeravondschool, alleen het onderwijs
in de andere vakken zal voor de eerste
klasse bij het herhalingsonderwijs gevoegd
worden.
De heer van der Swalme is het eens met
den heer den Bouwmeester. De wetgever
spreekt van een tweejarigen cursusde
makers van de wet mogen al geen paedagogen
zjjn, zij zullen toch minstens wel bij paeda
gogen te rade gegaan zijn.
De voorzitter merkt den heer van der
Swalme op dat wetten maken en praktqk
twee verschillende zaken zijn. Overigens
kan hij niet nalaten te wijzen op de voor
treffelijkheid van den driejai igen cursus, die
tot hiertoe uitmuntende leerlingen heelt
voortgebracht.
Het voorstel van B. en W. tot behoud
van den driejarigen cursus wordt aange
nomen. Tegen stemmen de heeren Tak,
den Bouwmeester, Snijders, van der Swalme
en van Dunné.
Alsnu komt in behandeling het tweede
gedeelte van het voorstel tot aanbouw eener
nieuwe school, en het amendement daarop
van de heeren den Bouwmeester c. s.
De heer den Bouwmeester zet nogmaals
n den breede uiteen welke grondgedachte
iheeft voorgezeten bij het formuleeren van
het amendement.
Ook de heer Tak veegt zijne stem bij
die van den heer den Bouwmeester om te
waarschuwen tegen alle noodelooze uitgaven.
De heer Schorer is evenzeer gekant tegen
uitgaven die niet volstrekt noodig zijn. Het
amendement is hem echter overvallen; eene
kostenraming is er niet bij. Hij stelt daarom
voor die eerst op te maken en dan zoowel
het voorstel der drie heeren als dat van
B. en W. nogmaals om advies te zenden
aan de commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs, welk voorste! echter
met 8 tegen 6 stemmen wordt verworpen.
Nadat de heer den Bouwmeester nogmaals
de voordeelen had opgesomd, die het amen
dement aanbood, wordt het aangenomen.
Voor stemmen de heeren Tak, den Bouw
meester, W. H. Snouck Hurgronje, W. J.
Sprenger, Snijders, Schorer, Koole, van Dunné
en van der Swalme.
Door dit votum was dus uitgemaakt dat
de lessen der burgeravondschool zullen be
stendigd worden in het gebouw der tee
kenakademie, behalve die in de natuur- en
scheikunde, welke zullen gegeven worden
in de bovenlokalen van de school in de
Giststraat.
De voorzitter stelde nu aan de orde den
aankoop van het gebouw der teekenacademia
voor f7000 en van het aangrenzend huis
voor f 2750.
Tot den aankoop der teekenakademie wordt
zonder discussie of hoofdelijke stemming
beslotenomtrent dien van het aangrenzend
huis werd echter in negatieven zin beslist.
Alleen de heeren de Stoppelaar, L. K. van
der Harst. J. J. van der Harst, Schorer,
van Dunné en W. J. Sprenger verklaarden
zich tot aankoop geneigd.
Niets meer aan de orde zijnde ging de
vergadering uiteen.
UIT BELGIË.
Het besluit der Belgische Kamer betref
fende de herziening heelt ook op de mijn
werkers in het Centre een goeden invloed
gehad. Te La Louvière hielden 4000 werk
stakers een bijeenkomst en besloten den
arbeid te hervatten, «Weg met de werk
staking! hoorde men nu algemeen roepen.
Te Luik waren de socialisten ontevreden
over het besluit. Zij belegden een bijeen
komst om tegen het voorstel Nyssens te
protesteeren en beproefden een optocht te
houden, maar zonder gevolg.
Wel werd er in het «Volkshuis» nog
geroepen dat het tijd is over te gaan tot
het opwerpen van barrikadenmaar zjj
preekten voor de ganzen, het algemeen is
tevreden met den verkregen uitslag.
De socialisten wilden eene laatste poging
doen door eenen optocht door de straten;
zij vonden krachtig belet in de politie, [die
de betoogingmakers voor zich uitdreef naar
de Place Saint Lambert, waar met de blanke
sabel alles werd weggevaagd.
Een gemeenteraadslid kreeg eenige oor
vegen, een meisje viel flauw, de jagers
werden ter hulp geroepen en zetten alle
toegangen af.
Uit Herstal kwam eene ploeg, die door
de politie brak, de stad indrong en naar
het lokaal der socialisten oprukte. De woe-
liog duurde zoo voort tot rond middernacht,
wanneer bijna iedereen begon naar huis te
keeren.
De ontploffing, welke gehoord is tot Luik
toe, heeft plaats gehad te Ougrée.
De dynamietkardoes was geplaatst onder
de brug op den trekweg der vaart. Schade
is er niet door aangericht, slechts eenige
steenen hebben geleden.
De toestand der zeven werkstakers, die
te Bo -gerhout bij den aanval op de kaarsen
fabriek van dgri heer Roubaix werden
gekwetst, is bevredigend. De meesten ont
vingen wonden in de beenen, die niet ge
vaarlijk zijn. Een meisje, dat door een
kogel in het onderlijf werd getroffen, is
echter zeer gevaarlijk. De vqfgedoode werk
stakers zijn allen werklieden uit Antwerpen.
Slechts in den uitersten nood werd den
pompiers, die de fabiiek verdedigden bevel
gegeven tot vuren. De burgemeester van
Borgerhout Moonkens was zelf ter plaatse
en kon slechts met moeite de steenen ont
wijken, welke vooral tegen hem gericht
waren.
Heden ochtend werd ook te Antwerpen
door de meeste werkstakers de arbeid hervat.
Uit de Hollandsche bladen namen wjj
over dat ds. v. d. Velden te Middelburg, is
beroepen te Gerkeskloosterthans lezen wjj
dat niet ZEerw, maar ds. Siertsema aldaar
beroepen is.
Woensdag 19 April. Geëxamineerd 6
vrouwe'., cand. Afgeweten 2toegelaten
mej. M. van Nieuwenhuijzen van Tolen, M.
J. de Le Lqs van St. Jansteen, C P. Teepen
van Hontenisse, C. M. M. Knoop van
Vlissingen.
Handwerken. 4 cand. Afgewezen 4, Vakj.
4 vrouwel. cand Toegelaten mej. C. S. A.
H. Fraser, van Schoondijke.
(Herplaatsing wegens foutieve opgaaf).
Bij de herstemming te Harlingen be
kwamen de heeren Heemskerk 1366 en
Bouman 1310 stemmen.