1893. No. 85. Donderdag 20 April. Zevende jaargang. VERSCHIJAT G. Ai. KLEAIKFRK. te Goes F. P. DHUIJ, te Middelburg. PRLIS DËR ADVERTENTIES YK. JAA. ëi.kun MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Pry? per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers0.02L UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cea Familieberichten van 1 5 regels 50 cent- iedere reg meer 10 cent. 's Heerenhoek, ook voor Borssele en Nieuwdorp 20 en 21 April namiddags. Ovezand, ook voor Nisse, 22 April. Ellewoutsdijk, ook vo r Driewegen, 24 April. Baarland, ook voor Oudelande, 25 April. Hoedekenskerke, 26 April voor middags. 's Gravenpolder, ook voor 's Heer Abtskerke 26 April namiddags. Wat is het woelig in ons naburig België. Werkstaking in tienegouwen, politieke straatkabalen in de hoofdstad, opgeworpen barricades en straatgevechten in sommige gemeenten in de Waalsche provinciën. Ziedaar in 't kort de hedendaagsehe ge schiedenis tan België. Dat stuk gronds en hare bevolking is dan ook van slechte conditie. België, kleiner in oppervlakte dan ons vaderland, telt 6Va millioen zielen. Sinds 1830 is daar het zielental met bijna 3 millioen vermeerderd. België is het meest bewoonde plekje der aarde. Nu heeft de ontzettende vlucht die de industrie in de laatste zestig jaren genomen heeft, daartoe zeker zeer veel bijgedragen, maar toch ook voor die vermeei dering is ten slotte een grens. Of die grens bereikt is weten we niet, wel weten we dat voor het gezonde leven van een groeiend volk, in België twee belangrijke factoren ontbreken. Bezit van koloniën en emigratie. België bezit niets in andere werelddeelen en de Belgen emigreeren niet. Voor een tiental jaren was er een oogen- blik sprake van Kolonisatie en Emigratie naar den Congo. Leopold deed moeite om daar, onder zijne leiding een wingewest te vormen, maar allerlei oorzaken werkten mee om die piaimen in de geboorte te doen smoren. Daar komt nog bij we betoogen dat België van slechte conditie is dat bij onze Zuidelijke naburen twee belangrijke elementen tot bevestiging van het volksgeluk ontbreken. En dat zijn een eigen taal en een eigen geschiedenis. De taal is voor een volk wat voor den mensch de naam is. Datgene wat hen van anderen onderscheidt. En zie nu België. Bekne'd fusschen twee volken met verschillende talen, spreekt men hier Fransch en daar Vlaamsch. In de eene straat dit en in de andere straat dut. In België's steden wandelende kan het u overkomen dat de een verklaart eene viaag in 't Fransch gedaan niet te verstaan, en de ander kijkt u bij het uitspreken van een Hollandsch woord aan alsof gij Maleier waart. De geschiedenis. Ieder Nederlander gaat het hart open by het betreden van de Markt te Brussel, en bij het zien van al de historieschatten in het Stadhuis en in het Broodhuis, in de Gildehui/en en in het Vlaamsch Museum verzameld, maar laat de trein u brengen van het Station da Midi waarheen ge ook wilt,naar Namen, naar Luik of Henegouwen, en daar is niets meer dat u herinnert aan eigen huis en eigen geschiedenis. Daar is geen band, als bij ons Oranje, die ten slotte de elkander fel bestrijdende partijen verbindt. Daar is geen taai die, als gemeenschap pelijk eigendom, ten slotte toch weer altijd vereenigt, wat door den strjjd des levens gescheiden is. Daar is geen Conscience of Pol de Mont, geen Max Rooses of geen de Geyter, die een toon kan doen honen als die welke bij ons allen weerklank vindt. Een toon als deze, waarop ons hart Amen zegt «Bijjf één, blijf één, mijn vaderland! Bljjf één en ongeschonden. Geen staatspartij, geen godsdiensttwist Verscheure, door geweld of list, Wat God heeft saam verbonden». In eene redevoering getiteld Calvinisme en Kunst heeft een welbekende in ons midden eens betoogd, dat de Calvinisten meer gevoel voor kunstschoon hebben dan het oppervlakkig wel lijkt. Indien dat waar is, dan zullen de Calvi nisten te Middelburg zich verblijden over eene restauratie en betreuren dat een an dere niet zal plaats hebben. Op de Groote Markt stond tot voor korten tjjd een huisje met een luifel, on ooglijk ongerieflijk, der verdwijning nabij. De eene bewoner trok er uit eu de andere er in. Het was goedschiks niet te bewonen. Nu is datzelfde gebouwtje een sieraad voor het Marktplein. In den oorspronkelijken stijl herbouwd, vertoont het nu een kleur rijken pittoresquen gevel, wat voor vi'eem- deliugen al dadeiijk een reden te meer zal zijn, om het kantoor of bureau, hun ten gerieve ingericht, te bezoeken. Dat is de restauratie, waarover Calvinis ten zich ve.'blijden. Want, wat men van hun kunstsmaak zeggen moge, in ieder geval houden zij niet van het eenvormige. De restauratie die niet tot stand komt is die van St. Joris Doe'e op de Balans. Naast de Edele Handboog St. Sebastiaan, het oudste schuttersgilde van Middelburg, ver rees in 1582 het gebouw van den Voetboog, thans als de Sociëteit St Joris bekend. Behalve te Hoor i vindt men alleen te Middelburg nog de S huttershoven in oor spronkelijken slaat. Het bestuur wer.schte den gevel van dit gebouw, in later jaren met een laag cement besmeerd en van leelijke ramen voorzien, terug te brengen tot haren ouden vorm. Maar de leden willen het niet, en alzoo zal het niet gebeuren. Waren die leden nu maar Calvinisten geweest, maar het zijn allen libera en. En de liberalen het is bekend hebben geen geschiedenis vóór 1789. Dat is voor hen jaar éen. Ze zijn zoo bang vaa reactie! «.De Nederlanden, een blad dat geschre ven wordt door tegenwoordige of toekom stige kamerleden van vooruitstrevend liberale richting, beeft het bij de meer achterblij vende geestverwanten zijner partjj verbruid. Het blad heeft bij de jongste stemming voor een lid der kamer te Harlingen niet warm genoeg voor den liberalen candidaat den heer Bouman gestreden: en onder an deren beweerd dat wie ook gekozen mocht worden (Heemskerk, Bouman of Treub) het district Harlingen toch niet verloren zou zijn. De liberale kiesvereeniging te Harlingen vroeg hierop aan de medewerkers van het blad om de reden voor deze «verraderlijke» houding. De heeren Veegens, Ilaitogh, Kerdyk en Borgesius gaven ten antwoord dat zij er niets verrader ijks in zagendoch de heer Van Houten antwoordue met te bedan ken als medewerker aan «De Nederlander Hij merkte hierbij op „Zoo gij instemt met de tegenwoordige tactiek van mr. Treub, om do antirevolu tionaire party ten koste der liberalen te versterken, loopen onze wegen geheel uiteen. By mr. Treub is dit een jeugdige afdwa ling, daar hy de anti-revolutionaire partij beoordeelt naar de beloften van een kleinen Amsterdamschen kring, niet naar haar daden op parlementair gebied. In die dwaling kan uw redactie niet verkeeren." Misschien heeft mr. v. Houten van zijn standpunt gelijk. Zijn woord van waar schuwing heelt recht op waardeering ook in omgekeerden zin. Met het streven om de liberale partij af te breken door de radicalen op het kussen te helpen, zij men ook van onze zijde zeer voorzichtig. De kleine Amsterdamsche kring radicalen is geen maatstaf voor de radicale partij in het land, en bovendien: hoe ver staan zelfs deze edelsten onder de radicale woordvoerders niet van ons in zake vrij Onderwijs, Vaccine- dwang en Armenzorg. En de liberalen als de bovengenoemden [Borgesius, c. s.] die thans bezig zijn radicaal ie worden,zy waren steeds onze felste tegenstanders, wat niet het minst uitk #am bij de behandeling der schoolwet Mackav in 1891. 3 Daar is een woord des Heeren dat zeer dikwijls verkeerd wordt begrepen en ver keerd gebruikt. Het is dat waarin Hij zegt dat de vogelen des hemels zaaien noch maaien, noch ver gaderen in de schuur, en God voedt ze toch! Meent nu niet dat onze boschzangers zonder moeite en zonder arbeid verkrijgen wat ze noodig hebben. Dat in de gevederde wereld geen strijd om het bestaan wordt gevoerd. Daar is niemand die voor hen de tafel spreidt. Zij moeten hun nest bouwen en hun kost zoeken, ver en met veel moeite. Nog eer de zon verrijst, vliegen ze er op uit, en als de avond daalt zetten ze zich op het takje neder dat hun tot rustplaats voor den korten nacht strekken zal. En toch zingen zij. En onder de mensclien Hoevelen hebben het zingen nooit gekend of verleerd Hun leven is één voortdurende klaagtoon over geestelijke of stoffelijke ellende. Laat ons van de vogelen leeren dat een lichtglans over ons 'even, ondanks al het bezwarende en vermoeiende, behoort uitge spreid te blijven. Ook de hoop is een Goddelijke gave. En de hoop is als de zon die de wolken verdrijft of verguldt. De vereeniging der beide gereformeerde kerkengroepen in Nederland dreigt een schadepost te zullen worden voor de kassen der vroegere «christelijke gereformeerde ge meentescholen». Althans de Minister van Justitie heeft den Minister van Binneidandsche Zaken weten te overtuigen dat de aanvrage van het bestuur eener dergelijke school te Groningen om de gewone rijks bijdrage moet worden afgewezen. De Minister toch redeneert aldus De synode der chr. ger. kerk heeft den 15 December 1891 kennis gegeven aan de regeering van de ineensmelting der beide kerkengroepen, onder vigeur van de kerkenorde van 1618/19. Daardoor is ook de chr. ger. kerk te Groningen, blykens de naamlijst «gereformeerde kerk» gewor den. De school van die gemeente gaat dus sedert 14 Juni 1892 van een andere kerk, behoorende tot een nieuw kerkgenootschap, uit. Het bestuur heeft over het tijdvak Januari—Juni geen aanvrage gedaan, en heeft ook geen rechtspersoonlijkheid aange vraagd, wat het had moeten doen door naleving der wet op het recht van vcree- riging en vergadering, welke wet de latere kerkelijke vereeniqingen van de naleving harer bepalingen niet ontheft. Genoemd schoolbestuur alzoo de minister han delde dus in strijd met art. 54bis sub. lo der wet op het lager onderwys en ontvangt geen rijks bijdrage. Indien de raad van state deze beslissing goedkeurt, zullen vele schoolbesturen gedu peerd zijnen vele scholen, die ter slechts ter nauwernood komen kunnen, een beroep op de verdubbelde liefdadigheid der Neder !an.i:che christenen moeten doen. Het komt natuurlijk niet in ons op te wanen het beter te weten dan de rechts geleerden; ook in deze quaestie moet men de juristen eerst laten uitspreken. Toch veroorloven wij ons de opmerking dat de minister ten onrechte van de geref. kerken als van een «kerkgenootschap» spreekt, waar zij ze zelve als kerken erkend heeft. Ook wil het er nog niet bij ons in dat kerken (of kerkeraden die een school be sturen) eerst rechtspersoonlijkheid krijgen als zij voldoen aan de wet op vereeniging en vergadering. De belangrijke bespreking hierover door het Kamerlid Noordtzij in de Tweede Kamer met den minister van justitie gevoerd, geeft daartoe mede aanleiding. Toen en nu. Toen als men een nieuw kleeding- siuk noodig had kocht men zijn goed in den winkel en liet zich door den kleer maker het verlangde maken. Nu koopt men zijn goed veel goedkooper en even goed in de groote confectie-magazijnen. Deze laatste gaat met de verdienste van zoovele kleermakers en naaisters en winke liers, voor een deel althans, stryken. De op den achtergrond gedrongen vakmannen worden wel voor een deel door de maga zijnen geannexeerd, doch niet alle zyn zoo gelukkig, en daarbij zijn de verdiensten ge ringer. Toen schoenmakers bij wie men zijne schoenen liet aanmeten, nu wordt alles machinaal klaargemaakt, Toen timmerlieden, die zelf hun hout pasklaar maakten, na fabrieken die alle houtwaren, van wat naam ook, geschaafd en geploegd en in elkander pa-send afle veren. Toen de uitoefening van het eerzame bakkersvak, nu broodtabrieken. Toen schrijnwerkers, nu meubelfabrieken met goedkooper leverantieschoon- de soli diteit der meubelen thai.s voor de fraaiheid onderdoet. Doch wat het bedenkelykste van alles is loen winkeliers, nu in groote steden toko's van Eigen Hulp, waarin de particu lier die den winkelier voorbygaat, dezen tevens verdringt, door zelf als winkelier, als aandeelhouder in den winkel op te treden. Breidt zich dit streven uit, dan komt het geld ten langen leste in handen van wei nigen en gaat de winkelstand te gronde. En als de kleinen door de grooten verdron gen zijn, dan zijn de afnemers er het slechtst aan toewant dan regelen de grooten de markt. Eigen Hulp zal dan blijken de polyp geweest te zijn die alles vastgreep en doodkneep. Onze lezers kennen misschien de Ned. Bond voor spoor en trampersoneel, genaamd Steeds Voorwaarts niet. Het zij indien ons vermoeden juist is hun van ganscher harte vergeven. Wie kan alle vereenigingen kennen? Mogen wy zoo vrij zijn u ditmaal deze vereeniging voor te stellen. Of het haar eerste levensteeken is dat ze Zondag gaf, dan wel of hare samenkomst reeds tot het Steeds Voorwaarts behoorde, weten we niet. Wel weten we dat deze Bond Zondag middag de groote zaal van Maison Stroucken te Amsterdam had afgehuurd, om te spreken over noodzakelijke Zondagsrust voor het spoor- en trampersoneel, en dat hare oproeping succes had, want een duizendtal personen waren opgekomen. Onder de sprekers die beloofd hadden een woord in 't belang van Zondagsrust te zullen spreken waren mannen van de meest uiteenloopende wereldbeschouwing. Daar was ds. Tenthoff, modern predikant te Hoorn, dr. Vitus Bruinsma, de bekende socialist uit het Noorden, dr. Schaepman, het bekende Roomsche Kamerlid, en prof. Pekelharing een, zoo we maenen, langzamer hand conservatief, wordend oud-liberaal uit uelft. Ds. Tenthoff betoogde dat, in het belang van het maatschappelijk en huiselijk lever en in 't belang der veiligheid de spoor- en tramdienst op Zondag moest ingekrompen worden. Dr. Bruinsma betoogde dat Zondagsrust goed en noodig was, maar niet meer dan een speldenkop in het heelal der nijpende nooden. De sociaal-democraat voert een oorlog tegen de inrichting der maatschappij in 't alge meen, maai ook de strijd op bijzondere punten kan. naar de meening van den heer Bruinsma, lijn nut hebben. Als men zich maar niet met Zondagsrust als met de zoetigheid van een krentebroodje laat arschepen Dr. Schaepman zeiie dat voor hem op- beffing van Zondagsdienst niet alleen een kwestie van rust, maar een heilige vraag is, die het geheele menschelijke en maat schappelijke leven beheerscht. Streven naar Zondagsrust is niet voldoende. De Zondags rust kan nooit gehandhaafd worden indien de Zondag niet zijn wijding geeft door hem hoog en heilig te houden. Door uw Zondag te veroveren - zei dr. Schaepman —zult ge niet een krentebroodje winnen. Neen, de Zondagsrust is het echte brood des levens, onmisbaar voor den mensch, die zich stelt in hooger dienst dan in den dienst van het stoffelijke alleen. Dit, met den gloed der innige overtuiging door dr. Schaepman uitgesproken, woord, werd het mikpunt voor de vergadering. Daar waren er die dr. Schaepman uit- noodigden om ook den 1 Mei dag der betooging voorachturigen arbeid, te komen getuigen van zijn liefde voor de mindere standen. Daar waren er die zeiden dat een priester en een kapitalist steeds huichelen als ze ten bate van den werkman zeggen te spreken. Daar waren er die zeiden geen Zondagsrust te wen«chen om van den ochtend tot den avond naar de mis te loopen. Het slot was dat een motie werd aan genomen waarbij de wenschelijkheid werd uitgesproken om Zondags geen goederen meer aan te nemen of te vervoeren. En om het publiek duidelijk te maken hoezeer mén Zondagsrust waardeerde, be gonnen een deel der vergaderden op straat zoodanig kabaal te maken, dat de politie er met de sabel op inslaan moest. Zoo ooit dan geldt hier het bekende: doet naar mijn woorden, naar mijn werken niet. 19 April 1893. GOES. Voorjaarsveemarkt, tevens paarden markt, Dinsdag 25 April a. Wy vestigen de aandacht op eene advertentie, voorkomende in de „Standaard", Rijkssubsidie. Schoolbesturen die bezwaren hebben tegen beslissingen van Gedeputeerde Staten, ge lieven binnen den kortst mogelijken tijd hunne stukken te zenden aan R. Deeksen, Secretaris van den Schoolraad, Kievitsstraat 40 te Rotterdam. Van wegeden Schoolraad zal kosteloos advies worden verstrekt. Namens den Schoolraad, R. DERKSEN, Secretaris. Het rijkstelegraafkantoor te Tholer» zal voortaan weder gedurende het geheele jaar op werkdagen open zyn van 8 uren voor- tot lVs uur namiddags en van 4Vs tot 7 uren namiddags (spoortijd). De diensturen op Zon- en feestdagen blijven onveranderd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1