1893. No. 80. Zaterdag 8 April. Zevende jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES BW. elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prg? per drie maanden franco p.p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 een Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere reg meer 10 cent. Een van de attracties van de Sequah- seances is voer het groote publiek onge twijfeld de toespiaak van den heer Davenport. Hij heeft er slag van zijn auditorium gezellig bezig te houden. Vooreerst is de kortheid een verdienste, het duurt hoogstens een uur. In dat uur werdt men onthaald op vioo- lgke muziek, op eenige genezingen, op een dansje van de patiënten, en op een toe- spraak aan 't begin en aan 't einde der seance. Die toespraak welks inhoud zelfverdedi ging of zelfverheerlijking —zoo ge wilt is, wordt gekruid door aardige toespelingen of door pogingen om onze Hollandsche taal te spreken. Dat gaat den heer Davenport, ondanks zijn tweejarig verblijf in ons land slecht af, en verwonderen doet het niemaud, dat als onze goed sprekende Engelsehman ons woord sSchoorsteenvegerssingeluit brengen moet, zijn gansch auditorium in lachen uitbarst. Onzen velen lezers in Zeeland, ver van de hoofdstad wonende, zullen wij traenten eenig denkbeeld te geven van «oodanige toespraak en kiezen daartoe die van Woensdagavond. Misschien hebben zoo begint hij niet allen de MiJdelb. Courant van heden gelezen, daarom wil ik hen opmerkzaam maken, dat daarin een advertentie voor komt, waarbij ieder die omtrent mijn handel en wandel ingelicht wil zijn, gratis een Maandblad tegen de kwakzalverij krij gen kan. Nieuws zal er wel niet veel meer van mij te vertellen zijn, ah dat zij nooit kwa der concurrent hebben gehad, ah ik ben. Zy hebben tegen mg geprocedeerd, mg het land willen uitzetten, inaar het is niet gelukt. Ik ben nu twee jaren in uw land, iedereen kent mij, de jongens vergezellen mg of ga»n mg vooraf met hun liedjes, ge kent ze weL Maar een van die versjes kent ge zeker niet. Ik zal het u vertellen, want gij moet omtrent mijn handel en wandel niet on kundig blijven. Welnu dat versje is het volgende Sequah ts gekomen, En wat heeft hij gedaan 1 Hij heeft de dubbeltjes meegenomen, En heeft de lammen laten staan. En nu zegt men: Sequah zijn zon gaat onder. Hg gaai ons land verlaten. Maar 't is niet waar. Ik zal u wat anders zeggen. Ik ga een huis nemen in een uwer schoon ste steden, in den Haag, en ais ik uwe taal zoo goed spreken kan als de mg ue, dan zal ik mg laten naturaliseeren, en aan de kiezers in een uwer groote steden vra gen, mij als afgevaardigde naar uw Staten- Generaal te zenden Gij lacht. Maar weet ge wel dat ik meer vrienden in Nederland heb dan eenig Nederlander, en dat ik meer geld heb dan gg allen. Men mag van mg zeggen wat men wil, en dat hebben de couranten dan ook al genoeg gedaan. Eén blad heeft echier tot mgn groote ergernis mijne echtgenoote er bjj gehaald. Men heeft gezegd dat mg ne zoogenaamde vrouw een kaartlegster was. Gg moet welen dat ik mijne huwelgksp&pieren bij den burgemeester van Breda heb gedeponeerd, en dat, indien ik niet wist, dat de Hollanders te galant zgn om dames te bekladden, ik onmiddellgk uw land verlaten zou. Heden morgen ontving ik nog een bouquet van eene Bredasche dame, die ik behandelde, en eene photografie van een kindermaaltijd door mg in Breda gegeven. Morgen zal ik die doen ophangen in deze zaal. En nu zegt de eenhet is het wrij ven dat 't em doet, en de ander zegtde olie doet 't em. Nu zal ik ook morgen en Vrijdag de patiënten nog zelf behandelen, maar de volgende week zal ik een werkman vragen. En dan moet het big ken of de olie dan wel het wrgven herstel geeft. Gelooft wat uwe oogen zien, meer niet, en laat alle praatjes rusten. Ik zal zoo dadelijk twee uwer stadgenooten en een uit Zuid-Beveland, tijdelijk hier ver- big vende, behandelen, draagt het hun. Ziedaar ongeveer de inleiding tot de sé ance van Woensdag avond, evenals die van den vorigen avond, door een talrijk publiek bggewoond. De heer Koole uit Middelburg schreef in De Bouwsteenen een artikel over land verhuizing naar Canada in verband met de sociale nooden. Schrijver constateert dat de aanleiding tot landverhuizing algemeen erkend wordt. De verdeeling der boerenplaatsen; zoo dat de stukken niet meer te veikavelen zgn: de vermeerdering van hen, die ter wille van een zoon de hoeve verlaten ea thans in een aan den grooten weg gezet huisje rentenieren of liever armetieren «van de booge rente van zoo iets als portugeesche effecten»de ophooping in de stedende verminderde lust om ook de zee te beploegen do stroom van geëxamineerde, gediplomeerde sollicitanten naar de geringste betrekkingen de socialistische hulpmiddeltjes als progres sieve belastingen enz. bekend; dat alles te zamen maakt vertrek van hier voor velen nood zakelijk maar waarheen 1 Naar de Oost Versterking van het christelijk element aldaar is noodig; maar men krijgt daar de Nederlanders in massa niet heen. Naar de Transvaal De pogingen daartoe mislukten. Naar Suriname Maar waarom niet eerst vervolgde Russische Joden daarheen geleid waar immers het Israelietisehe element er den boventoon voert. Naar de Vereenigde Staten Maar in 't westen is de room van de melken Colorado, een vallei die echter hoogland is, biedt geen verkieselijk klimaat aan. Naar Canada dan Ja, maar niet naar de Noord West Territotiën. De bedoeling der Canadian Pacific Spoorwegmaatschappg is om die als een dambord verkavelde streek in cultuur te geven. Maar is het wenschelijk dat Nederlanders zich begeven oDder emigranten van allerlei taal en natie en zijn het allen landbouwers die daarheen gaan Neen, verder ligt schrijvers «land oer hope» 't Is de Zuidwesthoek van Canada Britsch Columbia. De spoorweg brengt den reiziger tot Vancouwer, waarde winterkoude met die te Chicago en te Hamburg ge lijkstaat. 'tls Canada's minst koude hoek. De kusten bieden tal van uitgangspunten aan voor den handel op Japan, China, Oost- Indië en Australië. Er zijn steenkolen, gzererts, timmerhout, vischrijke wateren, veilige havens met veel dieper water dan ooit noodig zal zijn, in overvloed. Voor de landbouwers zijn zeer geschikte gronden te verkrggen. Over de mogelgkheid van uitvoering zegt de schrijver In elk geval moet overleg gepleegd tusschen de Canadeesche Regeering, het bestaand Nederlandsche Emigranten Comité en hen die een nieuw vaderland zoeken. In elk geval moet ter plaatse worden onderzocht welk soort van landverhuizers het eerst en het meest zou kunnen geplaatst worden. De ontvangst- en woningkwestie dient be hoorlijk te zijn geregeld. Kundige financiers zullen heel wat na te denken hebben, eer gezegd kan worden dat de mijns inziens zeer gewenschte emi gratie naar Britsch Columbia voldoende voorbereid is. Omtrent de geldquaestie verwijst hij naar het reeds vroeger door hem in ons blad gerecenseerde werkje van Senateur Lavergne. Deze stelt voor dat de Staat in Frank rijk jaarlijks 20 miljoen francs besfemme om als hypotheek te vestigen op landerijen, welke kleine boeren met staatshulp zouden willen aankoopen. Hg grondt zijn berekening op 3Vs pet. rente, op aflossing bij annuïteit in 55 jaar. De drie eerste jaren geen storting, de twee volgende jaren 1 franc 'sjaars en de 49 volgende jaarlijks 5 francs voor elke 100 francshet laatste jaar 2 frc. Natuurlijkzoueenemigratiemaatschappij hooger rente, korter termijn moeten be dingen; dat 'kan dan ook best in Canada. Staatskapitaal kan langer vastzitten dan particulier, hetwelk spoediger moet omgezet worden, ook teneinde sneller een groot aantal personen te helpen. Op deze wijze kunnen landbouwers geholpen worden in de prairieprovincièn, mogelijk ook in Britsch Columbia. Wg hebben slechts een weinig meege deeld uit dit belangrijke geschrift van den heer Koole, zonder ons in deze partij te stellen. Wg kunnen alleen zeggen wat wg indertijd omtrent deUtrechtscheMaatschappij konden zeggenèn in het Canada Comité •n onder hen, die op Britsch Columbia het oog vestigen, zijn achtenswaardige vertrouw bare bekenden. De namen van Roosmale Nepveu en Van 't Lindenhoutvan Waller en Van Eeghen hebben onder ons een zeer goeden klank. Maar dit is dan ook al wat wij weten. Een kluchtig staaltje van zelfvoldoening is te vinden in het Maandblad der Patroons- vereeniging Boai, in de tiende aflevering van den len jaargang op bl. 315. Daar wordt medegedeeld dat Boeiz een adres heeft verzonden aan den Minister van Marine, om te verzoeken dat de bekende drie Marineschepen type A zouden gebouwd worden in Nederland, om den grooten werknood. En dan volgt dit «Dat dit adres succes had, bleek niet lang daarna, toen de onderhandsche inschrij ving plaats had enz. Ons dunkt, indien zoo'n succes aan dit adres te danken is, dan heeft de Patroons- vereeniging Boaz op schitterende wgze gedebuteerd. Zoo'n invloed van een jeugdige vereeniging uitgaande, is lang niet alledaagsch. In Frankrijk is nog geen vaccinedwang. In zoover is dat land ons nog een weinig vooruit. Maar ook daar mag men zich niet laten genezen, zonder toestemming der medische faculteit, (geneesheeren). Daar stond terecht de oud-zouaaf Jacob, die dagelijks tal van menschen van hun kwalen bevrijdt. Ziehier wat hij zelf daaromtrent verklaart: „Ik doe niet „in1' geneeskunst en schrijf geen geneesmiddelen voor. Ik ontvang bjj mij personen uit alle standen, en het eenige, wat ik weet, is, dat alle personen, die bjj mjj komen, zeggen, dat ik hen genees. De oorzaak der genezing is mjj onbekend ik kan ze alleen constateeren. Ik doe niets anders dan die personen aanstaren. Ieder komt mjjne hulp inroepen; ik eisch daar voor geen geld, ieder geeft dan wat hjj wil, en als hjj dit verkiest, niets". En wat verklaart de rechtbank „dat uit het gerechtelijk onderzoek en de debatten is gebleken, dat Jacob zonder doctor in de geneeskunde of officier van gezondheid te zgn, telken dage in de ave nue de Mac Mahon no. 28, een vijf tigtal zieken ontvangt, die hem komen ver doeken hem te genezen, daar ajj overtuigd zjjn, dat Jacobin den blik een magnetischen stroom bezit, die, in staat is, schier alle kwalen te verhelpen; „dat het eveneens is gebleken, dat hjj, zich door zekere tooneelmatige vertooning om ringende, zich bepaalt tot het verrichten van magnetische handbewegingen, hand opleggingen en lichte aanrakingen, op den vöör hem, onder zijn blik geplaatsten zieke; „dat hjj geene geneesmiddelen voorschrijft, noch eenige bepaalde behandeling, maar zich bepaalt tot de aanbeveling, zich van alle spiritueuze dranken te onthouden, het eten van vleesch te vermijden, en norit lot geneesheeren of apothekers zijn toevlucht te nemen-, „dat het ten laste gelegde feit van open- ljjk te beweren, dat hjj ziekten geneest door middel van een stroom,die hem eigen zou zjjn, ontwijfelbaar valt onder het bereik der strafwet Die man, Jaco'o, geneesthoe, dat weet hij niet. De geneesheer, A of B, geneest niet; deze moest dagelijks tal van personen afwgzen, die bij Jacob hulp en bate vindenhij is machteloos, hoeveel geld hij en de staat ook voor zijn weteuschap mogen hebben uitge geven. Vervolgd wordt niet A of B integendeel als A of B drankjes geett, die niet helpen, waarvan hij zelf weet, dat ze niet helpen zullen, dan mag hij zich toch daarvoor laten betalen: geeft hij verkeerde drankjes, dan wordt hij toch niet vervolgd, omdat hij ondersteld wordt te hebben gehandeld «vol gens de regelen der wetenschap»en als iemand hem een «kwakzalver» scheldt, dan wordt hij daartegen door den strafrechter beschermd. Vervolgd daarentegen en gestraft wordt wel Jacob wel geneest dezewel eischt deze voor zgn genezing geen geld; wel toont men niet aan, dat hij ook maar een eenig mensch benadeeld heeft. Maar als Jacob eens iemand benadeelde; als hg eens verkeerde geneesmiddelen gaf als hij eens evenzoo deed als een weten schappelijk geneesheer vaak doetl Waar zou het dan heen, met het «pres tige der wetenschap» Daarom wordt Jacob gestraft, en loopt de geneesheer, A of B, vrg Bovenstaande juiste beschouwing uit de «Prov. N. Br.» brengen wg in herinnering nu weder een bekend voorstander der homoeopathie vervolgd wordt, wijl hij in een boek aangestreept heeft wat een lijderes die door den dokter opgegeven was, moest nazien, om uit haar eigen huisapotheek nog te kunnen aanwenden. ik Be Standaard heeft indertgd de eer gehad der vinding van het denkbeeld om de arbeiders uit onze groote steden naar het platteland in de nabgheid der stad aan den spoorweg gelegen over te brengen en permanent, uitsluitend voor hen, goedkoope arbeiderstreinen te doen loopen. Van liberale zgde is dit denkbeeld over het algemeen met warmte toegejuicht. Thans opperde dit blad weder een idee dat zeker allerwegen instemming zal vinden. In het artikel «Onze groote magazgnen» stelt hg voor een progressieve belasting te heffen van groote Nederlandsche kleeder- en andere magazgnen, als bgv. in Frankrgk Au bon Marché. Dergelijks toko's worden toch ook bg ons inheemsch. De winsten die zulke magazgnen behalen, zgn progressief. Dat wil zeggen een winkel die 2 maal zoo groot is als een andere, verdient niet 2 maal meer dan die, maar misschien wel 4 maal zoo veelterwgl deze misschien nog geen tiende part wint van wat een slechts 2 maal grooter als zuivere bate heeft te boeken. Uit het oogpunt van belasting is dus progressieve heffing alleszins rechtvaardig. Groote magazijnen deelen de algemeene kosten over meer artikelenen meer omzet. Koopen groot in, dus kunnen lagere prijzen besteden, ze borgen niet. Door verdeeling van arbeid krijgt ieder bediende den voor hem meest geschikten werkkring. Vvat in het eene artikel slap is, wordt op het andere uitgewonnen. De grootheid trekt aan en lokt meer koopers. Tal van filialen in de stad of elders komen het hoofdkantoor nog te hulp. Den winkelstand bedreigen zg in erge mate. In Eigen Hulp en de Broodfabrieken heeft men tastbare voordeelen. Een fabriek doet het werk van honderd afzonderlijke bakkers, die het ten slotte niet meer hou den kunnen. De groote kleedermagazijnen vernietigen om dezelfde redenen de kleinere winkeliers. Toko's, waarin van alles te koop is, knagen ook in ons land reeds aan den levenswortel van den ngveren winkelstand, die gaat dit zoo voort der verkwgning nabg en eindelgk ter verdwijning opgeschreven is. En dan moet de kleinere winkelier volgen. Van hooger opklimmen, zelfs van staande big ven in zgn stand is dan geen sprake meer. Natuurlgk mogen de toko's [niet geweerd worden maar De Standaard vraagt terecht of de overheid niet zorgen kan dat zij met hunne progressieve winst ook progressief in de bedrijfsbelasting getroffen worden. Worden hierdoor echter de belangen van den kooper niet geschaad, vraagt men. Het is met te denken. De hoogere belas ting neemt slechts een klein deel van de winst weg en geeft dus geen aanleiding tot prgsverhooging der waren. Maar dan is noodig dat de tusschenman die door 20, soms tot 100 percent voor zijn makelaarsdiensten te genieten wel wat veel voor makelaarsloon eischt, zijn eischen een weinig matige, opdat de belangen van fabrikant en winkelier en kooper gelijkelijk kunnen gediend worden. De opmerkingen zijn dunkt ons, een ruime, gezonde bespreking waard. Laten de belanghebbenden dit dan doen. Het liberale kabinet Gladstone is wettig opgetreden sinds de Engelsche natie bij de verkiezingen aan de liberale partij de meer derheid bezorgde. De koningin benoemde dus naar grondwettigen plicht uit die meerderheid hare dienaren. In dit licht gezien schijnt ons'de poging door de conservatieve leiders gewaagd om de Ieren tegen de homerule-v/et op te zetten, zeer bedenkelijk toe. Men weet wat wij bedoelen. Ta Belfast, de hoofdstad van Noord Ierland, is onder leiding van den oud minister van Ierland, Balfour, een indrukwekkende be tooging gehouden om bovengenoemde wet te verhinderen. Gedurende zes uren defi leerden voor hem de werklieden er. landbou wers, bgna honderdduizend man sterk, en er waren wel een half miljoen toeschouwers, die zonder protest de verbranding der home- rule-bill aanzagen. Toen de optocht gedaan was sprak Balfour de geestdriftige schare toe in bewoordingen die hem, althans in Nederland, met den strafrechter in aanraking zouden gebracht hebben. Hij stempelde de wet die aan Ierland zijn zelf regeering hergeeft, als een onprac- tische hersenschim van een 83 jarige. Het lust ons niet al de uitdrukkingen op te teekenen, waarmede deze spreker minder of meer dubbelzinnig tot dadelgk verzet tegen de regeering aandrongdoch de wgze

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1