1893. No. 77. Donderdag 30 Maart. Zevende jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE# Schetsen over Middelburg. ONS BINNENHOF. elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prys per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers0.028 UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 een Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere reg meer 10 cent. Onze redactie ontving ter bespreking eene brochure getiteld: de eerste Hollandsche nederzetting in Colorado en het optreden der Nederl. Amerikaansche Land- en Emigratie-maatschappij van nabij beschouwd door J. van Boven. Onzen lezers bidden wjj ons te ontslaan van de droeve taak verder in te gaan op de betreurenswaardige handelingen der be ruchte Maatschappij. Het ongeluk ruim 200 menschen over komen kunnen wij betreuren, diep be treuren, maar niet herstellen. Ook door het herhalen van het, ook door ons blad, in hoofdzaak bekend gemaakte niet. Toch is het onze wensch dat deze bro chure, geschreven door een man, die zich in de moeilijkste omstandigheden als recht schapen mensch en christen heelt gedragen, en eigen belang aan plicht heeft opgeofferd, veel gelezen worde. Deze brochure kan een baken in zee zijn voor de toekomst, kan bedragen tot kennis der waarheid, die alleen triumfeeren kan en kan verguizers en personen- besprekers, als de Prof. Noordbrabanter van 18 Maart b. v. een weinig den mond snoeren. Misschien heeft de lezing van deze bro chure wel tengevolge dit men leert begre pen dat ook onder bet jonge Holland nog andere middelen tot welslagen noodig zijn dan brutaliteit alleen. Indien men meent dat de kwalen der maatschappij het best op homceopathische wijze kunnen behandeld worden, dan is vrouw Blommers, bijgenaamd Oranje Ka, van Utrecht, op 'toogenblik de beste arts. Gelijk de homoeopaat kou door koude, en warmte door hitte tracht te genezen, zoo stelt vrouw Blommers tegenover de ruwheid j der socialisten hare grootere ruwheid. Menige courant geeft een proefje van het optreden van dat «wijf». Ons trekt zoodanig optreden allerminst aan. Vergeldt niet kwaad voor kwaad, noch schelden voor schelden. Zeker, wie zal het ontkennen, de socia listen treden ruw op, zy prikkelen wel eens tot toorn, misschien meer nog tot vrees. Maar ook de ruwste socialist is een mensch, wellicht een mensch wien nooit een andere hemel is gepredikt, dan een waarin weinig gewerkt en veel verdiend wordt. Hy jaagt naar dien hemel, maar de poort gaat nooit voor hem open. En dat ver bittert hem. Is het nu de goede weg om door ruwheid hem nog meer te verlagen, of door het reiken van de hand hem zoo mogelijk opteheffen Een toon als vrouw Blommers aanslaat is verboden en is onpractisch bovendien. FEUILLETON. XXIV. Het was in 1523 dat zich \oor 't eerst de sporen van Lutherye in Middelburg openbaarden. Tusschen 1523 en 1566 liggen drie en veertig jaren. En na die 43 jaren was de openbare prediking van de Nieuwe Leennge in Middelburg een feit. Toen we in ons vorig hoofdstuk afscheid namen van het voor de geschiedenis zoo belangrjjke jaar 1566, vargaderden in die schuur buiten de Zuiddampooit, op die door de natuur zelve gevormde forleres Zondag op Zondag de Gereformeerden van het toenmalige Middelburg, en onder die Gere formeerden telde men niet meer als de rap porten van vroegere jaren zeggen: ruigte van volckmaar ook aanzienlijken,JookJleden van wet en raad. Wij, levende in de negentiende eeuw, met haar ver, misschien al te vergedreven, individualisme, zullen) ons wel nooit de be- teekenis in al haar omvang van deze om keering kunnen voorstellen. Men behoeft de autoriteiten der 16de eeuw nog niet allen voor beulen en tyrannen aan te zien, Bij het aanschouwen hunner daden. De kalme geschiedvorscher die het ver mogen heeft eenigszins integaan in de denkbeelden van anderen, begrijpt eeniger- mate de beteekenis van de scheiding door de reformatieder zestiendeeeuw teweeggebracht. Eene scheuring in die compacte massa die in vollen nadruk voor velen de Moeder kerk, de representante Gods op aarde was, het kon niet anders dan tot eene ongekende beweging aanleiding geven. Vliegen kan men vangen met azijn, maar f beter toch met stroop. En zouden de menschen in dit opzicht niet aan de vliegen gelijk zijn? Het is een zeer gewoon spreekwoord en eene waarheid tevens, dat men door het zien op minderen het best tevredenheid leert. Als aller kruis op de markt te kijk lag, voorzeker gij zoudt wegloopen met het uwe, zegt men. Zoo gaat het ook met de klachten over onze woonplaats. Gy hebt, o Allerhoogste Koning, de plaats bepaald van mijne woning. Dat ia een eeuwige waarheid. Waar geen haavan ons hoofd valt zonder Zijnen wil is ook onze woonplaats bepaald, en geen wenschen en geen murmureeren zijn in staat daarin veranfering te brengen. Wilt ge een blik vestigen op een dor plekje door onze natuurgenooten bewoond, laat ik u dan iets van IJsland vertellen, Zoo nu en dan beschreef ik u een be voorrecht plekje, als de Belgische Noord zeekust op een Zaterdag-middag te Londen, laat ik nu uwe aandacht vragen voor een sober plekje grond, een arm en klein Pool-eiland, maar toch ook deel uitmakende der giootsche Schepping Gods. IJsland is het land der vulcanen en der aardbevingen. Tusschen bergen en dalen openen zich hier enj daar kraters, waaruit de lavastroom vloeit. Een dof gerommel hoort men uit de diepte der aarde. Vulcanische asch stijgt overal omhoog en wordt door den wind overal heen gedreven. De welgronden worden daardoor niet zelden in eenige oogenblikken tot woestenijen vervormd. De eentonigheid van deze woestijn, afge wisseld door groene weiden en door deze alleen, wordt gebroken door bergstroomen, die op hun beuit rivieren door den lava- grond doen bruischen, rivieren hier en daar door watervallen gestuit, en zich verliezende in de ijsvlakten. Het eenige meer op dit eiland heet het muggenmeer, naar de tallooze zwermen muggen, die 'zweven over zijn oppervlakte; zyn grenzen worden bepaald door vuur spuwende bergen, kraters, zwavelgroeven en modderpoelen. Boven dit Noordsche eiland vonkelen maan en sterren in de nachten van den langen, langen winter, tweemaal zoo helder als in onze gematigde luchtstreek. Het Noorderlicht met zijn roode, gele en groene tinten zet het nachtelijk landschap in gloed. Het donkere hemelblauw weerkaatst op het landschap, zoodat by dag alles blauw schijnt, terwijl tegen den avond luchtspiegelingen en dwaallichten menigeen den dood doen vinden in de donkere ra- vynen, of tusschen de lavavelden. Dat is de natuur in IJsland, vreeselijk en angstwekkend. En wie woont daar? De regeering van Middelburg was, door irenischen zin, door verdeeldheid in eigen boezem, of door vrees voor opstand in eigen boezem niet tot vervolging gezind, maar achter die regeering stonden anderen. Zij stond in het gelid en werd door anieren gedrongen. Vooruitklonk het commando in 1567. Het was op den len Februari 1567 dat de regeering van Middelburg vergaderd was met deu Baljuw. Op hun verzoek was verschenen de predikant de Hoorne met zijn kerkeraad. De Voorzitter deelde den heeren mede, dat een brief gedagteekend 26 Januari 1567 was ontvangen van de Landvoogdes, waarin zij meldt dat weldra de komst des Koniogs in de Nederlanden en bepaaldelijk ook in Middelburg wordt verwacht. Daarom is het verzoek der Landvoogdes dat de Magistraat van Middelburg alle raogelyke middelen te baat neme om te doen ophouden de uit oefening van de nieuwe Religie nis niet aangenaam zynde aan zijne Koninklijke Majesteit. De Voorzitter. Ik heb u dus te verzoeken Mijne heeren, op te honden met alle uitoefe ning van uwen godsdienst, om redenen hier genoemd. Ik wil dit slechts aandringen door het voorbeeld van Valenciennes, dat ook gehandeld heeft tegen de bevelen van Z. M. en dientengevolge tot vyand verklaard is, en door Noircarmes belegerd wordt. De Hoorne. Mag ik copie vaa dit schryven verzoeken en tien dagen uitstel tot be antwoording Op 10 Februari verscheen de Hoorne op nieuw met zyn kerkeraad in de verga dering, en zegt ook namens den kerkeraad; Een sterk ras, gehard door den strijd in eene moeilijk, gevaarlyk leven. De huizen zyn meest allen van hout, omdat de korte zomer niet geschikt is om de natte steenen huizen voldoende te drogen. Vleesch en visch is het hoofdvoedsel en de handel in die artikelen de bron van bestaan voor de IJslanders. Het verkeer met de buitenwereld heeft plaats door stoombooten die twaalf maal 's jaars van Kopenhagen naar Reykiavik, de eenige en hoofdstad van IJsland varen. Priesters en predikanten zijn tevens onder wijzers der jeugd en logementhouders, want logementen zijn er niet. De hoofdstad alleen heeft een school voor meer uitgebreid onderwijs. Ziedaar het kale land, zonder boomen of bosschen, zonder steden of monumenten, het Pool-eiland zoo schaars door de natuur bedeeld. Is het niet waar dat wij redan van dank hebban voor het schoone en het aangename van onze woonplaats Nadat het Paradijs verloren is, brengt de aarde overal en ten allen tijde distelen en doornen voort, maar ze zijn op de eene plaats toch grooter dan op de andere, en steken meer ook. Laat ons dankbaar zyn indien we niet de ergste hebben gevonden. Zestien jaren geleden zweefde de naam van Mina Kruseman op veler lippen. De jonge schoone tooneelspeelster had zich het onderwerp van bewondering weten te tooveren van het beschaafde en ontwikkelde, het denkende en kunstminnende publiek. Het regende bloemen en kransen op het levenspad dezer zangeres, die er zich eene eere in stelde, strijderes voor de rechten der vrouw, voor de aanbidding van haren vriend Multatuli en voor de opvoering van zijn Vorstenschool te zijn. Eigenlijk gevoelde iedereen iets voor deze actrice van Le Gras en Haspels, dat exen- trieke, onzinnige, dappere, mannelyke, ver heven overprikkelde, brutale meisje, die mannen haatster, die bandelooze vrouw welke met een revolver onder 't hoofdkus sen sliep, schold op de Nedeilandscha wetten en niet graag trouwen zou, wijl zij vrij wilde blijven. Een koetsier die baar eens gereden had, weigerde fooi en betaling, wijl hij haar gereden had Maar sedert dien tijd is Mina naar Indië gegaan, in het huwelijk getreden, naar Frankryk verhuisd en door de oppervlakkige bewonderaars in Nederland vergeten. Dezer dagen kwam zy in haar vaderland terug om in Amsterdam, naar zij zelf zeide, een stille woning te huren. Parijs was zoo «ik weet niet wat» en zijzelf was nu getrouwd, «maar niet voor de wet weetje, daar ben ik trotsch op.» Het zijn de eigen woorden waarmede «mevrouw» Wilhelmina Jacoba Paulina Rudolphine Wy hebben gisteren de viering van het Nachtmaal opgeschort tot nadeel der gemeente. De predicatiën kunnen wij niet doen ophouden, omdat wy gelooven Gode meer gehoorzaam te moeten zyn dan de menschen. Bovendien hebben we vernomen dat te Gent, te Amsterdam en op andere plaatsen nog steeds de openbare prediking wordt toegelateu, daarom meenet» we dat bet niet best voegen zou, als zynde een minder consistorie dan die van Gent, Antwerpen en Amsterdam, het eerst de prediking te doen stilstaan. Wy verzoeken daarom nog acht dagen uitstel om te zien wat anderen doen. De Voorzitter. Gij moogt welde eerste zijn in gehoorzaamheid. Daartoe hebt ge niet op anderen te zien. En bovendien ge hebt voorbeelden genoeg. Ziet op Friesland, daar is men gehoorzaam aan de bevelen geweest. Ziet op Valenciennes en Doornik, daar is men ongehoorzaam geweest. En het is te vreezen dat het de stad om uwe ongehoorzaamheid kwalijk zal vergaan en dat de goeden met de ongehoorzamen zullen moeten lyden. Daarom verzoeken we u nogmaals op te houden met uwe godsdienstoefeningen. De Hoorne. Maar andere plaatsen op dit eiland hebben geen schry ven ontvangen. Wij blijven nog acht dagen uitstel vragen. De Voorzitter. Dit kunnen we alleen toestaan op voorwaarde dat althans in die acht dagen geen Godsdienstoefening van uwentwege gehouden worde. De Hoorne. Neen, dat kunnen we niet beloven. De Voorzitter. Dan beschuldigt Baljuw, Wet en Raad u van ongehoorzaamheid. Nog beproefde de Magistraat een uitweg. Kruseman zich deze week by haar vriend «publiek» weder inleidde. Maar publiek» was erg achteruitgegaan Achteruitgegaan in waardeering barer talentenmaar ook in getalsterkte. Slechts enkele vrienden lieten zich te Amsterdam in Maison Stroucken zien, meest allen a la mode van 1870. En te Rotterdam trad zy op in een groote leege zaal, voor 12 of 13 menschen, ongezellig her- en derwaarts verspreid, om klankloos eenige hoofdstukken voor te lezen uit een roman over Indië, dien de schrijfster weldra hoopt uit te geven. Het verslag in de bladen zegter waren 12 menschen en niemand dezer twaalf vermocht zij te bneien. Zoo vergaat de -roem der wereld. Busken Huet in zijn goede dagen had wel gelijk toen hy beweerde dat roem zelfs het halve zand van éénen kerkhofs- schop nog niet waard is. Men mag van Groningen zeggen wat men wil. Het modernisme heelt daar op maatschappelijk en vooral op geestelyk gebied veel, onherstelbaar veel kwaads ge sticht. Maar het is ook waar dat ia dat zelfde liberale Groningen de waardeering der talenten van mannen uit de tegenpartf sterker uitkomt dan elders, byv. op onder wijsgebied in onze eigene provincie. Lezen wy in de examens-commissie voor Zeeland slechts den naam van éen chr. onderwijzer den heer Rademaker in Gronin gen zagen wij enkele namen onzer kennissen waaruit wij opmaken dat minstens vijf hoofden van chr. scholen in die provincie als lid of plaatsvervanger in de examens commissie zitting hebben. Het zyn de heeren Weersma, Wirtz, Bosloper en Jager, resp. te Groningen, Bedum. Slochteren en Oost- wold, en Mej. Daubanton te Groningen. 29 Maart 1893. Goes. Benoemd tot Deurwaarder by de arrondissements-rechtbank te Zierikzee, de heer L. M. van Kogelenberg alhier. De secretarie van verschillende ge meenten zal op Maandag den 3 April, uithoofde van den 2den Paaschdag, gesloten zyn. Tot het doen van aangiften voor den burgerlijken stand zal gelegenheid gegeven worden des voormiddags van 11 tot 12 uren j Prov. blad no. 36 bevat de herinnering van den Cemmissaris der Koningin aan de Ministerieele aanschrijving van 2 Mei 1887, no. 878, afd. K. W., waarby de Burgemeesters zijn uitgenoodigd om van elke opgraving of ontdekking, welke voor de oudheidkunde van belang is, onverwijld kennis te geven aan den Directeur van 's Ryks-Museum van oudheden te Leiden. De verkiezing te Middelburg (de eerste in dit jaar, die volgens de nieuwe kiezerslijsten zal geschieden) ter vervanging van wylen mr. Lantsheer, is bepaald op Vrjjdag 5 Mei Adriaan Jacob Joosz. Burgemeester, Andries Jacob Oortsz. Schepen, en lid van den Ker keraad en Simon Jansz. van Rome, Raad, eveneens lid van den kerkeraad, verklaarden zich bereil eene poging te beproeven om hen te bewegen tot het aflaten van hunne preuicatiën. Die heeren gaan op 12 Februari de taak door hen opgenomen volbrengen. Zij bewijzen een keer te meer de waarheid van het gezegde van een onzer tydgenooten dat het groene kussen zoo glad is. Hun positie in Wet en Raad noopt hen toe te geven. De politiek doet hen afglijden, en onder de kerkeraadsleden der eerstgeborene Gereformeerde kerk zyn mannen die zei ven gaan pleiten voor het staken der godsdienst oefening. 01 hij die ziet en weet wat er omgaat in onze zooveel.kalmer dagen, nu geen nood of dood dreigt, nog meer, hij die ziet en weet wat er omgaat in eigen hart en leven om van de verzoekingen des levens verschoond te zijn, breekt den staf niet over deze mantien. Maar hun verzoek werd opnieuw, en nu voor het laatst, afgeslagen. Door het geloof hebben zij verkozen liever met het volk Gods kwalyk gehandeld te worden, dan voor een tyd de genietingen der zonde te hebben, achtende de ver» smaadheid Ohristi meerderen rijkdom dan de schatten in Egypte, want zy zager, op de vergelding des loons. De prediking in het bekende pakhuis werd in Februari en ook nog in het begin van Maart voortgezet. Maar met het zwaard boven het hoofd. En dat zwaard hing aan eenJ haartje,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1