f893. No. 70.
Dinsdag 14 Maart.
Zevende jaargang.
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIE»
Rechtvaardigheid
Middelburg. Heden is de Justitie van
hier, vergezeld van de artsen Berdenis van
Berlekom en Meijer, naar de gemeente
Ellewoutsdijk vertrokken, teneinde een
onderzoek in te stellen naar een vermoede
delijk aldaar gepleegden kindermoord,
V ERSCHlJ'T
ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prg? per drie maanden franco p.p. f0.95.
Enkele nummers ƒ0.026.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regel* 50 cent, iedere regel
meer 10 cent;
Zij die zich met 1 April a. s.
op~öns blad abonneeren, ontvangen de
in dit kwartaal nog verschijnende num
mers gratis.
Daar is in de geschiedenis der buitenland-
sche politiek een moment gekomen, dat in
't bijzonder onze aandacht vraagt.
Daar is eene uiting van rechtsgevoel, een
streven naar rechtvaardigheid optemerken
dat het hart goed doet.
En dat maar al te zeldzaam is.
'tls waarlijk of onrecht herstellen, schuld
erkennen niet voorkomt in de wet van
hem of hen die het bewind, klein of groot,
in handen hebben.
En toch, wjj struikelen allen in vele.
De eerste minister van een der grootste
en machtigste koninkrijken van Europa
denkt er anders over, en het strekt hem
tot eere.
Het was de eerste minister van Engeland
die voor weinige jaren verklaarde omtrent
Transvaal verkeerd ingelicht te zijn, en de
Zuid-Afrikaansche republiek vrij verklaarde.
Het is de eerste Minister van Engeland,
die in de kortste maand van '93 verklaart
het geschonden recht tegenover Ierland te
willen herstellen. En de meerderheid van
het Engelsche parlement wil hem, naar
het schijnt, hierin helpen. Tenzij de oppo
sitie van conservatieven en parnellisten die
den dag van behandeling wdlen vertragen,
het winnen mocht, zal aanstaanden Donder
dag het Home-rule ontwerp in bespreking
komen.
Gladstone, de «groote oude man» wil
niets liever dan dat eindelijk eens rechtvaar
digheid betracht worde tegenover het arme
Ierland.
Daarop de attentie te vestigen is een
dankbare taak.
Lqdenden zijn reeds daardoor alleen van
de sympathie van ieder weldenkende ver
zekerd. Het tragische lijden der arme Ieren
heeft het Groene Erin tot een interessant
land gemaakt voor ieder die de geschiedenis
volgt, die zich ontwikkelt onder zgn oog.
Kapitein Moonlight en de Fenians, ob-
structionisme en absentéisme zjjn woorden
zoo nauw aan de geschiedenis van Ierland
verbonden, dat we die slechts in 't geheugen
behoeven te roepen, om de snaar van mede
lijden in het gemoed van menigeen te
treffen.
En wat de ellende vermeerderde, het is
de wanhopige klacht dat niemand weetin
die ellende eenige verzachting te brenge".
Ierlands bodem deed eenmaal niet oniie.-
in vruchtbaarheid voor die van hare zusteren
in het Vereenigd Koninkrijk.
Maar die tijd is lang voorbij.
Het landbezit in Ierland, in weinige han
den vereenigd, van rjjke Lords buiten
Ierland wonende, ging trapsgewijze achteruit,
en onze vroegste herinneringen spreken reeds
van hongersnood in Ierland, meer dan in
eenig land van Europa.
Het was ten gevolge van het mislukken
van den aardappeloogst in 1845.
De bodem van Ierland was uitgeput en
niet in staat iels meer dan gras en aard
appelen voort te brengen.
De aardappel is voor Ierland de staf des
broods. Mislukt de aardappeloogst dan is
Ierlands ellende niet te overzien. Daarom
werd dan ook in de jaren die op 1845
volgden, Ierland ontvolkt. In die bange
jaren had er een massale landverhuizing
van Ieren naar Noord-Amerika plaats,
waardoor het Iersche element van beteekenis
werd in de Vereenigde Staten.
Van later dagteekening, omstreeks 1870,
is de opkomst der Fenians, eene partij die
met geheimzinnige macht het Engeland zeer
lastig maakte. Sluipmoorden en boycotten
was aan de orde van den dag. Het obstruc-
tionisme der Ieren in het Engelsche Parle
ment en het optreden van den vurigen
Ierschen protestant Parnell ligt ieder nog
versch in 't geheugen.
Ierland is overwegend Roomsch-katholiek.
Voor een veertigtal jaren trok Ierland in
't bjjzonder de aandacht der protestantsche
christenheid in Europa. Er ontstond toen
eene godsdienstige opwekking gepaard
gaande met vele overgangen van de Roomsche
tot de Protestantsche kerk.
Het was de welbekende Fransche predi
kant Napoleon Roussel aan wien toen
Europa *gne kennis van Ierland voorname
lijk dankte.
Schoon en klagend dichtte Thomas Mooie
reeds in het begin onzer eeuw zijn harp
van Erin. Die nationale klacht drong door
en verspreidde zich over de breede wateren
die het arme schiereiland omspoelen. Die
klaagstem drong door, tot heinde en verre,
maar werd ook van nabjj gehoord.
En het was de toen reeds grjjze Gladstone
die in '86 pleitte voor de zelfstandigheid
van Ierland.
Home Rule bezorgde toen den val van
Gladstone.
Het is nu zeven jaren later. En weder,
nog eenmaal is het Gladstone vergund te
pleiten voor Ierland. Hij had den moed om
te pleiten voor rechtvaardigheid, en aan het
Engelsche Parlement te zeggen dat èn uit
een oogpunt van landbezit, èn van regee-
ringsbeleid, èn van godsdienst Ierlandmeer
als een wingewest bejegend is, dan aange
merkt als een deel van het rijk. Dat de
overheersching van het Engelsche Parle
ment, nu honderd jaren lang van een bloeiend
land nu eon arm en ellendig land heeft
gemaakt. Dat in de heftige oppositie der
Ieren nu jaren lang in het Parlement ge
voerd, een kern Jvan gegronde klachten
school tegen de achteruitzetting van een
gansch volk, en dat ieder Britsch Staatsman
het zich tot een eeie rekenen moest recht
vaardigheid te betrachten tegenover Ierland.
Dat zeide da veteraan van Europa's
staatslieden. De drie-en-tachtigjarige die een
gansche geschiedenis over zijn hoofd had
zien gaan, en daaraan deelgenomen had.
In datzelfde parlementsgebouw zag hij
Bright en Cobden, Disraëli en Northcote.
Hij nam deel aan den strijd over protectie
of vrijhandel, aan den strijd over de ont
wikkeling of verdrukking der Iersch-Pro-
testantsche kerk en aan zooveel meer dat
het Vereenigd koninkrijk in onze eeuw
heeft bewogen.
En nu na zestig jaren als een ster van
de eerste grootte aan den politieken hemel
te hebben geschitterd, heeft hij onder on
gewone belangstelling, de vrijmaking, de
Pacificatie van Ierland op zijn program
geplaatst.
Op welke wgze Gladstone die rechtvaar
digheid betrachten wil is in een onzer
voorgaande nommers reeds gemeld. Voor
heden was het ons slechts te doen om
het opwekkend feit onder de aandacht te
brengen, dat een man als Gladstone zich
verheffen kan tot eene hoogte waaropmen
onrecht erkent en fouten tracht te her
stellen.
En dat is waarlijk een niet alledaagsch
verschijnsel.
Aan het vaderland zijn in de vorige week
in de kracht des levens twee mannen ent-
vallen, die hoe verschillend van richting ook,
toch daarin overeenkwamen dat zij het
goede voor staat en gewest en medeburgers
naar hun beste weten hebben gezocht. In
verschillende kringen zal hun gemis diep
gevoeld worden, en hun naam zal voortleven
in de achting van vriend en tegenstander.
Het zijn de heeren W. M. Oppedijk lid
der staten van Friesland, en J. C. Lantsheer
lid der staten van Zeeland voor het district
Middelburg.
Eerstgenoemde was tevens lid der tweede
kamer voor Harlingen.
De heer Oppedijk overleed te IJlst in den
ouderdom van 53 jaren de heer Lantsheer
te Menton op den leeftijd van 58 jaren.
Deze laatste was tevens commissaris van
den polder Walcheren en oud-burgemeester
van Domburg.
s
Op gezag der Hollandsche bladen meldden
wij dat het voorstel Kielstra om de schut
terijen op Zondag te doen plaats hebben,
dus om de afschaffing door Donner bedoeld,
te beletten, met 39 tegen 38 stemmen was
aangenomen en dat de heer v. d. Borch
stemde met de meerderheid. Uit het Bijblad
(Handelingen bl. 868) big kt ons echter dat
de heer v. d. Borch met de minderheid
stemde en het voorstel Kielstra met 40 tegen
37 stemmen werd aangenomen.
Het is te bejammeren dat bg deze stem
ming de antirevolutionaire leden Beelaerls,
A. en G. v. Dedem en Schimmelpenninck en
het roomsche lid Kolkman toch allen wel
om wettige redeuen? afwezig waren.
(De heer Oppedijk is inmiddels overleden).
Tegen het beginsel schutterijen op Zondag
bg de wet voor te schrijven, wat stilzwij
gend inhoudt dat zij waren voor het beginsel:
afschaffing der schuttersdiensten op den Dag
des Heeren, stemden 16 antirevolutionairen
(Huber, Donner, Havelaar, Seret, v. Velzen,
v. d. Velde, Lucasse, v. Löben Seis, Brantsen,
A. en T. Mackay, v. d. Borch, Keuchenius, De
Geer, v. Alphen en v. Bylandt)5 rooraschen
van deSchaepman-groep (Schaepman, Bevers,
v. Berckel, Michiels en v. d. Schrieck2
radicalen (Tijdens en Gerritsen); en 14
liberalen (Hennequin, Roëll, Ferf, Kerdjjk
Gleichman, v. Delden, Rutgers, Bool, Land,
Cremer, v. Ggn, Mees, de Beaufort en Pyt
tersen).
De heer Donner, hoffelgk en beslist als
altgd, zeide na dezen uitslag
Tengevolge van de aanneming van het
voorstel Kielstra, verklaar ik hierbij mijn
voorstel in te trekken. Intusschen wensch
ik met een enkel woord mijn erkentelijkheid
te betuigen aan u, Mijnheer ae Yoorzitter,
en aan den griffier, voor de bereidwilligheid
m(j betoond bjj de indiening van dit voorstel,
en ook aan hen die in de afdeelingen en
bij de openbare behandeling zich aan mijn
zijde hebben geschaard en zeker voor mijn
voorstel zouden gestemd hebben.
Het smart mg dat ik mgn doel niet kon
bereiken. Maar geheel zonder resultaat is
mijn poging in het belang der bezwaarden
tegen het schutteren op den rustdag niet
gebleven, want de gedachten uit veler hart,
ook in deze Kamer, omtrent de heiliging
van den Zondag, zijn daardoor openbaar
geworden.
Openbaar geworden. En toen wist de
man nog niet op hoe lichtzinnigen toon
een groot deel der groote pers zich over
zgn besluit zou uitlaten.
Daarvan een bloemlezing te houden, lust
ons niet. Maar wjj hebben alle redenen
om den heer Donner toe te stemmen
Veler gedachten zjjn openbaar geworden
voor of tegen de heiliging van den Christe-
telijken rustdag.
Tot de preciosader Provinciale Bibliotheek
van Zeeland aldus schgft de heer O(ranje)
te A(msterdam) in het laatste nommer der
Heraut behcort ook een manuscript in
twee deelen groot folio, behelzende eene
vertaling van de historische boeken des Ouden-
Testaments, van de hand van Hermannos
Fauckelius.
Na eene korte beschrijving van het werk
zame leven van dezen bekenden Middelburg-
schen predikant gegeven te hebben, wordt
de aandacht aldus op dit handschrift
gevestigd
«Het behelst niet alleen de vertaling van
Genesis tot en met Esther, maar ook vindt
men boven elk boek en boven ieder hoofdstuk
een beknopte inhoudsopgave. Aan den kant
plaatste Fauckelius korte lemmata en achter
ieder hoofdstuk liet hij tal vanjaanteekeningen
volgen. Reeds een oppervlakkige inzage van
dit handschrift verbaast ons. Men kan zich
ter nauwernood eene voorstelling vormen
van de buitengewone werkkracht van den
man die op zestigjarigen leeftijd te midden
van velerlei andere bezigheden, waarvan de
rijke acta der classis Walcheren weten te
getuigen, nog tijd en moed kon vinden tot
zulk een gelukkig volbrachten arbeid.
Het schrift is keurig net, de bewerking
uitnemend. Met stipte nauwgezetheid is
zwarte, blauwe en roode inkt gebruikt, en
de letters verschillen in soort en grootte.
En wat de vertaling zelve betreft, deze
bezit vele verdiensten. Daartoe reken ik
niet, dat zg over 't algemeen vrjj letterlgk
is. Daardoor is zgne wgze van uitdrukking
soms gewrongen. Ook verraadt een enkele
maal zgne taal zgn Vlaamsche afkomst.
En wie weet dat Fauckelius in 1625 stierf
begrijpt natuurlijk ook dat hg zich niet kon
gedragen naar de taalregels, welke men in
1628 te Leiden vaststelde.
Maar daar staat tegenover, dat hg het
schoone «du» en «dg» door Marnix zoo fier
verdedigd, door onze Staten-vertalers helaas
vermoord, behield. Vaak is zgn woordenkeus
zeer juist en vindt men eene veel meer ver
staanbare uitdrukking, dan later in de
Staten-vertaling werd opgenomen.
Maar wat vooral waarde geeft aan dit
werk, zijn de hoogstbelangrgke en uitvoerige
aanteekeningen. Meestal bewegen ze zich
op het gebied der archeologie, in ruimen
zin genomen; veelal citeeren ze de Septu
agint of uitspraken van kerkvaders en
klassieke schrgvers, en niet zelden richten
ze zich polemisch tegen de wangevoelen»
der Roomsehen, Remonstranten en Weder-
doopers dier dagen».
«In een woord aldus eindigt de
schrgver «het manuscript is van belang
voor den man van studie, om er zgne
kennis door te vermeerderen en in zgn gver
geprikkeld te worden. Voor den man des
geloofs, om te zien wat wetenschap, door
Christus geheiligd, vermag bij te brengen
tot dieper inzicht in het Woord. En ons
allen kan deze eerezuil dien Fauckelius zich
zeiven stichtte, brengen tot of versterken
in de overtuiging, dat de Gereformeerde
belijdenis, beleden en beleefdmannen
kweekt in den waren zin des woords. Want
ook Fauckelius heeft zoo uitnemend een
werk alleen kunnen leveren, omdat hij
inderdaad Gereformeerd was, dat is omdat
hij behoorde tot die Calvinistische vaderen
die in de vreeze Gods zoo wondere kracht
ontwikkeld hebben».
Omdat zoovele ZeeHwen ook ontwik
kelde Zeeuwen, onbekend zijn met de schatten
van wetenschap op hunnen bodem verworven
en bewaard, achtten we de Zeeuw geroepen,
aan de bekendmaking van dit merkwaardige
handschrift in haar kring, die de naaste is,
mede te werken.
13 Maart 1893.
Naar de N. R. Ct. meldt, zal de
kapitein W. M. H. Anten, van het 5de reg.
iot. te Amersfoort, binnenkort wegens
lichaamsgebreken den dienst met pensioen
verlaten.
De ingenieur 2e klasse der marine J
't Hooft wordt met 1 April a. gedetacheerd
te Vlissingen tot het houden van toezicht
bg den bouw van een ramschip, in aanbouw
bg de Mg. «De Schelde» aldaar.
De reden waarom de Belgische grenzen
weder opengesteld worden voor Hollandsch
vee is gelegen in de smokkelarij. De gren
zen waren nu nl. alleen opengesteld voor
den invoer van vee afkomstig uit Zeeuwsch-
Vlaanderen. De Hollandsche veekoopers
evenwel die hun vee in België van de hand
wilden doen, verkochten het nu eerst aan
opkoopers in Zeeuwsch-Vlaanderen, die de
beesten enkele dagen op stal hielden, om
ze daarna voorgevende dat zij uit Zeeuwsch
Vlaanderen afkomstig waren in België in
te voeren.
Ingevolge machtiging van H. M. de
Koningin-Weduwe, Regentes, is aan de
pantserschepen, waarvan de bouw is opge
dragen aan de Koninklijke Maatschappij
De Schelde, te Vlissingen, de Nederlandsche
Stoombootmaatsch., te Rotterdam, en aan
's Rijks wert te Amsterdam, respectievelijk
de naam gegeven van Evertsen, Piet Hem
en Kortenaer, en is de naam van het tegen
woordige? fregat Evertsen (veranderd in
Neptunes.
Bij kon. besluit benoemd tot majoor
bg het le regiment infanterie de kapitein
J. van Maaren van het 7 e, vroeger luitenant
adjudant bg het 3e, in garnizoen te
Vlissingen.
Bg kon. besluit is eervol ontslag verleend
aan M. Schooff als dijkgraaf van den polder
den Oosteren ban van Schouwen. Benoemd
tot voorzitter van het bestuur der water-
keering van het calamiteuse waterschap
Tienhonderd en Zwarte P. de Bruijne;
Tot veldwachter te Kloetinge is
aangesteld H. J. Siholten politieagent te
Middelburg.
Tot opzichter bij 'den polder Anna
Jacoba onder St. Philipsland is benoemd de
heer M. W. Berrevoets te Cadzand.
Door de commissie uit den schutters
raad te Vlissingen is aan den heer J. H.
Houbaer gegund de levering van de uniform-
kleeding (jassen, pantalons en achouderpas-
santen) en aan den heer L. F. Dert die van
de chacots-
Door ingelanden van den Nieuw-Noord-
Bevelandpolder is besloten tot het maken van
een inlaagdjjk in dien polder. De kosten
van dit werk worden op ongeveer f 20.000
geraamd. Het voorstel werd met twaalf
tegen drie stemmen aangenomen, nadat
eene wijziging gebracht was in de richting.
Benoemd tot inspecteur van Politie
te Leeuwarden de heer Aart Marcusse te
Katwijk aan Zee, geborenjte Camperland.
Aan den len provoost D. de Bakker
geboren te Wolfaarlsdijk en dienende op
Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, is
onder het houden van eene groote parade
het eereteeken van belangrijke krijgsver.
richtingen in Atjeh(18731890) uitgsreikt,
Tot concierge van het informatie-bu
reau van de Vereeniging tot het bevorderen
van het vreemdelingenverkeer in Walche
ren te Middelburg is benoemd de heer
H. Belt, gepensioneerd sergeant-majoor O.-I.
jeger, te Katendrecht (M. C.)
De nieuwbenoemde majoor Jonkheer
A. C. J. Wittert heeft Zaterdag het
bevel over het 2de bat, 3de reg. Infanterie
aanvaard.
Kapt. Opstelten, van het 3e reg. in
fanterie te Middelburg, wien wegens ziekte
een verlof van twee maanden is verleend,
zal binnenkort den dienst met pensioen
verlaten.