1393. No. 67.
Dinsdag 7 Maart.
Zevende jaargang.
PRIJS DER ADVERTENTIES
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. IVHUU, te Middelburg.
De leer van Malthus.
ii.
ZSilüW
VERSCHUW?
UITGAVE VAN
elken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Pry? per drie maanden franco p. p.
0.95.
EK
Familieberichten van 1 5 regel? 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
f 0.025.
meer 10 cent.
(Slot).
Waarop rust nu deze gansche theorie
Op eene onbewezen stelling, eene hypo
these, die door de ervaring bewezen wordt,
valsch te zjjn.
Malthus neemt aan, dat de verdubbeling,
die hy by het bevolkingscijfer der Noord-
Amerikaansche koloniën waarnam, steeds
zal doorgaan.
Dit nu is onjuist geredeneerd. Een per
soon groeit in de eerste jaren zijns levens
veel meer dan op lateren leeftijdvolwassen
geworden, neemt hjj zelfs niet meer toe
in lengte, hoewel soms in dikte; daarop
volgt, bij den normalen loop der dingen,
een tjjdperk van verval en ten slotte de
dood. Wat wjj nu by personen bespeuren,
is ook in het algemeen het geval met
natiën en stammen. Zij ook kennen een
tijdperk van snellen groei, van rjjpe kracht
en van verval.; Het is waar, dat volken in
den regel niet gansch uitsterven, maar
onder andere namen voortleven of zich
vermengen met andere stammen. Doch dit
is eerst dan het geval, als hunne geestkracht
gebroken en hun aantal zeer verminderd is.
Hunnen, Vandalen, Oostgothen, wier talrijke
benden eens in Europa en Afrika dood en
vernieling brachten, hebben niets nagelaten
dan hunnen naam, al heeft misschien een
enkele nomaad in Siberia's steppen nog de
trekken van den Huu bewaard en al zyn
eenige druppelen Vandaalsch bloed gemengd
met dat van Barbarjje's bewoners. De oude
Egyptenaren leven nog slechts in de niet
talrijke Kopten voort. De Australiërs zijn
bijna verdwenen evenals de Maöres. Waar
zijn de machtige natiën, die eenmaal aan
Tigris en Eufraat hunne woonplaatsen
hadden Wat zeggen ons die streken, waar
zich voorheen duizenden verdrongen in de
drukke straten ot op de woelige markt, en
waar thans enkele bewoners van armoedige
hutten luisteren naar het geschreeuw van
den jakhals, die ronddoolt tusschen ruïnen
Babylonië is eene verlaten woestenij i
Bagdad heeft van zijne 2 millioen inwoners
er slechts 40000 overgehouden Nineve is
het graf van vroegere grootheid; Seleucia,
dat in het jaar 116 v. C. nog 600000 in
woners telde, bestaat niet meer. Van de
200 belangrijke steden welke in die landen,
thans als Aziatisch Turkyë bekend,
bloeiden, zijn als voorname plaatsen al
leen Smyrna en Damask us overgebleven.
Griekenland en Turkjjë bevatten vroeger
meer bewoners dan thans. Overblijfselen
van besproeingswerken in Spanje, en
thans weinig bewoonde streken wijzen op eene
grootere dichtheid van bevolking, dan de hui
dige. In Italië was die ook waarschijnlijk
grooter, terwijl Egypte oudtijds een veel
aanzienlijker getal menschen onderhield dan
heden ten dage. Noord-Afrika, ten westen
van het Njjldal, was onder de heerschappij
der Romeinen een vruchtbaar korenland.
In het tegenwoordige Tunis lagen pl. m.
300 stedenin Numidië vond men in de
4e eeuw onzer jaartelling 123 bisschops
zetels; in de nabijheid van Algiers golfde
het graan op welige akkers. Wjj zien dus
dat de landen, waar de oude beschaving
zetelde, vroeger duizenden voedden en bo
vendien een aanzienlijken uitvoer hadden,
terwijl zij heden met uitzondering der drie
Zuid-Europeesche schiereilanden uiterst dun
bevolkt zjju en in vele plaatsen den wilden
dieren der woestijn tot verblijf strekken.
Nu is het niet de krijg alleen, die deze
gewesten ontvolkt heeft, want ook de Ger
manen hebben te vuur en te zwaard tegen
elkauder gewoed en toch zijn hunne rijken
krachtig geworden. Zelfs heeft men opge
merkt, dat na oorlogen en ziekten het aan
tal geboorten zoodanig vermeerderde, dat de
bevolking spoedig even talrijk was als
vroeger.
Door menschenhanden opgeworpen heu-
veis en sporen van mijnwerken in de Ver-
eenigde Staten, wijzen op eene vroeger veel
dichter en beschaafder bevolking dan de
Roodhuiden, die de blanken er aantroffen.
Voordat Centraal-Amerika en Zuid-Amerika
den Spanjaarden onderworpen waren, had
den daar rijken en steden gebloeid, wier
oorsprong zich in de grijze oudheid verliest
en die door andere waren gevolgd. Worden
en vergaan is het lot van personen en
volken. Vermindering der bevolking is een
even gewoon verschijnsel als vermeerdering.
C) Had hij in dezen tijd geleefd en de
snelle ontwikkeling van Australië gade
geslagen, welks bevolking in 30 jaren van
214000 tot 3000000 klom, dan zou hij wellicht
geleerd hebben, dat de bevolking van een
land in 30 jaar 14 maal zoo talrijk wordt
Trouwens, ware de theorie van Malthus
waar, ook al laat men de reeksen buiten
het spel en al vat men haar eenvoudig op
als de leer (veel verzacht reeds) dat de
bevolking voortdurend in sterke mate toe
neemt, dan zou er heden nauwelijks plaats
zjjn ep dit wereldrond voor Adams nako
melingen. Zelfs al zegt men, dat de ver
dubbeling slechts na b. v. 75 jaren plaats
heeft, dan zou het getal aardbewoners se
dert den zondvloed zoodanig zijn toegeno
men, dat het thans meer dan 2.401548
billioenen zou bedragen. Op vele, op alle
plaatsen zou men overbevolking hebben.
En toch kunnen de ijverigste vereerders
van Malthus slechts enkele landen aanwij
zen, waar gebrek, volgens hun beweren,
ontstaan is door deze laatste oorzaak.
China, Voor-Indië en Ierland worden
genoemd als voorbeelden van landen, die
hunne inwoners niet kunnen onderhouden.
De hongersnooden die hen vaak teisterden,
vooral de beide eerstgenoemde rijken, worden
op rekening gesteld van de te snelle toe
neming der bevolking.
Doch is het niet opmerkelijk dat beide,
China en Voor-Indië, heel wat minder
dicht bevolkt zijn dan Nederland, en dat
België en Engeland meer dan driemaal
zooveel inwoners per vierkante mijl tellen
Waarom in Engeland geen hongersnood
en in België geene sterfte door gebrek aan
voedsel Het slechte bestuur, de algemeene
onveiligheid, de overstroomingen der rivieren,
het onvoldoende der vervoermiddelen ver
klaren op betere wijze dan Malthus* theorie
de grootheid der ellende bij mislukking van
den oogst in China.
De langdurige afpersingen, waaraan de
landbouwers in Indië hebben blootgestaan,
hebben hen zoo arm gemaakt, dat zij, als
de rjjsthalm verschroeit en de korenoogst
tegenvalt, moeten omkomen van ellende.
Eene belasting van 1200 pCt op het zout
by lieden die lVs a 4 stuiver per dag
verdienen, uitvoer van voedsel als belasting
uit streken, waar menschen sterven van
gebrek, de ontzettende druk der woeke
raars, die soms 60 pCt eischen en tot wie
de arme Hindoes hunne toevlucht moeten
nemen om den belastinggaarder te voldoen,
dit alles verklaart, hoe 6 millioen van
honger kunnen sterven, ook zonderdat er
sprake is van overbevolking. Zoowel China
als Voor-Indië bezitten nog groote uitge
strektheden onbebouwd land en zijn rijk
aan mineralen, wier opbrengst tegen
voedsel kon worden verruild. Het is echter
mogelijk, dat inheide rijken opeenhoopingen
van menschen op bepaalde punten daar
eene plaatselijke overbevolking te weeg
brengen, die alleen door verhuizing kan
worden verminderd.
Ook in Ierland moet het gebrek der be
volking worden toegeschreven aan de
slechte agrarische toestanden en de lang
durige onderdrukking, die de kinderen van
het groene eiland hebben moeten verduren.
De gevreesds overbevolking, die volgens
de Malthusiaansche theorie reeds lang op
aarde had moeten zijn, is nog niet aan
wezig. Wel is vaak de bevolking te ongelijk
verdeeld, of verwaarloost men de middelen
van bestaan. Er is in den regel beurtelings
vermeerdering en vermindering te be
speuren in de bevolking van een land, althans
indien men eeuwen, en niet slechts jaren,
tot tydvak van ove-zicht neemt. Bovendien
indien er al bij het eene volk voortdurende
vermeerdering, ook over lang tijdsverloop,
valt waar te nemen, zoo is er by het
andere meestal eene daarmede evenredige
vermindering te bemerkeD. Terwyl Middel-
Europa sterker is bevolkt, dan ten tijde
van Caesar, zijn de landen rondom de
Middellandsche zee van inwoners beroofd.
Terwijl de Australiërs en Maöres uitster
ven, neemt de blanke bevolking van Nieuw
Holland toe. Waar de Indianen verdwynen,
plant het Yankee-ras zich sterk voort,
Hetgeen wij by volken zien, is ook het
geval met geslachten. Vorstenhuizen en
adellijke familiën, wier telgen een talryk
nakroost begeeren, sterven uit. Vele be
roemde namen verdwenen reeds uit de rjj
der levende geslachten. Andere familiën
worden met talryke nakomelingen gezegend.
Het is God, die de baarmoeder opent en
sluit gelijk ons de Bijbel op zoo menige
plaats leert.
Hij bepaalt het aantal bewoners der aarde
en zorgt voor hun onderhoud. Vandaar
bij al die wisselingen eene bewaring van
het evenwicht, die ook zoo treffend uitkomt
in de verhouding tusschen het aantal mannen
en vrouwen, dat bijna gelijk is. Hier mag
aan geen toeval gedacht worden, maar aan
wijze besturing. En het is een goddeloos
ingrijpen in het Godsbestuur, als de mensch
zich vermeet het aantal geboorten te be
perken, een roekeloos bedryf, dat door de
straf op den voet wordt gevolgd.
Iets anders is het van onberaden huwe
lijken af te manen of door emigratie te
trachten het aantal inwoners der aarde
meer gelijkelijk te verdeelen en plaatselijke
overbevolking te voorkomen en iets
anders, zelf te willen regelen, hoe groot het
getal inwoners der wereld zijn zal.
De leer van Malthus met hare koude
zelfzucht, hare ingewikkelde loochening eener
zorgende Voorzienigheid, hare bestrijding
der barmhartigheid, met hare materialistische
toepassing, die zedeloosheid bevordert en
de krachten der natie verslapt, dient zich
weer aan in brochures en wordt in dag
bladen geprezen. Zij elk onzer haar een
onverzoenlijk vijand
W. v. d. M.
Een berichtje als ons heden onder de oogen
kwam, n.l. dat de Bijbel toegankelijk is
voor menschen die duizend verschillende
talen spreken, trekt maar weinig de aandacht.
Men neemt zoo'n berichtje voor notificatie
aan, indien men dat al doet.
Gewoonlijk gaat het e't eene oor in en
't andere uit».
Toch, het vei dient iets meer.
Houdt er eens even den vinger bij.
De Bijbel vertaald in duizend talen.
Dat wil zeggen dat het voor duizend
volken of volkstammen mogelyk is in
ruimen kring den blik te laten weiden.
Wat al volken en hunne geschiedenis
trekken de aandacht van den Bijbellezer.
De Egyptische, de Aesyrische, de Baby
lonische, de Perzische beschaving, de Ro-
meinsche zelfs voor een deel, lichten bij
beurte iets op van den sluier die de oudheid
voor het oog van anderen bedekt.
Zeden, gebruiken, voorstellingen uit zeer
verschillende tijdvakken wekken de attentie
van den Bybellezer, en ontwikkelen historisch
gevoel.
In dien Bybel wisselt de schildering van
de stoutste natuurwonderen als in Psalm
104 zich af met de belangstelling in de
toekomst der volken, gelyk de Profeten ons
die teekenen.
Alzoo brengt die in duizenderlei talen
vertaalde Bybel beschaving en ontwikkeling
en ruimte van blik.
Dat wenschten we even onder de aandacht
te brengen bij dit eenvoudige, alledaagsche
berichtje.
Over de hoogere waarde van den Bybel
spreken we ditmaal met opzet niet.
Niet zelden hoort men in de dagbladpers
zoowel als in den dagelykschen omgang
forscher uitdrukkingen bezigen dan direct
noodig is.
Ook de partijstrijd is aan dat verschijnsel
niet vreemd.
Velen schijnen alleen hem die zich van
forsche uitdrukkingen weet te bedienen voor
den man van beginselen te houden.
Menigeen weet u te verzekeren dat al
zou ook de wereld wijken, hjj geen stap
retireeren of avanceeren zal.
Daarom is hij immers man van beginselen.
Die beginselen zyn niet zelden het deksel
voor grofheid, voor ruwheid, voor platheid.
En groveren dan hy gaan weer uit om
mannen te vinden die nog beginselvaster zijn.
Die halven, die flauwen, die irenischen,
die modderaars, die middenmannen, neen
daarmeê kan geen man van beginselen het
deelen.
Hebt ge beginselen, goed. Verstand komt
er minder op aan. Licht vindt ge een
troepje dat luistert naar uw hol geschreeuw.
Was het niet Voltaire die eens zei:
Eer. verstandig mensch kent aan de tong
de ziekte van den geest, gelyk ook een
verstandig dokter aan de tong de ziekte
van het lichaam herkent.
Onze nieuwe miliciens moeten er wel
aan denken dat zij niet verplicht zyn zich
te laten vaccineeren. In het leger en bij
de marine is men vry om de inenting te wei
geren.
De minister van oorlog heeft in Juni
1883 in de tweede kamer by de interpel
latie Fabius gezegdDe inenting is voor
den soldaat niet verplichtend.
Ook herinneren wij, dat 2 Januari 1883
door den toenmaligen Minister van Oorlog
een aanschrijving verzonden is, waarin te
lezen staat Miliciens bij wie gemoedsbe
zwaren of andere voor hen overwegende
reden bestaan om zich niet aan vaccinatie
of revaccinatie te onderwerpen, mogen
niet worden gestraft of op eenige andere
wijze bemoeilijkt.
Als nu van daag of morgen de order in de
kazerne komt: morgen om zoo of zoo laat
aantreden om te vaccineeren, dan wordt
er niet by gezegd dat gij het laten kunt
als gij bezwaar hebt tegen de vaccine.
En toch is het zoo, dat gij dan niet
behoeft aan te tredea. De minister heeft
het gezegden de korporaal of sergeant die
meenen het beter te weten of u met een
vloek willen dwingen, vergissen zich.
Daarenboven is vaccine geen dienst, gij
moogt ze dus weigeren.
Er wordt geklaagd dat van al wat door
libe.ale verkiezingsapostelen en kamerleden
den volke in 1891 is beloofd geworden, nog
zoo wat niets is terecht gekomen. En wanneer
men de vermogensbelasting uitzondert heeft
de regeering tot nu toe nog niets bijzonder
slechts; en als men de verminderde zout
en zeepaccjjnzen verzwijgt, ook niets bijzonder
goeds verricht, om de klacht van trage
werkzaamheid te logenstraffen.
Ook de tweede kamer werkt verbazend
langzaam. Zij deed dit in 1888, toen men
een «antiliberaal» ministerie had, zij doet
het ook nu, terwijl een «liberale» regeering
aan het roer is.
Alleen met dit verschil dat zy toen de
regeeriDg herhaaldelijk tot meerdere werk
zaamheid drong, terwijl zij thans de ministers
bij hunne kalme vorderingen ter nauwernood
durft volgen.
Denk aan het getob met de bedrijfsbelas
ting de verdonk eremaande defensie-verbe
tering; de langzame voorbereiding van het
kiesrechtdebat; del uitgestelde behandeling
var. het ontwerp Kamers van Arbeid en de
trage indiening van wetsontwerpen ter ver
vanging van die welke van de vorige regeering
afkomstig duor de tegenwoordige waren
ingetrokken.
Alles wyst op een tragen gang onzer
parlementaire wetgeving.
Dat langzame werken der tweede kamer
schreven wy eenige jaren geleden toe aan
partjjopzet.
Yan deze meening komen wy terug; het
blykt meer en meer niet anders te kunnen
het blijkt in den aard, in de natuur der
Volksvertegenwoordiging te liggen, de zaken
schoorvoetend af te doen.
Bedorven toestanden, ook in België. Een
te Gent verschijnend blad, De Strijd wyst
op een der gevolgen van den census als
maatstaf voor kiesbevoegdheid, en zegt
«Geen land waar de volksarmoede grooter
is dan in België, nergens zijn de loonen
lager, de landbouwers^ myn- en fabriekwer
kers, meer onderdrukt. En nergens maakt de
openbare dronkenschap meer slachtoffers.
Volksarmoede en jeneverpest gaan hand
aan hand.
België verbruikt jaarlijks zeventig milli
oen liters jenever I Op 1.500.000 meerder
jarige mannefyke Belgen, zyn er 300.000
een vijfde 1 door alcoolisme aange
tast. waarvau er ieder jaar 20.000 aan de
gevolgen van 't drankmisbruik bezwijken.
De jeneverpest verslindt 135 millioen franc
per jaar en levert 75 per honderd van de
bevolking onzer gevangenissen.
En onze wetgevers zien dit alles met
gerust gemoed aan.
In Noorwegen heeft de regeering door
tastende maatregelen genomen. De openbare
dronkenschap is er dan ook sedert veertig
jaar met vier vijfden verminderd.
In Roemenië zyn de taksen op den alcohol
zoo groot dat de dronkenschap er schier
verdwenen is.
In sommige staten van Noord-Amerika is
het verboden jenever te stoken en te ver-
koopen.
Maar in België, waar by na de helft van
't cijnskiezerskorps uit herbergiers bestaat,
hebben de regeerders nooit doortastende
maatregelen durven nemen, omdat zy vreesden
niet herkozen te worden.»
Gaan de door minister Tak voorgestelde
veranderingen in de manier van stemmen
door de kiezers voor de Tweede Kamer en
de Provinciale Staten door, dan is zeker een
heele vereenvoudiging gevonden.
Toch zouden wjj de Tweede Kamer willen
verzoeken om den minister onder de aandacht
te brengen een nog eenvoudiger wjjze van
stemmen, welke in Noord-Amerika wordt
toegepast.
In verscheidene steden van dien Staat zal
men dit voorjaar bij de verkiezingen ma
chinaal stemmen. Te Lockport is een proef
genomen, die best slaagde, en onder anderen
het tijdroovende steramen-tellen overbodig
maakte.
De kiezer komt namelijk in een kamertje,