ir
1893. No. 5!.
Zaterdag 28 Januari.
Zevende jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
DEMOCRATIE.
feuilleton!
Schetsen over Middelburg.
ONS BINNENHOF.
xl
iet blusschen van
zijn geweest,
eten. Geene andere
voor bewezen
van brand mogen
bedienden aange-
j voorafgaande toe-
aur over de brand-
pmiddellijk kennis
en wethouders en
als het billijk oor-
releveert dat in
|is tot het toekennen
andspuit der mili-
|er niets van in dit
ister antwoordt dat
acht behoudt, maar
Irt in eene verorde-
ente- brandblusch-
de gelijkstelling van
us voor het toe-
et goed.
lester antwoordt den
kan geen dubbele
taanallen worden
de slangenwagen
aa zonder stemming
:en der beambten of
brandweer gekwetst
'ordt aan hem op
tuur over de brand-
iriteraad onderstand
zqtier geneeskundige
ngevalde gekwetste
je bekomen wond
i nagelaten weduwe,
jwt, ot aan zijne
op voordracht van
den gemeenteraad
tand toegelegd.»
genomen.
Emming verlangende,
en bloc daarop door
keurd.
andere punt der
pgevorderd uur aan
zitter de vergadering,
teneinde in eene
kn behandeld worden,
voorstellen omtrent
jjrgeravOndschool, in
Ged. Staten omtrent
pmerkingen.
uw.
ei,ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prqs per drie maanden franco p.p. ƒ0.95.
Enkele nummers0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
IJH.
Middelburg, ook voor St. Laurens, 31 Jan.
1, 2, 3, 7, 8, 9 en 10 Febr.
In ons nummer van Zaterdag teekenden
we den strijd, naar aanleiding van bet
kieswetontwerp, zoo heftig geworden in
onze kringen,; over de leiding des volks op
Democratischen weg.
We betoogden toen dat er twee uitersten
zijn, die met schrille, al te schrille, kleuren
de democratie zoowel als de aristocratie
teekenden. Voorts dat èn onder democra
ten èn onder aristocraten christenen zijn,
en dat deze vraag: zijt gq Christen of niet?
eigenlijk het eenige Schibboleth zijn kan.
Toch, lettende op de teekenen der tijden
meenen we over democratie nog een enkel
woord in 't midden te moeten brengen.
Zijt gij er voor of er tegen
Laat ons die vraag met een wedervraag
beantwoorden.
Wat bedoelt ge met democratie?
Bedoelt ge met democraten dat het volk
te allen tijde en overal om de getalsterkte
en van nature r,echt heeft om, als in Zwit
serland b. v., bij meerderheid van stemmen
uit te maken door wien en op welke
wijze het zal geregeerd worden?
Bedoelt ge mei democratie dat het volk
té allen tijde, als het verneemt slecht ge
regeerd te worden, bevoegd is de verleende
heerschappij weder terug te nemen en al-
zoo zijn oppergezag te doen gelden, dan
zeggen we zeer beslistneen.
Voor zoodanige democratie kunnen we
niet zijn.
Dan is de Souvereiniteit Gods jzoowel als
van hem of haar die bij Gods gratie Sou-
vei ein of Souvereine is, eenvoudig weg.
Dan heerscht; het bon plaisir der meer
derheid, die veranderlik als het wintersche
weder in deze dagen, draait en wisselt zon
der einde.
Maar bedoelt ge met democratie dit, dat
ook onze Staatsontwikkeling steed3 voort
gaat en geen rustpunt vinden zal voor elk
burger van Nederland, ieder huisvader en
familiehoofd stemrecht zal hebben verkregen
Bedoelt ge met democratie dit, dat de kleinen
zoowel als de grooten, de armen zoowel als
de rijken, hun deel hebben aan de macht
van ons volksleven. De een meer stoffelijk
de ander meer geestelijk en dat zij
allen hun invloed moeten kunnen doen gel-
deo, dan zeggen we volmondigja. De
democratie alzoo beschouwd achten we een
recht en een zegen beide.
Als twee hetzelfde doen, is het daarom
nog niet hetzelfde, zegt een spreekwoord,
en dat is ook zoo.
Als het volk, opgftweept door de volks
leiders, meent zich als democratisch te
moeten of te mogen presenteeren, dan wil
len wij liefst van zoodanige democratie ver-
Wij gaan ter preek.
Met een staanplaatsje op de koude zerken
zullen we ons moeten vergenoegen, want
hoewel de kolosale ruimte der Abdijkerk
plaats aan velen biedt, kunnen slechts zij
die den kansel omringen den prediker ver-
staaD. De ruimte is al te groot en de
stem van den prediker niet forsch.
Tot nu toe heb ik vermeden de taal te
gebruiken van den tqd dien ik wenschte
te behandelen. De breedsprakige omhaal
onzer vaderen laat zich bezwaarlijk persen
binnen de enge ^grenzen van een heden-
daagscb dagblad-feuilleton, en het oog van
veleD onzer, minder geoefend in het lezen
van het oud-Hollandsch doet dat niet zeer
gemakkelijk.
Thans meende ik om het karakteristieke
aan 's Paters sermoen niet te ontnemen,
ditmaal op dien regel eene uitzondering te
moeten maken, en ik zal dus meestal des
predikers gedachten in zijn eigen taal weer
geven.
Laat ik u met enkele trekken verplaatsen
in den godsdienstigen toestand der vijftiende
eeuw, de eeuw die aan de Reformatie
vooraf ging.
Ook. toen, als nu, had de kerk voortdurend
reformatie noodig. Verslapping van tucht
op leer en leven was altijd de kwaal der kerk.
Een plekjen van zonlicht in een vallei
vol schaduwen, dat was ook voor de oude
kerk het beeld, best passende op haar bestaan.
Bernardinus van Siëna, een boetprediker
uit Italië, was de man die als instrument
in Gods hand diende, om in dte vallei vol
schaduwen een enkelen lichtstraal te werpen.
schoond blijven.
Maar als een behoudzuchtige groep, levende
in gezag en weelde, allen volksinvloed zoekt
te keeren, om zelf te zitten in het gestoelte
der eere of te eten uit de staatsruif', dan
heett zoodanige verachting en waarschuwing
tegen democratie voor ons geenerlei waarde.
Dan doorzien we te zeer de drjjfveeren
die tot zoo onedel verzet prikkelen. Dan
schijnt ons het eigenbelang in strijd met
het belang van allen.
Zal de nieuwe wet tot uitbreiding van
het kiesrecht, zoozeer in 't belang der de
mocratie, leiden tot volkssouvereiniteit, en
oes alzoo een belangrijke schredej verder
brengen op den heilloozen weg der revolutie
Daar zijn er onder ons die het gelooven,
en hunne meening verdient gehoor.
Maar toch, wij kunnen het nog niet inzien.
Van 1848'70 was het kiesrecht zeer
beperkt, allen die tegenwoordig met den
algemeenen naam van het volk aangeduid
worden, waren buiten gesloten. En schoo
ner overwinningen dan in die jaren heeft
het liberalisme nooit beleefd. Toen is een
reuzenschrede voorwaarts gezet op den weg
dien men nu en terecht vreest.
Ongeveer van 1878 ontwaakte de gee-t
des volks, van hen die men hoofdzakelijk
als het volk of het niet denkend deel aan
duidde, en het liberalisme verloor terrein.
Tot 1888 bleef hetzelfde beperkte kiesrecht
bestaan, maar het toenmalige volk deed den
evenaar in het huisje staan, bracht de tweede
Kamer op het doode punt.
Het jaar 1888 bracht ons eene belangrijke
uitbreiding van kiesrecht; de democratie
deed een belangrijken stap voorwaarts, maar
zonderdat tot heden te merken is dat het
streven naar volkssouvereiniteit in de jaren
18881893 meerder is geworden dan in
de jaren toen het beperkte kiesrecht de
democratie verre hield.
Deze historische herinnering leert ons
dat vrees voor volkssouvereiniteit, vrucht
van de democratie in zijn slechtsten vorm,
te ontstaan uit een meer uitgebreid kies
recht, als nu voorgesteld is, niet boven allen
twijfel verheven is.
De stembus doet dubbelen dienst.
Zij werkt hooger op in den kring der
regeering, maar zij werkt ook benedenwaarts
op het volk.
In den kring der regeering wordt stuur-
richting gegeven aan het politieke leven der
natie, onder het volk wordt door deelneming
aan de stemming het politieke leven gewekt.
Politieke fouten zullen zeker bq het volk
zoomin als bij de regeering uitblijven. Maar
zegt de geschiedenis van ons volksbestaan
ais constitutioneele monarchie ons dan niet
dat de volksinvloed meer ten goede dan ten
kwade is geweest?
En mag dat ons niet eenig vertrouwen
geven voor de toekomst?
M. de K.
Hq arbeidde met begeestering en volharding
aan kloosterhervorming en verbreiding van
getrouwe onderhouding, naar den regel van
Sinte Franciscus, wiens orde hij ten sieraad
was. Die «getrouwe onderhouding», bekend
als de observantie, drong in gansch Europa
door. De Fransiscaner-orde werd door deze
observantie als 't ware vernieuwd. De
bruine wollen py van den Franciskaner
Observant was het kleed van den Puritein
uit de vijftiende eeuw, terwijl zijn behoudende
tegenstander, de Conventuaal, zich onder
scheidde door een zwarte py.
De kerkelijke radicaal en de kerkelqke
conservatief alzoo.
En waarde Minderbroeder met zijn zwarte
py de plichten van zqn ambt waarnam, daar
vond men schaars gevulde kerken, waar
de ijverige Observant met zijn bruine py
het land doorwandelende, zijne talenten
besteedde tot stichting der verwaarloosde
gemeente, tot beschaming der verdorven
geestelijken, tot verlevendiging van het in
gesluimerd of onderdrukt gemoedsleven van
allen, daar verdrong zich de menigte, daar
werden de biechtstoelen druk bezocht, daar
was het of de oude devotie uit de dagen
der bedelmonniken weder bij velen opgewekt
was.
In 1456 predikten hier Paters-observanten,
adie hem selven beghaven wl de waereldtn
negen dagen lang.
Welnu het is een Observant die voor
ons optreedt en zqn onderwerp ter behan
deling gekozen betreft de bekeering des
menschen.
Hij heeft betoogd dat de grootste en
machtigste beweegkracht die velen den weg
eens zondigen en wereldschen levens doet
verlaten angst voor straf naast hoop op
belooning is.
«Alle bekeringhe des menschen, ya der
Het aantal Christelqke scholen en onder
wijsinrichtingen in ons land bedraagt 546.
Van deze 546 scholen worden er 204
gesubsidieerd door de «vereeniging voor
Christ. Nat. Schoolonderwijs» met f 20.400
en 31 scholen door de «vereeniging voor
Geref. Schoolonderwijs» met f2125, terwijl
er 259 scholen bq den schoolraad zqn
aangesloten.
Voor de 89297 leerlingen, die deze scholen
bezoeken, wordt jaarlijks (berekend tegen
t20 min f5 aan rijkssubsidie is f15 per
kind) ongeveer f 1,340,000 door de ouders
en belangstellenden in de school met den
bijbel te zamen gebracht. De rijkssubsidie
bedraagt f446.500.
Het aantal onderwijzers en onderwijzeres
sen dat aan de scholen met den bijbel
werkzaam is, bedraagt 1390 en dat der
kweekelingen ongeveer 500.
Er zijn 63 scholen, dia op 1 Jan. 1894
een onderwijzer moeten hebben, indien zij
de rijkssubsidie willen behouden.
Op 1 Jan. 1893 waren er 300 Scholen
met den bijbelin dit jaar staan weer vier
scholen gereed om geopend te worden, en
wel te Hasselt, Purmerend, Leerdam en Hoek.
Uit een rede van een sociaal democraat,
den heer Domela Nieuwenhuis, deze week
te Amsterdam gehouden.
«Vanwaar komt die werkeloosheid Toch
lang niet alle grond is hier te lande
bebouwd, een vjjfde deel van Nederland
ligt nog braak.
«In de hoofdstad wonen de menschen
als haringen in eeu ton in 1873 werden
iiier 73 pCt. der kelders onbewoonbaar
verklaard; toch hebben metselaars en
timmerlui geen werk. De redenen liggen
dus elders.
«Een daarvan is de drang van het plat
teland naar de' steden, waar zich langza
merhand de arbeidskrachten opstapelden;
waar het werk verminderdewaar de
armoede steeds grooter werd. Later werd
ook het platte land besmet.
Da werkeloosheid is echter eenvoudig een
nieuwe volkskwaal, een pestilentie, gekweekt
door het bestaande productiestelsel, door de
fabrieken en de machines.
«Toch zijn deze laatste thans onmisbaar.
Arbeid is immers niet doel, maar middel
om te leven. Ieder streeft er naar zqn
werktijd te beperken en de machine stelt
ieder in de gelegenheid zqn arbeid terug
te brengen tot een klein deel. Zq is dus
een zegen, niet een straf. Maar de aan.
wending van de machines is den werkman
vijandig, omdat zjj behooren aan enkelen,
die leven in genot, terwqi hun kapitalen
opstapelen.
Het aantal machines neemt steeds toe.
Het aantal noodige arbeiders vermindert;
gheene die waerachielic bekeert syn, die
spruyt uut eene wortele, dat is dat ghelove
der kerstenheit. Uit dien wortel spruyten
twee stammen, die van anxte der pinen
ende der begheerten der gloriën.
Nu soe willen wi voert spreken van den
derden, dat is van den ranckelkyn, datter
midden uutspruvt. Dit syn diegheen die
alleen aanmerken die overgroete goetheid
Goeds, ende dat hi hem alsoe veel goets
ghedaen heeft. Hieruit soe ontspringhet in
hem een minnende begheerte Goede te
dienen ende weerdelic te loven, ende want
hi niet en weet wat hi best doen sel dat
Goede alrebequaemste waer, soe roept hi
tot Goede mit groeter begheerten ende mit
groeter anxte ende minne, als Sinte Pau
wels, ende seitHeere, wat wilste dat ic
doe? Recht of hi seggen woude: Och, och,
och Heere, mocht ic weten wattu van mij
begheerdes ghedaen of ghelaten of gheleden
te hebben, daer en wil ic mi niet in sparen,
daerom bidde ic di, dattu in mi volbrenghes
mit dynre gracie.
Och, die pine van der hellen en mach
desen mensche niet vervaren, noch die
begheerte der gloriën en mach hem niet
trecken, mer alleen die minne Gods. Siet,
dese mensche heeft ook rouwe om syn
sonden, mer dat en is niet van anxte der
pinen die hi verdient heeft, mer van rechter
minne Gods. Dat hi der goetheit Gods soe
onghetrouwe gheweest heeft, dat en can hi
niet vergheten, ende hi en weet niet hoe
hi dat ghenoech over hem selven sal mo-
ghen wreeken. Hem dunct, hadde hi dat
oerdel alsowel in synre macht als onse Lieve
Heere doet, hi soude hem selven warpen
seer langhe tijt in dat vaghevier. Ende
omdat hi aldus gherechtick geworden is, ende
selven hem aldus veroerdelt, siet, soe en
sel hi niet veroerdelt warden. Ende al hadde
de loonen dalen; de magazqnen liggen vol,
de werklieden kunnen niet koopen
een hongersnood is ontstaan dooi den over
vloed.
Niemand die dit niet tenminste groo-
tendeels zal onderschrijven.
Dagbladen uit Denver en uit de San
Luis Vallei, deze week der redactie ter
hand gekomen bevestigen geheel de berichten
door den laatstgeplaatsten brief gemeld.
Uit die dagbladen vernemen we:
dat de kolonisten uit hun midden
een Comité hebben benoemd bestaande uit
de heeren van Boven, Zijlstra en van Lummel;
dat dit Comité in onderhandeling is ge
treden met de directie van de Kanaal-
Maatschappij tot aankoop van gronden
dat da Kanaal-Maatschappij bereid werd
bevonden op de meest loyale wqze aan
dat verlangen te voldoen, en ruim 3000
acres land heett verkocht
dat de kanaal Maatschappij de verplich
tingen en zorgen der Ned. Amerik. Land
en Emigratie Maatschappij heeft op zich
genomen, opdat zegt de heer Henry
de kolonisten hier blijven en het emi
gratie-plan niet opgeheven worde
dat een contract tusschen het comité
der Emigranten en de kanaal-maatschappij
is opgemaakt in duplo, in 'tEngelsch
en in het Hollandsch, en dat dit door
den rechter Marckhien, op verzoek van de
Hollanders, is nagezien en goedgekeurd, en
daarna van weerszijden geteekend. Van de
Kanaal-maatschappij door den gemachtigde
mr. Hamilton en /an de andere zijde door de
leden van het comitédat de aangekochte
gronden reeds bezaaid zqn geweest, 3y2 uur
ten Zuidwesten van Almosazijn gelegen, en
voor 17i/üdoll, per acre gekocht zijn, •- en ein
delijk dat de kanaal-maatschappij aan hen
die er behoefte aan heeft tegen eene vijf
jarige aflossingen rente gelden zal voorschie
ten tot aankoop van landbouwwerktuigen
en zaaigranea
Deze berichten bevestigen in allen deele
onze tijdingen, in het nommer van de Zeeuw
van 8 Januari opgenomen in het Feuilleton
getiteldUit Colorado, maar in lijnrechte
tegenspraak met de berichten door Prof.
Noordtzq gezonden.
Misschien geeft eene correspondentie uit
de nieuwe plaats van vestiging die we
weldra wachten eenige opheldering.
De belangstelling der kiezers in het kies
recht wordt met den dag geringer. In
Amsterdam bleven 15000 van de 20000
kiezers thuis; te Leeuwarden mankeerden
4000 van de 6000: te Groningen 2500
van de 3500. In dit laatste district bekwam
de liberale candidaat 276 stemmen, de
antirevolutionaire (jhr. v. Swinderen) 269.
Bij betere opkomst der onzen had deze
dese mensehe alsoe veel sonden ghedaen
als alle mensche ye ghededen, si worden
hem in die selven oegenblic altemael
vergheven. Storven si hierin, si voeren
van den monde ten ewighen leven, en
de si worden gheset in dat sevende choer
der thronen, want si waren den Heere een
vat der uitvercorenheit gheworden. Ende
leefden si noch hiernae, soe souden si in
voertghanc staen mitten cherubinen in den
godliken lichte. Aldus souden si altoes voert-
lopen, mitten Prophete David singhende dat
soete liedekijnparatum cor meum, mjjn
herte is bereit, Here God, mjjn herte is
bereit, te lieve ende te leve, te doen ende
te laten, niet nae minen wille, maer nae
dinen, in al dattu op mi ghestadichte in tyt
ende in ewicheit. Hiernae soe beghinnen
sie te quelen mitten seraphinen, seggende
ach! wi sal mi verlossen van den liehame
deser doet, opdat ic mochte leven mit
Christo 1
Cort hiernae soe comen si weder hiertoe, dat
si weder segghen met Sinte Pauwels: ic hebbe
begheert ghebannen te zqn van Christi, om
die minne mijnre broeders, dat is: om
die vrucht, die hem dunct dat hi doen
moch in andere menschen. Ende hierin
soe behaghet hi Goede noch bet dan hi
te voren dede, om der ghelatenheit wille
ende omdat hi hem selven aldus verliest
om Gode ende om die minne syner broe
ders. Siet, soe daelt hem God weder neder
in desen mensche, ende besit den gront
des menschen mit hem selven. Dan soe
mach dese mensche wei segghen, ie, ic en
leve nu niet, mer Christus levet in mi!
Dat wi alle hiertoe moeghen comen, des
helpe ons God; Amen».
Ziedaar een preek uit den christelijk Ka-;
tholieken tjjd.