BIJVOEGSEL
„DE ZEEUW",
Overzicht verkoopingen enz.
behoorende bg
van Donderdag 19 Januari 1893.
Vergadering van den Middelburgschen
Gemeenteraad van 18 Januari 1893.
Afwezig de heer J. H. Snijders.
De voorzitter opent de vergadering. Na
een korten terugblik op hetgeen in 1892
is voorgevallen en de opsomming der
voordeelen, die dat jaar voor de gemeente
opleverde, spreekt hg den wensch uit dat
het thans begonnen jaar even zegenrijk
voor de gemeente zijn moge. Hg dankt den
Raad voor zijne welwillende medewerking
aan het Dagelijksch Bestuur en hem Voor-
zitter in het atgeloopen jaar bewezen, on
der minzame aanbeveling tot bestendiging
dier j medewerking ten bloei en nutte der
Gemeente.
De woorden des Voorzitters worden met
applaus begroet, waarna de notulen der
vorige vergadering worden gelezen en ge
arresteerd.
Ingekomen zijn:
a. Een drietal missiven van Gedep. St.
waaronder afschrilt hunner afwijzende
beschikking op het bezwaarschrift van A.
de Jong tegen zijn aanslag in den hoofde-
Igken omslag. Aangenomen voor notificatie.
b. Een adres van Charles Aves als agent
van Clarks maxim carburettor, strekkende
tot verbetering van het gas. Dit adres
wordt aangehouden, omdat, naar luid van
een schriftelijk advies van den directeur der
gasfabriek, het gewenscht is eerst de proeven
af te waehten die op het oogenblik met Clarks
carburettor in 's Gravenhage genomen wor
den.
c. Een adres van P. Bogerd te Vlissingen
met verzoek hem, onder zekere voorwaarden,
de visscherij, in de Oude Middelburgsche
haven te verpachten.
d. Een adres van Spoors en Sprenger
tot afkoop van twee cgnsen ad f 18 en
f 9.60, gevestigd op hun stoomolieinolen
en annexe gebouwen.
e. Een adres van het Bestuut der
christelijke Burgerschool inde Bogardstraat,
nader verzoekende om afstand van eene
strook grond achter den tuin dier school
gelegen.
Deze adressen worden ten fine van advies
gesteld in handen van B. en W.
Nadat de vergadering in eene beslotene
was overgegaan, wordt na heropening aan
de orde gesteld de benoeming van een op
zichter bij de gemeente fabricage. Op
de voordracht van B. en W. stondenlo.
P. C. de Does, opzichter bg de duinwater
leiding te 's Gravenhage, 2o. A. Arbeit er,
tgdelgk opzichter bij de gemeentewerken
te 's Gravenhage 3o. J. Rietveld, opzichter
bg de verbouwing van het Academisch zie
kenhuis te Leiden; 4o. J. Reijdewellen
Wzn. te Alkmaar, opzichter bg het De
partement van Justitie en 5o W. A. de
Jong, opzichter bij de gemeentewerken te
Dordrecht. Bg «temming werd P. C. de
Does benoemd met 13 stemmen, terwgl
J. Rietveld en W. A. de Jong ieder 1
stem bekwamen en 1 stem in blanco was
uitgebracht
De begrooting van den Middelburg-Vlis-
singschen rgweg werd indertijd aan de Com
missie van bestuur van dien weg terugge
zonden, met medededeeling dat de Raad
aan die Commissie in overweging gaf,
het voordeelig cijfer dat die .begrooting
aanbood, f 40 uit te trekken voor plaatsing
van meerdere banken op den weg. Thans
was vaa die Commissie bericht ontvangen
dat zij gaarne aan de overweging van den
Raad gehoor wilde verleenen en diende
zg derhalve eene gewgzigde begrooting
in, welke nu zonder discussie of hoofdelgke
stemming wordt goedgekeurd.
Eene door B. en W. vastgestelde wijziging
der begrooting 1892 wordt hierop zonder
discussie aangenomen.
Om de onlangs vastgestelde instructie van
den Directeur der Gasfabriek en Duinwater
leiding in overeenstemming te brengen met
de verordening betreffende de exploitatie dier
gemeenteinrichtingen, stellen B. en W. voor
art. 5 dier verordening te wijzigen in voege
dat de Directeur, en zoo noodig de onder-
directeur, benoemd worden door den Raad
op aanbeveling van B. en W., dat de
kantoorbedienden, opnemers van gas- en
watermeters, schrgvers van kwitantiën en
ophalers van gelden, benevens de machinist
bankwerker benoemd worden door B. en
W. en dat de benoeming van het| overig
personeel aan den Directeur wordt over
gelaten.
De heer Tak heeft niets tegen de voor
gestelde wijziging, aan de benoeming van
een Directeur en casu quo vant een onder
directeur deor den Raad op aanbeveling
van B. en W. zou hg echter willen zien
toegevoegd, dat die aanbeveling moet bestaan
uit drie personen.
De heer de Stoppelaar kan zich hiermede
niet vereenigen; men stelle zich het geval
voor dat onder de sollicitanten slechts één
aanbevelenswaardig persoon zou zgnwat
dan dan zouden B. en W. genoodzaakt zgn
twee in hun oog minder aanbevelenswaar
dige personen op de voordracht te plaatsen.
De voorz. geeft den heer Tak in over
weging zijn voorstel te doen luiden dat de
aanbeveling, zoo mogelijk moet bestaan uit
drie personen.
De heer Tak beaamt ten volle dat, in
cas geen drie aanbevelenswaardige personen
solliciteeren, de voordracht natuurlijk uit
geen drie personen bestaan kanvolgaarne
wil hij dan ook aan zgn voorstel de woorden
zoo mogelijk toevoegen.
De heer van Hoek verklaart zich tegen
het voorstel Tak, omdat de ondervinding
bewezen heeft dat men nietj heeft te klagen
over de aanbevelingen door B. en W. aan
den Raad gedaan.
Na verwerping van het voorstel Tak met
9 tegen 7 stemmen, wordt de door B. en
W. voorgestelde wijziging met algemeene
stemmen aangenomen.
Komt ter tafel een aangehouden voorstel
van B. en W. tot bestrating van den toe
gangsweg beoosten de hoeve Oranjezon
naar het pompstation der duinwaterleiding,
een voorstel dat naar de meening van B.
en W. te urgenter geworden was, omdat
de Rentmeester van het Kroondomein aan
drong op verharding van den weg voor 1
Mei a. s.
De heer van Dunné merkt op dat uit de
missive van den Rentmeester van het
Kroondomein en uit het contract door de
gemeente gesloten met de Kroon, hem
gebleken is, dat de gemeente werkelijk
verplicht is tot verharding van den weg.
Hadde hij kennis gedragen van die ver
plichting, hij zou indertijd aan het contract
zijne adhesie niet hebben geschonken. Nu
echter staan wjj voor het feit en zal tegen
verharden van den weg wel niets kunnen
worden ingebracht. Wat is echter verharden?
Verharden kan men door een puin-, klinker-
en keiweg. Het duurste is een keiweg,
maar deze kost het minst aan onderhoud,
een puinweg is het goedkoopst en daar
tusschen staat een klinkerweg, die goed-
kooper dan een kei- maar duurder dan een
puinweg, aan onderhoudskosten tevens een
aanzienlijk bedrag vordert. Bovendien
stelt men voor een weg van 3 M. breedte,
terwijl z. i. 2Vs M. ruim voldoende is.
Vroeger heeft men reeds een puinweg aan
gelegd, en, met het oog daarop heeft hij
in de stukken te vergeefs gezocht naar eene
opgave van den huidigen feitelijken toestand.
Hij had gehoopt onder de stukken aan te
treffen, niet een rapport van den aannemer
van straatwegen in deze geen belangeloos
persoon te noemen niet een rapport van
den directeur der gasfabriek en waterlei
ding op wiens bekwaamheid hg niets
wil afdingen, maar die toch in deze geen
deskundige is doch een rapport van den
aangewezen man in dienst der gemeente,
den gemeente-architeet. Dezen zou hij nog
ter plaatse willen zenden en laten rapporteeren
opdat uit zgn rapport kunne blgken, welke
verharding het voordeeligst zal zgn voorde
gemeente, dit te meer, nu de rentmeester
van het kroondomein 1 Mei als uitersten
termgn stelten de zaak dus gevoegelijk nog
vóór dien tijd haar beslag kan erlangen.
Het gaat toch niet op een klinkerweg te
voteeren, wanneer een puinweg voldoende
zgn zal.
De heer W. J. Sprenger zegt dat volgens
het oordeel van deskundigen ean puinweg
onmogelijk is, ook Hilarius en anderen
legden dezelfde getuigenis af.
De heer van Dunné betwist die getuigenis
en zegt dat !zg geen pgp tabak waard is.
Wegen heift hg nooit aangelegd, maar toch
heeft heeft hg er verstand vanhier heeft
men te doen met een vasten bodem, derhalve
voor verzakkingen niet te vreezen.
De heer van der Swalme betwgfelt ook
of een puinweg wel mogelijk zijn zal, maar
hij is het met den heer van Dunné eens
dat een rapport van den gemeente-architect
noodzakelijk is ter voorlichting der leden.
Ook de heer W. H. Snouck Hurgronje
verklaart dezefde .meening te zijn toegedaan.
De heer van Dunné doet alsnu het voorstel
om, alvorens te beslissen, van den gemeente
architect te verzoeken en in te wachten
een gemotiveerd rapport lo. omtrent
de wgze van verharding en 2o. omtrent
de breedte van den weg, vergezeld van eene
gedetailleerde opgave van kosten.
De heer W. J. Sprenger zou de aanne
ming van het voorstel van Dunné beschou
wen '"als een zich begeven op gevaarlijk
terreinz. i. dient er eene beslissing
genomen te worden, de concessie kan door
de Kroon worden ingetrokken.
De heer van Dunné, die vaak zaken met
het Kroondomein behandelt, ziet de zaak
niet zoo zwart in; de administrateur van
dat Domein verlangt dat de |zaak met 1 Mei
geregeld zij, er is dus tgd in overvloed.
Het Kroondomein is zoo kwaad niet; in
contracten mogen al strenge bepalingen
worden opgenomen, het gaat er meê als
met het sneeuw opruimen.
De heer E. P. Schorer vindt dat de
redactie van het voorstel van Dunné minder
gelukkig is, althans uit de woorden van den
heer van Dunné moet hij opmaken dat hg
niet voor verharding is.
Hoe zou ik, antwoordt de heer van
Dunné, tegen verharding kunnen zijn Het
contract is ten deze voor ons bindend, maar
de wijze van verharding is er niet in voor
geschreven, en die wgze wil ik zien toegepast
in het grootst mogelijk voordeel der gemeente.
De heer W. H. Snouck Hurgronje is van
meening dat het moet uitgemaakt worden, dat
de verharding van den weg vaststaat en geeft
den heer van Dunné in overweging uit zijn
voorstel te doen vervallen de woordenal
vorens te beslissen.
De heer E. P. Schorer betoogt dat het
besluit dan nog maar negatief zou worden
door het weglaten dier woorden en men
omtrent het verharden van den weg wel
degeljjk een affirmatief besluit noodig heeft.
De heer F. G. Sprenger dient alsnu het
voorstel in om B. en W. te machtigen tot
kennisgeving aan het Kroondomein dat de
weg vóór 1 Mei zal verhard zijn.
Dat voorstel wordt met algemeene stem
men aangenomen, waarna ook alle leden,
expect de heer W. J. Sprenger' zich bij
stemming met het voorstel van Dunné
vereenigdec.
Aan het Kroondomein zal derhalve worden
bericht dat met 1 Mei de weg zal zijn ver
hard omtrent de wgze van verharding en
de breedte van den weg zal eerst na
ontvangst van het rapport van den ge
meente-architect, worden beslist.
Achtereenvolgens worden nu zonder dis
cussie of hoofdelgke stemming goedgekeurd:
le. een voorstel van B. en W. om
goedgunstig te beschikken op een adres van
P. de Vos te Nieuw en St. Joosland, houdende
verzoek tot roofing van een voor hem
hinderlijken boom en hem dien boom voor
f 8 af te staan
2. een voorstel van B. en W. om op
het voormalig Oostkerkhof, waarop een
nieuwe school zal worden gesticht, 27
hoornen te rooien en publiek te verkoopen
3e. een voorstel van B. en W. om af
wijzend te beschikken op een adres van
J. Andriessen c. s. houdende verzoek tot
rooiïng van 33 boomen aan den Veerschen
Singel, B- en W. gronden hunne afwijzing
op een uitgebracht rapport van den ge
meentebouwmeester, waarin deze beweert
dat de boomen niet hooger zijn dan de
huizen, en daargelaten of zg rijp zijn voor
de bgl, derzelver verdwgning den Singel zeer
zou ontsieren.
De aannemer Hilarius heeft andermaal
een adres aan den Raad gezonden, houdende
verzoek om kwijtschelding van boete. Naar
aanleiding van een door den Raad op een
vroeger adres genomen besluit, vinden B.
en W.g geen aanleiding om het verzoek van
Hilarius te ondersteunen.
De heer E. P. Schorer kan zeer goed
begrijpen dat B. en W. zich uit deferentie
voor het gevallen besluit van adviesonthouden,
ofschoon het hem spijt dat zjj niet meer
licht over de zaak ontstoken hebben. Toch
geeft het nader adres hem stof tot de vol
gende opmerkingen le loochent Hilarius
dat hij, zooals de heer Stang beweert,zich
onbetamelijk zou gedragen hebben tegen
over B. en W., om de eenvoudige reden
dat hij nooit met B. en W. in aanraking
is geweest2e vestigt Hilarius er de aan
dacht op dat hij bg het maken der prise
d'eau de Directie opmerkzaam gemaakt
heeft op de voorkomende derrie, doch dat
zijne vertoogen in den wind zijn geslagen,
en 3e beweert Hilarius dat de gemeente
geprofiteerd heeft bij de vervroegde inge
bruikneming op 16 December 1891.
De voorzitter antwoordt dat het bijvoeglijk
naamwoord onbetamelijk eene strekking kan
hebben die men er aan gelieft te geven,
alleen wil hij niet onvermeld laten dat
Hilarius de gemeente eenmaal bij deurwaar
ders exploit tot levering van puin sommeerde;
omtrent de bewering van Hilarius dat hg
tijdens den aanleg der prise d' eau de aan
dacht der Directie op de derrie gevestigd
heeft, hiervan weet hij niets af, en wat de
vervroegde ingebruikneming betreft, de aan
nemer heeft daarbg evenzeer profgt gehad
als de gemeente.
Naar aanleiding van het antwoord des
Voorzitters wenscht de heer E. P. Schorer
te constateeren, dat men toch niet onbe
tamelijk kon noemen eene sommatie bg
deurwaarders exploit van een aannemer,
die vermeent rechten tegenover eene tegen
partij in casu de gemeente te moeten
doen geldendat de bewering van den
aannemer dat hij de Directie voor de derrie
gewaarschuwd heeft niet is tegengesproken,
en dat, moge al de aannemer bij eene
vervroegde ingebruikneming geprofiteerd
hebben, die ingebruikneming ook voordeel
voor de gemeente heeft opgeleverd.
De heer W. J. Sprenger brengt in het
midden dat B. en W. niet konden adviseeren;
al hunne aanvragen ter zake aan den heer
Stang zoowel schriftelijke als telegraphi
sche zgn eenvoudig onbeantwoord
gebleven.
De heer van Hoek verklaart dat het hem
koud laat of de aannemer beleefd of onbeleefd
geweest is tegenover B. en W.bij hem
geldt alleen de vraag of hg voldaan heeft
aan de bepalingen van het contract.
De heer van Dunné is vaD meening dat
de heer van Hoek zich op te wettelijk
standpunt plaatst. Men beoordeelt de aan
nemers niet naar hunne beleefdheid, maar,
bij de zeldzame bestekken die geene leemten
opleveren, beoordeelt men ze naar de wel
willendheid die zij tegenover de Directie
bij de toepassing van zulke leemten in het
werk in acht nemenik althans heb de
beschuldiging van den heer Stang in dien
zin opgevat, dat Hilarius alle medewerking
aan B. en W. weigerde. Bovendien het
blijkt nu duidelijk dat Hilarius tegen de
slechte grondspecie gewaarschuwd heeft
dit is voor hem een bewijs, te meer nu de
Directie hardnekkig er het stilzwijgen over
blijft bewaren, dat vreemd met de zaak is
omgesprongen.
De heer den Bouwmeester zegt dat B.
en W. niet beschuldigd kunnen worden
ter zake, zij zeiven hebben vroeger eene
gedeeltelijke kwijtschelding van de boete
voorgesteld. Het rekest zelf van Hilarius
beschouwt hij slechts als eene laatste poging
om zijn doel te bereiken.
Daar Hilarius in zijn nader rekest alge-
heele kwijtschelding van de hem opgelegde
boete ad f 8000 vraagt, brengt de Voorz.
dat verzoek in omvraag. Het wordt echter
gewezen van de hand. Voor stemden de
heeren J. J. van der Harst, L. K. van der
Harst, van Voorst Vader, van Dunné,
Schorer en van der Swalme.
Alsnu doet de heer W. J. Sprenger het
voorstel om aan Hilarius eene kwijtschelding
van boete ten bedrage van f4350 te ver
leenen, welk voorstel wordt aangenomen.
Tegen stemden de heeren van Hoek, Tak,
de Stoppelaur, Jeras, A. P. Snouck Hurgronje
en F. G. Sprenger.
Op het adres van A. van Iren houdende
verzoek om een stuk gemeentegrond op het
Noordbolwerk te mogen koopen, stellen B.
en W. voor, ter beveiliging van de belangen
van het schoone bolwerk, afwijzend te be
schikken. De heer van der Swalme kon zich
gaarne met de zienswijze van B. en W.
vereenigen, de heer Koole echter niet, daar
hij meende dat de grond verkocht kon wor
den onder de voorwaarden die men zou ge
lieven te stellenna de daarop gemaakte
tegenwerpingen van den heer den Bouw
meester, die den verkoop afried ware het
slechts om het bolwerk 'niet te ontsieren,
wordt zonder hoofdelgke stemming conform
het voorstel van B. en W. besloten.
Vastgesteld tot een bedrag van f 99 wordt
daarna, zonder discussie of hoofdelijke stem.
ming, een staat van oninbare posten honden
belasting 1890, waarna wordt voorgelezen
het advies van B. en W. op een adres
van de commissie van werkverschaffing, om
het Geldelooze-, Stijfsel- en Chocoladepad
met puin te verharden. Dat advies luidt
afwijzend op grond dat lo. voor die wegen
steenslag geen goede kunstbedekking zgn
zou2o. die wegen geen verbetering behoeven,
en 3o. het onderhoud, dat nu bg de aan
grenzende eigenaren is, bij eventueel te
niet. gaan van de commissie tot werkver
schaffing, op de gemeente zou komen te
drukken.
De heer E. P. Schorer kan niet medegaan
met B. en W. Hg ontkent dat steenslag
geen goede kunstbedekking voor die wegen
zjjn zou, het zoogenaamde Brigdamsche
padje is daar om het tegendeel te bewijzen.
Bij eene lokale opneming is bet hem ge
bleken dat, moge de Stijfselweg al geen
behoefte aan verbetering hebben, deze toch
zeer gewenscht is voor het Geldelooze- en
het Chocoladepad. Dal door het toestaan
van het verzoek het onderhoud ooit aan
de gemeente zou kunnen vervallen, is
juridisch onmogelijk bg ontstentenis der
commissie voor werkverschaffing zouden
de eigenaars weder onderhoudsplichtigen
worden.
De heer den Bouwmeester is van meening
dat dientengevolge ook de toestemming van
de eigenaren der aangrenzende landen noodig
is, welke onder deze omstandigheden wel
nooit zal verleend worden. Er zijn wel
andere wegen, b.v. aan de Oude Middel
burgsche haven, die meer behoefte hebben
aan verbetering.
In het belang der werkverschaffing dringt
de heer Koole er nu op aan, dat dan deze
weg ter verbetering zal worden gegeven.
De heer den Bouwmeester antwoordt den
heer Koole, dat de commissie voor werk-
schaffing reeds meer keien kosteloos van
de gemeente heeft ontvangen dan is toegestaan,
en dat bovendien de gemeente de steenslag
weer van de commissie inkoopt; oude keien
zijn niet meer voorhanden en de gemeente
kan de steenslag [alleen laten verwerken,
wanneer zij daartoe het tijdstip geschikt
acht.
Volgens den heer Schorer maakte de
verklaring van den heer den Bouwmeester
alle verdere discussie overbodig, waarna de
conclusie van het advies van B. en W.
wordt aangenomen. Tegen [stemmen de
heeren W. J. Snouck Hurgronje, Van Dunné,
Koole, van Voorst Vader, F. G. Sprenger,
L. IC. van der Harst en Schorer.
Wegens het vergevorderde uur worden
de overige punttnder agenda aangehouden.
De heer Tak doet alsnu het voorstel om
in de handelingen te doen drukken de
concept verordeningen Brandweer en Lager
Onderwijs. De heer van Hoek verklaart zich
tegen het voorstel, dat echter met 10 tegen
6 stemmen wordt aangenomen.
Nadat de vergadering zonder discussie
had goedgekeurd een voorstel des Voorzitters
om in de bestekken voor scholenbouw de
verzekering van werklieden tegen ongelukken
op te nemen, en, naar aanleiding van eene
vroegere aanmerking van den heer Koole
omtrent het water uit de leiding aan de
Oostersche Kerk, een rapport met analyse
deswege van Dr. Couvée was voorgelezen,
is zij, niemand iets meer in het midden te
brengen hebbende, uiteengegaan.
Vrijdag 20 Januari.
Middelburg, door not. Tak 10 uur
37 iepen, 10 populieren, 1 eik, kastanje,
Abeel, treuresch, hakhout, mutsaard, en bij,
de gasfabriek brandhout.
's BEeer Ar ends kerke. Te pachten bg
inschrijving biljetten bij dhr. J. Minnaar:
1.57.20 H. weiland in Schachtstreken, 1.71.90
H. bouwl. in Zuidzak, 1.46.50 H. id. in Zuid
Daniel polder. Inl. M. v. Iwaarden teBaarsdorp.
's ESeer Arendskerke, 11 uur aan
het hoefje van Philipse, een bruin paard,
een zwart 12jarig veulendragend, 2 melk
koeien, varken, kippen, eenden, tilbury, veer-
wagentje, karn-, melk-, zoldergereedschajj,
ongedorschen gerst en boonen,stroo, veld
vruchten, goud en zilver, meubelen.
Zaterdag 21 Januari.
Kloetïnge, 1 uur bij Akkenaar door
notaris Gallis Merens voor J. Verse, een
woonhuis met erfpacht van 2.85 cA. aan den
straatweg naar Goes.
Maandag 23 Januari.
Sinpelle, voor J. Rijn door not. Gallis
Merens bfj Hanson 7 uur, een hoefje en
1 perc. bouwl. Zuidhoek, resp. 2120 en
3810 cA.
Hulst, bij Boel door not. v. Deinse, den
inspan 1 uur.