1893. No. 47. Donderdag^ 19 Januari. Zevende jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS HER ADVERTENTIE» Schetsen over Middelburg. ONS BINNENHOF. Middelburg. Gaarne steunen wjj het beroep op de bettende milddadigheid onzer ingezetenen, van wege de Vereeniging Trouw aan Koning en Vaderlandteneinde te geraken tot vorming van een onder steuningsfonds voor behoeftigen, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis en dé Citadel-medaille. Middelburg. Naar wq vernemen heeft dr. Schaepman bericht gezonden verhinderd te zqn gedurende de maand Januari alhier een spreekbeurt voor de Christelq ken Volks bond te vervullen. ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prqs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers ƒ0.02*. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. IJK. Middelburg, ook voor St. Laurens, 19, 24, 25, 26, 27 en 31 Januari; en 1, 2, 3, 7, 8, 9 en 10 Febr. Het cijfer der sterfgevallen is het vorige jaar in Frankrijk 15 a 20000 grooter geweest dan dat der geboorten. Met huivering slaat menig Franschman een blik in de toekomst en vreest voor ont volking. De middelen aangewend tot het voorkomen van de vermeerderde bevolking kent hij die geen vreemdeling is in het leven. En nu, eerst na jaren, beginnen die midde len hunne uitwerking te doen gevoelen. De vloek der ontvolking zal het streven naar genotzucht kronen. Die fiere amazone van weleer zei dr. Schaepman onlangs, doelende op Frankrijk, holt in dolle vaart naar den afgrond. En in hare verblindheid striemt zij hare zweep over het vliegend ros, om te spoediger in de diepte te storten. En wij voegen er bqwie God vei laat heeft smart op smart te vreezen. Bij gebrek aan arbeid gaan de Wirke- loozen te Amsterdam thans iederéu middag uit wandelen. Maandag vergaderden circa 1200 hunner in Plancius, en als naar gewoonte, was hun eerste besluit om naar den burgemeester te gaan. Zij besloten het maar direct te doen. Maar de burgemeester was slechts van 11—1 te spreken en het was half 2. Dus morgen. Men ging uit wandelen. En op de wandeling komt een op den inval om voor een gutden brood te kuopen. De bakker staat verwonderd endc per plex, zou men in den ouden tqd gezegd hebben, over zoovele klanten. Hij wordt ook bewogen over die menigte des volks, en hij werpt eenige brooden op straat. En nu ontstaat een herrie waarbij de winkelglazen ingedrukt worden en een vijf tigtal agenten schoon baan moeten maken. Gisteren kwamen 1000 werkeioozen bij FEUILLETON. VIII. De morgen van den feestdag, waarop de Ridder zijn kracht'ge kruisprediking hield, is voorbij. Wij hebben de verhalen zqner avonturen in het midden der monni ken aangehoord. En thans laten we den Ridder met de monniken middagmalen en wij gaan naar buiten. De middag zal ons leeren dat niet alleen edele, heilige geestdrift tot aanvaarding van den naderenden strijd prikkelt. Maar dat andere, meer zelfzuchtige redenen aandrijven tot het zich scharen onder de kruisbanier. Hoe zou het ook anders mogelijk zijn? Wij hebben geen recht van den mensch iets aiders dan het menvchelijke te vragen. Zelfzucht| moge niet edel zijn zij is toch zeer zeker natuurlijk, en waar zij de grenzen niet overschrijdt, is zelfzucht zeker een prikkel ten goede. Onder de mannen die zich het, een kruis voorstellende, lapje laken op den schouder hadden laten hechten, waren er wie een volkomen aflaat of beloofde ver- gifïenis van zonden wegdreef van de plaats waar hun geweten met schuld bezwaard was. Daar waren er die heengingen omdat rouwe over bedreven misdrijven hen troost in een klooster had doen zoeken. Zij konden het niet vinden, maar zochten het nu in de woeste avonturen van den kruistocht. Nog weder anderen gaan heen omdat onbetaalde •en nooit te betalen schulden hen drukken, -want zoolang de heilige tocht duurt staan •de bezittingen immers onder de hoede der kerk die zij met haren banvloek beschut? Ook zijn er die gaan omdat anderen gaan, en die niet voor lafaards willen gehouden worden, te midden van zooveel wakkerheid en moed. Ziedaar een bakkerszoon, hij nam het kruis aan, omdat hij den Edelman benijdt die, gezeten op een snuivend ros, de stad komt inrijden, gekleed in zijde en fijn laken, ;gevolgd door dienaren die buigen op zijn wenk en vliegen op zijn woord. Hij wil ook Edelman zijn, de positie van vrije burger is hem niet genoeg. Ziedaar een goudsmid. Hij wil geld en goed. De verhalen van de schatten van het het stadhuis om hunne motie aan den burgemeester te brengen. Aan den leider vroeg de burgemeester heel leuk wat het comité wel dacht van dit verzoek. De leider antwoordde even leuk dat zij juist kwamen hooren wat de burgemeester er van dacht. De burgemeester meende te moeten opmerken, dat de werkeloosheid in dezen tijd dea jaars gewoonte is, en dat men daarop in den zomer rekenen moet. De werkeioozen antwoordden dat daarvoor de loonen te laag zijn. De burgemeester daarentegen beweerde dat de loonen geste gen zijn en niet de prijs der eerstelevens- behoeften. Heden en morgen zullen de werkeioozen weder uit wandelen gaan, maar dat het hun heilig voornemen is om, als de mieren hun brood in den zomer te bereiden is nog niet gebleken. Toch, dat zou beter remedie zij o dan het verzoeken aan den burgemeester ot het, met zekere ostentatie, uit wandelen gaan in de sneeuw. Gelukkig dat er, naast de vele bemoei ingen met werkeioozen nog tijd overblijft om aan onze gezondheid te denken. De wethouder van onderwijs in Den Haag heeft aan alle hoofden van scholen een door vier doctoren opgestelden leefregel doen toekomen, opdat de inwoners, als ze althans den mond kunnen openhouden, gezond zou den blijven. Wij wonen in Zeeland en niet in de re sidentie, maar toch hechten we, ook uit eigenbelang, te veel waarde aan de goede gezondheid onzer abonné's, om hen niet onkundig te laten van deze heilzame voor schriften. Luistert dan naar dien goeden raad. Maakt geen stof in uwe kamer. Opent de ramen 's zomers, en zet 's win ters eenige oogenblikken raam en deuren tegen over elkander open, om versche lucht te laten binnenkomen. Houdt u buiten tocht. Neemt veel beweging in de open lucht. Houdt den mond gesloten bij loopen of «tapen. Houdt geen nat goed aan. Ltat kleine kinderen geen snoepgoed eten. Staat vroeg op en gaat vroeg naar bed. Oosten hebben in hem de begeerte gewekt iets van die schatten machtig te worden. Ziedaar die slachter. Zijn ideaal is niet het leven onder de kalveren en de lammeren. Zijn lust is reizen en avonturen, landen doorkruisen, zeeën bevaren, vreemde volken leeren kennen. De wijde, wijde wereld is in zijn oog een zooveel begeerlijker wereld dan die kleine wereld om hem heen, waar men altijd dezelfde gezichten ziet. Maar deze alle zijn redenen van onder geschikten aard. Een der krachtigste redenen die duizenden en duizenden den weg naar Palestina opdreet was de zucht naar vrij heid. Vrijheid, meer dan goud en goed, zucht naar vrijheid leefde steeds in de botst van den weidenkenden mensch. Slavernij is een ondragelijk juk. En als ge mij volgen wilt wanneer ik u de positie van de onvrijen of hoorigen in de Middeleeuwen tracht te schetsen, dan zult ge kunnen begrijpen dat de tocht naar den lande van Overzee, hoe zorgelijk en jam merlijk ook, uitkomst gaf uit het lijden van menigeen. De staat van afhankelijkheid en dienstbaar heid waarin de hoorigen zich bevonden gaat alle hedendaagsch begrip te boven. De druk van het leenstelsel woog op ben met zqn geheele zwaarte. Ik zal het zwarte gordijn dat het leven der voorvaderen van onze veldarbeiders verbergt, ter zijde plooien en u trachten een blik te doen slaan in hun leven. Volg mij naar een dier hutten. Een armelijk verblijf is die stulp van zoden, plaggen of vlechtwerk opgetrokken, of, op zijn best, bestaande uit met teer besmeerde planken, schamel gedekt met riet, stroo of biezen. Somtijds, of de vrien delijke natuur hen in hunne armoede toch nog wilde verrijken, begroeid met bruin achtig of groen mos of met van bloemen purperend look. In het halfdonker der stulp bespeurt ge op een rek met latten eenige aarden schotels, kruiken en kannen, bier en daar ook een vischnet of een stuk akker gereedschap, eenigaan een spijker of houten pin hangend plunje, een rist gedroogde visch, een trog met een of ander stuk dat voor vocht of rook moet beschermd worden. De slaapstede wordt gevormd door een af' schutsel van ruwe planken of teenen gevuld Ziedaar eenige van de voorschriften die wel niet de verdienste der nieuwheid van vinding hebben, maar het oude dat goed is mag ook wel eens herhaald worden. God heeft een twist met Nederland over vele dingen. Ook ter oorzake van het drankgebruik. Aan den sterken drank, vaak ook door orthodoxe kringen gezocht en genoten, kleeft het zweet van den werk man, om nu niet te spreken van de vele zielen die hq verwoest, van de armoede en ellénde die hij met zich sleept. Het zweet en het geld, het verkorte loon van den arbeider kleven er aan. Schiedam bewijst het. Daar zijn treurige, neen schreeuwende toestanden aan het licht gekomen. Daar werken de arbeiders it» de gewone branderijen dagelijks van 14 tot 17 uur. Zij beginnen tusschen 2 en 4 uur in den morgen en werken door tot 5, 6, 7, zelfs tot 8 uur des avonds. Een mau die in Je week arbeidt van 's nachts 2Vs tot 's avonds 873 a 9 uur en 's Zondags van 's nachts 4 tot 's morgens 11 uur, verdient daarmede f 10,50 's weeks, dat is negen centen per uur! Er zijn er ook die slechts 7Vs, hoogstens 8 cents per uur kunnen maken. Het hoogste loon, dat van een baas, is 15 cents. Het werkvolk drinkt veel borrels. Er zqn er die minder drinken, doch de gewoonte is 12 borrels daags. Een der werklieden verklaarde voor de euquête-commissie dat er zijn die zoolang zouden drinken, als men ze maar gaf en tot zij er bij neer vielen-». Te begrijpen is dat in de gezinnen van dergelijke arbeiders het gezellig verkeer ontbreekt. Een der arbeiders, op de vraag of hq dus zqne kinderen nooit zag, ant woordde ronduit«Dat spreekt» I Zqn dit geen schandelijke toestanden Wordt het geen tijd eindelijk om de h»nden ineen te slaan tot verbetering, tot uitroeiing desnoods, op gevaar af dat de sterke drank, deze volksdrank, waarvoor een dier nog den neus optrekt, nog duurder worde. Wete toch een iegeljjk die de drinkge woonte aan de hand houdt, dat hq van den ongerechtigen toestand een deel der met gedroogde bladeren. De stookplaat is voorzien van een aarden pot, waarin de dagelqksehe kost van havermeel, het moes van rapen en boonen, de lekkernij van gerstenkoeken met honig wordt gekookt. Rondom die stookplaat verzamelt zich ook het huisgezin bij de spattende plagge of den knappenden boomstronk als de koude winter de warmte doet zoeken of de flik kerende vlam den korten dag nog eenige oogenblikken met haar walmend licht verlengt. Het eenige venster dat licht geven moet, is bespannen met palingvellen, die de plaats van onze vensterruiten innemen. In de eenige hut die ik u binnenleiden zal zit een man, met klompen aan de voeten, hozen aan de beenen en een grof wambuis. Zijn haar is dik, maar kort gesneden, een rosse baard bedekt zijn grove gelaatstrekken. Deze hoorige heeft weder een jaar nut teloos gearbeid, als zoovelen van zqne stand- genooten. Het jaar was gunstig, zijn leen- akker stond groen, straks ruisehten de goud gele halmen heldere, zonnige dagen deden een goeden oogst hopen. De dagen naderen waarop de sikkel in het koren zal geslagen worden. Maar ziet plotseling wendt zich de wind naar het zuidwesten, het weder slaat om en de eene regenbui volgt op de andere. En nu roept plotseling bij klokke- slag de meier allen die den landheer moeten dienen, alle hoorigen te zamen en beveelt hun te zorgen voor 's Heeren oogst. En al de dagen die zij daaraan moeten arbeiden van der zonne opgang, tot haren ondergang, vernielden slagregen en stormwind het eigen gezaaide en toen zq het eindelijk konden oogsten was het verwaterd en bedorven, en kon het rotten tot mest. De gehoopte en zeker verwachte pen ning, die voorzien moest in zoo menige noodige behoefte, ging verloren. Had deze slaaf slechts de uren van den oogst kunnen verdeelen tusschen den arbeid voor zijn heer en dien voor zich gaarne zou hq zijne beste krachten daar en het overschot aan zijn eigen voordeel hebben besteed, maar hoe zou hij dat voorstel ook maar van verre hebben durven stamelen, en daardoor den onmetelijken afstand ver kleinen van den heer tot zijn hoorige. Deze ongelukkige was armer dan toen hij den arbeid op zijn akker aanving, ook armer aan hoop. Niets blqft hem over dan zijn bedorven graan, en zqn machtelooze verantwoordelijkheid draagt en bqdraagt aan de verhaasting vau het oordeel Gods dat op elke volkszonde volgt 17 Januari 1893. Van de Koningin regentes tot de geringste onderdaan is verplicht deze vereeniging die trouwens het Beschermvrouwschap van H. M. geniet, naar vermogen te steunen. De Koninginnen schonken reeds een bijdrage. Het Nederlandsche volk wenscht nu haar voorbeeld te volgen en Middelburgs inge zetenen zullen weldra in de gelegenheid zqn van hunne sympathie met het gewaardeerde streven van de vereeniging Trouw enz. te doen blqken. De collecte zal aanstaanden Vrijdag plaas hebben. Unze landverdedigers uit de kwade dagen van '30 mogen op hun ouden dag geen gebrek lqden; en toch enkelen doen dit. Het is een schuld die op het Neder landsche volk rust. Die at te betalen is zeker eene aangename taak voor ieder solied, christelqk staatsburger die bq de oefening der gewone barmhartigheid ook den tol der dankbaarheid niet onthouden wil aan hen die, zoo al niet de daad, dan toch de bereidvaardigheid getoond hebben om de eer en de onafhankelijkheid des vader lands met goed en bloed te verdedigen. Amerika, dat zooveel voor zijne oud-strq« ders doet, zij ons ten voorbeeld. Dit bericht zal zeker door velen die zich gevleid hadden weldra dengevierden redenaar te hooreD, met leedwezen vernomen worden. De lotelingen der lichting van 1893f die voor hunne inlijving met gunstig gevolg een examen afleggen, worden, voor zoo»eei zulks met de belangen van den dienst i3 wrok in de eenzame hut. Deze enkele trek uit het leven der hoo rigen zij voldoende tot illustratie van mqn verhaal. Ik wilde u sl chts doen gevoelen dat niet alleen heilige geestdrift van religi- eusen aard, maar ook maatschappelijke oorzaken ten grondslag lagen aan het deel nemen aan de Kruistochten. Men nam toen deel aan de kruistochten gelijk men nu teekent als koloniaal voor Indië of emigreert naar Amerika. Dat het treurige lot, waarvan ik u zooeven een staaltje toonde niet alleen dezen of dien hoorige of lijfeigene, dorper of on vrije trof bq een of ander barbnarschen leenheer, daarvan moge u overtuigen de volgende ontboezeming uit de Dietsche spraeke der Middeleeuwer, overgezet in ons Hollandsch „Zie - 'tis mij zoet, wanneer ik dag aan daS> Een twintig, dertig dorpers vellen mag; Hen hongrig dwalen zie, veld uit, veld in, Zoo 'k lieg, beliege mij mijn hartsvriendin. En als deze dichter voortgaat wordt zqne minachting al meer openbaar. De dorper slijt zijn dagen als een zwijn, Hij walgt van 't edel leven, hoofsch en fijn, En oogst hij rijkdom voor zijn wroeten och t Is uit met zijn verstand. Houdt dus de trog Hem leeg Verjaag hem van zijn bloed en erf, Opdat hq naakt door wind en regen zwerf j Verwondert het u dat iedere uitkomst, al was het dan ook een periculeuse expe ditie als de kruistocht, werd aangegrepen om zoo wreed een lot te ontvlieden Zoo zijn we dan aan het eind gekomen der geschiedenis van de twaalfde eeuw, gelqk ik mij die in onzen beperkten kring, op Zeeuw- schen bodem voorstelde. De kloosterhof #n de haar omringende gebouwen werden bevolkt met de mannen van voorheen. Middelburg leefde voor ons op in hare prille, maar sombere jeugd. Ik noodig u uit, indien ik u althans niet verveel want dat wensch ik tot geen prijs met mij den loop der eeuwen verder te volgen. We zagen en hoorden reeds heel wat merkwaardigs. Maar aan het einde zqn we nog niet.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1