1893. No. 43.
Dinsdag 10 Januari.
Zevende jaargang.
V E It S C 68 LI .\T
6. M. KLEM KERK. te Goes
F. P. D'HUIJ. te Middelburg.
PRIJK DER ADVERTENTIES
Lange Vorststraat, C 220.
Schetsen over Middelburg.
ONS BINNENHOF.
OPGAVEN BEVOLKING.
Verbetering.
Middelburg. In ons vorig no. komt
een bericht voor uit deze gemeente omtrent
de kelders onder de Abdjj. Daarm komt
voor de volgende zinsnede
Gemengde Berichten.
Goes. Zaterdag was den minvermogen -
de knapen; in deze stad een aangename
ure bereid door de bemoeiingen van het
comité voor Ijsvermaak. Ongeveer f200
was langs de huizen der ingezetenen op
gehaald, teneinde daarvan dekens, brand,
stoffen, kleederen enettwaren uit te deelen
Daartoe werden op een deel der Vest tus-
zchen den Dam en de Ganzepoortbrug
fi.KEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
PrqV per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers0.02*.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Den geabonneerden die
gewoon zijn met 1 Jan.
b in abonnement op dit blad te be-
t.i,len bij den ondergeteekende, zij
herinnerd dat het adres is:
GOES. G. M. KLEMKERK.
KERSTFEEST OP 'sHEERENLOO.
Het is zaliger tegeven dan te ontvangen,
zonderling klinkt dit toch, wie ondervond
nooit, de waarheid van dit woord der Schrift?
Ul herinnert ge U niet hoe overgelukkig,
die handdruk en dat van vreugde stralende
gelaat van dien arme U stemden, wien ge
om 'sHeeren wil een gave mocht uitreiken?
Voorzeker, wat ook het ongeloof moge
bazelen, geven met een blijmoedig harte
ve-armt niet. God heeft zulk een gever
h i. Daarom wekt de barmhartigheid den
Heere in zijne ellendige» bewezen zulk eene
heerlijke blijdschap des gemoeds, die alles
te boven gaat.
Iets daarvan hebben voorwaar die lieve
vrienden en vriendinnen van den Idioten-
arbeid mogen ervaren, toen zij den ellendig
ste» onder de ellendigen zulk een kostelijk
Kerstfeest bereidden.
Hadden zjj slechts, als wjj, getuigen
ku oen zijn van de uitdeeling der feest
gaven in rjjke verscheidenheid gezonden.
Stil was het op den tweeden Kerstdag
in de paviljoenen, maar in de schoollocalen
heerschte een prettige drukte. In het eene
vinden wij alle zeventig verpleegden in zeer
opgewekte stemming bijeen. Wat een
gegons, wat een gejoel! Ieder is in spanning
ieder vol verwachiingl Willem beproeft al
-.ijs, of hij door wrijven het matglas in
(i deur niet doorzichtig kan maken, om
t.oh maar een voorproefje te hebben van
al 't moois op de schooltafels in het andere
locaal tentoongesteld. Eindelijk is de tijd
van uitdeeling daar' Welk een rjjkdom
ligt daar uitgespreid 1 Voorzeker het heelt
overleg gekost voor elk der zeventig iets pas
sends te vinden!
FEUILLETON.
V.
Maar de Abdij of hare bewoners kenden
e .ommunicatie of interdikt slechts bij
name. Tusschen de Abdij en de Prinsen
der Kerk was het, gelijk bij de Vorsten
der aarde, couleur de rose.
Geen schaduw viel op den feestdag waarop
de Kruisridder de verzamelde menigte toe
ts ak. Het vierspan had den Abt stadwaarts
gebracht, van zijn buitvnverblijf Westhove,
waar hij geregeld 's zomers vertoefde.
Westhove als burcht tegen de invallen
der Noormannen in de negende eeuw ge
bouwd, was vermoedelijk der rijke Abdij
reeds in de twaalfde eeuw in handen geval
len. Datzelfde Westhove waar de natuur
zelfs nu grijs van ouderdom is, bekend en
geliefd bij iederen bewoner van Walcheren
die zijn bodem kent en hare geschiedenis,
straalde toen in jeugdige frischheid.
Datzelfde Westhove met zjjn kaoteelen
e torens, zijn reusachtige linde en majes
tueuze lanen, zijn palers-duinen en vervallen
brug, zijn eilandje en zjjn essen-ronde is
eenmaal bewoond geweest door Heer Petrus
van Biggekerke en door Heer Jacobus de
Insula, door Heer Petrus van den Darr.me
ii Heer Joan vrn 's Gravezande, en zoovele
underen als, naar luidt der geschiedenis den
hoogen zetel der Abten in Zeelands hoofdstad
ht .ien ingenomen, daartoe gekozen door
de kanunniken van het kapittel, om hun
gaven of om hun rijkdom.
Een aantal nonnen van Zoetendale, bij
Serooskerke, mede geestelijke onderdanen
van den Abt, waren ter hoogtij opgekomen,
en nevens deze de monniken van deAbdjj,
die hun zomerverblijf bij Grijpskerke op het
thans nog wel bekende Monnikenhof hielden.
Die monniken, lustig en weelderig levende,
transcheljjk niet het beeld van den Puritein
j later dagen verlooneade, verdrongen
zich om den Ridder, en dwongen hem bij
hen in te komen en het middagmaal met
hen te houden. Al spoedig wisten zij den
Ridder op zijn gemak te zetten, en niet lang
duurde het of hij ging verhalen van wat
hij in Palestina had ervaren.
De Ridder bleek niet alleen een vurig
prediker, maar ook een onderhoudend
verteller te zijn, en indien g; de moeite
doen wilt, mijn lezer, naar hem te luisteren,
zulr gij u niet vervelen.
ja zal trachten zjjn verhaal in onze taal
Kleine Paul is de eerste, die zijn geschenk
in ontvangst neemf Een trompet I O dank
je, me- lieerOmooi 1 mooi 1 't Ventje beeft
van blijdschap! De bewegelijke idioot toch
geeft zich geheel over aan den indruk van
het oogenblik. Is hjj blij dan is hij het
geheel en omgekeerd, is hij bedroefd, elke
poging om hem te troosten is te vergeefsch.
De zevenjarige Albert die nog niet praten
kan, tatert van pret over zijn blokkendoos.
Daar komt ongelukkig Fritsje, arme
stumperd. Door een paar vriendjes meer
gedragen dan ondersteund, strompelt hjj
voort. Zie hoe angstvallig hij zijn doos
vastklemt, bevreesd voor Wijnand, die
nergens at kan blijven. Dorus, die anders
zoo stil voor zich heen leeft en warm noch
koud wordt, moet nu toch even glimlachen.
En zoo verdwijnen de pakjes een vooreen.
In de paviljoenen hoort men gefluit, ge
toeter, gelach.
Het feest is afgeloopen, en terwijl gij en
ik nog zoo recht gezellig over genoten
feestvreugde mogen spreken, behoort dit
feest voor den idioot onherroepelijk tot het
verledene. Het is voorbij voor immer. Hij
ziet en verheugt zich wel vooruit, maar
geen herinnering blijft achter.
Wat een ellende, wat een stumperds,
voegde mij een belangstellende toe. Ja.
lezer of lezeres, wel wat ellendigen, wat
'n stumperds. Maar een heerlijk voorrecht,
eene groote genade heelt de Heere ons
geschonken, dat wij nog mede mogen
werken aan de leniging van zoo grooten
nood. Hebt gij al eens iets gedaan Niet
Welnu, bezoekt dan eens 'sHeeren Loo,
dat eiken werkdag voor u open staat, en
als ge dan te huis gekomen, uwe kinderen
ziet als olijfplanten om uwe tafel, zeg dan
eens of het woord, dat een warm Idioten-
vriend uit Noord Holland bij een bezoek
uitsprak: «je zoudt je laatste halve cent in
't busje gooien», geen schijn van waar
heid heeft.
's Heeren Loo, 27 Dec. 1892. P.
9 Janurri 1893.
De klioiek eu polikliniek voor oog- en
oorlijders te Middelburg, een jaar geleden
te vertalen.
Daar waren zoo verhaalt de Ridder
voor weinige jaren aan den hemel op
drie verschillende, ver uit elkander gelegen
plaatsen in Nederland, veelbeteekenende
natuurverschijnselen waar te nemen, allen
met elkander in verband. Eerst waren het
drie hemelsche kruisen tegelijk: een wit
in het noorden, een wit in het zuiden,
daartusschen een derde, rood getint met
een menschelqke gedaante eraan, de armen
uitgebreid, handen en voeten doorboord en
het hoofd op de borst. Dit werd gezien in
de maand Mei 's Zondags voor Pinksteren.
Elders vertooode zich kort daarop aan het
uitspansel, niet ver van de zon, een ander
kruis, doorschijnend blauw van kleur, en
op een derde plaats, insgelijks na een
tusschenpoos, nogmaals een kruis, veel
grooter, geheel wit, waarvan de lijnen der
staande en liggende balk zoo scherp waren
alsof ze door een schrijnwerker vervaardigd
waren. Het eerste teeken werd slechts door
enkelen gezien, door een grooter aantal
peisonen het tweede, het laatste door al
de duizenden bedevaartgangers, op 5 Juni
te Dokkum samengekomen om de gedach
tenis van Bonifacius te vieren, en daaronder
was ook ik.
Wjj waren overtuigd dat de bedoeling
van het twe»de en derde teeken is geweest
elke onzekerheid weg te nemen omtrent
den zin van het eerste visioen, geljjk de
heilige Paulus omtrent de opstanding van
Christus zegt, dat Hij eerst van Cefas is
gezien, daarna van de elven, daarna van
meer dan vijl honderd broederen op eenm »al.
Wij geloofden en daarom schaarden wjj ons
om de vaan des kruries ten heiligen oorlog,
door Paus Urbanus uitgeroepen.
Maar o, wat eene ontnuchtering volgde.
Wat ellende, wat lijden wachtte ons. Onze
aanvoerder Peter van Amiens was een
krachtig volksprediker maar een slecht veld
overste. Hij wist geen tucht te handhaven in
zjjn armzalig leger.
En armzalig was dat leger
Hij vergist zich die meent dat alleen
ad Majoram Déi Gloriamhet wacht
woord was der kruisvaarders. Het leger
bestond voor het grootste gedeelte uit
samengeraapt gespuis, lijfeigenen die hunne
heeren waren ontloopen, misdadigers die
straf te duchten balden, en dweepzieke
pelgrims, wien het roemrijker voorkwam
onder aanvoering van een heilig man dan
onder die van een vorst te strijden, en
voor het kleinste gedeelte uit «geloovigen»
bezield neet geestdrift, om de heilige pla itsen,
door dr. Bjjlsma aldaar geopend, verzond
aan belanghebbenden een kort verslag van
hetgeen daar in dien tijd is verricht. Be
handeld werden 500 oog- en 175 oorljjders,
te zamen 675 patiënten van welke 356 uit
Middelburg, 166 uit 't land van Walcheren,
en 91 uit N.- en Zuid Beveland.
In de kliniek werden verpleegd 13 pa
tiënten met 208 vèrpleegdagenop het
gasthuis te Middelburg 33 patiënten met
1018 verpleegdenterwjjl in het ziekenhuis
te Vlissiogen 2 patiënten werden geopereerd
en verpleegd. In' het geheel werden 1223
ziekten geconstateerd en 38 operaties verricht.
Het verslag eindigt met de navolgende
mededeeling van dr. Bylsma.
«Uit het getal der ernstige aandoeningen
en der lijders uit Middelburg blijkt dat
velen in Zeeland slechts laat en door nood
gedrongen de hulp van een specialiteit in
roepen. Natuur!jjk ten nadeele van de
ljjders zelve».
Ten einde aan de geldeljjke bezwaren te
gemoet te komen heb ik voor minvermo
genden kaarten van f 5 beschikbaar gesteld
die recht geven op eene maand behandeling.
Onver «ogenden (mits voorzien van een be
wijs) worden voortaan kosteloos geholpen.
Bljjkt door dezen maatregel de wensche-
ljjkheid dan hoop ik later tot de instelling
van eene kostelooze polikliniek te kunnen
overgaan».
Het verslag, vooral het laatste gedeelte
lazen wjj met genoegenen geven «r langs
dezen weg meerdere bekendheid aan, opdat
vele onvermogende oog- en oorljjders van de
liefderijke aanbiedingen gebruik maken.
Gemeente.
Geb.
in
1892.
Overl-
in
1892.
Totaal der
bevolking op
SI December 1892.
25
20
23
23
6
12
M»n. Vr. 1 Tot.
461
317
263
466
308
295
92/
625
558
Ovezand
Nisse.
Driewegen.
In den polder Beats (Friesland) heeft
het hoofd der school des Zondags met circa
40 volwassen meisjes en jongens een zarig-
gewjjd éoor 's Heilands leven, aan de handen
der Mohamedanen te ontrukken.
Dat armzaligs leger, zonder behoorlijke
wapenen, zonder geld of proviand, moest
van de algemeene liefdadigheid leven, of
levensmiddelen rooven. Uit alle landen van
Europa waren -40.000 strijders samenge
komen, die de kruisvaan van Peter van
Amiens volgden, en door Duitschland, Hon
garije e« Bulgarije naar Constantinopel
optrokken. Hier, op dien doortocht door
Europa en niet bjj des Heeren graf begon
de strijd. Vooral in Bulgarjje was de
maat der ellende boordevol.
Te vergeefs beproefde de aanvoerder bet
plunderen te voorkomen of te stuiten.
Semlin sloot de poorten voor de pelgrims,
omdat de bewoners gehoord hadden van
de gruwelen door de kruisvaarders bij
Belgrado bedreven. Semlin werd stormen
derhand veroverd en de bewoners werden
door de woeste horden, die geprikkeld deor
honger en lijden, niet te temmen waren,
op gruwelijke wijze vermoord. Dat was het
sein voor den koning der Hongaren om
een groot leger samen te brengen, de
kruisvaarders te bekampen en hun hunne
bagage te ontnemen-
Hoe velen hebben niet den dood gevonden
in Hongarije's woeste steppen en Bulgarjje's
kale velden
Roof en moord waren aan de orde van
den dag. Ljjfsbehoud en levensonderhoud
gaf een spoors'ag tot de meest onmensche-
lijke daden.
Dweepzucht vuurde aan. De strjjd gold
volgens sommigen, allen vijanden des Heeren.
Eer men de ongeloovigen in het Oosten
aantastte, moesten de nietswaardige Joden
in het Westen verdelgd worden. Waar
de benden der kruisvaarders ook kwamen,
overal zochten zij in de eerste plaats de
Joden op. Te Keulen werden de Joden,
mannen en vrouwen, zonder genade ver
moord, en de huizen omvergehaald. Te
Mainz hetzelfde. Te Trier werden de Joden
bij de nadering der kruisvaarders door zulk
een schrik aangegrepen, dat moeders hare
kinders doodden en zich zeiven in den
Moezel stortten om den bloeddorst der roovers
te ontgaan.
Te Worms beloofde de bisschop den Joden
bescherming, indien zij beloofden den doop
te zullen aannemen. Zij verzochten tijd om
zich te beraden, de bisschop willigde hun
verzoek in en wees hun een groote zaal
aan, waar zij hunne beraadslagingen konden
houden. Hjj wachtte lang op de komst van
den gezant der Joden, die hem het gewenschte
vereeniging, waar de zangkunst beoefend
wordt door het zingen van liederen als het
«Kies-en stemreehtlied», het «Vrijheidslied»
de «Tyrannie» en het «lied van Mariannes,
Het «Lampje», een antirevolutionair blaadje,
dat geredigeerd wordt door den predikant
te Beets, den heer G. A. Van den Brugghen,
haalt uit deze liederen eenige kenschetsende
zinsneden aan o. a. uit het «lied van
Marianne» deze«Maar Koningen en Ad
vocaten verdwijnen slechts door dynamiet
en stelt, naar aanleiding daarvau de vraag:
Kan die onderwijzer in zijne klasse met
de schoolkinderen zjjn plicht, bij de wet voor
geschreven, nakomen
«Mjj dunkt neen,» antwoordt de redacteur
van liet «Lampje».
«En ik acht het den plicht der overheid,
welke weet waarvoor zjj bestaat, om overal
waar aldus door het onderwijzend personeel
de grondslagen der maatschappij ondermijnd
en de voorgeschreven christelijke en maat
schappelijke deugden niet geleerd worden
die onderwijzers te ontslaan en onbere
kenbare schade bij de jeugd te voorkomen.»
«De acht muren die over dezen onder
bouw van de Abdij zijn heengegaan, hebben
zoo weinig aan de deugdelijkheid geknaagd,
dat mis-chien nog wel eeuwen over de
grondslagen van dezen bouw zullen kunnen
heengaan».
Voor muren, lees eeuwen.
besluit zou komen meêdeelen, maar hjj
kwam niet. Nu trad eindeljjk de bisschop
de taal binnen waar de Joden ter beraad
slaging bijeen waren.
Welk een schouwspel trof daar zijn blik 1
Daar lagen al deze Joden, badende in
bun bloed, zjj hadden liever zichzelf van het
leven willen berooren, dan ontrouw worden
aan hun geloof.
Hier eindigde de Ridder zjjn verhaal be
treffende de ervaringen door de kruisvaarders
in Europa opgedaan.
De kruistochten vormen eene idylle te
midden van een bloedbad. Heer en knecht,
priester en leek zjjn te zamen bedevaart
gangers naar het Heilige Graf geworden.
Maar ook hier wordt een door menscheljjke
wreedheid en zonde ontwijde plek doorwaad.
Oorlog, pest, hongersnood, en de smarteljjke
dood onder het MohammedaaDsche scalpeer-
mes waren het droevig lot der kruisvaarders,
en op hunne beurt richtten de kruisvaarders
een der schandelijkste moordtooneelen tegen
over de Joden aan waarvan de geschiedenis
gewaagt.
Als passend slot voor dit vijfde hoofdstuk,
zoo somber en zoo treurig, kozen we deze
klagende bede van een geloovige Israëlitische:
Toen 't uitverkoren volk weleer
Egypte's slavernij ontkwam,
Verscheen der vaadren God, de Heer,
Aan Israël in rook en vlam.
Des daags, geleidde een wolkkolom
Hen door Arabiëns zandwoestijn
Terwijl des nachts een vuurzuil glom,
Om hun een trouwe gids te zjjn.
De blijde koorzang werd gehoord,
En Sions dochtren stemden 't lied,
Bjj cymbaalspel en harp-accoord,
Te zaam met krijgsheld en Leviet.
Helaas 1 geen wonderwerken meer
Beschermen Abrahams geslacht
't Viel van uw wegen af, o, Heer 1
En 't werd verlaten door uw macht.
Maar schoon onzichtbaar voor uw volk,
Verschjjne aan ons bedrukt gemoed,
In ljjden, nug geljjk een wolk,
Die voor bedrieglijk licht ons hoedt.
En als op 't rampvol Isrel weer
Een nacht, door storm verduisterd daalt,
Zjjt ons altijd, barmhartig Heer!
Een vuurzuil, die ons pad bestraalt.
Wjj lieten binnen Babels stad
De harpen, 's vjjands schimp en spot,
Geen hand ontsteekt het wierookvat,
Bazuin noch citer looft u, God
Maar gji beloofdet Juda's stam
Dat U, het hart in boete en rouw,
Nog meer dan 't bloed van geit of ram
Een welkom offer wezen zou.