Zevende jaargang. 1813, No. 40. Maandag 2 Januari. verschijnt G. M. KLEM KERK. te Goes F. P. D'UUIJ. re Middelburg. PROS DER ADVERTENTIES OP DE GRENS, uw. ei ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjj? per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers10.02*. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Redactie, Administratie en Uitgevers van dit blad, betui- genaan alle vrienden lrun dank voor de blijken van medewerking en vertrouwen, hun in liet nfgeloopen jaar geschonken, bieden al den lezers hunne beste wensclien voor het nieuwe jaar aan en vragen ook om het doel dat ons blad beoogt, bij vernieuwing aller steun, den steun van abonnement en advertentiën, den steun der sympathie de actieve mede werking der berichtgevers, den steun ook der opbouwende critiek, zonder welke geen blad bestaan kan. En geve de Heere in Zijne versciiooiiende barmhartigheid ook thans, als vorige jaren, een mime mate van Zijn zegen aan allen die hnnne krachten aan dit blad wijden, kon het zijn tot eere Zijns Naams en tot verbreiding der Christelijke historische be ginselen en behoede Hij ons, dat wij niet zeiven deze verbreiding in den weg staan. Hoe willekeurig men ook den aan vangstijd des jaars bepaald heeft, toch blijft de overgang van den eenen jaarkring in den anderen altijd een gewichtig tijdstip. Er wordt toch altijd in zekeren zin een tijdperk onzes levens mede besloten, een nieuw ingetreden. In onze maatschap pij staan zoovele handelingen en toestanden in verband met de jaar wisseling, dat deze altijd een ge schikt rustpunt blijft, waarvan wij gaarne een blik naar achteren, naar 't verledene slaan en met nog meer belangstelling een blik voorwaarts, in de onbekende toekomst. We staan, a. 'tw., waar de middernachtsklok den 31 sten December slaat, op de grens van twee rijken't eene is doorreisd, 't andere ligt voor ons met zijn bergen en dalen, zijne zon nige landouwen en zijne sombere ravijnen, maar alles nog gehuld in een ondoordringbaren nacht. Wanneer dit opstel onder de oogen onzer lezers komt, is de grens reeds overschreden: 1892 voorbij, 1893 aangevangen. We vragen een oogenblik de belangstelling onzer lezers, waar we een greep doen in de menigte herinneringen, welke 't vervlogen jaar nalaat. Voor velen onzer gingen zijne 366 dagen niet zonder smarte henen. Ve len denken nog met weemoed aan hunne geliefden, die wel 't Nieuwe- jaar, maar niet meer 't Oudejaar vierden die rusten in de kilte der graven. O wel hun, die ze mogen herdenken met blijde hopedie we ten, dat ze rusten met het volk, welks God de Heere is. Hun viel wellicht 't scheiden zwaar d?s te FEUILLETON. De eerste indrukken in de San Louis Vallei- Een onzer, lang reeds overleden, land- genooten schreef eens, na een bezoek aan tie bekende Rosstrappe in de Hartz«wij zagen ons omringd door een muur van rotsen, in de meest verschillende, grillige vormen, als een zee van hemelhooge golven, •op het oogenblik harer ontzettendste woede tot steen gestold voor uw voet.» Ziedaar een teekening van de grenzen onzer Vallei, Het was ons slechts vergund tot nog toe een klein stukje van die bergen- wereld te zien, maar dat kleine stukje reeds maakt een majestueusen indruk. Hier is natuur, door geen kunst yerheerlijkt of opgesierd. Hier is een scheppingsdaad zoo forsch en zoo groot, dat de mensch zelf zich kleiner dan ooit gevoe't bij den aanblik. Hier ontwaakt onwillekeurig de gedachte dat die onmetelijke granietblokken die als bij honderden zijn weggestrooid en wegge slingerd, wachten op de hand die ze eens fatsoeneeren of tot eene bepaalde bestemming brengen zal. Hier is het alsof de schepping bij plekken is gestuit, terwijl die in de ronde is voort gezet. Want naast de steenwereld van het Rotsgebergte, onmiddellijk daarnaast, vindt ge een wereld van wouden, zoo groot dat het ook ons nog onmogelijk is daarvan een eenigszins juist begrip te vormen. Daar groeit het naaldhout het weligst. Daar is het vaderland van de reuzen- exemplaren uit de boornenwereld die hebben gediend tot vervaardiging van de heerlijker zal eens 't wederzien zijn. Droefheid is ook een Engel onzes Gods. Smarte kan reeds balsem zijn. En de vertroostingen des Hee- ren zijn nooit te klein: Hij ontfermt zich als een vader over zijne kin deren. Hij troost gelijk eene moeder troost. Herdenken de huisgezinnen hunne dooden, ook de volken doen 'tzelfde: ook 't Nederlandsche. En dan zeker in de eerste plaats zijnen grootsten taalgeleerde, Prof. Matthijs De Vries. Hij behoort tot de weinige bevoor rechten, welke 't gansche volk al thans bij name kent, welke de mees ten waardeeren. Met Spieghel, Lam bert Ten Kate, Iiuydecoper, Bil- derdijk heeft de Vries voor goed zijn' naam en roem aan onze taal verknocht. Met den vroeggestorven' Te Winkel stelde hij de regelen on zer spelling vast, welke men toch, al was 't slechts uit piëteit voor den doode, niet nu reeds mocht willen vernieuwen. Was de Vries op taal gebied een leidsman op denzelfden weg, dien Bilderdijk bewandelde, hij was geenszins diens geestverwant op 't gebied des geloofs en zijne beschouwing der taal kan niet in alles de onze zijn. Doch dit mag niets te kort doen aan onze waar deering van de groote gaven welke God den gestorvene had verleend. Beijveren wij ons immer, otn, met onze veel geringer krachten, even werkzaam als hij, te arbeiden inden dienst onzes Konings, Wiens ook 't gebied der menschelijke spraak is. Onder de velen, wier verscheiden in 't bijzonder ons Christenvolk ge denkt, noemen we den vroegeren bestuurder van de Vereeniging voor Cbr. Nat. Schoolonderwijs, den me depriester van 't Nederl. Jongelings verbond, den vriend der ongelukkige verwaarloosde kinderen, Pieter van Eiknoemen we den penning meester van «Veldwijk//, Jhr. van Asch van Wijck, noemen we ook in't bijzonder onze zendelingen Wil helm en Woelders. Ons volk vergete dezulken niet, hetzij ze in hoogeren of lageren stand arbeidden, nabij of verre de banier des kruises hoog hielden. God zegene hunnen werk kring, ook waar andere handen hem overnamen en stoote arbeiders uit in Zijnen wijngaard. We zetten onze nekrologie niet voortzoo licht doen wij onrecht aan zoovelen,wier naam geen grafsteen siert, maar in de hemelen geschreven is, wier kring telephoonpalen te Middelburg en Vlissingen. Daar is onze houttuin, de voorraadschuur waaruit wij onze steden en dorpen der toekomst hopen te gaan bouwen. Men zegt dat wij 12 a 13 uren ver wijderd zjjn van die bergen. Het schijnt naderbij. Maar heerlijk, overschoon is het gezicht op dien krans van bergeu die de Vallei omringt, als de zon des morgens die besneeuwde toppen met gouden gloed over giet, of als het zachte avondrood die sneeuw kleurt met een zachte rose tint. De Vallei vertoont zich bij den eersten aanblik als een wijd uitgestrekte vlakte, waar slechts struiken, geen boomen groeien. Zacht glooiend land, naar het eenstemmig oordeel van alle boeren, zeer vruchtbaar. Weinige houten huizen liggen hier en daar verspreid, en geven den indruk dat het tegendeel van overbevolking hier te vinden is. Plaats, ruimte is hier iD ieder geval voor duizenden en nogmaals duizenden. Hoe indrukwekkend w.>s de eerste aan komst in de Vallei. Zeker had nooit in de Concertzaal te Almosa het Wilhelmus van Nassauwew» en het Wien Neerlandsch bloedweerklonken als op den avond van 30 November jl. Wij plantten de vlag van het oude va derland te midden van het Rotsgebergte, gelijk voor een veertigtal jaren zoovelen onzer landgenooten dat deden aan de boor den van het Michigan-meer. Onze jeugdige bevolking vergastte onze gastvrije vrienden op het zingen van hun bekende liederen Er ruischt langs de wolken en andere. Het hoera dat bij het einde onzer en arbeid onbekend zijn, licht ver acht, maar niet bij Hem, die voor j' klein en groot een' anderen maat staf aanlegt dan wij. We blikken rondom ons: wehoo- ren hier van achteruitgang, daar van vordering. Dankbaar erkennen wij Gods zegen in den toenemenden bloei van een aantal stichtingen, in Jezus'naam gebouwd. Dankbaar er kennen wij Zijne trouw, waar we opwaldng en opwekking bemerken van oude beproefde beginselen. Dankbaar erkennen wij, dat Zijn Geest hier en daar verbroederde, wat niet behoort gescheiden te zijn. Slechts roepen we altijd weder op tot hereenigen, van wat in den grond .één is, maar door misverstand en booze inmenging van buiten vanéén gerukt is. Eéne algemeene Christe lijke kerk zich alomme zuiver open barende ziedaar de eenige macht, die, voortgeleid door haren Koning weerstand kan bieden aan de macht van ongeloof en revolutie, die mede in 't verloopen jaar terrein veroverde. Want veel stemt ook in 1892's ge schiedenis tot droefheid en tot waakzaamheid. Niet alleen, waar wij denken aan de vreeselijke roede, welke de Al machtige ophief over Europa en welke nog dreigt niet alleen, waar wc de volken zich ten strijde zien be reiden, terwijl de Staatslieden van «vrede» roepen maar vooral waar we de natiën in eigen ingewand zien wroeten, waar we allengskens alles zien samenloopen op «d'onoverzien- bren kamp der Armen en der Rijken» daar bevangt vaak bange zorge ons hart. Ook in ons Vaderland is 't gemor en de ontevredenheid we-- derom hooger geklommen. Hoe lange nog Da Costa schetste 't tijdperk van 1830 tot 1S40 als een tijd «steeds oorlogszwanger, steeds onmachtig dien te baren,» deze trek past ook voor onzen tijd. Straks zal't zwaard wederom uit de scheede moetenzal ook 1893 nog een jaar des vredes zijn? Hoe wij 't hopen In 1892 vergaderde weer 't vredescongres, en we aanvaarden dankbaar 't goede, dat 't bewerkte, en toch wij weten; zijn ideaal: «arbitrage voorkome eiken krijg», is een utopie. Vrede alleen op de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid zal wonen, en in 't hart van den burger van 't Rijk, dat niet van deze wereld is. '1892. Wat gat dat '92 niet te herdenken? 1492= Columbus plantte eerste ontmoeting ter eere van den bur gemeester van Almosa, en in zijn persoon ter eere van de bevolking die ons zoo vriendelijk ontving en zoo gastvrij onthaalde weerklonk, vertolkte onzer aller gevoelens. Een legende weet te verhalen dat de inboorlingen van Amerika, nu een viertal eeuwen geleden', nadat Columbus de nieuwe Wereld had ontdekt, in de vaste overtuiging leefden dat ruiter en paard één schepsel was. Zoo zagen, volgens hun gelooi als man en paard, de bewoners der onbe kende wereld er uit. Nu zou men haast de legende omkeeren en gelooven dat man en paard in Amerika als 't ware bij elkander behooren. Met een grooten flaphoed op 't hoofd, met de jas opgerold achter op 't zaal, den lasso of strik loshangend, en met een door de zon gebruind gelaat, zoo rent de Amerikaan in sterken draf door de Vallei. Mannen rijden te paard en vrouwen rijden te paard, want de grasetting langs de wegen wordt hier niet bij kleine stuk jes verpacht, en een paard heeft niet veel handelswaarde. Maar het zijn dan ook niet van die deftige, conservatieve, nette paarden als in Zeeland- De paarden zijn hier ongeveer in hun geslacht als de Socialisten in Nederland. Altijd in de oppositie- Als ze willen dan ontwikkelen ze een loopkracht die bewondering wekt, maar als die geest van verzet levendig wordt, dan zijn ze van 't zeilde gevoelen als de socialisten- Dan verklaren ze door daden niet te be grijpen waarom gij zitten zoudt en zij loopen den standerd van Castilië en Arragon op de kust van San Salvador en opende daarmede een nieuwe wereld voor 't verbaasd Europa tooneel van gouddorst, en van fanatisme maar ook herberg der Gemeente en loonend veld voor noeste vlijt. Zal Amerika licht nog de veiligheidsklep blijken van den overspannen toestel onzer tegenwoordige maatschappij Ame rika, dat in de toekomst wellicht de wereld beheerscht 1592. Middelpunt van den tijd, waarin volgens Prof. Fruin de vrij heidskamp met Spanje werd beslist; herinnert dit jaar ons niet onze grootheid onder Oranje Oranje is thans een teere scheut geworden. Neerlands kroon rust op 't hoofd van een twaalfjarig Kind en Ne derland 't Is niet meer de Staat, machtigdoor gehoorzaamheid. Wekke 'tons op tot schaamte, tot ootmoed, tot terugkeer. 1792dat vreeslijke jaar, waarin Frankrijk 't voorbeeld gaf van de practijk der leer, door Voltaire en Rousseau gepredikt een voorbeeld zoo gretig ook door ons volk nage volgd. Frankrijk is door en op den weg van de Revolutie niet groot geworden. Zijn schijnglorie onder de Bonapartes verdween als eene mor genwolk. Thans is zijne zedelijke kracht zoo ondermijnd, dat zijne hooge Raadszalen Europa een schouwspel zijn geworden1892 heeft het bewezen. De schandalen van Wilson en van 't Panamakanaal zijn Frankrijk grooter vernederingen dan de kroning van Duitschlands eersten keizer in de spiegelzaal van Versailles. We staan op eene grens: wat zal ons in 't onbekende land der toekomst bejegenen Zal 't vrede zijn 01 krijg Roem Of vernedering Voorspoed Of te genspoed Leven Of sterven «O, wie gist, «Wat vaa des Menschdom lot daar boven is beslist «Wie heett Gods raad gekend Dit slechts weten wij ieder jaar brengt ons nader aan dien dag dat de hemelen voorbij zullen gaau en de aarde versmelten, dat de stemme des Archangels de dooden zal wekken, dat de Koning der eere vei schijnen zal op de wolken des Hemels. En op Zijne komst is de wereldgeschie denis aangelegd. En slechts met het op Hem gaan we veilig voort. Al leidt door 't dal der doodsscha- En ze laten u staan, ondanks al uwe protesten in eiken denkbaren vorm. Van dieren gesproken, hazen zijn hier vele, grooter dan bij ons en lichter van kleur, de varkens zijn zwart en de koeien rood- Hoe dit verschil van kleur ontstaat weet ik niet, wel dat het de aandacht trekt. Vogels vindt men hier zeer weinig. Waar schijnlijk door het gemis aan boomen en omdat er zoo weinig te pikken is. Als in een volgend jaar hier de graanbouw zich ontwikkelt en misschien ook langzamerhand boomen de plaats der tegenwoordige struiken zullen innemen, dan zullen wellicht de gevederde emigranten zich ook hier neder zetten en beginnen met de Vallei te koloniseeren. Het was een drukke dag, die eerste Zondag, 4 December, 's Morgens en 's avonds godsdienstoefening in een der Emigranten huizen, onder leiding van den heer van Lummel, 's middags Zondagschool en'savonds vergadering van het mannelijk personeel. In die vergadering werd een comité voor de kerk gevormd, en eene commissie benoemd voor de christelijke school, die onder leiding van onzen onderwijzer, den heer Zijlstra, zal geopend worden. En nu hebben we allen een kijkje geno men in onze nieuwe omgeving. De heeren Zoutman en van Dusselderp dienen ons allerwegen van advies en langzamerhand rijpen de plannen voor de toekomst. En intusschen vergeten we het vaderland niet, waarvan deze brief weder een getuige is-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1893 | | pagina 1