1892. No. 35. Dinsdag 20 December Zevende jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEM KERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Schetsen over Middelburg. DE ZEEUW. ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p.p. ƒ0.95. Enkele nummers 0.026. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 Jan. op ons blad abonneeren, ontvangen het tot dien datum GRATIS. if Vrijdag ontvingen onze lezers langs tele- grafischen weg bericht dat het ouderwijs in de vrije- en ordeoefeningen niet voor 1897 verplichtend zal worden gesteld. Het voorstel van twee roomsche leden, om dit toe te staan, werd door de regeering onder steund en door de tweede kamer met 76 tegen 14 stemmen aangenomen. Er tegen stemden de heer Huber en 13 liberalen. De tweede kamer deed een goed werk met de aanneming van dit voorstel. Zij verdient een woord van lof, al mag niet vergeten dat zjj er wel een weinig toe verplicht was wjjl de examens in vak niet beantwoorden aan de oorspronkelijke bedoe ling des wetgeversde gemeenten op groote onkosten worden gejaagd, te groot eigenlijk voor de manier waarop het nieuwe leervak zal worden onnerwezenen vele gemeenten ook waar het ontwerp leerplicht wenkt, dezen zwaren geldelijken slag niet doorstaan zouden. Deze verstandige beslissing is als een oase in de(droog-zand)woestjjn v^njjdele redevoe ringen waarmede de leden der kamer in de laatste weken elkander en de natie vermoeien. Dat er een gewichtig besluit te nemen was, bljjkt wel uit het zeldzame feit, dat op een na al de roomsche leden anders echte spijbelaars op het appèl waren. De minister van marine dwingt, meer dan zjjn meegaande collega's van oorlogen koloniën, eerbied af door zijn flink optreden. Hg had gevraagd om geld voor den bouw van drie groote oorlogschepen, dewijl de Nederlandsche vloot de vloot van wjjlen Admiraal de Rujjter! geen enkel goed schip meer had. De Tweede Kamer, of liever de geest verwanten van den minister, trachtten hem te bewegen dien post in te trekken en toen dit niet gelukte, vroeg de liberale partij hem bij monde van haar voorzitter of hij 't dan niet voorloopig met één schip wilde doen in plaats van met drie. De minister heeft zich terecht tegen deze FEUILLETON. ONS BINNENHOF. L Toen de Romeinen de Batavieren, de eerste 'bewoners van onzen bodem, kwamen beoorlogen, vonden ze hier niets wat op onze hedendaagsche steden of dorpen geleek. Een hut van ruwe planken opgeslagen, met riet of stroo gedekt, zonder schoorsteen of glasvensters, liefst op een terp of kleinen heuvel gelegen, om tegen overstrooming beveiligd te zijn, was de eenige menscheljjke woning op denzelfden grond waar nu paleizen duurzaam en groot zijn verrezen. In zoo'n hut met éen vertrek was niets dat naar gemak of weelde zweemde. De wanden waren van klei opgetrokken, en waar nu het mollige tapijt ligt was niets dan de maagdelijke aarde. De hut werd dan ook gerekend tot de tilbare have te behooren, die men bij brand of watersnood met zich voeren kon. De komst der Romeinen bracht eenige 'verandering; de hutten werden wat grooter en fraaier. In de vijfde en zesde eeuw evenwel kon men eerst van huizen spreken. Toen begon de steen als bouwmateriaal gebruikt te worden, stallen voor het vee werden van de menschelijke woningen af gescheiden. In de zevende en achtste eeuw bouwden de Edelen hunne Sloten of Burch ten. De Gothische bouwtrant kwam op, hoe wel de Rómaansche bouwstijl nog eeuwen lang de heerschende bleef. Eerst in de negende en tiende eeuw be gonnen de steden te verrijzen. Rondom het hoogadellijk Slot of de Burcht vereenigden zich de arme onderzaten in hunne nederige stulpen. Hoewel onderdrukt door en gebrek lijdende in de nabijheidj van den Leenheer, zochten de hoorigen lijfsbehoud in de scha duw van zjjn slot, dat tot fortificatie diende, en vooral hen tegen de invallen der Noor mannen, de aartsrooversj van Europa, be schermde. Toen, in die tiende eeuw - de beschaving ging toen waarlijk niet met reuzenschreden vooruit was het huis dat later een sieraad van een der hoofdstraten van de stad wor den zou, van hout gebouwd, met rieten of strooien dak, niet zelden met slijk bedekt. Door een lagen en kleinen ingang trad men kruidenierspolitiek verzet en ruiterlijk ver klaard te willen staan of vallen met zijne drie schepen. De Kamer behoefde dus niet te denken dat zij den minister Seyffardt voor had. Dank zij deze flinke houding kreeg de minister er dan ook zijne drie schepen door. Met 46 tegen 44 stemmen werd de post toegestaan. De antirevolutionaireclub, met uitzondering van de anti-militaristen Huber en De Geer, stemde voorde meerderheid uit de linker zijde tegen den post. Onze vrienden meenden nu de mi nister het landsbelang bjj de al of niet opknapping der kranke vloot betrokken achtte hem de gelden daarvoor niet te mogen weigeren. De liberale partjj heeft steeds de marine geen goed hart toegedragen. De ^goedkoopste bewindsman was haar de beste. En zoo zag men de Nederlandsche vloot onder de liberale regeeringen al meer achteruitgaan tot in 1888 de toestand als allerellendigst kon worden gekenschetst. Het werd tegen gesproken, dewijl de klacht van onze zijde kwam. Thans was het een liberaal minister die den onhoudbaren toestand onbewimpeld blootlegde. Ons dunkt vaderlandsliefde had nu de gansche kamer moeten dringen met zjjne voorstellen mede te gaan. Onze aandacht trok in sommige bladen een advertentie«Alom voorhanden Een lekkere schotel.» Menigeen zal in dezen tijd van winter koude en werkloosheid reikhalzend naar dezen «alom voorhanden lekkeren schotel» uitzien. Het ziet er helaas nog niet naar uit dat deze woorden «Alom vooorhanden een lek kere schotel» vervuld worden. Moge het eenmaal nog eens naar waarheid gezegd kunnen worden: «Alomvoorhanden een lekkere sehotel»dat wil zeggen een schotel met het brood des bescheiden deels, maar lekker gemaakt door den zegen Gods en de tevreden en gelukkige levenswijze der gebruikers. Het oude woord bljjft waar: «De God zaligheid is een groot gewin met verge in een donker vertrek, waarin men dikwijls geen schoorsteen vond, en het licht door enkele kleine vensterruiten schijnsel gaf. De vloer was met stroo of groente bestrooid, in éen vertrek waren al de huisgenooten bijeen, en hielden hun maaltjjd doorgaans om den haard, waarop des winters een zware boomstam te smeulen of te branden lag. Daarentegen hadden de adellijke wo ningen of sloten ruime zalen, met glad houten vloeren, wanden met kleurige tegels of verglaasd mozaïek, of anders vertrekken met krjjtwitte muren of ook wel beschilderd. Die sloten, wier hooge muren van gebakken of gehouwen steen waren opgebouwd, staken hunne trotsc'ne torens boven de hutten der Onderzaten uit, waren met leien gedekt, hadden een binnenhof en buitenhof en werden door een breede gracht in weerbaren staat gebracht, terwijl een valbrug tot commu nicatie gelegenheid gaf. In de elfde en twaalfde eeuw beginnen de huizen eenigermate te winnen in ruimte en doelmatigheid, en deze eeuwen onderscheiden zich op het gebied der gebouwen door de eerste sporen van zomerhuizen, die de ver mogende lieden tot afwisseling met hunne winterhuizen in de steden, zijn gaan bouwen maar voornamelijk door geestelijke stich tingen. Kerken en kloosters zjjn de monu* menten der Middeleeuwen, geljjk sloten en kasteelen die van den ouden tjjd waren geweest, en spoorwegstations de herinnering aan den nieuwen tijd bewaren zullen. Kerken en kloosters kwamen op, gelijk nu fabrieken en stations, kasteelen en burchten bestonden, geljjk nu windmolens en driemasters, maar iedere volgende eeuw bouwde er minder. Het is omstreeks dezen tijd dat we onze schreden richten naar Middelburg, toen een der opkomende steden in de Nederlanden. We stellen ons voor dat we langs een der onbeplante buitensingels de stad naderen. Geen boomen of hooge gebouwen belem meren ons het uitzicht. Binnen de vesten had de stad (reeds eenigszins het aanzien van een versterkte plaats. Aarden wallen zjjn opgeworpen, houten bruggen zjjn ge legd, en dezen geven toegang tot de stad, wier zand- of kleipaden op sommige tjjden des jaars ware modderpoelen geljjken. Geen «ontsmetter» met zjjn carbol en zjjn kwast gaat door onze straten, 'want noeging, hebbende de beloften des tegen woordigen en des toekomenden levens. Hoewel nog niets bekend is van het voorstel van een Amerikaansch Senaatslid om de Emigratie een jaar te schorsen, gaat de regeering der Vereenigde staten toch veort met het beperken der emigratie. Niet alleen vrees voor cholera is daartoe de drijfveer. Maar ook het bezwaar dat zoovele arme landverhuizers, zonder geld of middel van bestaan in de haven van aankomst of daaromheen blijven hangen. Vooral de uit Rusland en Polen verdreven Joden, die in zoo groot getal daarheen gezonden worden, maken, naar het schijnt, strenge maatregelen noodig. Zjj die familie in de Vereenigde Staten hebben, of voldoende geld op zak om verder te komen dan de haven van aankomst, zullen verder toegela ten worden. Ons vorig ministerie, met name de ministers Godin de Beaufort en De Savornin Lohman, werden dezer dagen in de tweede kamer door een liberaal kamerlid, die zelf eens minister van financiën in een liberaal kabinet was, op eenige punten van hun beleid schitterend gerechtvaardigd. Het was de heer v. Delden, die de be lastingplannen van den tegenwoordigen minister van financiën onverantwoordelijk noemde en toen de minister hem dit wel wat kwaljjk nam, in, een volgende rede dit harde woord zoo luid mogelijk herhaalde. De «Prot. N. Brabanter» teekent hier- bjj aan: Onverantwoordelijk. Inderdaad zoo is het. We wezen er reeds op hoe de vorige minister Mr. G o d i n d e B e au f or t, in de regeling van de grondbelasting een uitstekend middel had gezien om tal van gemeenten voor een goed deel uit den nood te helpen, en ook door het treffen van de uitwonende grond eigenaars in het heffen van 60 opcenten op de grondbelasting. Doch dit niet alleen. Door dien Minister en den Minister De Savor nin Lohman was een zeer practische wijziging voorgesteld van de gemeente-wet waardoor de gemeenten, in verband met de 60 opcenten op de grondbelasting, zich geheel hadden kunnen herstellen. Die wetsontwerpen kwamen, door het aftreden van het Kabinet, niet in behandeling; en straten zijn er niet en goten evenmin. Joden of sc'nerprechtersknechts zjjn belast met de stadsreinigingsdienst, dat wil zeggen, zij moeten het grofste vuil van de straten verwijderen. Zoo treden we voort, want enkele kleine torenspitsen steken uit boven de omringende lage houten woningen. Dat zijn de torentjes van de pas ge bouwde Abdjj. Eerst het Maria-klooster, later de Abdjj, nog later het Bisschopshof en nog later het Hof van Zeeland. Ziedaar in korte trekken de historie van ons Binnenhof. Eerst zetel van het kerkeljjk en wereldlijk bestuur in Zeeland, later middelpunt van het Provinciaal bestuur. Oorspronkelijk een rjjk begiftigd klooster, deelende in de bijzondere gunste van de graven van Holland en Zeeland, later de plek, waaromheen onze maatschappelijke en kerkeljjke instellingen zjjn geboren en gegroeid. Komt, gaat met mjj in uwe gedachten die welbekende plek den kloosterhof in en ziet daar aan de noordzijde dien steenklomp aan, waarop acht eeuwen hebben nedergezien. Daar wensch ik u rond te leiden en u zoo mogelijk te doen meèleven met de mannen van 'Pverleden, wier gedachtenis reeds lang is vergaan. Daar het is er de eigen plek voor wenschte ik u de echo der stemmen vaD vreugde en leed uit het grjjs verleden te doen hooren. Daar is het middelpunt van Zeeland en daar zjjn Zeeuwen genoeg, die belang stellen in de geschiedenis vaD hunnen bodem, om door de Zeeuw hen op te roepen mjj te volgen als ik hen rondleiden zal in dit historisch monument. Noodzakelijk is het dat we ons eerst oriënteeren op de plek zelve. Daarbjj zal ik kort zjjn. Smallegange geeft de eerste helft der 12de eeuw op als stichtingsjaren van het Maria-Klooster. In dat klooster, toen reeds met vele landerjjen begiftigd, woonden eenige Kanunniken (koorheeren) met een Prior. Zjj leidden, sterk in bezit en sterk in de gunst van den Graaf van Holland en Zeeland, een losbandig leven. De christen groeit als de palmboom meest in de ver drukking dit woord gold ook in de 12de eeuw. En eeuwen voer het Mariaklooster toen het liberale Ministerie aan het roer kwam werden die wetsontwerpen inge trokken. Dit nu was de hoofdgrief van den heer Yan Delden. Waarom die wetsontwerpen ingetrokken, waarom niet voortgegaan met het werk door de vorige Regeering aan gevangen Zoo werd het liberaal Ministerie door een liberaal bestreden en tegelijk het vorige Kabinet in de hoogte gestoken. Het gebeurt wel meer, dat personen in hun leven vervolgd en gehekeld, na hun dood bewierookt worden- Men moet weten dat de minister zelfs volgens geestverwanten bij de herziening der belastingen het minst dringende voorop liet gaanen wat het hardst noodig scheen de regefing der gemeente-belastingen per noodwet «in orde bracht». Het Neêrl. Volksbl. schrijft «Aan de hoofden der sociaal-democraten in Duitschland is op de partjjvergadering te Berljjn verweten, dat zij zich zoo hooge salarissen laten betalen. Liebknecht die als hoofdredacteur van \orwarts 7000 mark krijgt, heeft dit verwjjt aldus beantwoord): «Het traktement, dat ik hier heb, komt wellicht aan menigeen te hoog voor, maar als ik mijn kinderen wil geschikt maken voor den levensstrjjd, kan ik met niet minder toe. Ik zou daarmede niet eens rondkomen, als ik niet nog andere inkomsten had uit de herdrukken van mijn geschriften. Wjj moeten ons niet op het laagste stand punt plaatsen. Gij allen hier (in Berlijn) zjjt ware Croesussen vergeleken met de wevers in Silezië. Ik ben volstrekt niet afhankeljjk van de partjj en zou buiten haar driemaal zooveel kunnen verdienen. Men mag verstaDdeljjken arbeid niet met denzelfden maatstaf schatten als stoffeljjken; Ik zou gelooven tegenover mijn kinderen een misdaad te begaan als ik voor mjjn arbeidskracht lagere waarde aannam dan thans.» «Deze nogal «kapitalistische» verdediging, die blijkbaar uit het hart kwam, toont weder, dat de natuur sterker is dan de leer. Zcowel in als buiten ons land, wordt de werkman opgezet tegen de orde, plaatst zich onder de leiding der hoofden en kan of wil niet nu reeds uit de feiten de overtuiging erlangen, dat het hem niet beter zal gaan in de toekomst te Middelburg werd gevestigd had in den heerlijken Psalmbundel Israels groote koning reeds gezegd, dat Jeschurun achteruitsloeg als hjj vet werd. Zoo ging het ook in dit klooster. De bewoners zochten het vette der aarde en niet de zegeningen des hemels. Hoort maar eens wat een hunner be schuldigers Anno domini 1175schrjjft: «Geljjk roofvogels losschieten op hun prooi, zoo gaan de broederen af op den reuk van het gebraad, op den walm eener roo- kende schouwe, afkeerig zjjn ze van boonen, kaas, eieren, zelfs van visch, maar gebraden zwijnen, kalveren hazen, ganzen en hoenders, dat is spjjze naar hun tongGeen tam vee of gevogelte bestaat er dat niet den disch dier heilige mannen versiert, wat zegge ik dat hun niet reeds te gering was geworden. Herten, reeën, wilde zwjjnen, faisanten, patrjjzen, tortelduiven ziedaar wat zij begeeren en opzoeken opdat de knechten des Heeren niet van honger sterven». Dat was bisschop Godebald van Utrecht, onder wiens opperhoogheid het Maria- Klooster stond te veef,j hjj achtte reformatie hoog noodig, en jaagde de bewoners weg. In 1119 trad als hervormer in Frankrijk op de Kanunnik Norbert. Hjj stichtte in het dal Prémonstré een klooster, waar de hervorming zich openbaarde in strengheid van zeden en heiligheid van leven. Hjj gaf nieuwe levensregelen en een nieuw gewaad, bestaande in een langen witten ljjfrok, een witten korteren overrok, een witten open mantel en een witte kap. Naar dit wit gewaad werd de nieuwe orde die van de Witte Heeren genoemd, en naar de plaats hunner geboorte de Premonstraten- ser-orde. Het was met monniken van deze; door vroomheid en goede zeden, toen beroemde orde, dat bisschop Godebald het klooster te Middelburg bevolkte. De Franciskaner en Dominicaner-orden noemen hun kloosteroverste Prior (hoofd); de Trappisten en Premonstratenser-orden noemen hun kloostervoogd Abt (vader) en alzoo werd het Mariaklooster de Abdjj van onze Lieve Vrouwe, en bewoond door de Witte Heeren. Hoe zjj daar woonden zien we de vol gende maal. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1