\m, HQ. 32.
Dinsdag S3 December.
Zevende jaargang.
VERSCH IJ KT
PRIJS DER ADVERTENTIE!*
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
UITGAVE VAN
eiken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Pry? per drie maanden franco p. p.
f 0.95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
s*
o
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 Jan. op ons blad
abonneeren, ontvangen het tot dien datum
GRATIS.
VOLKSVERTEGENWOORDIGING
en
VOLKSSOUVEREINITEIT.
I.
Daar heelt zich in den boezem der anti
revolutionaire partij, naar aanleiding van
het voorstel tot Kiesrechtuitbreiding van
den Minister Tak, een belangrijke discussie
ontsponnen.
Een discussie die de fundamenten van
het gebouw raakt, waarin de antirevolutie-
onaire partjj wenscht te wonen.
Een discussie die tot grondslag heeft liet
diepgaand verschil dat er bestaat tusschen
volksvertegenwoordiging en volkssouvereini-
teit.
Eene discussie alzoo die onze belangstel
ling ten volle verdient.
Laten wij trachten, zoo duidelijk moge
lijk, het punt in kwestie voor onze lezers
te ontwikkelen.
Tot 1888 was het kiesrecht ia Nederland
zeer, zeer beperkt. De census was de eenige
maatstaf tot kiesbevoegdheid, en het was,
onder leiding van mr. Green v. Prinsterer,
dat de antirevolutionaire partij 'n haar
geheel aandrong op uitbreiding van het
kiezerspersoneel. Oudere tijdgenooten herin
neren zich dat menige voorzitter of secre
taris eener kiesvereeniging, menig man
zelts die een hoog Staatsambt bekleedde
niet tot de kiesbevoegden behoorde, terwijl
menig ondernemer van een der maatschappij
onteerend bedrijf zijn stembiljet brengen
kon ter plaatse waar de vertegenwoordiger
werd gekozen.
De antirevolutionaire partij in Noord en
Zuid, in Oost en West he< ft niet nagelaten
zonder ophouden op dezen ellendigen, onhoud-
baren toestand te wjjzen, en het was dan
ook met sympathie dat door alle antirevo
lutionairen de wet tot uitbreiding van het
kiesrecht in '88 werd begroet.
Het was haar door al hare voorgangers
geleerd, dat het volk, en niet alleen het
«denkend deel» behoorde te kiezen, dat het
vertrouwen op het volk zoo groot behoorde
te zijn, dat zij altijd een gulden beneden
anderen dorst te bieden, dat de census een
nooit te aanvaarden maatstaf voor kiesbe
voegdheid behoorde te zrjn.
Daar kwam bij dat aan de geheele anti
revolutionaire partij nog versch in het ge
heugen lag het Program van Actie in '91
vastgesteld waarvan Art 2 luidt:
„Bevestiging van onze constitutioneele
vrijheden door invoering nu reeds, voor
zoover de door de Grondwet gestelde gren
zen dit gedoogen, van een kiesstelsel op den
algemeenen grondslag van een kiesrecht der
gezinshoofden, opdat de bestaande overheer-
sching van de eene klasse der maatschappij
door een der audere een einde nememaar
tevens met dien verstande dat elke over-
heersching in omgekeerde orde woide voor
komen."
Alzoo was de antirevolutionaire party,
ook die buiten de Kamersfeer levende, ge
prepareerd op kiesrechtuitbreiding en toen
het wetsvoorstel van minister Tak bekend
werd, redoueerde zij aldus
Dit wetsontwerp voldoet, binnen de door
de grondwet gestelde grenzen, aan de wen-
schen der antirevolutionairen. Niet alleen
gezinshoofden, maar toch alle gezinshoofden
worden tot kiezen bevoegd, en de over-
heersching der eene klasse van de maat
schappij wordt voorkomen doordat alle
klassen, en niet alleen de bezittende, mee
stemmen.
Dus, de antirevolutionaire party moet,
volgens haar eigen getuigenis, eerlijk en
rond, vóór het beginsel in dit wetsontwerp
neergelegd, zyn. Naar de lyn die, or.moge-
lyk te vinden, kiezers van niet-kiezers
scheiden moet wordt niet meer gezocht.
Uit zal het zyn met de willekeur die dezen
in- en geoen buitensluit
Alzoo verdient het wetsvoorstel van den
Minister Tak onze sympathie, en alzoo
zullen de kamerleden die de antirevolutio
naire vaan volgen, mogelijk, na eenige
noodige wijzigingen in de onderdeelen ge
bracht te hebben, ook voor stemmen.
Maar, ziet wat gebeurt I
In Augustus j.l. plaatste Jhr. mr. A. F.
de Savornin Lobman een brief in het week
blad Patrimonium die de aandacht van
zeer velen trok.
Mr. Lohman deelde in dien brief mede
geen voorstander van kiesrechtuitbreiding
te zyn.
En waarom niet 1
Mr. Lohman zegt het in dien brief duide
lijk genoeg. De oud-minister vreest dat de
volkssouvereiniteit daardoor meer wortel
schieten zal.
Mr. Lohman iiangt een somber tafereel
op van de toekomst, die kiesrecht-uitbreiding
brengen zaL
Hoort zyn eigen woorden
Welke invloed zal van de minder gegoede
klassen uitgaan op 'slands regeering?
Hoogstwaarschijnlijk de invloed van hen,
die dezelfde beginselen zijn toegedaan als
de thans regeerende party en die dus, wel
verre van eigen zelfstandigheid des volks
te bevorderen, steeds strakker de koorden
van de staatsalmacht zullen aanhalen. Wel
zullen er andere belangen dan tot dusver
op den voorgrond treden, maar het zal
blijvencentraal gezag. Een gezag dat
overal ingrijpt, alles éénvormig, natuur
lijk in 't belang of naar de zienswijze der
meerderheid regelt, en daarbij het mate
rieel welzijn boven alles stelt. Het socialisme
en het materialisme vinden beide een wel
toebereiden bodem, en, reeds nu bespeurt
men het zoodra de volksmassa volks
macht, daarom nog geen volkskracht zal
zyn geworden, zal de groote liberale pers, nu
nog schuw, meezingen in het groote koor.
Wie is tegen die groote macht bestand?
Ziedaar de eigen woorden van jhr. mr.
A. F. de Savornin Lohman om zyne houding
te motiveeren tegen kiesrecht-uitbreiding.
En dia houding wordt, gelyk niemand
zal kunnen tegenspreken, alleen gemotiveerd
doorvrees voor de gevolgen.
In plaats van zelfstandigheid des volks
zal de staatsalmacht toenemen. Eenvormig,
zal het centraal gezag zyn en het materiëel
belang voorop stellen.
Dat is de sombere voorspelling die mr.
Lohman, blijkens zyn eigen verklaring, doet
vreezen voor kiesrechtuitbreiding.
De Protestantsche Noord.brabanter in deze
met mr. Lohman eensdenkend, heeft den
stryd tegen het wetsvoorstel van den Minister
Tak aangebonden, en beyvert zich, week
aan week, ons duidelijk te maken, dat het
wetsontwerp tot uitbreiding van het kiesrecht
onaannemelijk is.
Grondtoon van al hare beschouwingen is
het eenmaal door haar aangenomen axioma,
dat door uitbreiding van het kiesrecht de
volkssouvereiniteit toenemen zal.
Hoe meer het kiesrecht uitgebreid wordt,
hoe verder ge verwijderd raakt van den
weg dien de antirevolutionair alleen veilig
te bewandelen acht, den weg waarop
gezag en vrijheid te zamen gaan.
Het gaat niet om onze lezers te ver
moeien met een aantal citaten om te be
wijzen dat de P. N. onveranderlijk op het
door ons aangewezen stramien voortborduurt.
Onze lezers mogen ons evenwel een enkele
korte aanhaling ten goede houden I
In no. 2 van 8 October schrijft, de P. N.
"Voortaan al de meerderjarige ingezetenen
kiezers. De meerderheid der mannelijke leden
der maatschappij brengen hunne meerderheid
in de Kamer over. Deze meorderheid heeft
zich aan het Program van actie te houden.
De regeering voegt zich naar de meerderheid
of gaat, bij gebrek aan geld, naar huis.
De koningin benoemt andere ministers,
die bereid zijn de meerderheid der kiezers
naar de oogen te zien, jof legt, alweer by
gebrek aan geld, zonder 't welk niemand
regeeren kan, de kroon neder.
Dat zal voortaan ons Staatsrecht zyn.
En dat Staatsrecht zal met behulp der
antirevolutionairen worden ingevoerd.
Men ziet, de Prot. Noordbranter doet
nog een lintje zwart bij de kleur doormr.
Lohman gemengd.
Het vooruitzicht wordt er niet beter op.
In dien stryd hebben zich thans ook de
heeren de Swornin Lohman van Groningen
en prei D. P. D. Fabius gemengd. De
eeiste met het voorstel om eene Deputaten-
vergaderiug bijeen te roepen ter behandeling
van het al- of niet grondwettige van het
ingediende Wetsontwerp de tweede om
eenige democratische begrippen te bestrijden.
Ziedaar een kort, objectief overzicht van
de beweging door het wetsontwerp tot
uitbreiding van het kiesrecht, in de gelederen
der antirevolutionairen veroorzaakt.
We zullen zoo vrij zijn aan dit overzicht
in ons volgend nommer, eenige gedachten,
dit onderwerp betreffende, vast te knooper.
De Goesche «Werkverschaffing».
Gelijk het met alle goede zaken gaat,
zal ook de Weikverschaffing te Goes niet
zonder critiek haar weg gaan.
Nu, dat is goed. In het luchtledig kan
niets leven, en gegronde bemerkingen zullen
zeker by haar w-el een goede plaats vinden.
Tot nog toe echter, zouden wy, hoe er
ook op gespitst, geen aanmerking op haar
arbeid en de wijze waarop zij haar taak
opvat kunnen maken. Integendeel hebben
wy daarvoor niets dan lof. Dat wij heden
dan ook iets over de Werkverschaffing
schryven, is om het publiek te |waarschuwen
haar alle onnoodige critiek te besparen.
Men heeft zich slechts op de straat te
begeven, wanneer de werklieden der Werk
verschaffing aan het werk zyn om de
schamperheden te hooren, die dezen
mcnschen zy 'tdan ook uit den moml
van onkundigen tegenklinken.
Een ieder doe wat hy kan om allen
laster uit deze zaak te weren. Zoo is het
bijvoorbeeld om slechts éèn voorbeeld te
noemen niet waar dat onderscheid ge-
rmakt wordt in de keuze der werklieden,
de commis.ie laat zich uitsluitend leiden
door den graad van behoefte der aanvragers.
«Zie daar staan zy nu te werken voor
hun 60 cents daags», klonk het de vorige
wiek schamper uit sornmiger mond; de
werklieden gingen echter wjjselyk op deze
ondiepe opmerking niet in. Zy waren met
die 60 cents geholpen. Verdienen bijv.
twee uit één gezin dit daggeld, dan beloopt
dit de som van 1 7 per week, waarvan een
arbeidersgezin het tijdelijk beter doen kan,
dun van niets. Dit is een waarheid die
door onze werklooze medeburgers goed
wordt ingezien.
De Werkverschaffing heefteen zware taak;
doch de burgery kan haar die taak ver.
lichten door lo hare aanmerkingen recht
streeks by een dercommissieleden te brengen;
2o als zy eeo karweitje, een boodschap of
iets dergelijks hebben zich bij de werkver
schaffing van arbeidskrachten te voorzien;
3o hare milde bijdragen niet te onthouden;
en -4o nooit iets uit te betalen dan aan de
commissie dus niets aan de werklieden,
dezen toch worden door de commissie betaald.
Wat de werklieden van de Werkverschaffing
in dienst van particulieren verdienen, wordt
aan de Werkverschaffing ter hand gesteld.
De werklieden ontvangen van haar hun
vast loonwat meer betaald werd, komt
in de kas der Werkverschaffing, en komt
dan al onzen Goeschen werkloozen ten goede.
Inzonderheid vestigen wy er thans de
aandacht op dat de wagen van den Christe
lyken Volksbond Woensdag door de stad
ryden zal om «oude rommel» op te halen.
Laat nu eens niemand dezen wagen
voorby zyn deur laten gaan zonder er ietwat
op gelegd te hebben. Huismoeders en ook
gij huisvaders, weest. hiermee nu eens niet
verlegen. Menigeen denkt: ja ik heb nog
wel wat oude prutsenmaar zouden zy
daar nu niet om lachen, als ik dit op den
wagen wierp?
Wy verzekeren u zoo oud, zoo slecht kan
uw afgedankte kachel of jas of borstrok of
keukenstoel of hoed of vogelkooi of glaswerk
of broek of gangloopertje of chocoladeketel
of beschuittrommeltje of kinderspeelgoed of
schoenwerk of gereedschap of al wat de
oude rommelhoek op den zolder bewaart,
oiet zjjn, of de «Werkverschaffing» neemt
het met dank aan zy zal trachten er iets
bruikbaars, iets goeds van te maken.
Oude stoelen zal zy opknappende
gebroken pooten door nieuwe vervangen
oude meubels met andere oude meubels
repareeren en ze een kwastje gevenv an
vier versleten kachels een goede fabriceeren:
uwe ouwerjaarsche japon, mevrouw zal zij
als voering eener opgeknapte jas een gedaante
verwissehng doen ondergaan, die u verras
sen zaluwe oude chocoladebussen en
medicjjnflesschen, uwe bierkruiken en wjjn-
flesschen, de doosjes van uw poetspommade
en schoensmeeruwe oude matrassen, vooral
de springveeren er uit, voorts uwe oude
schoenen, hoeden van dames en heeren, en
van jongeheereriuw oud ijzer en ijzerdraad;
uw koper en koperdraad uw balen zakken
kortom alles, desnoods datgene wat gij zoo
versleten vindt dat gjj er zelfs den armsten
medeburger geen plezier mee durft doen,
het heelt voor den Chr. Volksbond nog
waardemen geneere zich dus niet
De voorwerpen aldus bruikbaar gemaakt,
zullen worden verkocht aan de armsten die
toch dergelijke zaken in de winkels niet
koopen kunnen. Er is dus geen sprake van
dat den winkel- en ambachtsstand eenige
eoncurentie zal worden aangedaan.
De Commissie zal ook de inschrijvingen
ophalen.
Onnoodig te zeggen dat wy op eene
ruime inschrijving rekenen, hetzij voor het
lidmaatschap van den Christelyken Volks
bond Christenen zijn daartoe in de eerste
plaats geroepen hetzij voor een bijdrage
aan de Werkverschaffing.
Ook hierby is noodigdatmer. geen verkeerd
oordeel veile. Immers wy vernamen reeds
dat in onze stad verteld werd dat de gelden
voor het lidmaatschap van den Chr. Volks
bond verschaft, gedeeltelijk naar Den Haag
gaan.
Dit is ojuist. Alles wat hetzij als lid
van den Bond, hetzij als vriend van de
Werkverschaffing in onze goede stad gegeven
wordt, wordt ook ten bate der Goesche
werkloozen besteed. Er gaat geen
cent van naar Den Haag, maar
alles blijft tot de laatste halve
cent in Goes, en wordt daar door de
werkverschaffing benuttigd.
Dit is ons van goed ingelichte zij e ver
zekerd, en daarom dringen wij op een zoo
mild mogelijke medewerking aan.
De Christelijke Volksbond voorziet in een
dringende behoefte. Hjj wil de menschen
laten verdienen in plaats van ze te bedeelen.
Hy wil den arbeidersstand bewaren voor
inzinking door hem in de gelegenheid te
stellen om te blijven werken, en zoo te
blijven uit de handen der armbesturen. Be
delaars die werken kunnen of bedelaarsters
wier mannen werk hebben, moeten wij nu
voortaan eens zachtjes aan, bescheiden en
liefdevol, doch beslist van onze deur gaan
wi ren, hen verwijzende naar de «Werk
verschaffing» men neme daarbij even de
moeite de namen dier bedelaars aan de
«Werkverschaffig» te gaan opgeven.
Mocht de bond zoo rijk gezegend worden,
dat binnen een niet te lang tijdsverloop een
ieder man met handen aan het lijf zijn
eigen verdiend stukje brood ete. De armen
dat zijn de gebrekkigen, de verminkten,
de ouden, de weduwen en weezen zullen
wy altyd met ons hebben. Hun liet ons
Jezus na als de minsten zjjner broederen
voor hen zorge de gemeente des Heeren,
wanneer particuliere krachten te kort
schieten.
Wy herhalen onze uitnoodigingzoekt
of sleept Dinsdag al uw oude rommel bijeen
en werpt het Woensdag op den wagen der
Christelyken Volksbond.
De heer H. Pollema te Njjland schrijf t
in De Standaard dat de staart van art. 2
in het program van actie de bekende
kiesrechtparagraaf door de deputaten-
vergaderirig wel degelijk is afgesneden
zoodat de woorden: doch met dien ver
stande dat ouerheersching in omgekeerde
orde worde voorkomens zyn vervallen.
Wij kunnen den heer H. Pollema ver
zekeren dat zyno aanteekenigen op dit punt
onjuist zyn. Het desbetreffend voorstel van
jhr. W. H. Lohman verwierf slechts on
geveer dertig stemmen. De toelichting van
den heer Lohman was ter plaatse waarde
voorzitter en de pers zaten moeilijk te
volgendoch des te beter kon de pers
waarnemen dat de voorzitter hetzij
door woord of gebaar den heer Lohman
toevoegdeziet u dat uw voorstel ver
worpen is
Wij hebben ons dan ook indertijd ver
baasd dat bjjna de geheele antirevolutionaire
pers het den berichtgever van De Stan
daard naschreef, «lat de vermeende
wijziging had plaats gehad.
Wy achtten de zaak echter niet gewich
tig genoeg om er ons mede in te laten, en
begrepen tot het laatste toe dat de heer
Lohman te zijner tijd er wel op zou terug
komen.
Wel heeft de Goesche kiesvereeniging het
bezwaar der Groningsche gevoeld, en by
de behandeling van het concept program
langdurig gezocht naar middelen om de
clausule waar te maken; niemand der onzen
was door de toelichting vancfe Standaard
geheel bevredigd; wijl men vreesde dat
het gewenschte tegenwicht in eene eerste
kamer als kamer van belangen in de naasto
toekomst door de meerderheid wel niet zou
worden verleend.
Goes gaf dan ook zyn deputaat in last
om deze zaak ter sprake te brengen; wat
echter door het voorstel Lohman over
bodig bleek.
De Goesehe kiesvereeniging was van
meening en is dit nog, dat de antirevolutio
naire club, by de behandeling van Tak's
ontwerpen met dit voorbehoud weldegelijk
heeft te rekenen; en trachten moet een
oplossing in dien zin te vinden.
Het schijnt ons toe dat de club als zoo
danig zich met de quaestie nog niet heeft
bezig gehouden, of althans nog niet tot
helderheid gekomen is. Anders toch zou
de heer Beelaarts, die de kiesrechtuitbrei-
ding roekeloos noemt, met zjjne oorlogs
verklaring aan de regeering hebben gewacht.
By een goede principiëele voorbereiding
in onze partij zou de qualificatie roekeloos
vrij wat roekeloozer geweest zijn dan de
indiening der gewraakte ontwerpen.
Met dit al wordt de toestand hachelyk.
Moge de gewenschte eenstemmigheid in
betrekking tot dit gewichtig volksbelang
alsr.og kunnen gevonden worden