1892. No. 26.
Dinsdag 29 November.
Zevende jaargang.
VERSCHIJNT
M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIE»
elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Pry? per drie maanden franco p.p. 0.95.
Enkele nummersƒ0.026.
UITGAVE VAN
eu
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regel» 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel.
WERKVERSCHAFFliNG.
li.
De schokken door het verloop der industrie
aan de maatschappij toegebracht zijn op
verre na niet te vergelijken met de schokken
op zedelijk gebied der maatschappij toege
bracht door den invloed der zedelijke en
godsdienstige begrippen, die sinds de Fransche
Revolutie zijn ontkiemd en nu allengs tot
rijpheid zijn gekomen.
Ziet, daar was een tyd dat het gezag
in alle beschaafde landen van Europa hoog
stond, en gehoorzaamheid ineerewas. Maar
van het gezag is door de gezaghebbenden
niet zelden misbruik gemaakt.
Men heeft vertrapt en vertreden, uitge
zogen en ten onder gehouden, en de neer
gedrukte veer is recht gesprongen, op actie
is reactie gevolgd, recht en gehoorzaamheid
zjjn tot eene aanfluiting geworden, en het
woord in de Fransche hoofdstad gesproken:
Heer noch Meesterheeft door gansch
Europa weerklank gevonden.
Geloof en gezag zijn ondermijnd. Schatten
die mot en roest verteert zijn het hoogste
goed geworden, en het zoeken van het
Koninkrijk Gods, wordt uitgekreten als het
trekken van een wissel op de eeuwigheid
of het bakken van een koekje na den dood.
Zoo zyn er.
Maar hoe zjjn wij?
Het lust mij niet te gaan schermen tegen
menschen die ik niet bereiken kan als de
socialisten. Ik schrijf aan mijn antirevolu
tionaire geestverwanten in Zeeland, en
wensch hun duidelijk te maken hoe we
ons wapenen kunnen tegen den aanwassen-
den stroom, die ook aan den zelfkant onzer
partij veroveringen zoekt te maken.
Ik geloof in God Almachtig, Schepper
des hemels en der aarde. Ziedaar ons steun
punt in den strijd, onze vesting waarbinnen
we veilig zijn, onze barricade die iederen
aanval keert.
Met de belijdenisIk geloof in God, zoo
lichtelijk bijna schreef ik zoo lichtvaardig
iederen Zondag herhaald, wordt immers
beleden dat er ook een ordening Gods in
de natuur bestaat, waaraan wij ons als
schepselen in de natuur, niet minder dan
de kinderen Gods in het rijk der genade,
hebben te onderwerpen. Met de belijdenis
van het geloof in God verklaren we dat
Hooger wil niet alleen de plaats van onze
woning, maar ook de mate van ons lief en
leed, van onze ellende bepaalde. Dat Hij
die ons het meerdere het leven en de
hope der eeuwigheid gaf ons het mindere
voor dit tijdelijk leren niet onthouden zal.
En zouden wjj dan, vergetend dat we
naakt ter wereld zijn gekomen en niets
daaruit meedragen zullen, gaan murmureeren
tegen een deel dat in ons oog al te sober is
Zouden wij gaan mée zingen in het koor
der verachting van 't kapitaal, belijdende dat
de wereld en hare begeerlijkheid haastig
voorbijgaat?
Meent toch nooit dat geluk en tevreden
heid toenemen met het bezit. Was het
niet wijlen onze populaire J. de Liefde die
eens heeft gezegdZoekt toch nooit het
geluk achter de spiegelruiten, want ge zult
het er niet vinden, en wie geen vreemdeling
is in onze huisgezinnen, weet dat hij waar
heid sprak.
Uwe inkomsten hebt ge niet in uwe
macht, uw bezit i» wisselvallig 's werelds
goed is ebbe en vloed maar uwe uitgaven
hebt ge tot op zekere hoogte in uw hand.
Voedsel en deksel is u beloofd, meer
niet. Hebt ge meer, dankt er God zeer
bijzonder voor.
Ziet, uit dit oogpunt onze maatschappelijke
positie bekeken, dan zullen we ontoegankelijk
zijn voor de dwalingen van het socialisme,
maar God danken voor het vele goede, en
Hem vertrouwend vragen om afwending
van het kwade.
Vreest God, eert den Koning. Eert uwen
vader en uwe moeder.
Dat is Gods gebod.
Maar de mensch, vooral de negentiende
eeuwsche mensch doet liever aan critiek.
Ik bedoel, het zij nog eens gezegd, met
dien mensch niet de socialist.
Neen ik bedoel de antirevolutionair, ik
en gij.
Laten wij de critiek rusten om ons te
onderwerpen aan de Overheid
Oals we in de meerderheid zijn bij de
stembus, als in een of ander conflict de
justitie ons rechtvaardigt dan vreezen we
God en eeren den Koning.
Maar anders
Als vader en moeder onze wenschen voor
komt, als de Kerk ons dient en eert, en
nooit spreekt van vermaning of tucht, dan
is het eeren van die over ons gesteld zijn
zoo gemakkelijk.
Maar anders
Dan lijkt het zij met schaamte gezegd
het verschil tusschen een socialist en een
antirevolutionair meer gradueel dan essentieel.
Ik en mijn huis zullen den Heere dienen^
was Jozua's belofte. Ziedaar het sterkste
wapen tegen den donkeren stroom die de
maatschappij doorloopt.
Uw huis.
Enkelen, zeer weinigen, hebben de roeping
om Kerk of Staat te besturen of te hervor
men. Het is prijzenswaardig en goed. Maar
velen, zeer velen, hebben de roeping hun
huis te besturen. En die taak is schooner
en grooter. In uw huis ligt de toekomst.
Zooals uw huis is, zoo zal eenmaal, wel
dra, de Kerk en de Maatschappij zijn. Uw
huis is de kring van God bestemd om al
uw talent te ontplooien, uwe zorgen te
wjjden, uwe krachten te ontwikkelen.
Dat is uwe werkverschaffing en de mijne.
Nooit te hoog, o, armste mijner lezers,
kunt ge uw huis sehatten. Mijn huis is
mijn kasteel, is een gewoon Engelschspreek
woord, en dat Home, sweet Home is hem
heilig. Zoo zij het ook voor ons.
Door ww huis, door uw eigen huis, door
uw huis alleen kan sociale hervorming ge
boren worden;
En door niets anders.
In uw huis moet Heiligheid des Heeren
het symbool zijn.
Wie daar binnentreedt moet kunnen
gevoelen dat hij op, voor u en de uwen,
heiligen bodem komt.
Uit uw huis moet streng geweerd zijn
wat niet liefelijk is, en niet welluidt.
Uw huis moet zijn als een kraton, een
forteres, waar alles wat verderf en schade
zedelijke schade brengt, streng ge
weerd wordt.
En dan, alzoo verzorgd en gepantserd
van uit uw huis:
De lendenen omgord en brandende de lampen!
Neemt saam de plooien van het sleepende
(gewaad,
Dat gij moogt vaardig zijn tot werken, dienen,
(kampen,
Tot scheiden als Gods ure slaat.
M. d. K.
De Dubbeldam is Vrijdag voormiddag te
New-York gearriveerd.
Een telegram aangeboden te Hoboken
(New-York) 's voormiddags 11 ure 10 min.
arriveerde te Middelburg den volgenden
morgen 7 uur 46 min.
Na het Chr. Sociaal Congres van 1891
schreef dr. Talma uit Vlissingen in «De
Bouwsteenen»
Voldaan zou ik zijn indien er, ook als
vrucht van dit congres, onder allen die het
zich eene eer rekenen Christenen te zijn,
kwam een heilige ijver om het recht ie
doen heerschen ia de maatschappelijke ver
houdingen.
Onderstaand bericht uit Almeloo aan ons
sociaal weekblad «Patrimonium» gezonden,
geeft te denken
Jl. Zaterdag werd het lijk ten grave ge
bracht van Jannes Hammink, een 23-jarig
jonkman, die Woensdag tevoren, by het
rangeeren, tusschen de buffers beklemd ge
raakt, oogenblikkelyk gedood was.
Al het spoorwegpersoneel hier werkzaam,
dat niet volstrekt verhinderd was, benevens
de socialisten alhier, volgden het lijk; beide
partijen met haar vaandel. Op de kist lag
een krans.
't Was juist een week geleden, dat de
socialisten een vergadering hielden ter
herdenking van het voltrokken vonnis aan
de naar onze zienswijze schuldige anarchisten,
naar hun oordeel de martelaren van
Chicago. Van dat feit werd in hun saam
komst een aanschouwelijke voorstelling ge
geven: de middelste dergenen, die toen,
met den strop om den hals en het doodskleed
aan, moesten dienen om in de harten der
tegenwoordig zjjnden den haat tegen de
bourgeisie te voeden was dezelfde Jannes
Hammink, wiens stoffelijk overblijfsel in die
lijkkist besloten was.
„De Kamer:
Overwegende dat het koffie-monopolie aan
de ontwikkeling der vrije koffiecultuur van
de inlandsche bevolking in aen weg staat
dat de tot dusver gebruikelijke wijze van
betaling der bij de Gouvernements-koffie-
cultuur gepraesteerde diensten noch algemeen
aan de bevolking een ook zelfs bij benadering
veldoende belooning verzekert, noch haar
een voldoende prikkel geeft, om de best
mogelijke opbrengst, zoo in hoeveelheid als
hoedanigheid, te erlangen;
dat deze nadeelen en gebreken van het
bestaande koffiestelsel door verhooging der
betaling per pikol niet worden weggenomen.
dat, om aan de eischen van het Regee-
ringsreglement, van de billijkheid en van
goede beginselen van landcultuur te voldoen,
hetzij de voor de GouverRementscultuur ge
praesteerde diensten naar haar marktwaarde
behooren te worden betaald, of wel de kof-
fiegronden tegen een behoudens remissie
bij misgewas vaste betaling in geld of
levering van koffie aan het Gouvernement,
als landrente of pacht, aan de bij hun cul
tuur betrokken bevolking, of met haar toe
stemming, waar deze noodig geacht wordt,
aan inlandsche of Europeesche ondernemers
behooren te worden in gebruik gegeven;
noodigt de Regeering uit geleidelijk er
naar te streven
lo. dat het koffie-monopolie worde op
geheven, en
2o. dat, met wijziging der thans gebrui
kelijke regeling der exploitatie van de kof-
iiegronden, de gronden, naar gelang der om
standigheden op een der bovenomschreven
wijzen voor den Staat productief worden
gemaakt.
en gaat over tot de orde van den dag".
Bovenstaande motie van Houten is door
de tweede kamer aangenomen met 35 tegen
29 stemmen in een avondzitting waarin 36
(dat is meer dan een aerde der kamerleden
afwezig waren.
De beteekenis der motie is deze:
Tot nog toe werd de bevolking der koffie
bouwende districten in onze Oost door de
regeering gedwongen koffie te planten en
voor een klein beetje geldal hunne koffie-
boonen, uitsluitend aan de Nederlandsche
regeering te verkoopen.
Aan dit stelsel zijn vele nadeelen verbonden.
De inlander die slecht betaald wordt, tracht
Zooveel mogelijk koffie te krijgen en put
zijn grond daartoe uit. Dit is een der na
deelen.
De regeering wil hieraan tegemoetkomen
door meer te betalen; maar dit heft de
bezwaren niet ophet stelsel deugt niet.
Dit moet opgeruimd, en in plaats daarvan
)s noodig betaling der diensten bij regee-
rings cultuur naar de volle marktwaarde
of anders door tegen betaling in geld of
in koffie, de gronden in pacht te geven
aan inlandsche of Europeesche ondernemers.
Tot het een of ander werd de Regeering
uitgenoodigd.
Ons dunkt deze motie had moeten aan
genomen worden met algemeene stemmen.
En zie de geheele antirevolutionaire party
de heer v. Löben Seis uitgezonderd
stemde er tegen. Er tegen stemden ook
alle katholieken, uitgezonderd dr. Sehaepman.
Er tegen stemden nog enkele liberalen,
waaronder ook mr. Ilennequin. Ja, dè mi
nister zelfs, ofschoon het met de motie eens,
pleitte er tegen, dewijl de schatkist en de
inlander op het oogenblik. den maatregel
niet velen konden.
Van de antirevolutionaire party onbegrij
pelijk dat zij op deze gronden liever met
den minister dan met den heer van Houten
medeging.
't Is waar, veranderi g in door dezen heer
bedoelden zin kan leiden tot gevallen dat de
'inlander voortaan door particuliere onderne
mers uitgezogen wordt. Doch ook het tegen
deel was mogelijk, en tegen uitzuiging door
particulieren is altyd nog appèlterwijl bij
den voortgang der vooruitstrevende begrippen
in Indië ook daar, in organisatie van den
arbeid, tegen dergelijke exploitatie waarborg
kan en zal gezocht worden.
Den 33 liberalen en den heeren Sehaepman
en v. Löben Seis komt de dank der natie
toe voor hun rechtvaardig initiatief,
Vermelden wij nog dat bij deze stemming
de heer Keuchenius wegens ziekte afwezig
was.
Blijkens de begrooting heeft minister Tak
met het ambachtsonder wijs minstens even
veel op als zija ambtsvoorganger minister
Lobman. Had deze laatste reeds voor sub-
sidiën van f5000 tot f 10000 voor de am
bachtsscholen te Haarlem, Groningen, Leeu
warden, Leiden en Rotterdam gezorgdthans
stelt minister Tak voor ook die van Utrecht,
Arnhem, Den Haag, Zwolle, Alkmaar en
Zierikzee rijkelijk te bedenken.
Wij juichen deze pogingen zeer toe. Zij
zyn eene erkenning dat de richting van
ons hedendaagsch volksonderwijs niet deugt,
dewyl het te weinig geeft voor de practijk,
voor de toekomst, voor de maatschappij.
Niet boekengeleerdheid, maar practische
vaardigheid heeft een kind des volks noodig.
Veelwetende armoedlyders zjjn er [door het
tegenwoordige wetenschappelijke onderwijs
reeds genoeg gevormd. Het wordt tijd dat
de staat de handen uitsteke om den
nyvereii werkmansstand te ontwikkelen en
hem leiding te geven bij de voorbereiding
voor zijn vakarbeid.
Zouden er by de tallooze commissiën,
die gevormd worden, om onze centrale hooge
rngeering voor te lichten met bekwamen
spoed jaren vergaderen enkelen
niet eene commissie benoemd kunnen wor
den uit de beambten van de telegrafie en
der posterijen om een's een reisje naar het
buitenland te ondernemen en der regeering
in te lichten hoe algemeen de telefoon in
het buitenland is ingevoerd tot in de klein
ste dorpen, zoodat men daar spreken kan
met allen die in de hoofdsteden verbonden
zijn. Wat men niet kent, wordt niet
begeerd; men vraagt te vergeefs af, waar
door het komt dat de handel in onze kleine
steden nog niet luide gevraagd heeft om
het invoeren van rijkswege van telefoon
verbindingen.
De telefoon bediening eischt weinig per
soneel, de telegraafdienst in kleine plaatsen
kan geheel per telefoon worden waargenomen
uitbreiding van gemeenschap zonder gi'oote
kosten is ten algemeene nutte mede te
bereiken. RN.)
25 Nov. '92.
Bij kon. besluit is benoemd tot ont
vanger der directe belastingen en accijnzen
te Noordwelle c. a. C. M. Cremer surnumerair
uit de inspectie Amsterdam.
Uit de regeeringsantwoorden:
Kiesrecht. Naar het oordeel van de
regeenng moet het kiesrecht voor de ge
meenteraden in verband worden geregeld
met een herziening van de de Gemeentewet,
waarbij de regeling van het plaatselijk
belastingstelsel vanzelf op den voorgrond
zal treden.
Arbeidswetgeving. In gereedheid worden
gebracht de wetsvoorstellen tot verzekering
van gezondheid en veiligheid van volwassen
werklieden in fabrieken en tot regeling van
het recht van onteigening. In voorbereiding
is nog: de voorziening in het lot van oude
en verminkte werklieden.
De Regeering acht het niet raadzaam
vooralsnog ingrijpende wijzigingen te brengen
in de sinds ruim een jaar werkende regeling,
betrekkelijk de verplichting bij de aanbe
steding van rijkswerken, tot verzekering
van de onder bazen en werklieden tegen
ongelukken waarbij mededinging van buiten-
landsclie maatschappijen niet is uitgesloten.
Het stellen van dergelijke voorwaarden bij
leverantiën gaat niet aan. Overigens wordt
een wettelijke regeling van het geheele
onderwerp voorbereid.
Tijdregeling. De Regeering acht nog
steeds eenheid van tijd wenschelijk, maar
is geenszins overtuigd dat deze by invoering
van den Midden-Europeeschen tijd voor de
spoorwegen eerder verkregen zou worden
dan bij den thans aangenomen Westeuro-
peeschen tijd, terwijl bij wederinvoering
van den Amsterdamschen tijd het aan onze
spoorwegbesturen onmogelijk zou worden
gemaakt, lid te blijven van den Verein der
Duitsche spoorwegbesturen.
Een wettelijke regeling van den tijd acht
de Regeering vooralsnog bezwaarlijk. Zij
is trouwens niet noodig met het oog op
de toepassing der bestaande wetten.
De «Martha-Stiching» te Alfen a/d
Rijn beklaagt zich over te, groote mede
werking van de bladen.
Wat toch is het geval
In de maand Juni kwam bericht, dat de
stichting een legaat groot f5000 zoude
ontvangen, en dadelijk kon men dat bericht
in alle couranten lezen. In zijn blaadje van
October deelde het bestuur de ontvangst
van die f 5000 mede en dadelijk ging het
bericht door heel ons land in bijna alle
couranten dat toeder f 5000 was ontvangen!
Ach, armen, de f5000 waren al weer
lang verbruikt zegt het bestuur, wat wij,
daar wij minsteDS f5000 per 2 maanden
noodig hebben, mededeelen, opdat velen, die
ons wellicht met het Kerstfeest willen
verrassen, niet zullen denken de «Martha
Stichting» heeft het niet noodig, want wij
kunnen tegen den winter heel wat gebruiken,
wat een ieder best kan begrijpen, die nadenkt,
dat ons gezin straks 250 kinderen en 50
volwassenen telt. Er zijn noodig 250 HL,
aardappelen, 1500 HL, cokes, 40.000 turven
voor den winter, behalve de balen erwten,
boonen, gort en rijst en 1000 KG, brood
per week, en als ieder kind 4 stuks klee
deren van elk heeft dan is dat 1000 stuks.
Wellicht brengt die mededeeling er velen
toe, de «Martha- Stichting» een vroolijk
Kerstfeest te bezorgen.
Benoemd tot brievengaarder te St.
Philipsland de heer M. P. Faasse, in de
plaats van den heer A. Faasse, aan wien
met ingang van 1 Januari 1893, -op zyn
verzoek, eervol ontslag is verleend.