li 1892, No. 24. Donderdag 24 November. Zevende jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES BEGEERD NOCH GEVREESD, Middelburg. Misschien is het over bodig. Toch achten we voorzoover ons woord reiken kan, ons verplicht al onze lezers te verzoeken meê te helpen om de Zaterdagavondoploopjes in onze stad te keeren. LANDBOUW. uw. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prqs per drie maanden franco p.p. ƒ0.95. Enkele nummersƒ0.026. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regel? 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dr. Schaepman heeft onlangs te Roo- zendaal, volgens het verslag in de Zoom, van het veelmansstemrecht zooals minister Tak het voorstelt, gezegd: «Men moet van het algemeen stemrecht niet te groote verwachtingen koesteren. Ik voor mij geloot zelfs, nog zeer harde dagen te zullen beleven, waarin men zal zeggen, als het niet meevaltdaar hebt ge nu de vruchten uit den tuin der Hesperi- den die gq ons plukken zoudt. Maar wat er van zjj, ik vrees het niet zoozeeron voorwaardelijk wil ik het niet prediken, In de overneming dezer laatste woorden hebben wij de positie geteekend, die wjj tegenover het wetsvoorstel van den minister Tak innemen. Het geroep om uitbreiding van kiesrecht is niet zoo algemeen als sommigen meenen. Begeerd wordt het, althans in antirevoluti onaire kringen, niet in die mate dat wq er ons daarom zoHden voor verklaren. Onder de tegenwoordige kiezers, zoomin als onder de niet-kiezers verwacht men voor het meerendeel eenige verbetering der sociale toestanden, of vervulling van persoonlijke behoeften, bijaldien de ministriëele maatre gel tot toepassing komt. Vraagt men aan de leden onzer kiesver- eenigingen wat zij er van denkendan zal men bq slechts weinigen geestdriftige goed keuring, bq velen een bedenkelijk hoofd schudden vindenen velen, bq wie de conservatieve (de behoudende en den ander niets gunnende) zuurdeesem nog niet uit gezuiverd werd, zullen hun afkeer uit spreken over eene uitbreiding die het kies recht in de handen legt van hen, die thans onze overheid nogal eens lastig vallen. Nog weer andeien, ofschoon niet afkee- rig van ruimer kiesrecht, zien er veel ge vaarlijks in en achten het een stap in de verkeerde richting; volgens hen gaat wie minister Tak's voorstel steunt, van de antirevolutionaire ljjn af; dewijl Groen van Prinsterer nimmer tot zoo groot een uitbreiding heeft geadviseerd. Om al deze redenen wordt bq dezulken de uitbreiding van stemrecht niet begeerd. Toch is er een breede groep ook onder ons, die, schoon het met de anderen eens, niet ongaarne zich met de voorstellen ver- eenigt, teneinde daardoor meer leiding te kunnen geven aan de niet te keeren demo - cratischen strooming van den tijd. Zq verstaat dat het niet aangaat eenvou dig tegen te houden, wat men zelf niet verlangt, zonder te vragen of het ook ande ren dienstig kon wezen. De antirevolutionaire niet-kiezers mogen al niet zoo belust zijn op het recht tot het invullen van een stembiljet een reclu dat zq op kerkelijk en christelijk-school gebied misschien al jaren lang uitoefenden zq vergeten echter niet dat de natie uit vqf vqfden bestaaten dat een breede stroom van niet-kiezers uit de school der volks- souvereiniteil voortgekomen om dit «natuur rechte, zooals zq het abusievelqk noemen, vraagt en dringt en schreeuwtterwql men de reden hunner uitsluiting niet durft billqken. Waarom zou men mits binnen de grenzen der Grondwet het kiesrecht tot waar het dezulken binnensluit, niet uitbreiden Niet onze schuld toch is het dat de natie zich op de lijn der revolutie bevindt dat de Grondwet, vooral bq hare herziening in 1848 en 1887 al meer van de revolutie heeft overgenomen dat deze Grondwet het algemeen stemrecht of wat er op lijkt in beginsel heeft aanvaarddat de tegenwoor dige kieswet niet meer bestand is tegen de tijdsomstandigheden; niet onze schuld dat er thans een regeering ia Den Haag zetelt, die van het antirevolutionair staatsrecht niets weten wildat de volksmassa, zoo lang onderricht dat het gezag bq het volk berust, ten slotte een deel daarvan voor zich op vraagt, en zich wijsmaken laat dat de positie van den werkman er beter op wordt, zoo men hem een stembiljet in de hand geeft. Maar daarom dan ook met te meer vrijmoedigheid mogen wq de poging steunen van hen die dezen stroom trachten af te leiden; die de dynamietbom oprapen, alvorens zq schade kan doen. Aan onze antirevolutionaire kamerleden moeten wq daarbij overlaten te redden van ons beginsel wat te redden valt. Kunnen zq het wetsvoorstel zoodanig wijzigen, dat het huismanskiesrecht er in geschreven worde; of de onhartelijke willekeurige be perking omtrent de analphabeten f1) er uit ware te nemen, het zal ons aangenaam zijn. Geljjk de liberalen bij de schoolwetwqzi- ging het beproefd hebben, zoo doen onze vrienden het thans bij deze kiesrechtuit breiding. Toen de schoolwet behandeld werd, hadden de liberalen de minderheid althans in de tweede kamer en moesten zq het aanzien dat een enkel antirevolutionair beginsel zegevierde. Toch trachtten zq van hun be ginsel te red Jen wat te redden was. Thans zqn de antirevolutionairen in de minderheid met Rome en Liberalisme tegenover hen. Klein naar alle kanten. Zij zullen het moeten aanzien dat op den revolutionairen grond slag van 1887 wordt voortgebouwd, dat weder een liberalistisch beginsel gekroond wordt. «Het is geen marrenstijd». Er is niet veel tjjd te verliezen. Wel kan een motie tot zoodanige wqziging in christeljjken geest, dat er grondwetherziening op volgen moet, worden voorgesteld en de zaak principiëel worden besprokeu doch de roomsche en liberalistische .bondgenooten zullen dit voorstel afstemmen. De eisch zal zjjn afvaren met Tak, en zoo spoedig mogelijk. In die dagen vooral moge het onzen vrienden gegeven worden, zoodanig te ma noeuvreeren, dat nog menig goed beginsel worde binnengeloodst en nog menig kwaad geweerd of in de uitwerking getemperd worde, Ook met het oog daarop vreezen wq deze Voorgestelde kiesrechtuitbreiding niet. Het tegenwoordige kiezersvolk heeft mis schien in zqne groote meerderheid al eren weinig of even veel verstand van en gevoel voor. de publieke zaak, als een groot deel der nieuwe kiezers. Vrees voor stemmen in den blinde is er dus niet. Vrees voor omkooping bestaat evenmin; daarin zqn wq 't met den heer Goeman Borgesius eenseen kiezerscorps dat in de volgende periode tot omkooperq de toevlucht zou nemen, is zoo ontzedeljjkt, dat het nu moet versterkt worden. Vrees dat meer mannen h la Heldt in de Kamer zullen komen, koesteren wq ook niet. Die vrees is ook bq de uitbreiding van 1887 uitgesproken en zie er werd slechts één socialist gekozen, die spoedig weer uitgeworpen werd. Dat de mindere (man) thans over den meerdere zal gaan heerscheu is bq het meerendeel der kiezers evenmin te ver wachten. Het volk kiest onder alle partijen, liefst .nog de flinksten, de geleerdsten,de rqksten, de edelsten tot zqn vertegenwoordigers. «Begeerd noch gevreesd», zq dus de leuze, waarmee wij de behandeling dezer voorstellen tegemoet gaanroet volle waar deering van wat er rechtvaardig in is. Doch ook met protest tegen het onrecht vaardige. Immers op het revolutionaire standpunt der regeering is uitsluiting van B. wanneer A. het kiesrecht heeft, een ongerijmdheid. Uit dit oogpunt gezien mag zelfs het niet begeerde bij de ontvangst worden toege juicht; gelqk wq dan ook reeds gedaan hebben. De Protestantsche Noord Brabanter heeft dit toen heel gracieuselij k betiteld als een «overloopen naar het revolutionaire kamp». «Desertie»! Groen (Nederlandjche Gedachten 1870) heeft eens gezegd«Redekavelen met vrienden is schadelijk en misdadig tijdverlies, waar men door een overmachtigen vijand be dreigd wordt». Daaraan gedenkende, wei geren wq op de goed gemeende terechtwijzing der alleszins bevoegde redactie niet in te gaan om te betoogen dat het door haar vastgestelde feit niet heeft plaats gegrepen evenmin als de antirevolutionaire Kamer leden die voor het revolutionaire Grondwets artikel 80 hebben gestemd, ooit van over loopen naar het revolutionaire kamp mochten verdacht worden. Analphabeten zqn zq die niet lezen of schrijven kunnen; zij verliezen bij dit voorstel, hun stemrecht, en die het niet hadden kunnen het nimmer krijgen. In Frankrijk, het toongevend land der beschaving zonder christendom, komen af en toe uit de wereld der hoogere standen dingen aan het licht die doen zien hoe ongeneeslijk de kwaal der melaatscbheid is, die sinds de groote revolutie op de Franiche natie gevallen is. Vóór vijf jaren men herinnert het zich werd de schoonzoon van niemand minder dan den president der republiek betrapt op het drqven van den meest uitgebreiden kon- kelhandel in ridderorderswaarbij hoogstge- plaatste ambtenaren betrokken waren. Het ergste van de zaak was zeker wel dat de misdadiger weigerde schaamrood te worden, de rechtbank hem niet aandorst, de kiezers hem weder naar het parlement af vaardigden en de schurkenbent die bij in spireerde, nog steeds vrq daarheen gaat, terwql de aanvoerder zich verheft op zijn burgemeesterszetel hem dezer dagen door een omgekocht kiezerscorps bezorgd. Maar een nog veel schandelijker bedrog op groote schaal door Frankrqks beste mannen gepleegd, is thans uitgekomen. Er zijn omtrent Panama dingen aan het licht gekomen die vreezen doen dat ede groote Franschman», zooals Gambetta hem eens noemde, datde87jarige Ferdinand de Lesseps, de onsterfelijke stichter van het Suezkanaal kennis zal maken met de gevangenis. Honderden, misschien duizenden, waaron der ministers, kamerleden, professoren en jirunalisten, hebben jarenlang van deze knoeierqen geweten, er aan mee gedaan en zich hunne medewerking duur doen betalen; en het publiek omtrent den geldeljjken toestand der kanaalmaatschappij op een dwaalspoor gebracht. Meer dan 250 aigevaardigden en senaats leden hebben geschenken aangenomen om voor subsidies aan deze maatschappij te stemmen. Van de ruim 80 dagbladen die te Parijs verschenen lieten slechts twee of drie zich niet betalen om den luiden voor te liegen dat de zaak zoo goed stond. Velen werden er de dupe van zjj namen aandeelen om de zaak waaraan zulk een klinkende naam als van De Lesseps ver bonden was, te steunen en hun eigen kapitaal solide te beleggenen zie van al deze kapitalen komt geen cent terecht. Het is verdwenen in de zakken der maatschappij en hare handlangers, waarvan velen gesierd zqn met het Legioen von Eer In de Kamer van Afgevaardigden werd over deze dingen vreeselqk opgespeeld. En terecht, want de toestanden zjjnerger dan rot. Een land, waar men reden heeft om de goede trouw zelfs der edelsten in twijfel te trekken, is dicht bq de ontbindinghet riekt zelfs al. Christelijke Volksbond. De heer dr. F. v. Gheel Gildemeester schrijft in zqn in leiding tot het jaarverslag 1891/92 waarop wq later terugkomen onder meer het volgende Vorig jaar werd herhaaldelijk de vraag tot ons gericht, en ook in het openbaar beantwoord, waarom wjj toch onzen Volks bond «Christelijk» noemden. Nog nu en dan komt die vraag terug; niet zoodikwqls meer, en, merkwaardig, tot hiertoe altijd anoniem. Wjj kunnen deze vragers ver wijzen naar de mededeelingen en de feestrede van vorig jaar, en schrijven hier nog eens het duidelijke antwoord neder: «wq noemen onzen Bond niet «Christelijk» om daarmede te zeggen- «wjj zqn christenen van de bovenste plank 1» maar eenvoudig als een getuigenis: «wq wenschen te handelen in den geest van Christus.» Als ons dat waarlijk gelukt, dan zal onze Christelijke Volksbond een groote zegen zqn. En als onze anonieme interpellanten wat beters weten, nu, dan mogen zq van geluk spreken Maar waarvoor houden zq zich danzoo schuil? Daar wonen toch óók rare menschen in onze Stad, Zeker ook heele goede; (de besten haasten zich altqd om lid van onzen Volksbond te worden I; maar ook rare, zonderlinge menschen. Niet dit Demen wq iemand kwalijk, dat hq met ons niet mededoet; dat kunnen wq best hebben. Ook niet dit dat hq met een rollenden volzin verze kert, dat wjj «bonden en vereenigingen» genoeg hebben tegenwoordig. Maar wanneer dan diezelfde menschen, die nog nooit een vinger uitstaken om onze lasten te helpen dragen, ons 's zomers of 's winters hunne werkeloozen zenden, «compliment van meneer Zus of mevrouw Zoo en U zou me welaan werkh elpen I»Ja dat vinden we zonderling. Daar is meneer Lantarenpaal. Hjj beweegt zich niet gemakkelijk. Maar hq heeft dit maal de moeite niet ontzien en komt in hoogst eigen persoon naar het bureau. Hjj komt eens hoorenhq kan zich niet begrijpen; hq had de persoon van (volgt de naam van een levens- grooten slampamperal een paar malen naar den Christeljjken Volksbond gezonden of er voor die man dan nu eens niet wat te vinden zou zqner worden er hier toch zoovelen aan werk geholpen «Wat voor werk kan hq, mijnheer Ja, dat is hetzelfde, een of ander baantje. Hq kanvan alles 1 Er is geen aanbeveling verdachter dan deze. Meestentijds beteekent zjj«hq kan niets.» Maar zelfs al kan hij véél; al kan hjj zich voor bekwaam in zjjn vak uitgeven, wij kunnen niet «alles», wq kunnen geen ijzer met handen breken. Wq hebben niet voor ieder plaatsing, al doen wjj ook nog zoo ons best. En wij zouden o zoo gaarne wenschen dat het niet aan persoonlijken onwil, hetzjj van den Di recteur, hetzij van de leden der Commissiën werd toegeschreven, wanneer iemand «al ondericheidene malen aan den Bond geweest is, maar nog niet geplaatst.» Men helpe ons liever, zoo goed men kan. Met vereende krachten kan er nog veel geschieden. Het terrein is uitgebreid genoeg en de taak is schoon. O, onze Bond kan nog zoo onnoemelijk veel goed doen, wanneer allen die van goeden wille zqn de handen trouw in éénslaan, en elkander krachtig steunen. 23 Nov. '92. Die opstootjes zqn hinderlijk niet alleen, maar ook onbetamelijk, en brengen voor som migen treurige gevolgen met zich. Men hoort daar taal die geen fatsoenlijk mensch spreekt, men beschadigt daar goederen of eigendommen, men doorloopt daar in een woord een cursus in ruwheid. Indien iedere jongen, die reeds zoo ver gevorderd is, dat hij eenig begrip van fat soen heeft gekregen, eens niet meeliep met de verkoopers van Recht voor Allen en indien dan de ouders eens zorgden dat hunne kinderen die oog geen begrip van fatsoen of eerbaarheid hebben 't veritand komt niet voor de jaren) van de straat bleven, dan zou de herrie spoedig gedaan zjjn. Het werk van opvoeders is evenals dat van den tuinman meer wieden dan planten. Dat mogen in dit opzicht alle ouders bedenken. De heer Joan Bohl, geboren te Zierikzee waar zjjn vader het eerzame vak van kleer maker uitoefende, heeft zich als rechtsge leerde een wereldberoemden naam verworven. Zjjn in het fransch geschreven Handels wet boek voor Italië is in aanzienlijke oplage te Parijs en te Rome uitverkocht; de auteur is uitgenoodigd een nieuwen druk te bewer ken. «Het Weekblad van het Recht» schrqft er van«Rechtsgeleerden van den eersten rang in verschillende landen, ook aan de overzijde van den Oceaan, hebben den arbeid van onzen landgenoot loffelijk beoordeeld en thans heeft Italië hem deswege benoemd tot hoogleeraar in de rechten «honoris causa» (eershalve).» Bij Jacques Dusseau en Co. is verschenen: Het Kerkleger, open brief aan de heerer. predikanten en leden der Nederlandsch Hervormde kerk in Nederland. Daarin wordt door de heeren Tom le Clercq, schrqver van «Een protest tegen het Leger des Heils,» E J. en D. J. Vellema, J. Nonhebei, K. Wegkamp, Jacques van Veen, en G. A. Bonthuis een plan uiteengezet, ter oprichting van een kerkleger. Dit leger, uitgaande van en bestuurd door de Nederlandsch Hervormde Kerk moet volgens het boekje als eenige drijfveer de liefde voor het kruis hebben, als eenige theologie God liefhebben boven alles en onze naasten als ons zeiven, en praktisch optreden. Het goedkeuringsmerk, gedurende het jaar 1893 te bezigen zal zqnbjj den ijk en herqk der maten en gewichtende letter d in den gewonen schrijfvorm bq den ijk en herqk van gasmeters de Koninklijke kroon, terwql het merk van het kantoor, waar de eerste stempeling heeft plaats gevonden, voor het jjkkantoor te Middelburg bestaat in het cjjfcr 12. De grond opengesteld voor landbouwende gezinnen. «Van verschillende zijden dringt men er tegenwoordig op aan, dat er maatregelen genomen worden om aan arbeidersgezinnen, met den landbouw bekend, een stuk grond in gebruik te geven tegen eene vaste jaar rente, zoo hoog ongeveer als een dergelijk deel bedraagt van de huur eener groote boerenplaats. Dit dunkt ons is eene uitnemende zaak. Zq ligt niet verre van de gedachte Gods, neergelegd in de Mozaische wetgeving, dat het groot-grondbezit zou worden voorkomen daardoor, dat iedere landbouwende familie zjjne eigene akkers had in erfelijk gebruik, tegen een tiende der opbrengst tot onder houd der Levitische priesterschap enz. enz.' De Friesche kerken hebben meer of minder uitgestrekt landbezit.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1