BIJVOEGSEL. 1891. No. 22. Donderdag 19 November. Zesde Jaargang, VEItSCHI.J .vr PRIJS DER ADVERTED TI E1\T G. M. KLEMKERK. te Goes 1 P S F. P. IFHUIJ, te Middelburg. DE ZEEUW. UITGAVE VAN ELKEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND van 1 5 regels 25 cant, iedere regel meer j cent Prijs per drie maanden franco p. p. 0.95. EN Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers 1 l O meer 10 cent. Vergadering van den Middelburgsehen Gemeenteraad van den 18 November 1891. Afwezig met kennisgeving de heeren Tak en van Hoek. Na lezing en arresteering van de notu len der vorige vergadering, doet de Voorzit ter mededeeling, dat zijn ingekomen de volgende stukken Besluiten van Gedepu teerde Staten houdende goedkeuringlo der verordening plaatselijke politie, onder mededeeling evenwel dat zij aan den Minis ter van Binneiilandsche Zaken eenige be. palingen he«ben voorgedragen ter vernieti ging door de Koningin Weduwe Regent:s; 2o. goedkeuring verkoop grond aan W. A. de Rijcke; 3o. Ruiling grond aan de Loskade; 4o. van het le suppletoir ko hier inkomsten belasting Eo. Brief van de PI. Comm.-van Toezicht op de scholen Lager Onderwijl, rnededeelend dat zij haar gevoelen nog niet kan uitspre ken over de voorstellen ven den Arrondiss. Schoolopziener, gedaan 'in zijn schrijven aan den Gemeenteraad dd. 9 October 11. no. 232. 6o. Adres aan B. en W. van de Wed. Vergouwe om verlenging van huur vaneen stukje bleekveld aan het Smidsbolwerk 7o. Adres vanG. Jongepierom vernieu wing van erfpacht van grond gelegen aan den Kinderdijk 8o. Adres van P. de Pagter om verlen ging van huur van een stukje bleekveld aan het Smidsbolwerk 9o. Adres van G. Jongepier om vernieu wing van erfpacht van grond aan het Oostkerkplein 10o; Rapport van de Commissie van Finansiën in zake het verzoek van Th. Mace, om de gronden en gebouwen der voormalige Commercie-Conapagnie in erfpacht te verkrijgenen llo. Adres van het Bestuur der Chr. Burgerschool om een stukje grond te mogen koopen achter perceel D 78 in de Wa genaar straat. De sutkken sub. 1—5 worden voor ken nisgeving aangenomen, die sub 610 een fine van advies in handen gesteld van B. en W. Omtrent het punt sub 11 stelde de heer van Dunne voor de zaak dadelijk af te doen, door adressanten mede te deelen, dat op hun adres eerst eene beschikking kan genomen worden, nadat, bij de voorgeno men schoolbouw, omtrent het al of niet voor schoof gebruiken van het huis en den grond in kwestie zal beslist zijn. De heer Koole vermeent reden te hebben om te gelooven, dat het niet in de bedoe ling van adressanten ligt, om dadelijk eene beslissing uit te lokken. Wanneer het voor stel van den heer van Dunné wordt aan genomen, zou hij in overweging geven adressanten te antwoorden, dat met hun verzoek rekening zal worden gehouden. Wat zij vragen is een verloren hoekje grond, gemakkelijk door eene eventueel daar te stichten school te ontberen. De heer van Dunné merkt den heer Koole op, dat het in den aard der zaak zelve ligt, dat d<> ontwerpers van plannen voor den voorgenomen nieuwen schoolbouw met het verzoek van adressanten rekening zullen houden. De heer E. P. Schorer acht het beter het adres van B. en W. om advies te zenden, te meer daar er hier geen pericu- lum in mora is. Hetzelfde,} wat de heer van Dunné nu voorstelt, kan zijns inziens gedaan worden, indien zulks r.oodig mocht blijken na de inlichtingen, die B. en W. ter zake zullen geven. Met 12 tegen 3 stemmen, die van de heeren van Dunné, Snijders en de Stoppe laar, wordt het adres om advies in handen gesteld van B. en W. Omtrent het adres van J. J. Hendrikse en J. Schluter in zake de abdijpoort stellen B. en W. voor, onder afwijzende beschikking, mededeeling te doen aan adressanten, dat de veiligheid niet toelaat den doorgang open te stellen, voor dat de straat weer berijdbaar is, welk werk van wege den minister van binnen- landsche zaken moet worden uitgevoerd. Hun voorstel wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen, nadat de Voorzitter op eene vraag van den heer W. H. Snouck Hurgronje of de zaak sinds de laatste ver gadering niet was vooruitgegaan, verklaard had, dat ze zich nog steeds bevond in statu quo ante- en er dus nog steeds op bericht van "den minister gewacht werd. Op een verzoek van mi'. J. van der Lek de Clercq c. s. om gebruik te mo gen maken van de bovenlokalen van de voormalige school F tot het geven van slojd-onderwijs, stelden B. en W. voor een gunstige beschikking te nemen. De heer de Stoppelaar verklaarde zich niet tegen de inwilliging, doch meende dat beter moest omschreven worden dat alle aanspraak of recht na opzegging ophield. De voorz. merkt den heer de Stoppelaar op, dat bij eene inwilliging van het verzoek tot wederopzeggens, natuurlijk alle recht na de opzegging vervalt. De heer van der Swalme, zonder in hel nut van het hierbedoelde soort van on derwijs te willen treden, vindt het maar knutselwerk. Dit echter zou hem niet tegen inwilliging van het verzoek doen stemmen, maar hij is er op tegen, dat het gebruik van gemeentelokalen aan particulieren ot eene corporatie wordt gegeven. Ten andere is ook hier de voorgenomen schoolbouw een beletsel, want, valt daaromtrent eene beslissing, dan is de mogelijkheid niet uit gesloten, dat de ingebruikgeving van kor ten duur zqn kan. De heer W. H. Snouck Huigronje ver klaart zich voor het voorstel van B. en W. Naar zijn gevoelen is hetgeen belet sel voor den voorgenomen schoolbouw. Zoodra de opzegging moet plaats hebben, zal de ontruiming ook onverwijld kunnen volgen. Oponthoud is hier dus niet te vreezen. De heer van der Swalme blijft bij zijn geuit gevoelen persisteeren, het hierbedoeld onderwijs noemt hij hersenverdooving, en bovendien aan particulieren moet een dus danig voorrecht niet geschonken worden, want wat we heden aan dezen toestaan, kunnen we morgen aan genen niet weigeren. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. Tegen stemden de heeren van der Swalme en Jeras. De heer A. ter Haar Romeny had tot den Raad het verzoek gericht, om gebruik te mogen maken van een lokaal in de ge meentebewaarschool tot het houden van bijbellezingen. B. en W. adviseeren tot inwilliging van het verzoek, onder voorwaar de dat het lokaal na gebruik den anderen morgen goed schoongemaakt weer worde opgeleverd en 25 cent retributie per avond voor vuur en licht worde betaald. De heer van der Swalme verklaart zich tegen inwilliging van het verzoek, omdat het hier niet geldt een algemeen of een gemeentelijk belang. Het nut der lezingen laat hij buiten beschouwing, de appreciatie er van ligt niet op zijnen wegmaar om er een gemeentelokaal vopr beschikbaar te stellen acht hij niet strookend mét de ge meentebelangen. De heer Koole meent dat het gemeen tebelang zich niet tegen de inwilliging van het ve-zoek verzet. Waar men heden ten dage hoort gewagen van de weinige werk zaamheid onzer voorgangers, is het zeker niet te misprijzen, dat ze pogingen aan wenden om de onwaarheid van die bewe ring te bewijzen. En wat nu is de strekking van het verzoek Alleen dat de verzoeker, omdat lokalen in andere wijken niet aan zijn doel beantwoorden, een geschikt lokaal tracht te verkrijgen in de wijk, waarin de gemeentebewaarschool gevestigd is. Die school, een liefdadig geschenk van wijlen mevrouw Snouck Hurgronje—Schorer, beant woordt aan het doel en de wet, die de catechisatie voor de kleinen op de school toelaat, verzet er zich evenmin tegen, dat op de school ook gecatechiseerd worde voor volwassenen. De heer Jeras, hoewel gekant tegen elke ingebruikgeving van gemeentelokalen, be weert dat schoolonderwijs nog eenig recht op uitzondering zou kunnen doen gelden, maar betwist dat dit ook het geval zou zijn met godsdienstonderwijs, waarvoor wel an dere lokalen ter beschikking zijn. De heer van der Harst meent dat het lokaal voor het doel ongeschikt is, daar het kinderbanken bevat, welke niet voor vol wassenen passen. De heer Koole merkt op, dat aan het bezwaar van den heer van der Harst wel te remidieeren is; men vraagt om het lo kaal, niet om deszelfs meubelen. De Voorz. brengt in het midden, dat er ook grootere banken zijn, want een der lokalen dient tevens voor naai- en breischool. De heer W. H. Snouck Hurgronje ziet in al die opwerpingen geen bezwaar om het verzoek in te willigenvoor hetzelfde doel maakt de heer Heldring, des verzoekers ambtgenoot, gebruik van de Nutsbewaar- school, en alles marcheert geregeld en met de meeste orde. De heer van der Swalme blijft bij zijne meening. Hij spreekt niet tegen, dat het huis met een philantropisch doel geschon ken is, want het behoort aan de godshui zen. Het voorstel echter bestrijdt hij uit principe, omdat het op een verkeerden weg ieidt, daar, hij herhaalt het, aan dezen niet kan geweigerd worden, wat aan genen is toegestaan. De heer de Ligny vraagt, nu hij verno men heeft dat in een der lokalen naai- en breischool gehouden wordt, of dit onderricht niet zal moeten gestaakt worden, op de avonden waarop de iezingen plaats hebben. De voorzitter merkt op, dat de naai- en breischool gehouden wordt tusschen 5 en 7 uren des avonds, dat verzoeker daarmede niet onbekend zal zijn en dus zijne lezingen wel zoodanig zal inrichten, dat het onder richt in de genoemde vrouwelijke handwer ken er geen nadeel van ondervinde. De heer van der Harst verklaart, dat hij na de verkregen inlichtingen voor inwilli ging van het verzoek zal stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. Tegen stemden de heeren van der Swalme en Jeras. Aan de orde is thans het voorstel van B. en W. betreffende verkoop van bouwter rein bij de Loskade aan W. P. van Pagé. B. en W. stellen voor, met terugkoming op het besluit van 16 Sept. 11. alsnog aan adressant, onder de gunstige bedingen van betaling enz. welke hij aanbiedt, al den in het bedoelde blok gelegen grond te verkoo- pen tegen f4.75 per cA. voor de bebouwde en f '1 voor de onbebouwde oppervlakte. De heer Jeras kan zich er niet mede vereenigen dat een besluit vernietigd worde, hetwelk vóór twee maanden genomen is. Het is waar, de aangevraagde oppervlakte is nu grooter, maar dit doet niets terzake, de argumenten, welke toen golden, hebben niets van hunne kracht verloren. De heer van Dunné merkt op, dat hij indertijd, toen de eerste vier huizen van het blok gebouwd werden, herhaaldelijk beeft gewezên op den lagen prijs, dien men bedong bij latere aanvragen werd de prijs gehandhaafd en verschool men er zich achter, dat verhooging kwalijk gaan zou, dewijl het denzelfden aanvrager gold, ofschoon men zeer goed wist, dat die aanvrager een stroopop was, die voor derden ageerde, nog altijd geldt het hetzelfde bouwblok, onder de gunstigste voorwaarden wil adressant het gansche restant van dat blok koopen, zou het dus geen grove onbillijkheid zijn, wanneer hij nu meer moest betalen dan Jen prijs, waarvoor tot dusver het geheele blok verkocht is De heeren Jeras en Snijders dringen er op aan, eerst het besluit van 16 September te vernietigen, om daarna het voorstel van B. en W. te behandelen. De vergadering echter was van een an der gevoelen, want met 12 tegen 3 stem men. die der heeren F. G. Sprenger, Jeras en Snijders, besloot zij in behandeling te nemen het voorstel van B. en W., dat zonder verdere discussie werd aangenomen met 11 tegen 4 stemmen, die der heeren F. G. Sprenger, W. J. Sprenger, Jeras en Snijders. In het erfpachtscontract, dat de gemeente sloot met den heer J. Fak Brouwer be treffende gronden in den Mortierepolder c. a., staat in art. 2 te lezen, dat de erf pachter gerechtigd is tot het in erfpacht nemen van andere pereeelën, mits hij daar voor, zoo luidt art. 7, de som betale waar voor de betreffende grond in 1877 verpacht is. Sedert 1877 beweert adressant is geene geringe vermindering in de pachtprijzen ontstaan, en verzocht hij den Raad zijn oordeel uit te spreken, of de billijkheid het niet zou medebrengen, dat art. 7 van het erfpachtscontract gewijzigd werd in dier voege, dat de woorden «de som van de verpachting van 1877» vervangen werden door de woorden «de som van de laatste verpachting». B. en W. stellen voor het contract, als verlangd te wijzigen, de Commissie van Financiën echter adviseert tot verwerping van het verzoek. De heer Snijders laat alle recht weder varen aan de motieven welke de Commissie van Financiën tot haar afwijzend advies hebben geleid, maar de billijkheid, waarop het advies van B. en W. gegrond is, mag ook niet uit het oog verloren worden. An dere nijverheidsondernemingen in onze stad hebben steeds veel welwillendheid van de zijde van de gemeente en haar bestuur mogen ondervindenook adressant, die steenfabrikant is, moet op gelijke lijn met anderen geplaatst worden. Daartoe bezit hij volkomen het recht, en doet spreker dan ook het voorstel den heer Fak Brou wer, wat de erfpachtssom aangaat, te doen betalen hetzelfde bedrag wat door de nijver- heidsvereeniging betaald wordt. De heer de Stoppelaar zegt, dat het voorstel Snijders van zeer ingrijpenden aard ishij stelt voor den voorz. te verzoeken alle mogelijke inlichtingen in deze te ver schaffen en de beslissing tot na het verkrij gen dier inlichtingen in eene volgende ver gadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt zonder hoof delijke stemming besloten. Betreffende een verzoek van W. H. B r- rink c. s. om uitsluitende vergunning tot verkoop in het klein van de cokes der gas fabriek, hebben B. en W. geadviseerd tot afwijzende beschikking, daarin gesteund door een inmiddels ingekomen adres van van der I.eijé Co. en een deswege door de Com missie der gasfabriek ingezonden rapport. De heer Snijders beaamt ten volle dat moeilijk aan het vet langen van adressan ten kan worden voldaan, doch billijkheids halve zou eenigszins aan hunne bezwaren zijn te gemoet te komen. Het is een ge bruik in den handel, dat neringdoenden ra bat genieten op den prijs, die door parti culieren betaald wordt; groothandelaars, die contant betalen kunnen, genieten van zei ven van dit voorrecht, maar ook zou hij liet billijk achten dat door wederverkoopers eene prijsvermindering tegenover .particulie ren wordt genoten. Hij dient derhalve een amendement in, waarbij hij B. en W. uit- noodigt, om in overleg met de Gascommissie daartoe de noodige voorstellen te doen. De heer van Dunné acht het in het be lang der gasfabriek, dat de verkoop en dé tail van cokes ophoude. Hij gelooft dat aan dien verkoop aanzienlijke uitgaven verbon den zijn, die zeer ten nadeele der fabriek komen. De heer de Stoppelaar merkt op dat het voorstel Snijders geheel iets anders inhoudt dau de heer van Dunné bedoelt. De heer W. J. Sprenger brengt in het midden, dat bij afname van 10 hectoliters nu ook ongeveer 10% korting genoten wordt Om de weder verkoopers te onderscheiden zal bezwaarlijk gaan, daar er groote moeilijk heden aan verbonden zijn. De heer Jeras wijst den heer Sprenger op het patent dier wederverkoopers, waar door alie moeilijkheid uit den weg geruimd wordt. Gaarne zou hij willen ingelicht wor den, of de particulier, bij afname van '10 hectoliters, dezelfde korting geniet als de wederverkoopers. De heer W. J. Sprenger, het laatste in bevestigenden zin beantwoordende, doet uit komen, dat de grootste moeilijkheid voor de fabriek gelegen is in wederverkoopers van buiten de stad, die vaak door vracht rijders en anderen hunne cokes laten afhalen. De heer Snijders ziet ook .hierin geen bezwaar, want het voorrecht van rabat zou hij dan alleen tot de wederverkoopers in de gemeente willen beperkt zien. De heer de Ligny kan zich met het amendement Snijders wel vereeoigen en zou een nieuw voorstel in dien geest zeer wen- schelijk achten. Dienovereenkomstig wordt dan ook zonder hoofdelijke stemming besloten, met afwijzing van het verzoek der adressanten. Goedgekeurd zonder discussie worden de staten oninbare posten inkomsten-belasting over 1888 ad f3,25, over 1890 ad f 19,80, over 1891 ad f997.25 en het te suppletoir kohier hondenbelasting tot een bedrag van 113,50. Ter tafef komt nu een conceptverordening betreffende de burgeravondschool (welk concept bij het verslag gevoegd, echter niet kan worden opgenomen. Red.) De algemeene beraadslagingen daarover geopend zijnde, vraagt de heer van der Swalme of met het Rijk eene zekere over eenkomst is aangegaan, waardoor wij aan het leerprogramma en den duur van den cursus gebonden zijn. De voorz. antwoordt dat men in deze punten niet vrij is en dat vermeerdering of vermindering bij de regeering moet aan gevraagd worden. De [heer de Stoppelaar wijst er op dat het geven van landbouwonderwijs vroeger door de regeering verworpen is en dat het heel wat moeite gekost heeft om het onder wijs in de staathuishoudkunde van het programma af te voeren. Vroeger was het 'een tweejarige cursus, maar de verandering n een driejarigen heeft zeer gunstig ge werkt en een machtigen ir vloed op de vor ming der leerlingen uitgeoefend. De heer van Dunné merkt op dat in art. 24 als leerlingen worden toegelaten zij die den ouderdom van 12 jaren bereikt en dien van 18 jaar nog niet volbracht hebben. Hoe is dit nu op te vatten Kan iemand van bijna 18 jaren nog worden toegelaten? In de vroegere verordening stond niet «worden toe gelaten», maar «ontvangen onderwijs». Dit laatste was z. i. veel duidelijker, want met deze redactie zou men, de cursus driejarig zijnde, tot het 21e jaar de school kunnen bezoeken. De voorz. repliceert dat het zijne opvat-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1