1192 No. 17. Dinsdag 8 November. Zevende jaargang. V E R S C H 1.1 T PRIJS DEK ADVERTENTIE!! G. M. KLEMKKRK. te Goes F. P. IPHUIJ. fe Middelburg. Politieke partijen. Schetsen over Middelburg. v. 11 I UITGAVE VAN ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Prgr per drie maanden franco p. p. f 0.95. EN Familieberichten van I 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers o\ O -K» jjj meer 10 cent. VI De natuurlijke vertegenwoordigster van de liberale partij is de burgerij de natuurlijke vertegenwoordigster van het socialisme is de volksmassa en de natuur lijke vertegenwoordigster van de antirevo lutionaire partij is de adel en de kerk. De revolutie leett van den geest die alles ontkent, de anti revolutie leeft in het geloof aan de openbaring, en dat geloof beheerscht behoort althans te beheerschen, bare geheeie levensbeschouwing. Openbaring] is alles wat boven de natuur en boven de rede, wat onmiddellijk Godde lijke werking is. Kr is voor den antirevolutionair eene door God geopenbaarde, ontwijfelbare waarheid. Neen, er is niet slechts verschil van meeningen aangaande de hoogste en eeu wige bestemming des menschen, van mee ningen zooals Mozes, Duddah of Christus die hebben verkondigd, maar Goddelijke mede- deeling in Zijn Woord, waarin de zeer bepaalde grenzen voor ons geloot en weten zijn aangegeven. Dat is de Openbaring, en doordrongen van die Openbaring zal ieder wien dit levendig voor oogen staat trachten dit geloof invloed te doen uitoefenen op het openbare leven. Humaniteit is fraai en goed, maar de mensch der zonde wordt daardoor niet beteugeld. Daartoe is alleen eerbied voor- en gehoorzaamheid aan Gods ordinantiën in staat. Natuurrecht wisselt met tijden en plaatsen en gewijzigde meeningen, maar er is ons in de Openbaring Gods eeD hooger recht gegeven. Het is het historisch recht. Het recht, de grondslag voor alle maat schappelijk leven, komt vanboven den mensch. Het is ingesteld door hooger, heiliger Macht en gaat steeds voort zich te ontwikkelen. Daarom het verzet tegen de opheffing van dat recht in 1789. Daarom verzet tegen vernietiging van dat recht, om op de puin- honpen een nieuwe maatschappij te bouwen gelijk sommige groepen willen. Daar is een historische staatsregeling, een continuïteit ook van het recht eri in den Staat, een staatsregeling die hier de repu bliek en ginds het Koningschap omvat. FEUILLETON. Een bladzijde uit de Kerkgeschiedenis. De classis Vlissingen rustig gezeten, ver zocht om gecommitteerden uit de beroapings- commissie, tevenskerkeraad van Middelburg, naar hare vergadering te zenden. Hieraan werd door den kerkeraad bereid willig voldaan. Aan zijne gecommitteerden werd in last gegeven eenige voorslagen van accomodatie aan het oordeel der classis te onderwerpen. Gecommitteerden stelden aan de Classis voor het beroep te approbeeren onder voor waarde dat ds. Momma verklaart niets tegen de Formulieren van Eenigheid te hebben; belooft zich in zijn dienst te zullen wachten voor alles wat twist of ergernis geven kan; belooft verklaring te zullen geven van datgene wat in zijne werken aanstoot geeft. De vergadering der classis verklaarde evenwel met eenparigheid van stemmen dat men tot de gedane voorslagen tot de acco modatie niet kon coraen. De classicale hulp-knapen, dat zijn de Boere-predikanlen, die men uijt dit spul, als 't den stijtkoppigen hoop wel gelukte, veel goeds en vorderinge binnen de steden be loofd had, hielpen, zegt een schrijver dier dagen, vermoedelijk een Coccejaan. Hij voegt in de grove taal zijner eeuw daarbij«Het classis van Walcheren heett met hen gedaan, gelijk men met de beezemen doet als men er de vuijlnis mede heeft van de vloer geveegd, laat men ze in een pishoek staan.» En nog eens daarop terug komende zegt hg dat «deze classicale hulp knapen vast op hunne dorpen bleven koekeloeren.» Dit besluit verbitterde gecommitteerden en hunne lastgevers ten zeerste. Nog eene poging wilde men wagen. Als ds. Momma zelf zijn zaak eens bepleiten kon Men kon bet beproeven. En waarlijk op verzoek werd ds. Momma toegelaten. Hg hield eene aanspraak in 't latjjn, betoogde zgne rechtzinnigheid, ter wijl hij geheel instemde met de Dordtsche leer --hij betuigde zijne bereidvaardigheid om uit zijne geschriften alles jterug te nemen, waarvan men hem het onrechtzinnige aan wees, Hij verdedigde zijne houding in deze Voor die historische staatregeling is Engeland het model, gelijk Zwitserland het model is voor de revolutionaire staat? - regeling. Gelijk men in Engeland nooit een enkel bouwwerk; waaraan eenige historische waarde verbonden is, opruimen zal, ook al wordt het door den tijd een sta-in-den weg, zoo is er ook nooit een tijdperk geweest waarop de Engel checonstitutie is verbroken. Wij, Nederlanders spreken van de Grondwet van 1848, dat kan de Engelschman niet. Hij kan niet zeggen de constitutie van dit of dat jaar. Waar eene verbetering plaats heeft, sluit zij zich bij het bestaande aan. In Frankrijk werden de provinciën op eenmaal departementen, in ons land steden en dorpen op eenmaal gemeenten. In onze maatschappelijke ontwikkeling kwam op eenmaal de onbeperkte nijverheid de be perkende gilden vervangen. Zoo ontstond niet zelden eene geheeie vernietiging van het bestaande,en sprong men van het eene uiterste tot het andere, terwijl beide uitersten verderfelijk werkten voor de belanghebbende standen. Standen. Ook op standen wijst het historisch recht; het natuurrecht, het ligt in den aard der zaak, rekent niet met standen. Het is in allerlei kringen gewoonte geworden om afkeurend over aristocratie to spreken. floe is het moge'gk Het bestaan der aristocratie is een eeuwige wet, zonder welke geen maatschappij bestaan kan. Er is meerder en minder en.moet er zijii. Aristocratie bepaalt zich niet tot niets doende baronnen of graven, maar de baas is meer dan de' knecht, de Vorst dan de onderdaan. In het woord de mindere z.d den meerdere-dienen is ons de juiste, ver houding van aristocratie en democratie aangewezen. Het historisch r«eht bepaalt het verschil van standen maar ook van belangen. Landbouw en handel, nijverheid en weten schap, handenarbeid en kunst, dat allies heett een eigen terrein en eigen behoeften. De provincie moet de provincie verzorgen, de steden hare stedelijke belangen genootschap pen of vereenigingen hare bijzondere belangen. Gelijk tal van raderen eene machine zaak en verzocht de classis hem geen verdere moeilijkheden aan te doen. Toch ook nu bleef de, vergadering onverzet telijk. De praeses, met vooi'gaende ad vijs van de officieren van de tafel, tot driemalen omghevraegt hebbende of gemand van sijn vorige stemme en oordeel resideerde is van niemand geantwoort. De classis besloot dus onder vele betui gingen van «rnedelijdeniheijiJt over zijn persoon» aan ds. Momma te melden dat zij het beroep niet approbeeren kon omdat dit de eenige weg is om orde en rust in de gemeente van Middelburg te doen weerkeeren omdat het advies der classis en van den Prins in den wind geslagen is omdat de classis verplicht is te waken regen het invoeren van nieuwigheden waarvan ds.Momma een ijverigvoorstander is. Naar bet schijnt werd dit in de verga dering der classis mondeling, breedvoerig aan ds. Momma zelf gezegd, want wij lezen, dat hij een en ander zeer kalm aanhoorie, terwijl hij heengaande den zegen des Heeren aan de vergadering toewenschte. De classis had dus het laatste woord gesproken. De voorstellen tot bemiddeling waren afgewezen, de beroerder der gemeente, zelf verschenen, had geen succes gehad. Het kan ons niet bevreemden, dat deze afloop den Kerkeraad en den Magistraat eene oorzake van verbittering was. De opgewonden menigte, die altijd te hoop loopt als er een standje is, sprak van niet anders. De kwestie kwam meer en meer op de straat, en werd meer en meer persoonlijk. De Coccejanen werden in den mond des volks bestempeld met den naam te behooren tot de Loevensteijnsche fractie, terwgl den Voetianen de schimpnaam astejloorenD vereerd werd. In winkels en werkplaatsen, op hoeken der straat en in droge sociëteiten werd het kerkelijk kabaal breed uitgemeten, en roet de wetenschap dat de faam voortgaande altijd in krachten wint, kunnen wij, ook nu een afstand van meer dan twee eeuwen ons van deze gebeurtenis scheidt, begrijpen hoe druk het gepraat was over deze gebeurtenis. Het gedruisch op straat was een echo vanj wat daar voorviel in de bekende Ker- keraadskamer op het Koorkerkhof. Ik zal mijne lezers niet vermoeien met de beschrij- vormen en ieder op zijn plaats het geheel tot één uitnemend werktuig maken, zoo heeft in het samengestelde leven der maat schappij ieder rad een eigen plaats en eigen werkkring. Het vliegwiel is de Mentor, maar geen der kleinen kan tolvrije en onbelem merde samenwerking gemist worden. Decentralisatie en niet centralisatie, geen samentrekken van macht en geld en invloed. Niet de meerderheid maar het belang dei- zaak, niet het zielental, maar de standen. Niet natuurrecht maar historisch recht. Ziedaar het verschil tussehen de twee groote politieke partgen. Ieder van deze leeft uit een eigen gedachtenwereld, en heeft een eigen blik op de toestanden waarover zij tot oordeelen geroepen wordt. Het kan pooit de kwestie zijn of deze of gene persbon, tijdelijk misschien van overwegenden invloed in deze bf gene partij, veel kwaad of veel goed doet het kan evenmin de kwestie zijn of ieder lid der partij, onder wier vaandel hij zich schaart, zijne roeping bewust is en leeft naai'j hetgeen bij belijdthet kan evenmin de kwestie zijn of belangen van allerlei aard, deze of die partij voor ons aantrek kelijk doen zijn. De kwestie bij uitnemendheid, de eenige kwestie waarmee we hebben te rekenen is deze: wie is Heer inde ze-lelijke en maat schappelijke wereld God of de mensch, Dat is het politieke Schibboleth. M. d. K. «De Boodschapper» die hare inlichtingen nogal eens uit de eerste hand heeft, schrijft het volgende Het liberale Ministerie wandelt tegenwoor dig niet op rozen. By zijn optreden van liberale zijde bewie rook,t, werd het door alle partijen met voor komendheid en zekere welwillendheid begroet. De toon van jubel in de liberale organen Was echter wel waf hoog gestemd, de lof wat al te kwistig, terwijl de verwachtin gen veel te overdreven waren. Men herinnert zich de ontboezemingen van de Indische bladen, gevolgd door het Vaderland en het Handelsblad hier te lande, -naar aanleiding der eerste begroo ting van den Minister Van Dedem, Uit die begrooting nota bene door zyn voor ganger M a c k a y samengesteld 1 sprak ving der rumoerige vergaderingen, waarin de hartstochten zeer opgewekt werden. Slechts éen staaltje. En dat teekent. Ds. van de Velde verweet zijn ambtge noot ds. v. d. Wayen dat hij was een «hoo- vaerdige beroerder der Kerke» en kondigde hem «hierover Gods oordeelen tot sijner vernederinge» aan. Deze beschuldiging hield de vergadering gansch niet vreedzaam een ganschen avond bezigzij eindigde met haar leedwezen hierover uit te spreken, en den kerkeraad aan te bevelen hiertegen voorzorg te nemen. cEnde alsoo is van deze verdrietige be- soigne seer late geworden synde, een eijnde gemaeckt, het gebed vredelijc gedaen». Aldus eindigen de langdradige notulen van eene stormachtige vergadering. Op een andere vergadering leest ds. van de Velde uit een blauw-boekje eenige ex tracten uit de boeken van ds. Momma voor, die hem zulke bekommernissen iu zijn ge moed hebben veroorzaakt dat hij daarom van den aanvangek der procedure af heeft geprotesteerd. De ouderling Thibout toont echter zoo klaar als de zon op den middag schgnt aan, dat deze extracten uit het verband gerukt zijn. Sommige leden zeggen dat er meer en gewichtiger bezwaren zijn dan deze, waarop de Praeses voorstelt ds. Momma te ontbieden om zich te verantwoorden. Meent de vergadering daarmede mij zoo zegt ds van de Velde in contestatie te stellen tegenover Momma, zoo verlaat ik de vergadering als hij binnen komt. Genoeg om u een kijkje te geven in de eindelooze vergaderingen door kerkeraad en beroepings-commissie over deze zaak ge houden. Om eenigszins den indruk tejkennen dien deze gebeurtenis op het publiek maakte noem ik de titels van een tweetal brochures in die dagen verschenen en met het geheeie Relaas te vinden in de Provinciale Biblio theek van Zeeland. De titel van een dier libellen of Pasquillen isBurger-kout wegens het beroep van D. Momma tot Middelburgh, tussehen een Koopman, een Burger ende een Bootsgezel, gedrukt te Amsterdam bij de Wed. van Joseph Bruining. Het andere zonder naam van drukker of plaats is. getiteldHet Rechtverkeerent Advijs van XV Advocaten „karakter8, er was in te zien het begin van een radicale verbetering in Indische toestan den. Het Vaderland zag er den dageraad van een betere toekomst in, de begrooting onderscheidde zich door een streven naar waarheid, Van Dedem was de eerste die een zuiverder beeld trachtte te geven van den toestand der Indische financiën. Zóo klonk liet verheerlijkend voor den nieuwen Minis ter, geringschattend voor den afgetreden Be windsman. Maar helaas! van al die verwachtingen is tot heden niets verwezenlijkt. De donkere beschouwingen, die de Minister verleden jaar gaf van de Indische financiën, worden zelfs thans min ot meer door het V ader land gewraakt; terwgl de uitkomst heeft bewezen dat de Minister M a c k a y niet in het ge>- ringst den geldelgken toestand te gunstig had geschetst. Maar afgescheiden daarvan wat heeft de tegenwoordige Minister gedaan? Niets, letterlijk niets van wat men heeft ver wacht. Mackay stond op het punt, naar aan leiding van het Indisch advies op het k o f- fie-rapport, een wetsontwerp saam te stellen, waarvan de grondslagen bjj hem vast stondenen voorts lagen bij Van Dedems komst gereed een wetsontwerp betreffende de conce'ssiën voor den aanleg van spoorwe gen met rentegarantie en een wetsontwerp op de m ij n-on t g in n i n g. Vijftien maan den zijn sedert verstreken, en nog niets verscheen van het Departement van Kolo niën dan een suiker-noodwet ten bate van aandeelhouders en een onbeteekenende wijziging van de comptabiliteit s-w e t. Doch niet alleen Van Dedem, ook de andere Ministers hebben het zwaar te verantwoorden van de zyde hunner vrienden. De critiek op P i e r s o n-s plannen, nu ze meer bekend raken, wordt met den dag scher per; met Seijffardt zit men nog steeds verlegen. Maar wat vooral de aanhankelijkheid van de partij aan dit Ministerie op een zeer zware proef stelt, is de bedenkelijke uitzet ting van het budget. Men had toch van dit Ministerie iets anders verwacht. Immers Tak zelf had op het zonde-register van het vorige Ministerie als eerste punt geplaatst opdrijving van de uitgaven, en dit punt werd door hem, onder bijval van de Lin kerzijde, by het vermaarde politiek Debat van de maand Januari 1891 in den breede toegelicht. En th ms wordt door dienzelfden ijveraar voor bezuiniging geduld dat zijn Ministerie miliioenen meer vraagt, voor Oorlog, voor Marine, ja voor ieder Departe ment. van verscheidene Quartieren, gehuert om- me tegen Christi Kerke en de Classen en de Synodus van Zeelandt raedt te geven. En nog altijd wierd «olie geworpen in 't vlammend vier». De classis had het laatste woord in deze zaak gesproken. De beroepingscommissie besloot eenparig evenmin te wijken. Zij gelastte dat op 12 Juni de afkondi ging van den beroepene in alle kerken zou plaats hebben, en voegde bij het verzoek aan de dienstdoende predikanten om dit op aanst. Zondag bekend te maken, gemakshalve de waarschuwing dat, indien somwglen de predikanten deze alkondiging mochten wei geren, de opdracht aan de voorlezers zou gegeven worden om te doen «vóór het op- singen van den laesten psalm». De afkondigingen werden op 12 Juni gedaan, alleen in den middagdienst in de Koorkerk, waar ds, Thilenus voorging had rumoer, plaats waarvan hij zelf als de aan legger werd verdacht. Nu kon de bevestiging plaats hebben, Die taak rustte bij Kelkenordening op ds. P. Locher Jr., die zich echter excuseerde en alzoo was ds. de Meij aan de beurt die de taak op zich nam. Ter elfder ure scheen echter de zaak nog te blijven steken. Twee dagen voor den bepaalden bevestigings dag komt een missive van den Prins, die ingelicht omtrent den toestand ten strengste beval de bevestiging niet te doen plaats hebben. De beroepings-commissie vergadert in al lerijl, en weet waarlijk alweder raad. Zjj redeneert aldus De Prins beveelt de bevestiging niet te doen plaats hebben, om den vrede in de stad te bevorderen. Maar de vrede zal juist bevorderd worden door de bevestiging wel te doen plaats hebben. Wij zouden ons tegen den verklaarden wil van Z. H. verzetten, indien wij niet bloedstorting voorkwamen, door de bevestiging te doen plaats hebben. Wij beroepen ons van den verkeerd inge- lichten op den beter ingelichten Prins. De Raad, een dergelijk schrijven ontvangen hebbende, zei niets, en ds. Momma die ook een vermaning van den Vorst ontvangen had, was hierdoor wel zeer in verlegenheid gebracht, maar liet zich toch overhalen. De bevestiging had op 19 Juli plaats. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1