1892. No. 13.
Zaterdag 29 October.
Zevende jaargang.
VERSCHIJNT
F. P. D'QUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Schetsen over Middelburg.
elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjr per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers f 0.02 s.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
ES
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
EEN NIEUWE MAATSCHAPPIJ.
Charles Fourier is in de encyclopedie der
socialisten geen onbekende.
Fourier, een Franschman, handelsreiziger
van beroep, door de revolutie gedwongen
eenige jaren als militair te dienen, had
hartstocht voor filosofie.
Omstandigheden in verband met zgne
betrekking in de maatschappij leidden hem
tot het overdenken van maatschappelijke
toestanden. Hij ging filosofeeren, en maakte
zijne plannen tot eene nieuwe inrichting
van de maatschappij en filosofeerde op
de volgende wijze
Wat een luxe permitteeren de menschen
zich toch. Wat een verkwisting in zoo'n
maatschappij 1
Ieder zijn eigen pot, zijn eigen huis. Ver-
eenigt de gezinnen en gij zult de opbrengst
oneindig vermeerderen en de uitgaven ver
minderen. Vereenigt 300 gezinnen tot een
falanx. Die falanx moet een gemeen
schappelijk huis, een phalanstère bewonen,
waarin zich bevinden een openbare keuken,
kinderzalen, boekerij enz. De leden van
den falanx zullen niet met geld, maar met
aandeelen in de opbrengst betaald worden
door rekeningen. Ieder lid heeft een reke
ning bevattende een creditzijde, voor het
geen hij de maatschappij in kapitaal, talent
en arbeid aanbrengt, en een debetzijde voor
hetgeen hij de maatschappij kost aan wo
ning, kost en kleedingen.
Aan het hoofd van iedere phalanstère
staat een monarque. Dit is de uitwendige
inrichting der maatschappij, de inwendige
drijfkracht is het denkbeeld van den harts
tocht.
Niemand mag werken uit dwang of
uit nood, maar alleen ter wille van het ge
noegen van den arbeid zelf.
Middelen om dit doel te bereiken zijn
vooreerst de vrije .keus van den arbeid
volgens neiging en liefhebberij, en dan af
wisseling van arbeid en dan verdeeling in
groepen. Zg die een hartstocht voor een
of ander werk hebben worden bij elkander
gevoegd en niemand werkt langer dan
anderhalf uur aan hetzelfde werk. Op harts
tocht steunt de gemeenschappelijke con-
sumtie, die zich richt naar' gelijksoortigen
smaak op hartstocht steunt ook de ge
meenschappelijke opvoeding. De kinderen
zijn verdeeld in stille en schreeuwende, in
popjes en kwelduiveltjeszij worden door
bonnes die hartstocht voor dat werk hebben,
FEUILLETON.
Een bladzijde uit de Kerkgeschiedenis.
III.
Ds. Petrus Croone, sinds 26 Dec. 1660
predikant te Middelburg, was op 17 Januari
1676 overleden. De kerkeraad verzocht
einde Februari handopening om in deze
vacature te beroepen. Die handopening
werd verleend, maar met een begeleidend
schrijven van de classis Waleheren waarin
zg den kerkeraad waarschuwde tegen de
nieuwe dwalingen die de kerk beroerden.
De volgende vergadering van den kerke
raad, 21 Maart gehouden, toonde nog meer
dat het aanstaande beroep met zorg en
spanning werd tegemoet gezien. Ingekomen
was een missive van den Prins-Stadhouder
(Willem III), waarin die Vorst zich be
klaagde over de «toenemende nieuwigheden»,
en de classis ernstig verzocht daartegen te
waken, en vooral toe te zien bij het aan
staande beroep te Middelburg.
Deze missive was gericht aan de classis,
ook had de Magistraat een gelijkluidend
schrijven ontvangen. De classis had gemeend
met dit schrijven den kerkeraad in kennis
te moeten stellen. En in de kerkeraads-
vergadering werd deze brief «met respect»
gelezen.
In onze dagen zou men allicht vragen
waar de Prins-Stadhouder zich mêe bemoeide.
Laat ik al dadelijk zeggen dat zoodanige
vermaning te geven volkomen tot zijn recht
behoorde.
«\an die misdaden der Predikanten,
daarop hg de Wet geen straffe gestelt en
is, en nochtans argernisse gevenals nament-
lijk ongewoonlijke, onbequame ugtlegginge
er Schnttuere, curieuse opsoekingen
van ïjdele Question, invoeringe van eenige.
nieuwheid in de Ghemeijnte, nalatigheden
in studiën, slappe bestraffingen- der ee-
breeken, boefachtige klagten, Leugenen
Achter klappinge, dertelheijd der ton<*e
Lichtveerdigheid, Arglist, Gierigheijt, on
matige gramschap in Disputatiën. ende
Bestraffingen, te groote bitterheijt; in
kleedingen, gesten ende manieren ende
andere dingen des gemegnen levens, on-
gebondenhejjt, ende diergelijke meer, sullen
opgevoed, later komen ze in handen van
gepassioneerde mentors. Bij die opvoeding
moet, tot behoorlijke vorming der pha'an-
stères gelet worden op de temperamenten.
Om deze groepen goed te tormeeren, zegt
Fourier, zijn 810 heele en 408 halve tem
peramenten te onderscheiden.
Onder de kinderen zullen zich spoedig
doen kennen zjj die hartstocht hebben voor
vuilheid, onreinheid, dat zijn de schoorsteen-
of straatvegers uit passie. Fourier noemt ze
horden, terwijl hij de anderen in benden
indeelt. Dan komt de mannelijke en vrouwe
lijke leeftijd en met deze de groepeering in
het vestalaat en het demoisellaat, al naar
de geneigdheid tot den ongehuwden staat
ot het huwelijk, eene groepeering die men
iederen dag opzeggen kan om van het
eerste in t het laatste over te gaan.
Ziedaar de omtrekken der maatschappij
die Fourier in plaats van de bestaande stellen
wilde, een maatschappij waarin geen plaats
voor justitie of politie is, omdat de zonde
daarin onbekend is. Ieder leeft immers
naar zijn hartstocht, waartoe zou iemand
zondigen.
De maatschappij nu woest en ruw zal
dan veredeld zijn, zelfs de dieren des velds,
nu door het alles doordringende kwaad, ruw
en wild, zullen de zegeningen van dat nieuwe
leven ervaren.
Fourier richtte een roerende oproeping
tot de bezitters om 300.000 francs te leenen
ten einde de proef met ééne phalanstère te
nemen, hg zou 's middags om twaalf ure
tiiuis zijn orn den man te ontvangen die
zijn denkbeeld verwezenlijken ,.zou. Negen
jaren lang klom hij, de sober en somber
levende dweper, vijf trappen hoog naar zijne
hooge woning te Parijs en wachtte tot den
dag voor zijn dood op dien man, maar hij
kwam nooit.
Zullen we niets anders over hebben dan
een lach voor de dwaasheden van dezen
hervormer
Gewis ja. Hg beging dezelfde fout als
alle socialisten voor en na hem. Hg rekende
niet met de zonde, die geen vrucht is van
de omstandigheden, maar zetelt in het hart.
Hij bouwde zich eene maatschappij zooals
er nooit eene bestaan kan, omdat de harts
tocht tot het goeddoen niet bestaat.
Maar toch neemt Fourier een plaats in,
in de breede rij van dichters en profeten
die gevoeld hebben, dat deze maatschappij geen
voldoening, geen vrede geven kan. Zij hebben
gegist en gemist, maar met veel verlangen
d' Ouderlingen (de saak bevonden hebbende)
d' Overheijd te kennen geven, ende met
eenen hun gevoelen daarop seggen. Edoch
dat in allen gevallen 't opperste oordeel van
de straffe, altijd aan den Magistraat ver-
b ljjve.»
Ziet ge wel dat de Prins niet buiten zgn
boekje ging.
De kerkeraad dan, om tot ons verhaal
terug te keeren, na den brief «met respect»
gelezen te hebben, bepaalde dat acht dagen
later het collegium qualification tot het
uitbrengen van het beroep zou bijeenkomen.
Wg, die minder dan onze stoere vaderen,
met de tale Latiums vertrouwd zijn, zullen
eenvoudig een collegium qualificatum een
beroepings-commissie noemen. Dat klinkt
niet zoo deftig, maar toch meer verstaanbaar.
Zoo'n beroepings-commissie bestond uit
predikanten, ouderlingen en vgf leden van
den Magistraat.
Die laatste vijf leden, maar vgf, die
schijnen juist de invloedrijkste geweest
te zgn.
De Magistraat toch gaf aan hare ge-
commiteerden den geheimen last mede, om
te stemmen op vier Coccejaansche predi
kantenen om te beroependen Coccejaanschen
predikant W. Mommma.
En alzoo geschiedde.
Ds. v. d. Wager.; was praeses van de
commissie tot beroep. Hij opent met gebed
en het lezen van eenige toepasselijke verzen
uit de Schrift. Daarop wordt de missive
van den Prins en het schrijven van de
Classis gelezen. Maar de Praeses geeft tegen
deze waarschuwingen een tegenwicht door
bij de leden der vergadering ernstig aan
te dringen, om zich, als in tegenwoordigheid
van God, door geen andere stem, dan die
van hunne consciëntie te laten leiden.
Ds. Van de Velde vordert, dat men eerst
zal uitmaken of aan het verlangen van den
Prins zal worden voldaan, maar ds. Van
der Wayen zegt dat de brief van den Prins
aan Magistraat en classis en niet aan de
beroepings-commissie is gericht. Intusschen
ds. Momma was beroepen en deCoccejanen
hadden gezegevierd.
j^Ds. W. Momma, was in 1642 te Hamburg
geboren, had gestudeerd te Leiden, was
een ijverig leerling en volgeling van pro-
uitgezien naar een beteren dag, een beteren
dag waarop ook de christen hoopt als de
nieuwe hemel en de nieuwe aarde verschij
nen zal waarin gerechtigheid woont.
In hoofdzaak deelden we in bovenstaande
regels den inhoud mede van de rede gisteren
avond door dr. van Gheel Gildemee3ter in
den Schuttershof te Middelburg voor een
zeer talrijk publiek gehouden.
Dat er onweder broedde boven het hoofd
der Duitschers was te voorzien, dat het uit
de militaire windstreek opkomen zou was
verwacht. Maar dat het zoo zwaar losbarsten
zou, dat had niemand vermoed.
Het Duitsche leger in getalsterkte aan
het Russische gelg'k, terwijl Rusland 80
millioen zielen en Duitschland 49 millioen
telt, dat wil zeggen dat ieder jaar in
Duitschland 100 000 man meer opkomen
moet, en dat de schatkist eenige millioenen
Marks meer zal moeten ontvangen.
Arm Duitschland, wat betaalt ge uw
wapenroem, in '70 behaald, duur!
Arm Duitschland, wat brengen de vijf
millards u als oorlogsschatting betaald, u
een ellende
Die op het zwaard vertrouwt zal door
het zwaard vergaan.
Gelijk te verwachten was vertoonen de
platen van de Columbia tentoonstelling te
Chicago een terrein en een reeks gebouwen
Amerika waardig.
Dit triumffeest des vredes, waar de Zon
dagsrust zal geëerbiedigd worden, tevens
de herinnering aan de ontdekking der Nieuwe
Wereld, belooft de groote gebeurtenis van
het komende jaar 1893 te zullen worden,
waarheen zich aller oog richten zal.
Laten we dankbaar opmerken, dat geen
oorlogen of geruchten van oorlogen, maar
een wedstrijd om de productie meer te
volmaken onze aandacht vraagt.
Bij de wederkomste desjaars moeten in
alle gemeenten de uitgaven vastgesteld wor
den en uitgezien worden waar Abraham
de mosterd halen zal.
Dat gaat niet altijd even gemakkelijk.
Want er moge groot verschil in cijfers zijn
tusschen de begrootingen van Amsterdam
en Edam, van Rotterdam en Rottevalle, van
Middelburg en Doesburg, van Wissekerke
en Biggekerke, één trek hebben ze nagenoeg
fessor de Koek, verdedigde met zooveel ijver
de Coccejaansche nieuwigheden dat hij met
eenige Hervormden uit Lu beek, zijn woon
plaats, de wijk moest nemen, en thans
vinden we den beroepen predikant van
Middelburg te den Ham in Pruisen.
De beroepings-commissie had hare taak
volbracht, het beroep was uitgebracht. Maar
het beroep was nog niet door de classis
geapprobeerd. En dat moest toch gebeuren.
Aller oog richt zich van nu af op de
classis.
De classis bestond voor het meerendeel
uit Voetianen. Zij werd gedrongen dooi
de regeering van Middelburg om het beroep
van ds. Momma goed te keuren, en toch
geen acht te slaan op alle bezwaren, doorleden
der gemeente mogelijk in te brengen tegen
het uitgebrachte beroep, en zich bg het
approbeeren alleen door kerkelijke verorde
ningen, en geen anderen invloed (dien van
den Prins) te laten leiden.
Van de andere zijde werd de Classis van
Walcheren gedwongen door die van Zuid-
Beveland, om toch geen mannen toa te
laten die «olie in 't vlammend vier van
onrust wierpen, en door een request van
de minderheid in den kerkeraad, die ver
klaart dat als ds. Momma toegelaten wordt,
men «die andere Predikanten tot stof
vergruijsen en tot sant vermalen sal, sodat
sij hare hoofden niet sullen durven ont
dekken of ergens te voorschijn komen.
Alzoo werden allerlei tormenten op de
classis beproefd, tot eindelijk haar lang
gewenschte antwoord inkwam.
Zij «keurde tot blusschinghe van den
schrickelijken brandt der kerke in Middelburg
het beroep af».
Dit besluit bracht de bevolking der stad
zoodanig in onrust dat de officieren der
burgerwacht aan den raad rapporteerden
zich niet bij machte te gevoelen de orde
te handhaven indien ds. Momma {hier niet
zgne bediening aanvaardde.
De stadsregeering wendde zich schriftelijk
tot den Prins, met allen lof den naam van
ds. Momma vermeldende, en vaardigde een
scherp placcaat uit tegen allen die de in
woners tegen ds. Momma trachtten op te
zetten. De beroepings-commissie zette zich
alle gemeen te kort.
Te kort is het refrein, nadat leenen het
praeludium is geweest.
Zelfs de Kamper streek veel uitgeven en
weinig opbrengen is uit.
Onze ouden zeideneen weinig te kort is
als olie in de raderen.
Maar dat was in de dagen toen het par
ticulier initiatief nog in eere was.
Nu alles meer gaat steunen en leunen
op de openbare kassen, worden de tekorten,
in plaats van een prikkel tot verhoogde
werkzaamheid, een chronische kwaal.
In Amsterdam zijn bg eenige boekbande
laars adressen neergelegd om bg den ge
meenteraad tegen belastingverhooging te
requesteeren.
Deze adressen zgn verzonden voorzien van
22000 handteekeningen.
Wij dachten dat bij een plebiscie tegen
belastingverhooging allen te hoop zouden
loopen.
(Dit cgfer is voor Amsterdam waarlijk
niet hoog.
28 Oct. 92.
Middelburg. In de raadsverg. van
Maandag 31 Oct. a. te 3 uur is aan de orde
lo. Missive van dhr. Koole betreffende de
raadsbesluiten van 28 Sept. en 19 Oct. in
zake verzoek v. Pagé. 2o. Suppl. kohier
pl. directe belastiug inkomsten 1892. 3o.
Nader adres directeur Zeeuwsche spoor-
bootmjj. betreffende plaatsing wachthuisje
aan de Loskaai met voorstel van B. en W.
4o. Voorstel B. en W. betreffende toepas
sing tarief duinwaterleiding.
Goes. Woensdagavond trad voor een
vijftigtal belangstellenden in de Prins van
Oranje op de heer Huurman, uit Den Haag,
vice voorzitter van den Chr. Volksbond;
daartoe uitgenoodigd doords. v. Griethugsen,
die met de heeren J. M. Kakebeeke en J.
Donner het initiatief had genomen om
te trachten hier een afdeeling van dezen
bond te stichten. De heer Kakebeeke leidde
den spreker in met de herinnering dat
jaren lang in deze gemeente een werkver
schaffing had bestaan. Het afgraven van
de Schans en het dempen der brakke Vest
was haar werk. Nu dit werk is afgeloopen
weet de commissie niet wat nu te doen.
Tot het ln het leven roepen eener manden-
of klompenmakerij, wat aangeraden was,
had zij niet durven besluiten, wijl zg geen
concurrentie wilde met den Arbeid. Door
ook schrap en vraagde steun aan de stads
regeering tegenover de classis.
Toen werd het ernst.
De Magistraat toch verklaarde te zullen
doen wat der classis was, en zelve het
beroep te zullen approbeeren.
De Raad nam eene bepaald vijandige
houding aan tegenover de classis, door
reeds bij voorbaat ds. Momma tot leeraar
aan het Gymnasium te benoemen, en een
zijner leden aan te wijzen om met de
gedeputeerden uit de beroepings-com
missie ds. Mompia te bezoeken, en hem te
bewegen tot aannemen van het beroep.
Dit gaf den Coccejanen weder hoop en
die hoop werd nog versterkt door de houding
der gecommitteerde raden van de provincie
(gedeputeerde staten) die praeses, scriba en
assessor der classis ter verantwoording
riepen, en hun verklaarden geen voldoende
reden tot vernietiging van het beroep te
hebben gehoord, en «het seer bekom merlijck
aanmerkten, dat yemand simpelijck maar
berucht zijnde van eenige nieuwigheijdt,
daarom niet soude beroepeljjck sgn».
De zaak scheen voor de Voetianen verloren.
Alle machten waren hun tegen. Alleen
de Prins stond aan hun zjjde. En niet te
vergeefs zochten zg hulp bij hem. De
Prins had uit het leger bg Valenciennes,
onder dagteekening van 15 Mei een missive
gericht aan de elassis, waarin hg deze uit
drukkelijk zgn hulp toezei, en aan ds. Momma,
waarin hg hem verzocht het beroep naar
Middelburg niet aan te nemen voor de
geschillen aldaar vereffend waren. De Prins
eenmaal aan het schrijven, schreef aan de
beroepings-commissie hem onmiddellijk consi
deratie te geven op het schrijven der Classis,
en aan den Magistraat gaf hg bevel, zich
niet te laten gebruiken om het beroep ten
uitvoer te brengen.
De beroepings-commissie en de Magistraat
haastten ,zich den Prins «gansch omstande-
lijk van de geschapenheid der zaak te berigtan,
en justificeerende de handelingen der ver-
gaderinge mat goede redenen.»
Dit alles werd om ds. Momma gedaan.
Maar wat deed ds. Momma zelf
Wordt vervolgd.)