niets baten, wanneer de overige voorgestelde posten geweigerd werden. De heer van Hoek ia van meening dat de commissie, haar finiuciëel terrein verlatend, zich te veel op technisch gebied beweegt, waar zij minder te huis is. Bij stemming wordt nu uitgemaakt le. dat de post van f 119 zal behouden blijven (tegen stemmen de heeren F. G. Sprenger, Tak, de Stoppel tar, W. J. Sprenger en A. P. Snousk Hurgronje 2e. dat mede gehan thaafd wordt de post van f 50 (tegen stemmen de heeren F. G. Sprenger, Tak, W. J. Sprenger en A. P. Snouck Hurgronje) en 3o dat de post van f 75 vervalt (tegen stemmen de heeren den Bouwmeester, van Voorst Vader, van der Swalme en W. H. Snouck Hurgronje.) Bij art. 3 stelt de commissie van Fabricage eene verhooging voor van f600. Bij monde van den heer den Bouwmeester zegt zij tot het voorstel gekomen zijn door de umflian digheid dat de werken aan de half vernieuwde Dokbrug, die gisteren, dus na het opmaken der begrooting, eerst beëindigd zijn, aan het licht hebben gebracht dat ook de andere helft der brug zeer slecht is en dringende vernieuwing behoeft. De heer Tak verklaart zich niet tegen de voorgestelde verhooging, maar vraagt of die verhooging dan niet zou kunnen gevonden worden door bezuiniging op de andere posten van het artikel. De heer den Bouwmeester verzekert dat de andere voorgestelde werken niet minder noodzakelijk zijnnauwelijks 4 weken geleden trapte nog esn paard door de Spijkerbrug. Zon ler verdere discussie wordt de verhooging zonder stemming goedgekeurd. Bij art. 4 vraagt de heer van Hoek hoe het staat met de waterloozing in de volderij laagte, en of in den onhoudbaren, voor de gezondheid der inwoners z 'er nadeeligen toestand geen verandering te brengen is De Voorzitter beaamt ten volle, dat die toestand onhoudbaar is hij is niet aan zijne aandacht ontsnapt, want ter zake ziet hij met belangstelling een advies van de Com missie voor de strafverordeningen te gemoet. De heer W. H. Snouck Hurgronje wijst op den ondrageljjken stank, die door het riool bij de Bellingbrug verspreid wordt. De Voorzitter antwoordt den heer Hurgronje dat zoolang de post afvoer van vuil voor «memorie» blijft uitgetrokken, in dien toestand geen verandering is te brengengewone desinfectiemiddelen baten daar niet. De heer Snijders maakt er opmerkzaam op, dat de tonnen hier niet behoorlijk kunnen worden schoongemaakt. Hij beveelt daarom den Voorzitter aan eens eene proeven te nemen met in andere gemeenten gebruike lijke en voor het doel geschiktere tonnen. De uitlegging hiervan gaat in den raad moeilijk, maar hij is gaarne bereid tot verdere inlichtingen. Bij art. 7 was door de commissie van Fabricage eene verhooging van f 250 voor gesteld voor het aanbrengen van beplan ting op de Balans. Bij monde van den heer den Bouwmeester licht z|j het wenschelgke hiervan toe. De heer Jeras ijvert ook voorde verhooging. Hg zou zelfs nog verder willen gaan en het plaveisel van de Groote Markt, dat in een ellendigen toestand verkeert, ver vangen willen zien, althans voor een deel, door beplanting of begrinding, waardoor men vele kosten zou sparen. Hinder voor de jaarmarkt als anderszins zou dit niet opleveren, aan het opbreken van het plaveisel voor de jaarmarkt is vooral die slechte toestand te wijten desnoods brenge men ze dus naar eene andere plaats over. De heer de Stoppelaar is niet tegen beplanting der Balans, maar kan die, bij den slechten toestand der gemeentefinanciön thans niet goedkeuren De heer Tak zegt dat or op de Balans wel aan nuttiger dingen te denken is dan aan beplanting bv. aan de rioleering, wan bjj zware regenbuien is da toestand daat ook ellendig. De heer Snijders is legen verminking van ons fraai marktplein: voor begrinding zal men tenminste zeker wel terugdeinzen, wanneer men slechts het oog vestigt op den toestand van het begrinde gedeelte van den Dam. De voorgestelde verhooging wordt ver worpen; voor stemmen de heeren den Bouwmeester, v. d. Swalme en Jeras. Bij hetzelfde artikel was door dezelfde commissie eene verhooging van f200 voor gesteld voor het heretellen van de pomp in de Abdij, welke verhooging warme verdedigers vond in de heeren den Bouw- mse-ter en v. d. Swalme, die den toestand gevaarlijk achten. De heer Tak vraagt of de pomp aan da gemeente behoort. De voorzitter zal dit nazien, hij vermeent echter de verzekering wel daarvan te kunnen geven. De heer van Hoek is van oordeel, dat, behoort de pomp aan de gemeente, geheele opruiming wenscheljjk is; met het oog op het gevaar zal hg zich echter niet tagen de verhooging verzetten. Deze wordt toegestaan, tegen stemmen de heeren van Voorst Vader, Tak, F. G. W. J. Sprenger, A. P. Snouck Hurgronje en Schorer. De commissie van financiën diende harer zijds bij dit artikel een voorstel in om het gewoon onderhoud der pompen, waarvoor 1200 is uitgetrokken, te schrappen. Dit voorstel wordt toegelicht door den heer W. J. Sprenger, die met het oog op de waterleiding den post overbodig achtte. De heer Schorer wjjst op de gebreken, die nu nog aan de waterleiding klevende pompen moeten onderhouden blijven, voor het geval te eeniger tjjd, na het in orde brengen der waterleiding, daaraan een defect komen zou. De schrapping wordt dan ook verworpen voor stemmen de heeren Tak, F G. Sprenger, VV. J. Sprenger, A. P. Snouck Hurgronje en de Stoppelaar. Afdeeling III. Aanleg of vernieuwing. Art. 1. Herstelling raadhuisf 1000. 2. Aankoop klinker, enz. - 2500. 3. Verbetering afvoer vuil memorie. 4. Uitdiepen vesten f 2000. 5. Aanleg waterleiding in ge meente gebouwen - 400. 6. Aanleg nieuwe riolen - 2235. 7. Aanleg bergplaats voor beer - 1750. Totaal f 9885. gaf stof tot de volgende discussie: Bij art. 1 stelde de heer v. d. Swalme voor den post van f 1000 te sehrappen, daar deze beter voor andere doeleinden konden gebruikt worden, b.v. den schoorsteen in het raadhuis. De heer Jeras is het met den heer v. d. Swalme eens dat die schoorsteen voorziening eischt, maar niettemin is hij voor het be houd der f1000 en herhaalt hier wat hg reeds meer betoogd heeft, dat het beter ware, in plaats van f 1000, jaarljjka f5000 voor dit werk te kunnen besteden. De post blijft behouden voor schrapping verklaarden zich de heeren v. d. Swalme, Schorer en W. J. Sprenger. Op verzoek van den heer W. J. Sprenger wordt stilzwijgend besloten art. 3 tegelgk met de artt. 6 en 7 te behandelen. Bg art 4 vraagt de heer Sprenger of het uitdiepen der vesten nog niet kan ver schoven worden Zgos inziens kan dit zeer gevoegelijk, wanneer hg nagaat dat gedurende den afgeloopen drogen zomer geen enkele droge plaat» zich in de vesten vertoonde. Da heer den Bouwmeester antwoordt den heer Sprenger dat het werk hoogst nood zakelijk isbg laag water is de vest onmogelijk schoon te houien en de riolen er op uitkomende hebben den geheelen zomer bloot gelegen. Bg art. 5 stelt de commissie van Fa brieve voor den post te schrappen en voor memorie uit te trekken, waartoe, nadat de beer Jeras, zich grondende op den slechten toe stand der waterleiding, het voorstel ver dedigd had, zonder hoofdelijke stemming werd besloten. De artt. 6 en 7 stelt de commissie van Financiën voor te doen vervallen en art. 3, in plaats van voor memorie met f4000 uit trekken. Bjj monde van den heerA.P. Snouck Hurgronje licht zij haar voorstel toe. Zij grondt er zich op, dat het geene herstellingen, maar nieuwe werken geldt, die evengoed uit eene geidleening kunnen bestreden worden. Wel zjjn de voorzitter en de heer den Bouwmeester van een ander gevoelen doch de commissie zag haar voor stel ten slotte aangenomen. Wegens het vergevorderde uur stelt de Voorzitter voor de verdere behandeling tot eene volgende zitting uit te itellen en gaat de vergadering uiteen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 2