1892. No. 5. Dinsdag if October. Zevende jaarganB. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES uw. ëi.ken MAANDAG- "WOENSDAG- en VHIJDAGA\OND Prjjs ier drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers 0.02*. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regel® 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 10 Oct. 1892. Zitting van den Middélburgschen Gemeen teraad van Zaterdag 8 October 1892. Afwezig met kennisgeving de heeren van Dunne en A. P. Snouck Hurgronje. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen zijn lo. een missive van de.i Commissaris der Koningin, houdende mededeeling dat in het Collegie van zetters benoemd zijn Ph. Bou- dewijnse, J. C. Frederiks J. Czn. en D. J. Dronkers, welke missive voor kennisgeving wordt aangenomen 2o. een verzoekschrift van onderwijzers aan de scholen A, B en C, waarbij zij den Raad verzoeken terug te komen op zijn besluit, waarbij hun verzoek om verhooging hunner jaarwedden is afgewezen. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten dat verzoek schrift te behandelen tegelijk met de nog hangende conceptverordening op het lager onderwijs. Aan de orde is nu een voorstel van B. en W. van 5 dezer tot het maken van nieuwe werken aan de duinwaterleiding met advies van de commissie van fabricage. Deze stukken zijn van den volgenden inhoud De heer F. G. Sprenger dient het volgende voorstel in lo. uit de prise d' eau aan de Oranjezon zoowel als uit het reservoir te Middelburg, water aan de lucht bloot te stellen gedurende den tijd dat dit zou moeten geschieden in de bezinkingsreservoirs, en daarna een on derzoek te doen instellen door een scheikundi ge en door een geneeskundige omtrent de drinkbaarheid van dat water 2o. te doen onderzoeken welken invloed de binnenbekleeding der buizen op de hoe danigheid van het water kan uitoetenen, en, zoo dit onderzoek geen gunstige uitkomst heeft, welke middelen zijn aan te wenden om hierin verbetering te brengenen 3o. nu reeds boringen in den Nieuwen Princepolder te doen, ter voorbereiding van eene verlenging of verplaatsing van de prise d' eau, zoo zulks later noodig mocht blijken. Het voorstel voldoende ondersteund wor dende, licht de heer F. G Sprenger het nader toe. Hg zegt, dat hg geen grond heeft om de bekeringen van den heer Stang in twijfel te trekken, daarvooir is hij geen deskundige; toch heeft hijèjjblat noodig ge oordeeld een anderen deskundige ter zake te raadplegen en diens oordeelvellingen hebben hem zijn voorstel in de pen gegeven In plaate van toe te treden tot het voorstel van B. en W., dat 'bij groote uitgaven geen positive zekerheid aanbiedt, wil bij liever eerst eene proef op kleine schaal, om later een beter oordeel te kunnen vellen en op meer zekeren grondslag de werken, die noodig zullen zijn, uittevoeren. De voorzitter splitst nu het voorstel in drie deelen en stelt het eerste daarvan aan de orde. De heer Tak is voor het voorstel. Hij ook vindt dat bij de weinige zekerheid, die voor het welslagen van het voorstel van B. en W, gegeven wordt, het ongeraden zijn zou, daarvoor de som ten koste te leggen FEUILLETON. Napoleon en de grenadier Jean Bénard. Gelukkig de soldaten, die hun keizer in het aangezicht konden zien en uit zjjn mond een dier woorden mochten hooren, haastig tot hun lof gesproken. Dezulken stierven gelukkig zij hadden roem genoeg verworven. De grenadier Jean Bénard was éen dier bevoorrechten. Generaal Bonaparte had kennis met hern gemaakt in Egypte te Saint-Jean d'Acre, en de keizer verloor hem nooit uit het oog. Men weet dat Napoleon eene zekere voorliefde koesterde voor de eerste soldaten, waarover hg het bevel bad gevoerd, voor hen, die hij zijne oude Egyp tenaren noemde. Hij mocht ze gaarne wperzien, die gebruinde gezichten,die grg- zende knevels, die b'a iwe jassen, uses par la victoire. Soms bleef hij staan en praatte heel gemeenzaam met hen, want hij kende de geschiedenis hunner iamilie evengoed als zijzelf. Zij noemden hem dar< ook den vader der soldaten en wèl mocHjf hij dien naam dragen, want hij nam ze weg van de zijde der moeders, die nauwelijks hare tra- nen konden drogen tussehen twee veld slagen hg nam ze weg, zoodra zij het gedicht van een geweer konden dragen, die eenvoudige en ruwe boerenjongens, zond ze liter rjjk en met titels overladen terug naar hunne haardsteden hij was met recht een vader der soldaten, want hij ver ontrustte zich meer over hen dan over rizh-zelfhij spaarde hen in het gevecht waarop het werk begroot wordt. Liever eerst eene proef op kleine schaal, om zeker te zijn dat door de uitvoering der voorge stelde werken de toestand verbeteren zal. De heer Snijders vindt ook veel aanlok kelijks in het voorstel Sprenger; alleen zou hij nog willen geinformeerd worden of het niet kan influenceeren op de uitbetaling der gelden, welke hg vermeent dat de heer Stang nog te goed heeft. De heer W. J. Sprenger zegt, dat de belooning van den heer Stang op het voorstel geen invloed kan uitoefenen. Hem zijn f 6000toegezegd, wanneerde waterleiding in exploitatie is, en bjj die toezegging is geen reserve gemaakt met het oog op den hui- digen tegenspoed. De heer van Hoek is van oordeel, dat de belooning van den heer Stang eene afge scheiden zaak is van het voorstelwil men haar er mede in verband brengen, men behandele dan dit nevenpunt in eene besloten vergadering; beschouwingen daarover gele verd in eene openbare vergadering zouden bjj eene mogelijke procedure een gevaarlijk antecedent kunnen opleveren. De heer Snijders antwoordt, dat hij alleen het punt in kwestie heeft opge worpen, om, bij de afkeuring van het werk van den heer Stang die, schoon be- dektelijk, in het voorstel Sprenger gelegen is, ook voor de gemeente niet te zien ver loren gaan het restant, dit nog aan den heer Stang is uit te betalen. De heer F. G. Sprenger merkt op, dat in zjjn voorstel geen sprake is van afkeu ren, alleen van uitstellen. De heer van der Swalme is voor het voorstel van B. en W, Reservoirs schijnen toch noodig, er. de heer Stang, en de heer Koppeschaar zijn het hieromtrent eens. Verplaatsing van liet pompstation is volgens de deskundigen niet noodig, zelfs al moet de prise d'eau verlengd of ver plaatst worden. Hoe eer dus de voorge stelde werken, ook met het oog op den naderenden winter, worden uitgevoerd, hoe spoediger de toestand zal verbeterd zijn. Hij gelooft dat de Raad tegenover het publiek verplicht is niet langer te dralen met de middelen tot verbeteringde aan neming van het voorstel Sprenger zou zijns inziens den toestand noodeloos be stendigen. De heer W. H. Snouck Hurgronje ver klaart zich voor het voorstel Sprenger. Hij ontzegt in geenen deele zijn vertrouwen aan den heer Stang, maar, op zjjn zachtst genomen, heeft hij zich toch vergist. Zteh yergissen is wel menscheljjk, maar, bij de ongewisheid die het voorstel van B en W. ons biedt, acht hij het niet gerechtvaar digd verder in den blinde te blijven rond tasten en eene uitgaaf van f 13500 te vo- teeren, die wellicht spoedig tot andere uitgaven zouden kunnen leiden. Beter eerst proeven genomen, die voldingend het be wjjs leveren moeten, dat het geld niet nutteloos zal besteed zijn. Bovendien zullen die proeven niet zooveel kosten. De heer den Bouwmeester kan zich met het voorstel Sprenger niet vereenigen. Dat de proeven niet veel zouden kosten, kan gjivgsafcr.skgssae en meer dan eens stortte hij stille tranen, wanneer hij hen moest opofferen. Doch laten wij terugkeeren tot Jean Bénard. Enkele dagen na de uitreiking van kruisen, in het kamp van Boulogne, hield Napoleon eene revue over de regimenten der oude garde, en bleef plotseling staan voor een soldaat. «Wel, BénardEn gij hebt geen kruis? Het schijnt dat men u vergeten heeft.» «Waarschijnlijk, Sire.» «Men heeft u dus een slag in het ge zicht gegeven. Ziedaar wat het zegt, steeds in het voorste gelid te staan. Die fout zal goedgemaakt worden En werkeljjk ontving Bénard enkele uren later uit de handen van een aide-de-camp zijn brevet en zijn kruis. En de oorlog en de overwinning voerden weldra als een stroom heele drommen van. menschen weg. De Franschen kwamen voor de muren van Leipzigvijf honderd duizend manschappen waren daar onder de wapenen en een groote veldslag was onver- mjjdeljjk geworden. Het was gelukkig en da soldaten toonden buitengewonen moed. Vijf dagen lang duurde het vuur en toen men den keizer kwam aankondigen, dat de mu nitie haast uitgeput was, dat men in vijf dagen 220 kanoi schoten had gelost, toen gaf hij het bevel tot den terugtocht. Eerst kwam bjj echter nog op het slagveld, om zijne krachten na te gaan. En terwijl hjj de rangen der infanterie doorliep, z'g hij Bénard bedroefd en terneergeslagen Bénard, die zijn aangezicht zocht te verbergen achter hjj evenmin beamen. Er zullen voor die proeven noodig zijn bakken van nog al grooten omvang en wekelijksche schei kundige analyses heeft men ook niet voor niets. Daarenboven verlieze men niet uit het oog, dat de gemeente maandelijks f 700 derft, zoolang het tarief niet executoir kan verklaard worden. Van den beginne af was de heer Stang voor reservoirsfinan- cieele redenen deden er hem toe overhellen ze achterwege te laten, in de meening als hij bovendien verkeerde dat men het wel zonder reservoirs zou stellen. Het is waar dit was te optimistisch van hem gezien, maar toch pleit het voor hem, dat hij in het financieel belang der gemeente wilde werken. Had hij kunnen voorzien dat de aannemingsom zoover beneden zijne begroo ting zou bljjven, voorzeker de reservoirs zouden onder de werken zijn opgenomen geworden. De heer Snijders acht het argument dat maandelijks f 700 moeten gederfd worden, waarop de heer den Bouwmeester zich be roept, ongegrond. De concessie aan het publiek om het tarief ontoepasselijk le ver klaren is niet onder alle opzichten billijk. Waterverbruik heeft toch plaats, zelfs op eene voor hem onverklaarbare wijze hier en daar van goed water. Men had dus liet tarief toepasselijk kunnen verklaren; die er geen genoegen mede namen, hadden er kenriis van kunnen gevenhunne kranen hadden door verzegeling tijdelijk buiten werking gesteld kunnen worden; zoodoende had men slechts een gedeelte der f700 moeten derven. Het eerste gedeelte van het voorstel Sprenger wordt hierop in omvraag gebracht en aangenomen met 12 tegen 3 stemmen, die der heeren den Bouwmeester W. J. Sprenger en van der Swalme. Alsnu komt het tweede ge leelte van het voorstel is in behandeling. Niemand het woord daarover verlangende, wordt het in omvraag gebracht en aangenomen met 13 tegen 2 stemmen, die der heeren den Bouwmeester en W. J. Sprenger, terwijl ten slotte het derde gedeelte des vuorstels, na eene korte woordenwisseling tussehen de heeren F. G. Sprenger en Snijders over de plaats waar de boringen moeten plaats hebben, met algemeene stemmen werd goedgekeurd. Door de aanneming van het voorstel Sprenger wordt, op voorstel des voorzitters, besloten dat van B. en W. tot nader aan te houden en aan B. en W. de geheele uitvoering van het voorstel Sprenger over te laten. Van de vraag des voorzitters of iemand nog iets in het midden te brengen had, maakten gebruik: lo. de heer Snjjders, om het Dag. Bestuur te verzoeken aan de leden van den Raad kennis te geven, wanneer boringen zullen plaats hebben, waaraan zal worden voldaan 2o. de heer Sehorer, om de opmerking te maken, dat, aangezien op 1 November a. s. de niet toepasselijk verklaring van liet tarief eindigt, vóór dien tijd nog een voorstel deswege van het Dag. Bestuur zal moeten inkomen. Uit de hed-m gevoerde zijn geweer en zijn zwaren knevel. «Het is lang geleden, dat wij elkander gezien hebben, Bénard,» zei de keizer. «En ik zou u ook liever heden niet zien, Sire.» «En waarom niet «Omdat ik in de drukte dat ding ver loren heb, dat ik in het knoopsgat droeg.» «Onhandige, geeft men u een kruis om bet te verliezen Reeds had de keizer eenige passen gedaan toen hij terugkeerde, en, zijn eigen kruis nemende, zeide hij «Ik hoop dat gij dit zoodanig zult vast maken, dat het niet verloren kan gaan ik zal het u misschien eenmaal terugvragen.» «Ik zal er mij naar schikken.» Een bewonderenswaardige terugtocht had er plaats zooals men weet, een terugtocht, waarbij Poniatowski het leven verloor: den vorigen dag nog had hij tot den keizer gezegd«Ik heb te weinig manschappen, om dezen doortocht te verdedigen.» «Gij zult hem verdedigen,» had de keizer geantwoord. «En wij zullen den dood vinden by die verdediging.» Daar begint eene serie ongelukken, zelfs te midden der overwinningen. Doch ik wil u de geschiedenis des keizers niet verhalen, ik wil mij alleen inlaten met den grenadier. Beiden, de keizer en de soldaat, ontmoet ten elkaar nog eens en wel voor de laatste maal. Hat was tegen het einde van den grooten veldslag te Montmirail, op het uu; toen de ster van den grooten veldheer nog discussiën blijkt, dat de heeren den Bouw meester en Snijders het omtrent dit punt niet eens zijn; wat hem betreft, hij is wel van meening, dat men geen geld kan heffen voor iets wat niet goed is, maar hjj wil er toch de aandacht op vestigen, dat, moge het water al niet geschikt zjjn voor drink water, het toch bruikbaar is voor accessoire doeleinden, waarop de voorzitter de toe zegging doet, dat een billijk voorstel zoo spoedig mogelijk den Raad zal bereiken; en 3o. de heer van Hoek, om er de aandacht op te vestigen, dat, volgens artikel 8 der verordening, de opzeggingen bjj de water leiding 14 dagen vóór het verstrijken van elk kwartaal moeten plaats hebben. Wordt nu de toepassing van het tarief met 1 November a. s., hetzij geheel, hetzij gedeel telijk executoir verklaard, dan kunnen de geabonneerden de dupe worden van die bepaling, waarop de voorzitter mededeelt, dat met dit artikel, bij het voorstel tot toepassing van het tarief, rekening kan gehouden worden. Hierna ging de vergadering uiteen. Prof. Van Overbeek de Meyer schrijft in Het Aieuws naar aanleiding van de slechte uitkomsten, die te Hamburg zijn verkregen met de behandeling van cholera- Ijjders met creoline van het voorkomen van carbol in deze stof: «Ik acht mij zedelijk verplicht mjjne aanbeveling van het inwendig gebruik van creoline terug te nemen, totdat over de clinische waarnemingen meer licht is ver spreid en totdat de Nederlandsche apothekers zelve een praeparaat zullen aanbieden, dat stellig vrjj van carbolzuur en de organische bases is, niet te veel natriumhydroxyde be vat en toch met water eene goede emulsie levert. Het uitwendig gebruik van het creoline der Ned. Maatschappjj voor Chemische Industrie te Amsterdam, als middel ter ontsmetting van excrementen, goederen, meubelen, handen, enz., bljjf ik daarentegen dringend aanbevelen». De kapitein Pitlo, van het 6e reg. inf. te Breda, zal bjj den cursus van dat korps met de functie van directeur worden benoemd. Bij resolutie van den minister van W., H. en N. dato ,30 Sept 1892 is met ingang van 1 December 1892 benoemd tot postbode te Waarde de heer J. Geleedst havenmeester aldaar. De Staatsspoorwegmaatschappij is thans er toe overgegaan haar beambten- personeel, o. a. voorlieden, arbeiders, wis selwachters, enz. de tweejarige verhooging van hun salaris weder toe te kennen. De regeering heeft aan de tweede ka mer ter toelichting van de Spoorwegbe- grooting meegedeeld dat in onderzoek is een aanvraag van J. G. Gerritsen te Groede om concessie tot aanleg van een locaal- spoorweg SshoondjjkeTerneuzen. En van C M. v. Vessem te Rotterdam tot aanleg van een locaalspoor of stoomtram van Brouwershaven langs Zierikzee naar Roo sendaal. De bestedmgs bescheiden voor het maken van een loods voor locomotieven op het station "Vlissingen \Haven) worden ingewacht. zulk een luister verspreidde, eer dat zij onderging in den Oceaan. Bénard was, terwijl hij in stormpas op den vijand aanrukte, door een geweerkogel in de borst getroffen en gevallen. De kogel had het kruis des keizers verbrijzeld op de Lorst van de soldaat, maar deze, die ster vende daar lag, had de stukken van het ding, zooals hij het noemde, verzameld, en in een papier gewikkeld, dat hij in de hand klemde. Nog riep hij: «Leve de KeizerI» want de slag was gewonnen. Napoleon kwam met gebogen hoofd, en een traan in het oog voorbij en groette de gekwetsten en de dooden. «Hé, Sire,» riep een stervende die zich met moeite oprichtte, «herkent gij uw ouden Egyptenaar niét Napoleon bleef bewogen staan. «Wie zjjt ge dan?» vroeg hij op geroer- den toon. «lean Bénard, van de 23e brigade.» «Wel, dappere, ik vind u op een slecht oogenblik terug en ik geloof, dat ditmaal het kruis wel verloren zal zijn.» «Neen, Sirezij hebben het wel ver brijzeld op mijne borst, maar ik heb de stukken bewaard, en met uwe toestemming zal ik ze medenemen in het graf.» Napoleon kon zjjne aandoening niet be dwingen, verwijderde zich haastig zonder een woord te spreken, maar nauwelijks had hij tien stappen gedaan of hij hoorde het doodsgereutel van een soldaat, die den laat- sten adem uitblies bij het roepen van «Leve de keizer I» Centrum.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1