iing-Magazijn HOllARDER, -der-Kleedino'. *te inrichting voor 1892. No. 4. Zaterdag 8 October. Zevende jaargang. Ruwe Peru Guano, S* '3 VERSCHIJNT PRIJS HER ADVERTENTIES G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Politieke partijen. Lohmans Isolement. msterdam, 4 Oct, '92. eningen. Vorig 2% 8OI/4 8O1/3 3 951/4 951/4, 31/2 101% 101% 3% 101% 1013/, 31/s 101% 1013/4 5 84% 5 90 4 947/g 943/, 41/3 - 5 88% 877/8 843/4 841/2 94!/, 941/4 80% 80% 80% 80 85% - 80% 8O1/2 80% 80% lis 5 5 1000 5 5 5 4 5 4 844 4 19 41/2 34% 0 5 693/4 5 108 64 5 67% serie 5 621/s 5 25 Z.R. 4 91% 4 92% 3pe 4 92% itsch. 4 91% 4 95% >0 3 80% 90 24% 24% 91% 913/4 92% 5 4 4 5 981, 983/4 98% 61% 61 831/a 21 90 21% 223/4 22% 4 97% - 41/s 69% 70% 41/3 711/4 70% 4 66% 661/4 6 317/s 311/2 43/4 2OI/4 211/4 4 30% 31 bdelijke Leeningen. 3% 991/4 - 3% 99% 99% ele Ondernemingen. - 112 113 - 155 4% - - 4 101% - 2 527/ö 4% - 4 IOOI/3 fcnd. 837/8 4% - 4 IOOI/2 3% 973/4 - 41/3 IOII/3 5 - - 97% - - 671/2 - 4 41/3 102 - 49 4 85 - 224 - 273/4 30 41/3 IOIV2 •- 3 4% 93% 931/4 >bl. 7 eningen. Id. 105% !g. 3 923/4 32 Sl/s 115 3% 991/4 160 06% 3 533/4 3 56% 120 141 5 122% 41/s 98% 4 903/g 8 68 5 95 41/2 943/g 100% 102% 1033/8 1013/4 101% 103% 75 70% 883/4 18% 29 6 10o7/8 5 5 5 5 5 5 3 5 4 ,0. 5 105 160 66% 119% 142 122 98% 95% 93% 101% 103% 1017/, 107% 75% 69% 88% 18% 5 5 5 7 1043/, 93 112% 283/4 96 100 60% 247/g 104% 29% 2o% 6 1043/8 1045/, A. 7 109 6 112 1. - 38% - 6 1057/„ 5 931/3 \tschappvjen. 192 3% 977/, 973/4 4 80 40 4Q 4% - eningen. 3 107% 1 3 1057/3 106 3 1023/4 102% 641/2 60I/4 2% 97% 97% 0 21/2 97% 971/4 100 123% 4 118% 5 118 U7% 100 167 100 159 137 135 100 142 100 132 100 88 400 21 21% ZEEUW. UITGAVE VAN eiken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent Prjjs ier drie maanden franco p. p. f 0.95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers f 0.02*. meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. 1. In het reisseizoen, toen deze schoone zomer ons zqne bekoorlijke genietingen schonk, mocht ik tot genoegen van sommige lezers van dit blad, wijzen op de beteekenis van een ver gelegen wereld voor ons maat schappelijk leven. Nu het gure jaargetijde tot ernstiger studie gelegenheid biedt en de wederkomst van het parlementaire jaar als van zelf op andere werkzaamheid het oog richt, wenschte ik uw gids te mogen zjjn op een geheel ander terrein des levens. Een terrein voor sommigen uwer misschien geheel voor anderen weinig bekend. En onbekend maakt onbemind. Mogelijk dat het u bekend en bemind wordt als we afscheid nemen. Gunt mjj de eer u rond te leiden op het terrein der politieke partijen. Een terrein, misschien door den een be schouwd als een chaos, waarover de geest desHeeren niet zweeft, door den ander als een doolhof waarin alleen menschelijke spitsvondigheid den weg vinden kan. Dien chaos voor u te bezielen met leven in dien doolhof u den draad in handen te geven dat kluwen voor u te ontwarren die pit voor u te ontbolsteren die bloem voor u te ontbladeren, ziedaar wat ik mij heb voorgesteld te doen in een reeks artikelen, waarvan ik dit als eene inleiding wenseh beschouwd te zien. De politieke partijen, hun oorsprong en eigenaardigheid, hunne beteekenis en invloed op ons leven, hun goed en kwaad dat hoop ik te schetsen. Te schetsen, in onze eigen moedertaal met vermijding, zooveel mogelijk, van alle kunstwoorden, die de taal in onze Staten en raden tot een hutspot maakt. Te schetsen met die waardeering welke ieder menech (verschuldigd is te brengen aan iedere eerlyke overtuiging. Te schetsen eindelijk met de overtui ging dat in de geschiedenis zoowel als in den mensch twee elementen zjjnstof en geest. Twee oorzaken, de eerste waarvan moet gezocht worde» bjj God, de tweede bjj de menscheri. Een onzichtbare, machtige hand leidt het kleine en het groote, maar door men- schen. En het is di« geschiedenis der rnenschen die ons verplicht en gelegenheid geeft op te klimmen tot Hem die altijd tegenwoordig is op het uitgestrekte gebied waar de op volgende geslachten der rnenschen elkander ontmoeten en krijgvoeren. De schaduw dier geheimzinnige macht vertoont zich achter iedere gebroken kolom, op iedere ruïne. God heeft groote gebeurtenissen doen ontstaan, groote mannen verwekt, groote gedachten doen rijpen, aan het menschelijk geslacht een nieuwe gedaante gegeven, een nieuwen schok toegebracht en de rnenschen hebben Zijn raad gediend. «God zag al wat Hij gemaakt had en ziet het was zeer goed», zoo lezen we in Gen. 1 32 en drie verzen verder Gen. 23 lezen wij dat God rustte van al het werk, hetwelk Hjj geschapen had om het té volmaken. Op volmaking is de gansche schepping Gods aangelegd, en die volmaking ook in den strijd der meeningen op politiek terrein nategaan is de eervolle taak van den ge schiedschrijver. Nog dit. De strijd der politieke partijen grijpt diep in in het leven der volken van Europa. Indien het een strijd gold voor vrijhan del of beschermende rechten voor den enkelen of dubbelen muntstandaard voor ministeriëele verantwoordelijkheid of recht- streeksche verkiezingen, de politieke akker zou gelijken op het veld vol doodsbeenderen dat Ezechiël bij de rivier Chebar zag. Maar er staat meer op het spel. Het geldt de aanvaarding of bestrijding van begrippen die een ontbindende kracht op de maatschappij uitoefenen --het geldt de aanvaarding of bestrijding der denkbeelden die mede helpen bewaren de eigenaardige trekken van ons volkskarakter, d» herinne ring aan een gezegend en schoon verleden. En dan nog dit. Het terrein dat we gaan verkennen leent zich niet tot eene opsomming van daden of feiten. Geen handelingen vallen daarop waar te nemen. Maar is het daarom minder onze opmerk zaamheid waardig? Gaat het zaaien niet vooraf aan het maaien Ook in de geestelijke wereld, het zal ons overvloedig duidelijk worden, zal men maaien, wat men gezaaid heeft. En nu in een volgend artikel zetten wjj den eersten voet op een terrein thans voor ons nog in nevelen gehuld. M. d. K. EENIGE UREN OP «VELDWIJK». Met onverdeelde instemming lazen wij het volgende stuk in het Doetinchemsch Weekblad. «Voor eenige weken had ik het voorrecht en het genoegen de gast te zjjn van baron en baronesse Pallandt van Vanenburg, om dan tevens eer. bezoek te brengen op «Veld wijk». Het is mij eene behoefte daarover een woord te schrijven. Onmogelijk kan ik in woorden uitdruk ken, wat ik daar in die uren gevoelde. Aangrijpend is het zien van zoo velen onzer medemenschen, die wel de ongeluk- kigsten van allen mogen genoemd vrorden. Welk een dank behoorde ieder te vervullen, die zelf met zijne familie van krenking der zinnen verschoond blijftMocht dat door allen gevoeld worden. Maar welk een dank is de christenheid verschuldigd aan mannen, die zóóveel voor de lijdende menschheid ever hebben en er voor doen, dat zij zulke schoone Inrichtingen in het leven roepen. «Veldwijk», bij Er.nelo, bestaat uit een 20tal gebouwen, waarin die ongelukkigen gehuisvest zijn, omgeven van grootere en kleine dennebosschen en boschjes, met rij wegen en wandelpaden doorsneden. De gebouwen, die allen nieuw zijn, zien er frisch uit, en de vele, die wij er bezochten, bleken doelmatig, ruim en luchtig te zijn. Onder de 400 patiënten, die er gehuisvest worden, zag en ontmoette ik verschei lene, die zwaar leden. Sommige schenen mij door «booze geesten» bezield te zijn, doch de meesten of bijna allen waren minder zwaar krank zinnig. Bij enkelen werd meer dierlijkheid dan menschelijkheid openbaar. De verzorging seheen mij toe voortreffe lijk te zijn, en het eten, dat wij hier en daar op tafel zagen staan, was zeer goed en zag er smakelijk uit. Door alles stroomde een christelijke levensadem heen, zoodat van het meer «gereformeerde» of «confessiona- listische» niets gemerkt werd. Het kerkge bouw dat men er vindt, is schoon. Drie mannen werken er, namelijk twee dokters en een predikant, die de leiding der zaken op zich hebben genomen. Hiervoor moeten wij die drie broeders dankbaar zijn, omdat het in waarheid een zware, zoo niet de zwaarste arbeid is, die onder de rnenschen verricht kan worden. Het bestuur heeft een belangrijk werk te doen, om deze geheele zaak naar den eisch des tijds en naar wettelijk voor schrift te regelen, en verdient aller dank. Moge er in dit opzicht tooh nooit een soort «concurrentie» in het leven geroepen worden, maar elk, die op dat gebied iets doet, diep beseffen wat men door Gods ge nade alleen vermag te doen door stil en biddend dezen arbeid voor ongelukkigen te verrichten. Onder dergelijke inrichtingen mag «Veld wijk» zeker met eere genoemd worden. Zoo een dankbare en van God beweldadigde het Bestuur, dat zich zooveel opofferingen getroost, in stvat stelde goede wegen aan te leggen, zou dat het onderling verkeer zeer verge makkelijken en veraangenamen. En mochten deze regelen medewerken, om de zware taak van allen, die er aan verbonden zijn, te helpen veraangenamen, dan zou mjj zulks niet weinig verheugen: want in diepen ootmoed en tevens met oprechten dank aan God verliet ik Veldwijk, met de bede in het hart, dat God allen, die er hunne krachten aan wijden, rijkelijk moge vergelden wat zij daar doen, naar de schoone zaligspreking in Ps. 412, 3 en 4. Doetinchem. J. van Dijk Mz.» Maar diezelfde jhr. mr. A. F de Savornin Lohman, de man naar Kuy- pcra harte bij uitnemendheid, de leider der ultra-antirevolutionairen deed geheel anders dan zijne partij- genooten in ons lagerhuishij stemde nl. voor de vermogensbelasting. (M i d d. C r t). De oud-minister De Savornin Lohman is een oorspronkelijk man, die al zijne ta lenten wijdt aan den dienst des Heeren in kerk en staat, en van iedere schijnbaar afwijkende meening behoorlijk rekenschap geeft. Vooral in den laatste» tijd had men ruimschoots gelegenheid dit op te merken. In zake kiesrecht (ook hjj is voor huismans kiesrecht) doet hij niet mede met den al te sterken aandrang voor uitbreiding. In zake Kamers van Arbeid handhaaft hij zijne afwijkende meening tegenover dr. Kuijper. Ook in zake het stemmen voor de belastingwet gaf hij een zelfstandig advies, afwijkende van dat der heeren Mackay c. s. in de Tweede Kamer. Terecht herinnert daaraan de Middelburg- sche Courant. Maar die nu zoo oppervlakkig de opmerkin gen van het liberale hoofdorgaan leest, zou al licht meenen dat de heer Lohman zich op dat punt tegenover zjjne staatkundige vrienden heeft geplaatst. Die echter het Bijblad leest zal zien dat de heer Mackay en eenige an deren wel degelijk voor aanneming der wet van minister Pierson gestemd waren: doch dat zij alleen tegen stemden, dewijl de be drijfsbelasting er niet was, en geen waar'..org gegeven werd dat -- niet de regeering maar de Kamers vóór 4 Mei deze be lasting zouden hebben aangenomen. Voor de lichtzijden van het nu aangenomen ontwerp waren de heeren Mackay c. s. even min blind als de heer Lohman, en beiden zagen ook de schaduwzijden. Men leze slechts wat de heer Lohman van deze laatste zei: Er is evenwel een zeer groot be zwaar tegen deze wetsvoorstellen dat reeds herhaalde malen is aangevoerd èn in de andere èn in deze Kamer, namelijk dat wij hier een fragment voor ons hebben, omdat wij niet te gelijk de bedrijfsbelasting voor ons hebben gekregen. Het komt my voor zeer onbillijk te zijn om wel het vermogen aan te slaan, maar niet de inkomens uit den arbeid. Dit is te meer onbillijk, omdat inde laatste jaren juist de bezitters van ver mogens zeer groote verliezen hebben ge leden in hunne inkomsten; men kan zeg gen dat die, door elkander genomen zeker met een derde verminderd zjjn. En wie zijn de eenigen, die daaronder niet hebben ge leden Dat zijn alle rnenschen die traktement of pensioen genieten. Zü die minder inkomen hebben dan vroeger en al die traktementen en pensioenen hebben op te brengen, zullen dus worden getroffen zij die traktementen en pensioenen trekken, zullen ten slotte geheel worden vrijgesteld en voor een aanzienlijk deel ook zjj die zeer winstgevende zaken doen. Men denke hierbij aan de reeders en kooplieden en vaak hoog bezoldigde ambte naren, meerendeels steunpilaren der tegen woordige meerderheid I (Red.) Nu weet ik wel dat de minister beloofd heeft dat een ontwerp voor eene bedrijfsbe lasting zal komen; ik twijfel allerminst aan zijne goede gezindheidmaar de vraag is wat de Tweede Kamer zal doen. I k b e n volstrekt niet zoo zeker van de zaak: en als ik lid ware geweest van de Tweede Kamer, zou ik my stellig hebben gevoegd by" de voorstemmers voor het amendement Mackay en zou ik ook tegen de wet hebben gestemd. Het doet my zeer leed dat de minister het amendement-Mackay niet heeft overgenomen. De eenige reden waarom de heer Loh man nu, als lid der Eerste Kamer, voor de wet zou stemmen, lag dan ook in het feit dat de Tweede Kamer de verantwoor delijkheid voor het aannemen van dit stuk wet, ondanks het daaraan ontbi eken van het andere stuk, heeft aanvaard. En de heer Lohman stemde voor met de vaste overtui ging dat in Mei, a. s. de bedrijfsbelasting er niet wezen zal. Nu de Tweede Kamer echter, hoewel overtuigd dat de bedrijfsbelasting er bij be hoort, als lichaam heeft gestemd vóór het ontwerp, en zich dus zedelyk heeft ver bonden om, hoe dan ook, de bedrijfs belasting aan te nemen, nu sta ik op dit oogenblik als lid dezer Kamer op ëfen geheel ander standpunt. Ik geloof niet dat wy in Mei van het volgende jaar de be drijfsbelasting zullen hebben, maar nu de Tweede Kamer met verwerping van het amendement-Mackay toch dit wetsontwerp heeft aangenomen, nu geloof ik dat ik als lid van deze Kamer voor dit wetsontwerp mag stemmen. Uit het bovenstaande blijkt dat zjj ongelijk hebben, die op het punt van belastingher vorming den heer Lohman van zijne vrienden in de tweede kamer wilden losmaken Trouwens, al stond hjj hierin tegenover hen, wat was het dan nog Nu wij toch aan de rede van den heer Lohman bezig zjjn, drukken wij nog even over wat hij in het midden bracht bij het puntgrondbelasting. «Wanneer men beweert dat de geldbe legger de grondbelasting eigenlijk niet be taalt, omdat hij die bij den koopprijs in rekening heeft gebracht, dan moet men daarbij niet uit het oog verliezen dat de landbouwer in een veel moeilijker toestand verkeert dan alle andere industriëelen. Hjj is gebonden aan de plaats zjjner inwoning; moet daar den grond koopen, dien hjj be hoeft, en bovendien niet alleen met zijn vakgenooten maar ook met alle geldbeleg gers in den lande concurreeren, dien het vaak minder te doen is om veel rente te trekken uit den grond dan om het geld vast te beleggen. Daardoor is de landbouwer dikwijls genoodzaakt grond te koopen tegen veel te hoogen prjjs, omdat hjj anders zjjn bedrijf kwjjt is. Ik geloof dat in dezen bij- zonderen toestand van den landbouwer een goede grond gelegen is om ook voortaan den landbouwer niet aan Ie slaan in de bedrijfsbelasting. De landbouwers nemen hiervan goede nota. Dit zegt de heer Lohman, en hierin zijn zjjne vrienden in de Tweede Kamer het zeker allen met hem eens. Trouwens wie niet? Dat zullen we zien. -4. »J-F»"UOpilcUU, 16 pCt. 18 pCt. 7 X 10 X 2 pCt., bij Veere-A. KODDE. Dat Urlings patentstijfsel snel vèr- meerdert in debiet, Dat was voorheen, maar nu zoo niet; De „EXTRA STIJFSEL" daarentegen! Wordt men steeds meer genegen! Zaandam. PAUL AVIS. - - ti. 7 Oct. '92. Goes- Woensdagavond gaf het Harmo nie gezelschap «Hosanna» alhier een concert in de groote zaal van «de Prins vau Oranje» die flink bezet was. Neemt men de vele verwisselingen van directie in aanmerking, welke de Vereeni- ging gedurende haar nu driejarig bestaan heeft ondergaan en dat zjj nog slechts eenige maanden onder haar tegenwoordigen directeur, den heer L de Beste Wz. werk zaam is, dan mag gezegd worden, dat zjj boven verwachting slaagde. Wij houden er ons dan ook van overtuigd dat, zoo zij met jjver en volharding op den goeden weg voortgaat, de voordracht dat liefelijke zal verkrijgen, waardoor het genot van den avond wordt verhoogd, en het publiek wel licht zal worden aangespoord tot stilte en aandacht, die nu vrij wat wenschen overlieten. Voor de pauze werd den heer S. Hartog, van af de oprichting der Verre liging haar voorzitter, doch die nu wegens aanstaand vertrek zijn functie als zoodanig neerlegde, bij monde van den Secretaris, den heer H. Janse Bz. dank gezegd voor de vele moeiten en zorgen, steeds aan den bloei van het gezelschap besteed en hem eene schoone pho tographic, het corps voorstellende, aangeboden; waarna de heer Hartog een hartelijk af scheid nam, met de betuiging, dat dit geschenk hem in het verre Westen steeds eene aangename herinnering zou zijn aan «Hosanna». By kon. besl. is ingesteld eenecommis sie tot het aan do koningin uitbrengen van verslagen anngaande de werkzaamheden der enquête-commissie en het doen van de voor stellen, waartoe het door die Staatscommis sie gehouden onderzoek haar aanleiding mocht geven. In de commissie zijn benoemd tot lid, tevens voorzitter, jhr. mr. W. F. Rochussen, lid van den Raad van state te's Gravenhage en tot leden J. van Alphen, lid van de Tweede kamer der Staten-generaal te's Gra venhage; J. Ph. De Bordes, president-dr recteur van de Zuid-ooster spoorweg-maat schappy te 's Gravenhage G. Emants, te 's Gravenhage; J. F. Jansen, burgemeester te Tilburg; mr. A. Kerdijk, lid van de Tweede kamer der Staten-generaal, te 's Gravenhagemr. M. J. C. M. Kolkman, lid van de Tweede kamer der Staten-gene raal, te 's Gravenhagedr. N. Reeling Brou wer, lid der Provinciale staten van Fries land en wethouder te Leeuwardenjhr. mr. O. Q. van Swinderen, rechter in de arrondissementsrechtbank te Groningen; mr. J. D. Yeegens, lid van de Tweede kamer der Staten-generaal te 's GravenhageW. M. Visser, oud-directeur der Neaerlandsche

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1