T
1% 5.!% z
S|i£%
a
s5
1892. No. 153.
Zaterdag 24 September.
Zesde jaargang.
Gabriël Bolier Gz. Sr.
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
ZESTIC JAREN.
ii D.
ëele
1.
kr.
ito
Land.
«31/4
1 2»IA
4 97% 98S/Ê
4% 68 69%
41/8 673/, 691/'
4 641/, 65i?
6 311/, 32%
43/, 231/*
4 271/, 28
tedelijke Leeningen.
31/, 99i/,
8% 991/, 89%
Ondernemingen.
112 112
155
41/8 -
4 101%
4% -
4 100%
9!i/i
6/%
41/, 102 Z
491/, 50
4 85
223
27V,
41/, 102% -
3
5 931/,
DM. f* ?8*
leeningen.
and. 105
lig. 3 923/,
32
31/, 1141/,
81/, 993/,
»00 - 155%
3
S
t.
831/,
533/s
55%
1191/,
138
5 122%
4% 98%
4 90%
8 623/, 625/l
157
1221/,
95%
4
.0. 5
A.
K,
4% 93;
5 102'
5 103%
5 101%
5 1021/,
5 1033/,
8 78
70s,
88
1»'%
Z8%
6 1053/,
5 1053/,
5 1041/,
5 93
7 H21/3
29
- 953/,
4 1003/,
- 66%
- 25%
- 69%
6 104%
- 113
7 109
6 1121/,
37%
6 106
5 93%
itschappijen.
102
101%
102s/»
108%
74
70%
88%
19
283/,
933/,
66l/s
25%
1043/,
108%
112
37%
190
3%
977/»
4
80
40
4Q
4%
«8%
eningen.
3
107%
108
0 3
105%
3
1037/g
1.
64
0 2%
97%
973/»
90 2%
97%
973/»
f. 100
123
4
117%
5
1173/»
117
100
157
100
161
137%
t.:100
142%
143
100
134
100
88
38
400
21%
21%
1,50
1 5,16
6
1,4
5,26
6,9
t,8
6,16
Mi
6,29
1,30
5,46
6,87
f,38
6,45
f,44
6,52
f,49
6,57
f,59
7,7
1,6
7,15
.19
7,28
,29
6,20
7,33
f,38
7,47
1,47
6,33
7,56
',47
7.47
9,44
aartoe da
lisaingen
10,36
10.28
11,35
12.17
12,34
12,50
1,55
1,23
3,15
3,57
4,14
4,30
6,21
5.50
7,30
8,35
8.51
9,6
VERSCHIJNT
EI.KFN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjr aer drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers0.02'.
UITGAVE VAN
EK
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regel? 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Voor de verkiezing in het district
TOLEN op Dinsdag 4 October, e. k.
van een lid der provinciale staten,
bevelen wij met aandrang aan den
candidaat der antirevolutionaire kies-
vereeniging den beer
V
Het jaar 1845 was voor ons of voor onze
vaderen een jaar van maatschappelijken nood.
De aardappeloogst mislukte totaal en de
graanoogst voor een goed deel. Meer dan
nu, moest Nederland tot hoogen prijs de
levenmiddelen van elders bekomen.
Voor éen brood nu met 11 centen be
taald moest 32 centen worden gegeven.
Er was armoede 1
Daar kwarn bij dat Nederland, van ouds
het asyl der vervolgden om desgeloofs wil,
het land der onverdraagzaamheid, der
onvrijheid voor zijn eigen kinderen was
geworden.
Eene strenge rechtzinnigheid, gesproten
deels uit de schooi van Bilderdijk, deels uit
het Reveil deed zich met kracht gelden,
tegenover de Laodiceesche lauwheid van de
neutraliteit dier dagen.
Het liberalisme van koning Willem 1 dat
in België tegenover het Roomsch-Katholicis-
me de nederlaag geleden had, kantte zich
nu in de Noordelijke Nederlanden met alle
macht tegen het Calvinisme.
En mochten ook in '45 en '46 Je dragon
naden, die schande voor ons land, reeds tot
de geschiedenis behooren, velen zagen in
het oude Vaderland geen toekomst voor een
vrije Kerk en vrije School.
Ik weet geen beter bron voor de kennis
der geestesstemming van die dagen dan
«Des Landverhuizers afscheidsgroet aan
Europan van dr. Winkler Prins.
Zoo gaarne zou ik de lezers die mijne
gedachten volgen, de negen coupletten Van
dit schoone gedicht voorleggen, maar ik
begrijp dat is van de ruimte waarover de
Zeeuw beschikt te veel gevergd. Leest daarom
deze drie:
„Vaarwel, voor eeuwig wel, vergrijsd Europe,
Ik groet voor't laatst uw wijkende oosterkust,
Mij draagt de onstuime zee naar 'tland der
hope,
Naar 't land, waarop der vrijheid zegen rust;
'kZie diep ontroerd uw duin van verre
glimmen,
Een blauwe streep, die wegkrimpt meer en
meer,
Straks wikkelt ge u in 't nevelgaas dei-
kimmen,
En 'kzie u nimmer weer."
Ik had u lief en, op uw grond geboren,
Zag ik als jongling in een schoon verschiet
Het morgenrood van beter dagen gloren
Een flikkring was *t - het zonlicht volgde
niet.
De stroom des tijds verzwolg de lange jaren,
De ontstemde volken droomden domlend
voort;
Gevoelloos leundet gij op uwe troonpilaren,
De nacht en 't ijs van 't Noord.
'k Vroeg vruchtloos naar verlichting en
verwarming,
Die geest en leven gaf aan d'ouden grond
Een spooksel dreigtgestadige verarming!
't Waart overal - 't waart onheilspellend
rond,
De nijverheid vermoordt ge door uw lasten,
Gij, vergt uw deel van 'sbeedlaars brood
en zout,
En schatkistknechts onthaalt ge als dartlo
gasten
Met afgepijnigd goud.
Ziedaar de geestesstemming zooais men
die in menigeu kring beluisteren kon, en
dan de profetie door denzelfden dichter zoo
juist en schoon vertolkt in deze woorden
Vergrijsd Euroop, verschriklijk zult gij boeten
Bedreven onrecht is een fel venijn
Vergelding graaften onder uwe voeten
Bereidt ze in stilte een vreesefijke mijn,
Eens barst ze los en 't wereldrond zal beven,
Dan zin kt ge néér vernietigd en te schand
Vaarwel, Euroop, mij wacht in schooner
dieven
Een jeugdig vaderland
Verwondert het u dat zij in wier hart
het geloof leefde io deze regelen vertolkt,
kracht en moed vonden om de ontberingen
en moeiten te dragen aan het vestigen van
een nieuw vaderland verbonden
Ontberingen en zorgen, zoo oneindig veel
grooter in de dagen der zeilschepen en karren,
dan nu in de dagen der stoombooten en
spoortreinen. OI hoe gaarne schetste ik u
d«n strjjd en het lijden onzer Iandgenooten
bij hunne vestiging in de woudstreek van
Michigan.
O! hoe volgde ik met sympathie den
arbeid van een van Raalte en van der Meulen.
Ohoe zou een mijner stoutste wenschen
bevredigd zijn indien ik nog eenmaal de
zon mocht zien ondergaan over het meer
Michigan.
Maar dat alles behoort niet tot de taak
die ik mij heb gesteld en welks einde ik
met dit vijfde artikel heb bereikt.
Ik heb mij met de artikelen «Zestig jaren»,
ten doel gesteld aan hen die dit schrijven
lezen willen te doen gevoelen dat er een
vrij sterke drang, een scherpe prikkel van
uitwendige omstandigheden vereischt wordt
om tot landverhuizing te bewegen. Het
besluit om land en maagschap te verlaten
voor een nieuwe wereld en een onbekend
oord, het breken met allerlei banden van
gehechtheid en gewoonten eischt een kracht
en vastheid van wil, een moed en onderne
mingsgeest, op verre na niet het deel van
allen. Wij Nederlanders vooral, zijn huis-
en hokvast.
Ons is het «Oost, West, 't huis best,»
als in de ziel gegrift.
Met deze artikelen heb ik getracht te
doen gevoelen dat er Goddelijke wetten zijn
het maatschappelijke leven beheerschend
evenzeer als er die zijn waar het de natuur-
orde geldt.
In de onbezielde schepping wordt het
evenwicht bewaard door de aantrekkende
en door de middelpuntvlie lende kracht. Alzoo
werkt ook in de menschenmaatschap
pij een aantrekkingskracht die de Babels
bouwen doet, de Babels van genot en handel
en industrie; daar werkt, ook naar Gods
wijs bestel een middelpuntvliedende kracht
een kracht die de volken verspreidt over de
aarde, en naar den akker wjjst.
Zoo zeker als het teruggehouden water
der leiding het peil van zijn waterpas doet
zoeken of de saamgeperste lucht dringt om
het luchtlenige te vullen zoo zeker zal
de mensch door behoefte gedwongen, waar
overbevolking ontstaat, door verhuizing naar
minder bewoonde streken het evenwicht
herstellen.
De artikelen zestig jarenhadden ten
doel te doen gevoelen dat in den drang dei-
omstandigheden, in de meerdere bekendheid
van uitgestrekte deelen der aarde, en inde
vermenigvuldiging der middelen van vervoer
en verkeer Gods voorzienigheid optemerken
is, die het geslacht van Japheth, dat, naar
zijn profetischen naam zich uitbreiden moet
over de aarde, zijne roeping aanwijst.
Het Indo-Germaansche ras, niet het ge
slacht van Cham, is bestemd om de aarde
te veroveren.
Gelijk in de middeleeuwen met. het woord
God wil het» de volken ten strijde werden
geroepen naar het Heilige land, alzoo klinkt
in de laatste zestig jaren opnieuw een «God
wil hetdoor Europa.
Ook nu weder een strijdleuze, maar op
roepende tot een kruistocht, niet met speer
of zwaard, maar met spade en sikkels.
Nu niet een drenken van Gods schoone
aarde met het bloed van den naaste, maar
het zweet van den arbeid, dat de bevruch
tende dauw is voor een maagdeljjken bodem,
slechts wachtend op de hand des mensciien,
om een schoot te openen van de kostbaarste
schatten zwanger.
M.
d. K.
23 Sept. '92.
Behandeling der Cholera.
Volgens belofte geven wij in het kort
weer wat het Homoeopathisch Maandblad
er van zegt.
Het blad vestigt de aandacht op de maat
regelen om zich, zooveel van ons afhangt,
van de besmetting met het cholera gif te
vrijwaren, en wat men doen moet, wanneer
men werkelijk door cholera wordt aangetast.
Aanbevolen wordtzorgvuldig acht te
geven op al hetgeen men eet en drinkt,
èri op zijn hoede te zijn tegen het vatten
van koude.
Voorts schrijft het blad:
«Behalve dit alles is reinheid èn in ons
huis én van ons lichaam een eerste vereischte.
Wel is waar is dit steeds een der eerste ver-
eischten om gezond te blijven; maar waar
er spraak is van het voorkomen van be
smettelijke ziekten, mag er waarlijk wel
zelfs in ons zindelijke Holland, met nadruk
en klem de aandacht op gevestigd worden.
Ook drage men bijzondere zorg voor het
rein houden der geheime gemakken en ont
smette deze, bjj het voorkomen eener cholera-
epidemie, dagelijks een of meermalen met
carbolzuurwater of creolinemengsel, hetgeen
bereid wordt door liter ruw carbolzuur
of een bierglas creoline bij een emmer water
te voegen
«Wordt men niettegenstaande al deze
voorzorgsmaatregelen toch door een diarrhee
overvallen, dan is het bij het heerscher eener
cholera-epidemie het verstandigst, zich te
bed te begeven. De voeten moeten
dan verwarmd worden door warme kruiken,
en op den buik legge men warme pappen,
terwijl het drinken van gersten- of grutten-
water zeer is aan te bevelen. Is er behalve
de diarrhee veel neiging tot braken aanwezig,
dan geve men Ipecacuanha 3zijnevenwel
de verschijnselen heviger, is er een brandende
dorst, en een brandend gevoel in de maagstreek
aanwezig, dan geve men liever Arsenicum
6, of, wanneer de dorst minder op den
voorgrond treedt, en er zich behalve hevige
krampen in den buik ook koude van handen
en voeten vertoonen, Veratrum 3, of ook,
wanneer er hevige krampen in de teenen
en vingers aanwezig zijn, Cuprum aceticum 3.
Voorts neme men alle andere maatrege
len te baat om den zieke aan het zweeten
te krijgen. Niet alleen warme kruiken
aan de voeten of heete pappen op den
buik«maar men verwarme ook zooveel
mogelijk de kamer en houde de kamer
temperatuur door stoomend water zoo voch
tig mogelijk.
«Voor het verplegen van een cholerahjder
behoeft men geen vrees te koesterenmen
houde daarbij evenwel één ding in het
oog, dat de besmetting met het choleragif
bijna uitsluitend geschiedt door de ontlaste
stoffen en deze dus ook verspreid wordt
door al wat met de ontlastingen van den
patiënt verontreinigd wordt kleeding-
stukken, beddegoed etc. De ontlaste stoffen
ontsmette men dus in de eerste plaats, en
vermijde daarbij zorgvuldig zich met deze
te verontreinigen. Dit ontsmetten geschiedt
aldus Men varige de ontlasting der lijders
op in een kamerpot of ondersteek waarin
men vooraf een bierglas-vol kalkmelk of
een wijnglas-vol creoline-mengsel gedaan
heeft, giete daarna den inhoud in het te
voren reeds gedesinfecteerd privaat, spoele
den ondersteek met het kokend water zorg
vuldig uit en vuile hem ten slotte weder
gedeeltelijk met kalkmelk of creoline-mengsel
tot hij opnieuw gebruikt moet worden.
Telkens na den lijder geholpen te hebben,
wassche men de handen eerst met heet
water en zeepdaarna met een oplossing
van 5 pCt. carbolzuur. Men hoede zich
met de handen aan den mond te komen
voordat zij ontsmet zijn en spoele nu en
dan den mond met gekookt water, waarin
een weinig cilrornzuur is opgelost.»
De kieswet is nu inderdaad verschenen.
Zij 't al een halt jaar later, dan wij mo
gelijk, nuttig, in 's lands belang noodzakelijk
achtten, men moet erkennen dat Tak woord
gehouden heeft.
En de inhoud van de wel, afgezien van
de onderdeelen, die wjj thans niet zullen
bespreken, stelt de verwachting niet te leur.
Een aanwas van 't kiezerscorps met 4 a
500X00 kiezers, meer kan men, binnen de
grenzen van de grondwet, moeielijk be
reiken. Ook voor ons liggen in de bepalingen
der nu aangeboden wet eenige bezwaren,
die wij nader zullen aanwijzen wij betreu
ren het bovendien dat de Minister niet tegelijk
met de verkiezingen voor de Staten-Generaal
en Provinciaal, die voor de gemeente heeft
willen regelrn ook dat aan het beginsel van
vertegenwoordiging der minderheden geen
hoogere eer wordt bewezen, dan welke
begrepen is in het voorstel tot splitsing der
veelvoudige kiesdisti icten, doch wij erkennen
gaarne, dat de eerste indruk,dien wij van
de voordracht ontvangen, deze is, dat zij
eene geschikte basis aanbiedt, om tot eene
voorloopig bevredigende oplossing van de
kiesrecht-quaestie te komen.
Doch voor het oogenblik heeft de indiening
der wet meer beieekenis dan de wet zelve.
Immers met die indiening verklaart het mi
nisterie v. TienhovenPiersonTak dat de
Kamer met welke het wetten moet maken,
niet door 300 000 maar door 800.000 kiezers
behoorde te zijn gekozen. Een Regeering, nr
zulk een verklaring, met haar Kamer aan
het werk te zien moet de moeite loonen.
Amsterdammer.
Het voorstel tot uitbreiding van het
kiesrecht is ingekomen. Tot breeder bespre
king komt later wel gelegenheid, daarom
volsta thans onderstaande korte beschrijving.
Artikel 80 der Grondwet schrijft voor dat
een kiezer kenteekenen van geschiktheid
en maatschappelijken welstand moet vertoo
nen. Volgens dit onderwerp moet deze
geschiktheid blijken uit een eigenhandig
door den kiezer geschreven aanvraag om
op de kiezerslijst te worden geplaatst. De
maatschappelijke welstand moet blijken uit
het feit dat hij in zijn onderhoud en dat
van zijn gezin kan voorzien en dut hij noch
zjjn vrouw of inwonende kinderen in het laatste
burgerlijke jaar zijn «bedeeld» geweest.
Vijf soorten van mannen (want vrouwen
krijgen het kiesrecht nog nietkunnen geen
kiezers zijn. Namelijk: a zij die bij rech
terlijk vonnis het beheer over hunne goederen
hebben verloren of aan wie bij rechterlijke
uitspraak het kiesrecht is ontzegd, voor den
duur van dat verlies of die ontzetting; b
zjj die den verschuldigden aanslag in de
rijks diiecte belastingen niet hebben voldaan
gedurende het burgerlijk jaar, volgende op
dat belastingdienstjaarc zij die rich opzet
telijk aan den bij de wet opgelegden krijgs
dienst ot aan eene bij de wet opgelegde
verplichting toen aanzien van 's lands verde
diging hebben onttrokken; d zij die on
herroepelijk wegens misdrijf zijn veroordeeld
tot eene vrijheidsstraf van 4 jaar of langer;
e zij die door den militairen dienst met
onwaardigvei klaring om bij de gewapende
macht te dienen, gestraft zijn.
Voorts zijn uitgesloten gevangenen en
krankzinnigen.
Het kiesrecht wordt geschorst voor mili
tairen beneden den rang van officier bij de
zee- en landmacht, voor den tijd, gedurende
welke zij zich in werkelijken dienst onder
de wapenen bevinden.
Het aantal kiezers wordt door deze regeling
van 400000 op 800000 gebracht, dat is
74 pCt. der meerderjarige mannelijke be
volking, tevens Nederlanders. In Engeland
bedraagt het 65, in Frankrijk 92 percent.
De nieuwe regelen gelden alleen voor de
verkiezing van leden der Tweede Kamer
en der Provinciale Staten. Voor den ge
meenteraad blijft alles Lij Let oude en komen
er geen nieuwe kiezers. Dit komt pas na
de herziening der gemeentewet.
Ten aanzien van de uitoefening van het
kiesrecht is bepaald dat er éene kiezerslijst
zal zijn voor de Tweede Kamer en Provincialé
Staten. Tot grondslag daarvan dienen de
bevolkingsregisters der gemeenten. De ver-
eischten voor de kiesbevoegdheid moeten
aanwezig zijn op 15 Januari van elk jaar.
De kiezerslijst moet alphabetisch ingericht
z(jn. De kiezerslijsten worden op 15 Februari
vastgesteld door de gemeentebesturen en
blijven van 16 Februari tot en met 21
Maart op de secretarie der gemeente ter
inzage. Vóór 15 April moet beslist zjjn door
de gemeenteraden over verzoeken tot ver
betering bij gemotiveerde beslissing. Na
15 April blijft de lijst voor een jaar
van kracht.
De kiezers, en vooral de lodgers, krijgen
nu een groot g. mak, dat zjj zich niet meer
behoeven aan te geven. Als zij het kiesrecht
eens hebben aangevraagd is dit vuor hun
leven voldoende. De kiezerslijstenzjjn blijvend.
Natuurlijk behoudens de omstandigheid
dat een kiezer door faillissement, enz. zijn
kiesrecht verliest
Nog enkele mededeelingen over het kiezen.
De kiesdistricten omvatten niet meer de
gemeenten maar de stemdistr icten. Zoo
omvat dus het kiesdistrict Middelburg de
stemdistricten Middelburg, Vlissingen, Veere,
Souburg, Biggekerke, Zoutelande, enz. En
het kiesdistrict Goes de stemdistricten Goes,
's Heer Abtskerke, 's Heer Arendskerke,
Heir.kenszand, enz.
Op den dag der verkiezing kan namens elke
kiezersgroep van minstens vijftig kiezers aan
den burgemeester van de gemeente, de
hoofdplaats van het kiesdistrict van 9 tot
4 uur een candidaat o( candidaten worden
opgegeven, mits de candidaat [of candidatenj
een verklaring daarbij inzenden dat zij de
candidatuur aannemen. Deze namen der
verschillende opgegeven candidaten worden
terstond aangeplakt.
De stembus is open van 8 tot 5 uur.
Na de invulling van het stembiljet.
De kiezer vraigt op het stembureau een
stembiljet, schrijft zijn naam in het kiezers-
boek, plaatst zich daarna aan een der daar
aanwezige lessenaars, en teekent den i.aam
(of namen) van den candidaat (of candidaten)
aan, die hij liefst gekozen zag.
Op het stembiljet staan namelijk al de
namen gedrukt der candidaten die op boven
genoemde wjjze zijn gecandideeid. De kiezer
heelt dus slechts een kruisje te zetten bjj
den naam (of namen) die hij verlangt.
Daarop vouwt hij het biljet dicht, zoodat de
namen bedekt zijn en gaat naar 't stem
bureau, houdt 't biljet vast, terwijl de voor
zitter kijkt of 't stempel er op staat aan
den buitenkant, en steekt het daarna in de
bus. Vervolgens zet een lid van 't stembureau
een streepje bij dezen kiezer zijn naam,
als bewijs dat deze aan de stemming heeft
deelgenomen.
De beschrijving is natuurlijk omslachtiger
dan de daad zelf. Het schijnt ons toe dat
dit zal meevallen.
Heeft de kiezer zjjn biljet verknoeid, dan
zegt hij dit aan 't stembureau, dat hem een
ander geeft, mits in ruil voor 't verknoeide