1892. No. 152.
Donderdag 22 September.
Zesde jaargang.
Gabriël Bolier Gz. Sr.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HÜIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTEiYTIEN
DE ZEEUW.
elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs "ier drie maanden franco p.p. f0.95.
Enkele nummersf 0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Voor de verkiezing in het district
TOLEN op Dinsdag 4 October, e. k.
van een lid der provinciale staten,
bevelen wij met aandrang aan den
candidaat der antirevolutionaire kies-
vereeniging den heer
Zij die zich met 1 October
a. s. op ons blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum uitkomende
nommers GRATIS.
22 Sept. '92
Hagenaars en «buitenlanders», die bij
duizenden de plechtige inwijding van het
nieuwe zittingjaar der beide Kamers onzer
Volksvertegenwoordiging kwamen aan
schouwen, zagen gisteren de feestvreugde
van den Openingsdag niet weinig verhoogd
door den zegen van een heerlijken zonnigen
zomer. Er heerschte een bevallige har
monie tusschen Natuur en Kunst, een
treffende overeenstemming tusschen de pracht
van bloemen en gebladerte en de officiëele
pracht die ook zonder dat de joyeuse entrée
onzer beminde Regentes pleegt te vergezellen.
Voor de tweede maal naderde dan de
Koningin Emma tot het Nederlandsehe Volk
om het luide aan te zeggen hoe zij zijne
belangen op het hart draagt en voor de
verwezenlijking harer plannen de wijsheid
alleen zoekt bij Hem, van Wien alle goede
gave is.
Wü wenschengeen koud verslag te geven
van de ceremonieën die als alle jaren ook
thans weer, op gewone en voor de met
schulden bezwaarde natie ongewone wijze,
werden in acht genomen.
Genoeg zjj het te herinneren dat met
het militaire geleide en geheel overeenkomstig
het programma H. M. de Regentes zich
naar de Troonzaal in het Binnenhof begaf,
rijdende in de traditioneele met 8 paarden
bespannen glazen koets tusschen de gelederen
der aan weerszijden opgestelde militaire
macht, waarachter tiendubbele rijen van
toeschouwers geschaard stonden.
In de vergaderzaal waren de tribunes
eivol.
Inmiddels hadden de leden der Eerste en
Tweede Kamer, voor het meerendeel in
hun oud-hollandsch nationaal costuum ge-
doscht, met degen en steek, terwijl de
militaire leden in uniform waren opgekomen,
zich in het gebouw der Tweede Kamer
vereenigd.
Te 1 uur nam de heer mr. A. v. Naanr.en
v. Eemnes, voorzitter der Eerste Kamer,
op den voorzitterszetel plaats, opende de
vergadering, en liet door den griffier der
Eerste Kamer, den heer Star Numan, het
Koninklijk besluit voorlezen, behelzende zijne
benoeming tot voorzitter der Eerste Kamer
gedurende dit zittingjaar. Krachtens deze
functie was hem de leiding der vergadering
opgedragen, zooals artikel 108 der Grondwet
voorschrijft.
Daarna benoemde hij de heeren v, Eysinga,
Pijnappel, Viruly, v. Pallandt en v. Zinnicq
Bergmann, leden der eerste-, Roëll, jhr. de
Beaufort, Rujjsvau Beerenbroek,Borgesius,
Huber, Smeenge, Brantsen, Bonner, Bool
en v. d. Berch v. Heemstede, leden der
Tweede Kamer, tot eene commissie om de
Regentes te ontvangen en uitgeleide te doen.
De ministers, en de leden van den raad
van state waren mede tegenwoordig.
Daarna trad H. M. binnen. Allewezigen
stonden van hunne zitplaatsen op. De
Regentes begroette links en rechts de leden
en plaatste zich naast den troon.
H. M. hield daarna de volgende openings
rede:
ijne heeren
Bij de hervatting van uwen avbeid mag
ik, met een gevoel van dankbaarheid in
menig opzicht, bevredigende mededeelingen
geven omtrent den toestand van land en
volk.
De betrekkingen tot alle buitenlandsche
mogendheden zijn van den meest vriend-
schappeljjken aard.
Zee- en landmacht, zoowel hier te lande
als in de koloniën, kwijten zich bij voort
during op loffelijke wijze van hare taak.
De uitkomsten van den oogst en de
toestand van den veestapel zijn gunstig.
Hetzelfde kan niet in allen deele gezegd
worden omtrent handel, scheepvaart en
nijverheid.
De algemeene gezondheidstoestand is be
vredigend. Besmettelijke ziekten, die zich
O De vier gecursiveerde namen zijn van
antirevolutionairen; van de elf overigen zijn
&cht liberalen.
in den loop desjaars vertoonden, behielden
een plaatselijk karakter. Door in het bui
tenland heerschende Aziatische cholera werd
in de laatste weken de volksgezondheid
bedreigd. Tot dusverre mocht ons landvoor
den voortgang dezer ziekte bewaard blijven.
Bleef de veestapel niet geheel verschoond
van mond- en klauwzeer, dat sedert ge-
ruimen tijd langs onze grenzen in het bui
tenland heerschte, de ziektegevallen bleven
tot enkele plaatsen beperkt.
Behalve tot verzekering van den geregel-
den gang des bestuurs en afdoening van
aanhangige voordrachten, zal uwe mede
werking worden ingeroepen voor gewichtigen
arbeid.
Ter regeling van het kiesrecht voor de
Tweede kamer der Staten-generaal en voor
de Provinciale staten, wordt U eene voor
dracht aangeboden.
Voorstellen tot invoering eener beroeps-
en bedrijfsbelasting en tot verbeterde
heffing der grondbelasting, zullen U binnen
kort bereiken.
Tot organisatie der landmacht en tot
versterking van het materiëel der zeemacht,
zullen u voorstellen worden gedaan.
Wetsvoordrachten, zoowel tot verdere
uitvoering van de bepalingen der grondwet,
als tot verbetering van de wetgeving, van
de weerbaarheid des lands en van maat
schappelijke toestanden worden inmiddels
bewerkt en in gereedheid gebracht, om
naarmate de voortgang van den wetgevenden
arbeid dit mogelijk maakt, aan de over
weging der Staten-Generaal te worden
onderworpen.
Voor Nederlandsch Indië zal reeds spoedig
uwe medewerking worden gevraagd tot
maatregelen betreffende het leger, de finan
ciën, de koffiecultuur, het Indisch onderwijs
en het mijnwezen.
Andere voorstellen in het belang der
koloniën worden voorbereid.
Met vertrouwen. Mijne Heeren, doe ik een
beroep op uwen ijver en uwe toewijding
tot de vervulling uwer gewichtige en veel
omvattende taak.
Moge uw arbeid, onder Gods zegen, de
welvaart en den bloei verhoogen van ons
dierbaar vaderland
In naam der Koningin, verklaar ik de
gewone zitting der Staten-Generaal te zijn
geopend.»
Na het uitspreken dezer rede, verliet
H.M. de zaal weder de beantwoording aan
de volksvertegenwoordigers, en de beoordee
ling aan de pers overlatende.
Voorzoover wij ons eene critiek op dit
koninklijk woord, eigenlijk een aan de Ko
ningin ingegeven woord, mogen veroorloven
wenschen wij het volgende op te merken.
Veel meer dan de vorige munt deze
«troonrede» uit door soberheid en duidelijk
heid.
Ot de regeering verlegen is geweest met
de vele onvervulde beloften die inde troonrede
van '91 voorkwamen en zich daarom thans
wat inbond, kunnen wij niet beoordeelen
al bestaat er wel aanleiding toe om het te
denken. Dit manifest althans telt slechts 17
paragrafen, het vorige bevatte er 27
daarbij werden nog een 25 tal wetsontwerpen
van de vorige regeering, waaronder zeer
belangrijke, met forsche hand ingetrokken.
De vorige openingsrede sprak van «her
vormingen in het staatsbestuur» nogwel,
tzonder langere vertraging»van een
kiesrechtontwerp, herziening der provinciale
en gemeentewetten alle zaken waarvan
wij nog niets zagen en van een be-
lastingontwerp, dat nog slechts gedeeltelijk
tot stand kwam.
De rede noemde ook «organisatie der
landmacht»; verbetering van het materiëel
der zeemachtadministratieve rechtspraak;
wetboek van militair strafrecht; leerplicht;
verbetering van maatschappelijke toestanden;
maatregelen voor veiligheid en gezondheid,
levensverzekeringhoudt toch op.
Gezwegen nog van de lange paragraaf over
Indië, die ons zoo goeden moed gaf dat
wij in den nieuwen minister van koloniën
eindelijk den man gevonden hadden, die
Indië gelukkig maken zou en ons met haar.
Helaas, hoe weinig, hoe heelemaal niets
van al het opgesomde kwam tot stand I
De sluitingsrede, Zaterdag door minister
Tak uitgesproken, was de tolk onzer teleur
stelling, inzoover zij slechts aan noodwetten,
aan tijdelijke maatregelen herinnerde, of
aan besluiten, door het vorige ministerie
voorbereid, en voorts aan eene verbetering
die slechts ten halve tot stand kwam.
Leest het maar:
Mijne Heerenl»
Het afgeloopen zittingjaar was hoofdza-
ke ijk «en tijdperk van voorbereiding. Toch
kwamen gewichtige maatregelen door uwe
medewerking tot stand. Zoo werd de uit
breiding van het landbouw- en van het
ambachtsonderwijs door ondersteuning uit
's Rijks schatkist bevorderd.
Tijdelijke maatregelen zijn getroffen tot
ondersteuning van te zwaar belaste ge
meenten.
In de versterking der nationale militie
werd tijdelijk voorzien.
Tot verbetering van 's Rfjks belastingstel
sel zijn wetsontwerpen tot invoering eener
nieuwe directe belasting en ter afschaffing
of vermindering van schadelijke heffing door
de Tweede Kamer der Staten-Generaal goed
gekeurd. Zij wachten thans verdere af
doening."
Maar waar dan ook de regeering Zaterdag
niet anders opnoemen kon, is het daar te
verwonderen dat zij Dinsdag met zoo klein
menu voorkwam?
Maar het program is ook duidelijk.
Na de gewone jaarljjksche plichtplegingen
over den «bevredigenden» toestand van land
en volk, betrekkingen met het buitenland,
de trouw der zeemacht, de welvaart van
handel en nijverheid en landbouw, de ge
zondheid van het vee, legt de regeering in
zes, zegge slechts zes volzinnen, hare plan
nen bloot.
Eerst kiesrechtuitbreiding, daarna bedrijfs
belasting. Dit wil, met de ervaring van
91/92, zeggen dat eerst de bedrijfs
belasting en dan het kiesrecht aan de
orde komt.
Voorts worden toegezegd organisatie der
landmacht; en maatregelen opgroote schaal
in Indië.
Eindelijk worden nog tal van andere
punten in éénen volzin samengevat, afhan
kelijk gesteld van den nog beschikbaren
tijd in dit zittingjaar.
Wat dit wil zeggen?
Het wil zooveel zeggen alsdat wij met de
noodwetten nog wat zullen voortsukkelen,
de enorme kosten voor oorlog worden be
stendigd, ten spijt van de wetenschap dat
j ons land op het oogenblik allerslechtst
verdedigd is en dat bij mogelijken oorlog
het leven van een groot deel onzer man
schappen noodeloos op het spel staatde
kamers van arbeid en landbouw nog wat
wachten mogenhet opium ongestoord
geschoven blijftde vaccinedwang, ondanks
de invoering van den schooldwang, zal
bljjven regeerenen zoo menige dringende
maatregel, ook tot opheffing van den land-
bouwstand of zal het de bedrijfsbelasting
zijn? -tot nader order is uitgesteld.
Dit alles is duidelijk.
Maar des te klaarder wordt dan ook
onderscheiden wat op den ministrieëlen
schotel opgedischt ligt.
Vergetende hetgeen in 1892 verzuimd
werd van wat men in 1891 beloofde, mogen
wjj ook de toezeggingen van 1892 met te
blijder dank aanvaarden.
Kiesrecht en belastingverbetering cf
wilt gij belasting- en kiesrechthervor
ming maatregelen tot opbeuring onzer
Oosten afdoening van aanhangige voor
drachten, voor welke laatste gij de troonrede
van 1891 hebt op te slaan, zjjn in het
verschiet gesteld.
Van de ministers van binnenlandsche
zaken en financiën hebben wij goede ver
wachtingen; en hoe ook door den minister
van koloniën teleurgesteld, zijn program
voor dit jaar geeft ons weer moeddat de
natie door het ministerie der rechterzijde
«in het moeras» achtergelaten, er door
hunne energieke pogingen, weldra eindelijk
uitkomt.
Want als echte Groenianen zeggen wij
nog altijd Groen na
«Van het liberalisme (het tegen God en
zijn woord gekante beginsel) verwacht ik
niets; van de liberale partij, voorzoover
daarin werkelijk vrijzinnige elementen voor
komen, iets; van de liberalen, waaronder
velen uit onkunde en misverstand bjj de
liberalen behooren, veel».
Slechts ééne vraag nog aan de Volks
vertegenwoordiging,
Als gij, mijne heeren, straks het antwoord
op de koninklijke boodschap brengt, zoudt
gij dan de Regentes niet even willen vragen
ot het niet wat al te veel van het geduld
van 't papier gevergd is, wat de eerste alinea
van haar gewaardeerd woord ons te lezen
geeft; en of werkelijk Hare Majesteits
ministerie den «toestand van land en volk»
inderdaad zoo «bevredigend» vindt als het
Haar in de Troonrede zeggen laat.
Of is de verarming van den burger-, de
uitsterving van den eigengeërfden boeren
stand de faillisemeDten, de onzedelijkheid,
de dronkenschap, de mislukte speculaties,
de noodzakelijke landverhuizingen, de ver
meerderde opcenten op de gemeente-belas
tingen; de overbevolking in onze steden,
de gedrukte graanmarkten, de ontvolking
van het platteland, de volle gevangenissen,
gestichten en werkinrichtingen, het toene
mend aantal niet-ontdekte moordende
lage loonen onzer arbeiders en nog zoo veel
meer, bevredigend
Dit althans gelooft niemand, en de Kamer
leden zullen het ook wel niet gelooven.
Terstond vergaderde de tweede kamer
onder voorzitterschap van het oudste lid in
jaren, generaal v. d. Schrieck. Na een har-
teljjken welkomstgroet van dezen nestor ging
de kamer over tot het opmaken van de
candidatenljjst voor het voorzitterschap. Er
waren 86 van de 100 leden tegenwoordig.
Van deze stemden 82 op mr. Gleichman
voor len candidaat, zoodat deze heer op
3 na al de stemmen kreeg, een zeldzaam
bewijs van hulde aan zijn humane leiding
en van verdraagzaamheid der antirevolutio
naire partjj die, voorzoover aanwezig, haar
stem aan dezen heer gaf; iets wat de
liberale partij toen zjj in de minderheid
was, tegenover de antirevolutionaire voor
zitters Schimmelpenninck v. d. Oye, Mackay
en Beelaerts, steeds nagelaten had, ofschoon
ook de leiding van deze voorzitters op hun
beurt aan onpartijdigheid nimmer te wen
schen overliet. Voor 2en candidaat werd
gekozen de heer v. Houten met 47 stemmen,
de overige (39) stemmen waren uitgebracht
op de heeren Beelaerts 15, v. d. Schrieck
13 en Mackay 7. Derde candidaat werd de
heer v. d. Schrieck,
Het is dus hetzelfde ljjstje van de vorige
zitting dat aan de Regentes zal worden
aangeboden door den waarnemenden voor
zitter, de commissie van stemopneming de
hh. v. d. Kaay, Boreel, T. Mackay en v.
Nunen en de drie door den wn. voorzitter
aan de commissie toegevoegde leden de hh.
Royaards, Harte, v. Velzen en Tydeman.
Na het trekken der afdeelingen werden
tot voorzitters benoemd de heeren Roëll, v.
Houten, v. d.Feltz, Beelaerts en A. Mackay;
tot leden der commissie voor het opmaken
van het antwoord op de troonrede de hh.
de Beaufort, Beelaerts, Rink, Mees en Bor
gesius.
In het Sociaal Weekblad wordt het
origineel denkbeeld geopperd om in 't vervolg
een of twee plaatsen in Nederland te be
stemmen voor de kermislustigen om daar
hun pret uit te vieren.
Als men dan zorgt, voegt de schrijver er
bjj, dat er in de buurt een gekkenhuis, een
asyl voor dranklustigen en een gesticht voor
gevallen vrouwen is, wordt misschien aan
menigeen de terugreis bespaard.
Dat is njjdig gezegd, maar waar.
Althans meer waar dan de officiëele, doch
belachelijke, mededeeling van de Middelb.
Crt. dat de orde op kermisdagen niet bui
tengewoon wordt verstoord, en dat er
minder dan op christelijke feestdagen werk
aan de politie wordt verschaft, leder be
woner van Middelburg die op Zaterdag van
Kermis van 7 ure 's avonds tot 7 ure
's morgens de volksveredeling, met haar
gedruisch in volle werking heeft gezien,
weet dat de afstand tusschen deze officiëele
waarheid en de officieuse hier groot is.
Het strekt de Middelb. Courant tot eere
dat zjj gewoonljjk te nuchter en te eerljjk
is om zulke knollen te verkoopen.
Iedereen weet in Middelburg zeer goed
hoe het met de orde op kermisdagen ge
schapen staat, en niemand die gelooft dat
op tweeden Paasch-, Pinkster- of Kerstdag
meer processen-verbaal behooren opgemaakt
te worden dan op kermis.
Gij zult niet doodslaan, dat wil naar
luid onzer christelijke leer ook zeggen gjj
zult uzelf niet moedwillig in gevaar begeven.
Uit dit oogpunt gezien is de inenting tegen
cholera geoordeeld en is eigenlijk iedere
inenting een ongeoorloofd zich in gevaar
begeven, en dus in strijd met het achtste
gebod.
Cholera nostras en cholera asiatica, nu
hier dan daar en meer en meer ons naderende.
Ook de haren uws hoofds zjjn allen geteld,
ziedaar de beste troost en de beste hoop.
Niet de choleragrjjpt grillig om zich heen,
hier en daar een slachtoffer kiezende, maar
God zond deze bode des doods evenzeer als
de Engelen der vertroosting.
Ook deze schrikkelijke bode dient Hem,
en Hem alleen.
Ged. Staten hebben de klassenverdeeling
als maatstaf bjj de regeling der jaarwedden
van de gemeenteontvangers gewjjzigd en
aangevuld, pe frov. Blad no, 97. De