ka.
1692. No. 149.
Donderdag 15 September.
Zesde jaargang.
1
in.
ORGELS
naai
iploraa
inland
)nni
len 15den
d.-Vliss.
1RAAF."
VERSCHIJNT
PRIJS DER ADVERTENTIE»
G. M. KLËMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Reinheid van zeden.
steeds de
.otaal reeds
OND.
edaïlle)
"telling
RDAM.
sorteering.
verkoop op
Mesten van
atiemaat-
ilangstellende
ne Brochure
e kolonie,
der landen
sa of in per-
5US BENOU
3T
TTERDAM.
okken.)
dags, v. Vlis-
g 9,—, van
iT
KZEE.
orweg Goes.
ia kloktijd.
,45 en 3 uur.
t v. Zierikzee
tjjd. Voorm,
amidd. 12,20.
8,20.
tjjd. Voorm.
amidd. 12,40,
9,—
eersluis aan.
aan de Abeele
Antwerpen
3'snachtsl,—*
2.
8'smorg. 5,
0 6,
12 8,30
;5 9,
:ER—GOES,
ran Dinsdags,
ist).
Veer 6.40+
2,34+ (Slot
eer 9. 5.
de) 2.30,6.30
Q
Ju
u. m.
3,25 6,20
5 3,55 6,50
rijd. Woensd.
en Zat.
15 6,20-,-
45 6,40—,—
8,40
9,10
,50 4,50—,—
,10 5,10-,-;
»!E ZEEUW.
UITGAVE VAN
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Prjjs oer drie maanden franco p. p.
f 0.95.
EN
Familieberichten van 1 5 regel? 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
f 0.021.
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 October
a. s. op ons blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum uitkomende
nommers GRATIS.
Overweging verdient het volgende artikel
uit net Orgaan van den Nederlandschen
Vrouwenbond tot verhooging van het Zedelijk
Bewustzijn:
ln verschillende landen van Europa, als
Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Duitsch-
land en ook in Amerika bestaan Witte-
Kruis Vereenigingen, of Bonden van Zede
lijke Reinheid en stichten daar veel nut. De
Fransche voert tot motto het woord van
den grijzen Prediker: Twee zjjn beter dan
een, want indien zij vallen, de een richt
zijn metgezel op; maar wee den éénen die
gevallen is! want er is geen tweede om
hem op te helpen. Kap. 4910.
En dit woord drukt zoo uitnemend uit,
waarom zulke Vereenigingen noodig zijn
in onze verwarde en diepgezonken toestan
den. Hoe dikwijls hooren wij hoe de eene
jonge vriend den anderen medeneemt daar
waar jonge menschen nooit behooren den
voet te zetten. Te doen zooals anderen
doenheeft zoovelerlei aantrekkelijks, het
kwade voorbeeld oefent helaas grooter in
vloed uit dan het goede en geen wonder,
het vindt zulk een vruchtbaren bodem in
ons zondig en bedorven hart. Vooral onder
jonge lieden wil men geen «zonderling» zijn,
is men bevreesd met den naam van fijn
bestempeld te worden. Gelukkig zijn er
velen onder onze jongelingen, die een afkeer
hebben van al wat onrein en gemeen is;
maar het valt hun moeilijk hun weg recht
te houden, en zij gevoelen behoefte aan
steun en leiding, die zij maar weinig aan
treffen. Dezen steun vinden zij in de gelofte
die zulke Vereenigingen voorop zetten, om
zich zeiven rein te houden en in de samen
voeging van een Bond of Vereeniging, de
noodige leiding waarnaar zij verlangen. Een
jong mensch schreef onlangs dat hjj zoo
gaarne van zulk een Bond, indien die ook
in ons Vaderland bestond, zoude willen lid
worden, omdat er dan vier goede geniussen
waren om hem van de zonde af te houden:
lo. zoude hij met kwaaddoen durven voort
gaan als Jezus komt? 2o. zoude hij zijne
voeten durven afvegen op moeders matje
als Piet Hein? 3o. zoude hij later als
hjj in den echt trad zijne vrouw met open
oogen durven aanzien en nu daarbij 4o.
zoude hij zijne gelofte moeten breken, en
hjj meende dat het niet gemakkelijk zoude
zjjn dit alles prjjs te geven ten koste der
zonde.
Nu kan men wel zeggen dat dit alles van
zelve spreekt en daarvoor geen Bond noodig
is. In den 119 Psalm wordt gevraagd:
«waarmede zal de jongeling zjjn pad rein
houden?» en geantwoord«als hij dat
houdt naar Uw woord.» En ongetwijfeld is
dat de eenige, onfeilbare weg. Maar wij
moeten niet vergeten dat de maatschappij
zich zelve tegenover de onzedelijkheid en
al wat daaromheen is geheel anders geplaatst
heeft dan tegenover elke andere zonde. Het
is het eenige gewettigde kwaad in ons
midden. De maatschappij zegt er vanhet
is noodzakelijk, en daarom meent de
Overheid het onder toezicht te moeten nemen.
Deze beschouwing hebben wig reeds dikwijls
bestreden en zullen er daarom nu niet
verder op ingaan dan alleen er aanleiding
uit nemen om aan te toonen dat de strijd
tegen dit kwaad veel moeieljjker is, en de
wapenen in dezen strijd ook verschillend
moeten zijn van eiken anderen strijd dien
wjj te strijden hebben. Een jongmensch die
zich aan drank te buiten gaat, verliest heel
spoedig zijne positie, hetzij hij hoog geplaatst
is of tot den werkmansstand behoort. Van
een dief behoeven wij waarlijk niet te
gewagen; dat is eene uitgemaakte zaak.
Maar helaas, de onzedelijkheid is tot op
zekere hoogte (wg schamen ons bijna het
uit te spreken) een brevet voor eer en aanzien
in onze maatschappelijke verhoudingen. Ach
dat wij zoo laag gezonken zjjn! Hoe diep
wij deze toestanden betreuren, welk een
weerzin wij er ook tegenover gevoelen, wjj
hebben ze onder de oogen te zien en er
rekening mede te houden, zal ons volk niet
reddeloos ten onder gaan. Is het dan niet
goed, is het zelfs niet hoog noodig, aan
dezen strijd een meer openbaar karakter,
een bepaalden vorm te geven?
Men vindt dat de jongelingsvereênigin-
gen den eisch van reinheid niet in haar
statuten kunnen opnemen, omdat zij zich
daardoor zouden verlagen. Wjj kunnen deze
vrees niet deelen. Integendeel tegenover
de algemeene meening dat het «een nood-
gakeljjk kwaad» is moeten alle zoodanige
corporatiën, als jongelings-vereenigingen
enz. den eisch van reinheid voorop zetten.
Het wordt van den man gezegd, dat dit
kwaad noodzakelijk is, aan hem dus den
eisch van reinheid voor te stellen als de
grondtoon van zijn levensverhoudingen.
Dit zoude een krachtige factor worden in
dezen strijd, eene openlijke erkenning van
zijne zijde dat het geheele systeem van de
gewettigde ontucht op eene grove dwaling, op
een vreeseljjke leugen berust. Toch zoude dit
nog niet voldoende zijn. Een lid van een jon-
gelingsvereeniging heeft er niet genoeg aan de
gelofte te doen en te moeten houden
zoo lang dit lidmaatschap duurt. Reeds
voor jeugdige knapen zijn de verleidingen
groot, en in Amerika zijn er ook voor
dezulken bonden, maar deze hebben dan
een gewijzigden vorm van gelofte die niet
dadelijk de daad der zonde geldt maar zich
bepaalt tot hetgeen er aanleiding toe geeft.
En jongelieden hebben den bond nog zoozeer
noodig, ook wanneer het lidmaatschap dezer
vereenigingen voor hen om de eene of andere
reden afgedaan is. Zjj hebben het noodig om
hun zelfs wil, zij hebben het ook noodig als
voorbeeld voor anderen, voor de zwakkeren
aan hun zijde die zoo licht mede loopen met
de goeden even spoedig als met de kwaden.
O, dat vrome ouders hier meer op letten
wilden! Zij zjjn dikwjjls zoo zeker van hun
zonen, en och, wij, die de andere zjjde van
het leven zien en ons bemoeien met het
werk van redding wjj, weten er dikwijls
meer van, en zien met droefheid ouders
en kinderen aan, die er zulk een struis
vogel-politiek op na houden. Hev is toch
bekend, dat de struisvogel de gewoonte
heeft den kop zoo veel mogelijk in de
struiken te steken, zoodat hjj den naderenden
vjjand noch hoort noch ziet! natuurlijk
geschiedt dit tot zijn eigen nadeel en vallen
deze vogels dan juist in des jagers handen.
Laat ons verstandig zjjn en daartegenover
ons gezicht verscherpen, ons gehoor verfij
nen, onze oplettendheid gaan oetenen, om
te zien en van ous af te houden de slang
die schuifelt jen kronkelt op ons pad of
daarnaast. Men zegt wel eensdie met
pek omgaat wordt er door besmet; maar
dat is waarlijk niet van toepassing in dezen
strijd, zoolang die waardig gevoerd wordt
en niet uit nieuwsgierigheid. Wij weten
het van degenen die eens een kijkje hebben
willen nemen hoe het toegaat in de holen
der ongerechtigheid, dat zij er voor bezwe
ken zijn, maar dat is geen menschwaardige
handelwijze. De mensch is van Gods ge
slacht, is naar Gods beeld en in Zijne ge
lijkenis geschapen, en heeft daarom een
aangeboren afkeer van wat onrein en
onheilig is. Ouders! gij ziet dat reeds in
uwe kleine kinderengaat daar teeder mede
om, zorgt dat dit gevoel niet gekwetst
wordt door degenen, aan wie gij de zorg
uwer kinderen toevertrouwt; het is zulk
een krachtige faktor om hen, tot jaren
van onderscheid gekomen, rein te houden.
Gij maakt er hun den levensweg ge
makkelijker mede, en dankbaar zullen
zij op later leeftijd de ouderljjke zorg in
dezen roemen.
Toch zouden wij niet wenschen een slaaf-
sche navolging van hetgeen in andere landen
geschiedt. Wij zouden zeer verlangen voor
onze jongelingschap een bond van zedelijke
reinheid, en omdat wij de groote noodzake
lijkheid er van gevoelen, maar bovenal omdat
er ook onder ons stemmen opgaan, die
het persoonlijk wenschen. Laat ons de han
den ineen slaan om te zien in deze te
doen wat er te doen is.
In ons land bestaat bijv. een middernacht-
zending-vereeniging. Wellicht kon een Bond
van zedelijke reinheid wel van haar uitgaan,
en haar ook ten goede komen. Wjj blijven
biddend en hoopvol wachten op de vervulling
dezer dringende behoefte.
0) Men verhaalt van de moeder van Piet
Hein, dat zij haar zoon bij het aangaan
zyner eerste reis op de vloermat stilhield,
met de woorden: „Jongen, denk er aan als
gy ver van huis zijt, of gij uwe voeten
weer zoudt durven afvegen op moeders
matje."
Y Een nieuwe makelarij.
Het Heilsleger heeft wat nieuws uitge
vonden en ingevoerd. Het heeft een
huweljjks-bureau in het leven geroepen.
In de circulaire heet het«Wat wij wil
len Eenvoudig dit. Dat gij, in 't geval gij
nog ongehuwd zijt, en niet weet waar een
jongen of een meisje te kiezen, u wendt
aan het adres van den overste Bakers, die
u naar alle waarschijnlijkheid leveren zal
wat gij begeert, een beminnenswaardig en
voortreffelijk echtgenoot».
Bij het Heilsleger schijnt dus ook een
meisje een jongen te mogen kiezen. Zulk
een emancipatie van de vrouw vernietigt
o. i. de vrouw in de vrouw.
'tls treurig.
Toch behoeft men zich niet al te zeer
over dit nieuwtje te verwonderen. Open
baringen, zoo onbijbelsch, zoo excentriek ah
die van het Heilsleger wij zeggen dit
onverminderd het goede dat het vertoont
moeten wel tot grove buitensporigheden
vervallen. (N. Spr).
V Gegronde beschuldiging
Wij namen dezer dagen de vrijheid op
te komen tegen de onbewezen beschuldiging
in Patrimoniums orgaan tegen de rijke
antirevolutionaire Kamerleden geuit in zake
hun verzuimen van de belangen der minder
bedeelden.
Als antwoord zond de schrijver, een bij
ons onbekende Questor, een artikel dat wij
aan «Patrimonium» hebben doorgezonden.
In afwachting of het in dat blad zal opge
nomen worden, vestigen wjj de aandacht
op onderstaand artikel uit de Prot. N. Br.,
waarin de quaestie, o. i. tot de rechte ver
houding is teruggebracht.
«Uit Friesland wordt, in de Standaard
no. 6261, een bittere klacht opgezonden
over de antirevolutionaire partjj, omdat deze
de belangen van het kapitaal meer dan die
van het geheele volk behartigt, en er in
't geheel geen voeling tusschen «het volk»
en «de heeren» bestaat.
Die klachte wordt door den opzender
meer of min als billijk erkend, en de ver
dedigingder «antirevolutionaire partij» vinden
wjj in de Standaard nog niet.
In afwachting van dit laatste, een paar
opmerkingen.
De antirevolutionaire partjj (staatspartjj)
heeft nooit beloofd alle maatschappelijke
grieven te zullen opheffen, maar alleen dat,
bij de oplossing van elk maatschappeljjk
vraagstuk, de beginselen van het Evangelie
op den voorgrond moeten staan.
Te verwachten, dat eene partij zoo gering
in getalsterkte als de antirevolutionaire,
zelve de maatregelen zal voorstellen, die de
wegneming van enkele grieven gemakkelijk
zou maken meer doen kan geen enkele
partijmeer beloven welis onredelijk.
Zoo iets kan geene partjj, die zoo weinig
macht bezit.
De klacht schjjnt te onbillijker, als men
bedenkt wat de vorige regeering, gedurende
haar kortstondig bestaan, verricht heeft,
om de «rechtvaardigheid» ook tegenover
de minder bedeelden te bevorderen. Immers
heeft de fabriekswetgeving, door haar inge
voerd, reeds goede vruchten opgeleverd.
Wel is die voor Friesland, waar geen industrie
is, van minder direct belang. Maar ook
Frieslands bevolking zou veel baat gevonden
hebben èn bij de aanneming van het wets
ontwerp op de uitbetaling van loonen,
(truckwet) èn bjj de voorgestelde betere
regeling der gemeentelijke belastingen, die
voor den minderen man vrjj wat meer
voordeel zou hebben aangebracht, dan de
afschaffing van den zeep-en de vermindering
van den zoutaccjjns. Is het de schuld van
dat Kabinet, dan wel die van radicalen,
socialisten, Bronsveldianen, liberalen en
Bahlmanianen, dat het Kabinet Mackay de
aangevangen taak niet heeft kunnen vol
voeren
Indien men de antirevolutionaire partjj
feiten te laste legt, waaruit blijkt, dat zjj
de belangen van het kapitaal meer dan die
van heel het volk behartigt, dan zullen wjj
met geheel ons hart ons scharen aan de
zijde van de klagers.
Maar men strijde niet met algemeen
heden, en stelle geen eischen, waaraan ook
met den besten wil geene partjj, allerminst
eene die in de minderheid is, voldoen kan.
Het is niet voldoende steeds te klagen,
maar men wijze ook den weg, langs welken
de oorzaak der klachte kan worden wegge
nomen.
En als dan de antirevolutionaire partjj
blijkt dien weg niet op te willen, is er
reden tot billijke klacht».
14 Sept. '92
Benoemd met ingang van 1 October
a. s. tot deurwaarder der directe belastingen
te Oostburg P. F. Fleurbaajj, thans klerk
ter controle directe belastingen le afd. te
Amsterdam.
Tot hoofdcommies ter inspectie der
belastingen te Middelburg is benoemd de
heer P. C. Hu vers, commies ter inspectie
aldaar.
Bij kon. besluit zijn benoemd tot ge
zworen van den polder Ooster- en Sir
Jansland S, de Rjjcketot gezworen van
het waterschap Poortvliet J. E. van der SUkke
tot plaatsvervangend djjkgraaf van den polder
Spiering J. B. van) Nieuwenhuijsen.
Door de arrondissements-reehtbank te
Middelburg is, ter voorziening in de vaceerende
betrekking van deurwaarder bij die recht
bank, ter standplaats Hulst, de navolgende
voordracht opgemaakt en aan den procureur-
generaal bjj het gerechtshof te's Gravenhage
toegezonden
lo. Johannes Adriaanse, eerste klerk ter
griffie van het kantongerecht te Middelburg
2o. Isaac Pieter Rosier, procureursklerk te
Middelburg, en 3o. Janus Korstanje, procu
reursklerk te Goes. M. C.
Zoutelande, 44 Sept. 1892. Heden
morgen heerschten in ons stil en liefejjk aan
zee gelegen landelijk dorp eene buitenge
wone drukte en levendigheid. Het was de
dag waarop de nieuwe burgemeester zou
worden geïnstalleerd. Van den toren, de
openbare gebouwen en particuliere huizen
wapperden de vlaggenterwijl eerebogen
met passende inscripties en versierd met
groen, waren opgericht. Een en ander als
ondubbelzinnig blijk van de ingenomenheid
der bewoners met de benoeming van den
heer P. S. Buteux te Middelburg, tot
burgemeester dezer gemeente. Uit hun
midden hadden zij eene feestcommissie ge
kozen, welke zich beijverde om den intocht
van ZEd.Achtb. zoo luisterrijk mogelijk en
dezen dag tot een recht feesteljjke te maken.
Na heden morgen door den Commissaris
der Koningin te zijn beëedigd, werd de heer
Buteux door 62 ruiters aan de grens dezer
gemeente opgewacht en door een hunner
eere wacht toegesproken en gecomplimenteerd.
Daarna schaarde zich de eerewacht voor
en achter het rjjtuig waarin de nieuwe
burgemeester gezeten was, om hem alzoo
onder luide toejuichingen en klokgelui de
gemeente binnen te leiden.
Bjj den eersten eereboog waarop met
duideljjke letters het «Hulde aan den nieuwen
burgemeester» prjjkte, zongen een 70 tal
schoolkinderen, onder leiding van den hoofdon
derwijzer, Z Ed.Achtb. een welkomstlied toe.
Daarna trok de stoet door het dorp,
naar het eveneens met groen versierde
gemeentehuis, waar een tiental meisjes
den nieuwen titularis met bloemen be
groetten.
In het gemeentehuis was de raad bjjeen,
die hem bij monde van den oudsten wet
houder hartelijk geluk wenschte met de ko
ninklijke onderscheiding hem te beurt ge
vallen, hem de belangen der gemeente op
het harte bond en hem zjjn insigne over
handigde. De burgemeester, zichtbaar aan
gedaan, bedankte voor de belangstelling,
beval zich in de vriendschap van den raad
en de achting der gemeentenaren aan en
sprak den wensch uit in het belang der
gemeente te mogen werkzaam zjjn.
Inmiddels nam de feestelijke stemming
buiten het gemeentehuis toe. Het is te
hopen dat zjj niet in bestialiteit ontaarden zal.
Hedenavond vereenigden zich de burge
meester, leden van den raad, feestcommissie
en andere genoodigden aan een gemeen
schappelijk souper in het schoollokaal, dat
voor de ontvangst van dien dag zeer netjes
met groen en bloemen was versierd, voor
welke nette versiering, alsmede voor het
aanbrengen der nette schilden met passende!
inscripties, de feestcommissie alle eer en lo
toekomt.
Verder zal er op eenige plaatsen op het
dorp verlichting a giorno en door lampions
worden aangebracht en het feest met het
afsteken van eenig vuurwerk enz. besloten
worden.
lerseke. Gemeenteraadsvergadering van
Dinsdagavond 9 uur.
Aanwezig 10 leden, voorz. de Burgemeester.'
De notulen der vorige vergadering worden
ongewijzigd goedgekeurd. Vele ingekomen
Staats- en Prov. bladen worden voor ken
nisgeving aangenomen.
Ingekomen een antwoord van den heer
Vreeke te Kruiningen op een verzoek van
den Raad tot wegruiming van eenige boomen
aan den Varkensdjjk, welke door gedeeltelijke
blootlegging der wortels bjj storm gevaar
opleveren. De heer Vreeke vindt het on
aangenaam boomen te moeten roeien, omdat
de bewoners van Polen ongestraft zjjn djjk
beschadigen. Hjj verzoekt den Raad om op
zjjn besluit terug te komen en den bewoners
van Polen te gelasten den djjk weer in orde
te brengen, dan is alle gevaar geweken.
De heeren Sauer en Van Oeveren vinden,
dat dit niet aangaat. De boomen leveren
gevaar op, en moeten dus opgeruimd worden.
Het moge waar zijn, dat de schuld niet bjj
den eigenaar ligt, [geljjk de voorzitter op
merkt], maar dit neemt het gevaar niet
weg. De heer Sauer dringt op een afdoend