1892. No. 148
Dinsdag 13 September.
Zesde jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
IJK.
Onze (christelijke) Volkslectuur»
EUW.
Ei ken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prqp -,er drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers ƒ0.02'.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 October
a- s. op ons blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum uitkomende
noRimers GRATIS.
Poortvliet 13 September Scherpenisse
14 September St Maartensdijk 15 en 16
September.
Maar ik zeg u, dat van elk ijdel
woord, hetwelk de mensehen zullen
gesproken hebben, zij van hetzelve
rekenschap zullen geven in den dag
des oordeels. Matih. 12 36.
Wat zullen wij zeggen van onze volks
lectuur?
Roemen in haar rijkdom of klagen over
hare armoede Rijk is ze, in quantiteit ten
minste. Ge hebt slechts voor 't grijpen. Be
haagt u zware of lichte kost Bekoort u
de onderhoudende of de betoogende vorm
Wilt gij couranten of boeken Of geen van
beiden, dan brochures Kiest ge verhalen of
geschiedenis, preeken of dogmatische wer
ken, romans of meditatiën, encyclopedieën of
commentaren Ook met verslagen kunt gij
gediend worden.
Arm is ze. Ziet me die boeken- en
courautenwereld eens aan. Hoeveel frissche
gedachten kunt gij wel visschen uit dien
breeden stroom van drukinkt en papier
"Wat brengt een heele berg lectuur u meer
dan vermoeiing des geestes Den tijd kunt
ge er mee dooden, ja, en wat nog meer
Onze ouden wilden dat er eenige jaren
verloopen zouden tusschen het schrijven en
het uitgeven van een werk. Nu is door de
drukkerjj niet zelden proef geleverd van het
vel waarvan het vervolg nog moet geschreven
worden. De pers staat te wachten op de
gedachten en de gedachten kunnen dikwijls
de snelpers niet behoudenen alzoo ver
schijnen de boeken of boekjes als de vlinders
van een dag geboren en vergeten.
Zullen we dankbaar roemen dat de pers
de wetenschap tot gemeengoed, tot indivi
dueel bezit heeft gemaakt of klagen dat
zooveel lichtzinnigs en zedebedervends door
de pers wordt verspreid
Over het verkeerde klagen en het goede
vergeten of alleen de lichtzijde zien en voor
de schaduwzijde het oog sluiten
'tZou erg onbillijk zijn.
Iedere ontwikkeling op alle gebied wordt
begeleid door de klaagzangen der menschen.
Klaagzangen wier inhoud ontleend is aan de
gebreken en gevaren door diezelfde ontwik
keling aan 't licht gebracht.
Absoluut goed is geen ding ter wereld,
want de wereld zelf en al wat op haar
akker groeit is niet goed. De voortbreng
selen der christelijke pers zijn onvolmaakt,
en zeer voor verbetering vatbaar.
Het was daarom een goede gedachte van
het Tractaatgenootschap Füippus, om op
hare laatste jaarvergadering de bespreking
aantegevenvan een middel tot verbetering van
het gebrekkige.
De vraag schijnt echter gewettigd: mikte
Füippus wel juist om doel te treffen
Filippus richtte het visier op de lezers,
zou het niet beter geweest zijn het op de
schrijvers te richten?
Filippus sprak de wenscheljjkheid uit tot
het vormen van Gereformeerde Volksbiblio
theken, maar stapte misschien wel wat al te
lichtvaardig heen over het bezwaar dat we
ongeveer zoover van bouwstoffen voor Ge
reformeerde Volksbibliotheken verwijderd
zijn als van de mannekens in de maan.
Filippus besprak met eenige voorliefde
het instellen van eene boeken-censuur. Het
overwegend bezwaar om Groot-inquisiteurs
te vinden, deed haar zelfs de onmogelijkheid
van het instellen van den index gevoelen.
Filippus vergit misschien al te zeer dat
christelijk en Gereformeard niet eensluidend
is, dat Gereformeeri slechts eene ontwik
kelingsperiode, zij het ook tot op heden de
zuiverste, aanduidt in de geschiedenis van
het Christendom.
Meer niet.
Het zij de Zeeuw vergund een weg te
wijzen, die uitnemender is, en eenvoudig
tevens.
Die weg is dat ieder die iets voor de
christelijke pers schrijft zich te allen tijde
herinnere h«t woord door zijn Heer gespro
ken in Matth. 1236 en luidendeMaar
ik zeg u, dat van elk ijdel woordhetwelk
de menschen zullen gesproken hebben, zij
van hetzelve rekenschap zullen geven in den
dag des oordeels.
Indien dit woord met gouden letteren
stond op de schrijftafel van iederen publicist,
pf neen, zeg liever indien dit woord als bede
steeds leefde in het hart van allen die met
de pen voor ons christelijk publiek arbeiden,
misschien zou er minder in druk verschijnen.
De quantiteit zou mogelijk verminderen, de
qualiteit wellicht verbeteren.
Rekenschap geven van ieder ijdel woord
in den dag des oordeels, dat wil zeggen:
nooit de ijdelheid der menschen streelen of
eigen belang dienen, maar Gods eer alleen.
Rekenschap geven van ieder ijdel woord
in den dag des oordeels, dat wil zeggen:
niet der wereld gelijkvormig worden, door
reclame en jacht op succes maar zich helder
bewust te zijn roeping en plicht.
Rekenschap geven van ieder ijdel woord
in den dag des oordeels, dat wil zeggen:
in den eeuwigen strijd tusschen stof en geest
te kiezen vóór den laatste die blijft en tegen
het eerste dat voorbij gaat.
Rekenschap geven van ieder ijdel woord
in den dag des oordeels, dat wil ook zeggen
zoodanig den vorm meester zijn, dat de ge
dachte in heldere, duidelijke woorden ge
bracht wordt.
Ieder geschritt dat de christelijke pers
levert, ook de dagbladpers, behoort, in den
goeden zin des woords, een fendenz-geschrift
te z(jn.
Eén doel, één strekking, ééne overtuiging
behoort te bezielen alles wat de christelijke
pers verlaat.
Ook voor den christelijken schrijver staan
twee wegen open, de breede weg van suc
ces en genot en de smalle weg van zelf
verloochening en roeping.
Slechts de smalle weg is de goede, en
daarop zette hij geen stap zonder zich te
herinneren het woord dat hij belijdt het
richtsnoer zijns levens, de lamp voor zijn
voet en het licht op zijn pad te zijn het
woord dat hem nadrukkelijk toeroept:
Maar ik zeg u, dat van elk ijdel woord,
dat de menschen zullen gesproken hébben,
zij van hetzelve rekenschap zullen geven
in den dag des oordeels
Kijkjes in het Buitenland.
Kinderspel. De bladen bevatten dezer
dagen een ongelooflijk bericht, dat toch
schijnt waar te wezen.
De president der Fransche republiek be
zoekt thans de voornaamste plaatsen zijns
lands en kwam zoo onder anderen ook te
Aix-les Bains. Daar overhandigde een jongske
hem een ruiker en zei
een versje
op, hierop neerkomende, dat het bedoelde
knaapje zeer verheugd was over de vriend
schap tusschen Frankrijk en Rusland. Het
kind was tevens op zijn Russisch gekleed.
De president, die plotseling de gedaante
van een chauvinist, dat is van een bewon
deraar van eigen land ten koste van andere,
aannam, drukte het kind aan zijn hart en
kuste het, het kind namelijk. En daarbij
sprak de president deze merkwaardige woor
den In u kus ik Rusland 1 De omstanders
juichten en riepen Leve Rusland
De Parijzenaars lachten en vonden het
een zeer kinderachtig bedrijf. Maar dan toch
immers wel een bedrijf, dat het karakter
van het Fransch-Russisch verbond in het
eind zeer juist heeft geteekend.
't Is slechts kinderspel.
De plage Gods.
De cholera die enkele steden van Europa
teistert is een ontzaglijke plage, waarover
niemand, anders dan met schuchteren ernst
dient te spreken.
Wij vereenigen ons niet met hen die zich
spottend of schertsend, koel redeneerend of
in afgetrokkenheden over haar uitlaten, in
éen woord haar met een materialistisch oog
bezien.
Hoe menig slachtoffer, dat ook zoo deed
werd door dezelfde ziekte geveld, alvorens
zich te hebben voorbereid op de plotselinge
ontmoeting van den dood, zonder op zijne
onnatuurlijke, goddelooze houding te hebben
kunnen terugkomeu.
De duizenden zielen die te Hamburg en
elders werden en nog worden weggenomen,
zijn voor de maatschappij, wie weet hoevelen
ook voor de eeuwigheid verloren. Honderden
familiën werden in rouwe gedompeld. In
dit opzicht is de plaag ontzettend.
Doch ook op stoffelijk gebied brengt zij
onnoemelijk veel schade aan. Neem bijvoor
beeld Hamburg. In het voorjaar en den
herfst zijn anders gemiddeld 150200 groote
zeeschepen aan het lossen en laden, thans
houden nauwelijks een dozijn hout- en ko
lenschepen hun gewone arbeiders aan het
werk en van groothandel zal in de eerste
weken nog wel geen sprake wezen. Daal
de dageljjksche omzet van Hamburg gewoon
lijk 1 miljoen mark bedraagt, geeft dit, als
men de epidemie op vier weken stelt, een
totaal verlies van 200 millioen. De naweeën
zullen even erg zijn als de kwaal zelf; in
tienduizenden gezinnen heerscht door den
stilstand van den handel de grootste nood,
en, tenzij bovenmatig geholpen wordt, staat
er een hongersnood onder de armere be
volking voor de deur.
wjjze als in 1791, in 1830, ofwel in 1875
(1892) is geschied.
Ongeloof of beredeneerde twijfel roeit
niet het Katholicisme uit maar doet den
geest der revolutie ontstaanen deze leidt
beurtelings tot anarchie;') of totdespotisme.(3)
Zuid Amerika.
De toestand der Zuid Amerikaansche
republieken, voortgekomen uit de revolutie
door Bolivar ter bevrijding van Zuid Amerika
verwekt, was nimmer rooskleurig. Het zal
dus niemand verwonderen als wij zeggen
dat de toestand thans slecht is. Slechts een
viertal staten hebben thans eenige betrekke
lijke rust, doch voor hoelang? Dit weet
niemand. Het zijn Peru, dat onder president
Bermudez langzaam bekomt van den onge-
lukkigen oorlog tegen Chili; Ecuador, dat
onder het gematigde bestuur van president
Florèseen betrekkelijke rust geniet; Columbia
waar de macht is overgegaan van president
Munez op den vice president Holguin, zonder
dat dit tot ongeregeldheden heeft aanleiding
gegeven en Paraguay, dat zich onder pre
sident Gonzalez herstelt van de vreeselijke
rampen van den grooten oorlog van 1865
tot 70. Al de overige Zuid-Amerikaansche
staten zijn midden in de heftigste beroeringen.
Venezuela is sedert maanden ten prooi
aan een burgeroorlog, begonnen tusschen
generaal Crespo en president Palacio, en
thans door den eerstgenoemden voortgezet
tegen diens opvolger, president Villegas.
Terwijl dezen elkaar het gezag betwisten,
heeft een derde, de heer Urdaneta, een
beweging op het touw gezet in de oostelijke
provinciën van de Venezuelaansche confeie-
ratie en haar o naf hankelij kheid geproclam eerd
waaruit nog een reeks van conflicten dreigt
voort te komen.
De republiek Brazilië is sinds de afzetting
van Keizer Pedro nog geen dag in rust
geweest. Wel mislukte de staatsgreep van
maarschalk De Fonseci tot verandering van
het bestuuren werd de beweging tot
afscheiding van Matto Grosso, Sao Paolo
en Rij Grande do Sul voorloopig gestuit,
doch de natie blijft met het geweer bij den
voet staan, onzeker als zij is, van welke
zijde een volgende aanval dreigt.
Ook Uragay zucht onder den last van
den partijstrijd. De oud-president La Torre
tracht herhaaldelijk zijn opvolger kolonel
Herrera y Obeste verdringen en zijn vroeger
gezag te herwinnen.
En nu werd wel de aanval op enkele
kazernes afgeslagen, doch de gisting houdt
aan en de tegenstanders der regeering
worden al machtiger.
In Argentinië met zijne vele verleiden
en verleiders, dingen moord en verraad met
tyrannie en berooving om den voorrang. In
Juli 1890 werd Celman weggejaagd. Sinds
volgde de eene staatsgreep den ander. Pelle
grini won het ten slotte; doch ook zijn
zon ging spoedig onder. Generaal Mitre,
Uriburu en anderen streden om den voorrang;
thans regeert, zoo goed en zoo kwaad als
dit gaat, president Saëns Pena.
Chili is na eenige jaren van voorspoed
het slachtoffer geworden van de rampzalige
dictatuur van Balmaceda. De burgeroorlog
heeft het land in verval achtergelaten, en
Jorge Montt, de nieuwe president, zal een
zware taak hebben om na al deze rampen
de rust geheel te herstellen, en het land
weer tot voorspoed te brengen.
Eindelijk dreigt ook Bolivia in den strijd
der eerzucht onder te gaan. President
Aniceto Arce werd door een opstand onder de
kolenels Avila en Ardaza gedwongen zijn
taak aan Baptista over te dragendie thans
op zijn beurt weer bestookt wordt door de
partij van de eenhoofdige republiek onder
den generaal Camacho.
Zoo zijn deze staten in altjjddienende
slingering. Onderwijl worden de financi-
ëele krachten verzwakt en de toestanden
hachelijk. En dat in zulke rijk door God
gezegende landen, door hun weelderigen
plantengroei en prachtig klimaat de rijkste
der wereld.
Wat wonder dat «broeder Jonathan» staat
te wachten gelijk de gier op het slagveld
om deze diep gezonken natiën in te palmen
ten bate der Noord-Amerikaansche Republiek.
Inmiddels mag de vraag gedaan, wat toch
wel de reden mag zijn van zulke tegennatuur
lijke desolate toestanden.
En als antwoord geldt nog altijd de 4e,
3e en 5e stelling uit liet voorbericht van
De Savorniu Lohman op het werk «Het Pro
testantisme en h?t Katholicisme» (J)
Het Katholicisme is de oorzaak van den
betrekkelijkeii achteruitgang, die in. alle
R. K. landen valt waar te nemen, zoodra
men ze met Protestantsche vergelijkt.
De beginselen van 1789 zijn op den duur
tegen het Katholicisme niet opgewassen om
het even of ze worden toegepast op de
Spoorwegen in Kanaan.
Den 2östen dezer maand wordt het
spoor van Joppe naar Jeruzalem geopend.
Een belangrijke aanwinst voor laatst
genoemde stad, welker zielental in 6 jaar
tijds van 30 tot 80 duizend klom, dank zij
de milde bepalingen van den Turkschen
Sultan ten opzichte van Joden die zich
daar wilden vestigen.
De groote ly a van Akka naar Damascus
zal ook vroeg of laat tot stand komen.
De richting is reeds vastgesteld. De spoor
weg begint bij Akka aan de Middellandsche
Zee; doorloopt naar het zuiden, evenwijdig
met de kustlijn, de vlakte van Akka zendt
een zijtak naar Haifa, aan de noordzij van
den berg Karmelgaat verder in zuidelijke
en zuid-oostelijke richting Nazareth, Sunem
en Jisrëel voorbij i en loopt dan door het
dal van Jisrëel, langs de bergen, voort
tot aan den Jordaan, die bij Beth-Sean wordt
overbrugd. Bijzondere voordeelen biedt hier
de rivier voor haar overbrugging. Niet al
leen dat de oevers uit vasten steen bestaan
maar in het midden bevindt zich een groot
rotsblok waarop de midden-pijler rusten kan.
Van de brug loopt de ijzeren weg weder
noordwaarts, klimt het plateau van Golan
op, en gaat langs de bergtoppen die de zee
van Genesareth omgeven. Deze klimming
vormt het moeilijkste deel van de spoorbaan,
schoon de jongste opmetingen bewijzen,
dat de bezwaren veel minder zjjn dan men
eerst dacht. Als het plateau bij El-Al bereikt
is, gaat de Ijjn, langzaam stijgend, over
Nawe en Kisweh naar Damaskus. Ze loopt
dus de schoonste streken van Oostelijk Pale
stina door, en zal daarom van groot belang
wezen.
in hun betrekking tot de vrijheid
en den voorspoed der volken door Emile
de Laveleije, een voorbericht van jhr. mr. A.
F. de Savornin Lohman en een brief van den
Engelschen minister Gladstone. Utrecht
Kemink Zn. 1875.
(J) regeeringloosheid.
(3) overheersching door ééneen despoot.
De openbare school te Exmorra.
Minister Godin de Beaufort sprak het
eens in de Kamer uit, dat men in Friesland
met het oog op de gemeentefiiianciën wel
zou doen, om die kleine openbare school op
te heffen.
Dej lieer van Nispen wees bij de behan
deling der Noodwet in de Eerste Kamer nog
eens op dat punt, naar aanleiding van de
weigering tot opheffing der openbare school
in de Hommerts.
De inwoners van Exmorra hebben thans
voor de tweede maal aan den gemeente
raad van Wonseradeel om opheffing der
openbare school gevraagd.
De toestand is er aldus. Het aantal
leerlingen der openbare school is tien,
waaronder een van vijf en een van twaalf
jaar is. De openbare scholen zijn krachtens
de verordening, onlangs goedgekeurd door
Ged. St., toegankelijk voor kinderen van 6
tot 12 jaar. Feitelijk is het getal leerlingen
dus 8. Uit de kom der gemeente komen 7.
waaronder de twee genoemden, dus eigenlijk
5. Buiten de kom der gpmeente zijn drie
leerlingen, die eve s goed de openbare school
te Tjerkwerd kunnen bezoeken, op een half
uur afstands; voor kinderen niet te ver. De
tien schoolgaande kinderen komen uit vier
huisgezinnen, waarvan éen gezin Roomsch
Katholiek is, dat vier kinderen naar school
stuurt.
De openbare school te Exmorra is dus
bijna tot nul gedaald.
59 inwoners van Exmorra c.a. verzoeken
opheffing der schoolzoowel Hervormden
als Ger. hebben het adres geteekend. Ge
vindt er de namen op van Ds. Cazemier en
van Ds. Nieborg. En wij zouden ook niet
weten waarom niet. Immers op uitstekende
wijze voorziet het particulier initiatief te
Exmorra in het onderwijs.
Ge hebt er een christelijke school, ge
sticht in Oct. '85 met twee onderwijzers
en 62 leerlingenwaarin ook volgens de
rapporten der plaatselijke schoolcommissie
zeer goed onderwijs wordt gegeven. Het
onderwijs is dus voldoende en o. i. kan de
gemeenteraad van Wonseradeel den wensch
van Minister Godin opvolgen daarmee een
finantiëel voordeal gevende van duizend
gulden 'sjaars.
Het gemeentebelang vordert opheffing.
De onderwijzer ontvangt wachtgeld ont