1892. No. 139. Dinsdag 23 Augustus. Zesde jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Wat weegt het zwaarste DE HEMEL OP AARDE In de jaren I90I- 1912. ZEEUW. ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummersƒ0.02'. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De beginselen der Fransche Revolutie zijn de kanker van onze eeuw. Het liberalisme verbreidt die beginselen in Kerk, School en Maatschappij. Wordt dit niet gestuit, dan gaat ons land zedelijk ten onder. Alle belijders van den Christus moeten dat liberalisme bestrij den, omdat het Gods eer en majesteit aanrandt. Door stilzwijgen en toezien maken wij ons zoo schrikkelijke zonde deelachtig. Daarom stelle ieder in zijn kring „tegen DE Revolutie HET Evan gelie". VOOR het Evangelie is ANTI- revolutionair. Wjj scharen ons aan de zjjde van hen, die voor onze christelijke historische vrien den, voor wat het stoffelijke aangaat, heil zien in landverhuizing. Niet iedere landver huizing is echter onschuldig of verstandig. Van Abrahams dagen tot op onzen tijd werd dit gezien. Daarom is noodzakelijk dat een iegelijk die aan landverhuizing denkt, zich zooals de ouden zeiden «in den weg stelle.» Onze kleine landbouwers die het woord kennen «weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u en vervult de aarde» zijn in de eerste plaats geroepen acht te geven op de uitnoodigingen die uit de Nieuwe Wereld tot hen komen. Wat wjj uit Colorado vernamen, moge hen ter ernstige overweging dienen. Hier hebben wjj nu eens niet met een «zwen- delboel» te doen, zooals bijv. de voorspie gelingen omtrent andere deelen van Amerika. En daarom late men deze mededeelingen niet onverschillig voorbijgaan. Ter meerdere inlichtingen verwijzen wij onze vrienden te Goes en Terneuzen na ir de advertentie in dit blad. De heer Zoutman, landbouw-ingenieur in de San Luis Vallei, is Dinsdag in het Slot Oostende te Goes, en Woensdag bjj Susijn te Terneuzen te spreken. Het is wel hard dat wjj onze broeders moeten opwekken het land te verlaten. Doch de toestanden eischen dringend voor ziening. Onze nijvere landbouwers en hand werkslieden zjjn nog wel vergenoegd met hetgeen zij hebben; doch zij worstelen maar al te veel met achteruitgang, en zien de toekomst hunne kinderen donker in. Zij zeiven en menige gezonde jongeman in hunne familie staan ledigaande markt; werkloos zelfs midden in den zomermet 9) FEUILLETON. «Die uitzuigersI Wjj moeten werken?» schreeuwde zij woest en sloeg zich op de verdroogde borst«ik heb waterzucht 1 De staat moet voor mjj zorgen 1 Maar die honden zeggen, dat ik sterk genoeg ben om te werken, en ik zak haast ineen van zwakte. De Satan bale de menscheljjke gemeenschap! De Satan hale de heele wereld Een vierde zei tot de drie anderen«Komt, laat ons vandaag naar het kinderhuis (het staatsopvoedingsgesticht van kinderen) gaan! Zjj moeten ons onze kinderen laten zien, of wij slaan de directeuren dood. Wat ik zou mjjn kinderen niet mogen zien, omdat ik ze toch niet zou kennen Ik mjjn Marie en August niet kennen? o, Wanneer het waar, is wat zij zeggen, dat de zwakke kin deren daar vermoord worden, en dit ook met mjjn Marie en mijn August zou gebeurd zijn, dood en duivel, met mjjn vuisten zou ik die tirannen langzaam verworgen, met mjjn tanden hun het vleesch van het ver vloekte lijf rjjten Trommelslag brak deze opgewonden woor den at. Een bataillon soldaten trok voorbjj. Zg droegen allen blauwe rokken, witte broe. ken en roode mutsen. De aanvoerder droeg een zilveren band »m den arm. Ieder soldaat droeg een geweer, een revolver en een dolk. Een derde van het bataillon waren mannen, twee derde vrouwen, hetgeen niet in het oog droegen'' endezelfde kleeding «Ziet daar,» krjjschte het eerste wijf, «onze bloedzuigers! Dan ganschen dag liggen zii in de kazerne, vreten en zuipen, en doen niets, en wjj moeten werkenWaarvoor zijn soldaten noodigl» lust in de ziel om te arbeiden, te arbeiden zelfs voor een beetje gelddoch zie, men begeert hun arbeid niet of er zijn werk krachten te over. Die het nog eenigszins missen kan, die haaste zich met van hier weg te komen, en helpe zijn armen broeder, mits hij geest drift voor den arbeid hebbe, om met zijn geleend of verkregen geld de reis te doen. Er is gevaar bij uitstel. Met ieder jaar zien wjj njjvere werklieden, achtbare burgers, trouwe boeren ondergaan in den strjjd om het bestaanen wie weet hoe velen er nabij de verdwijning zijn. De zulken moeten door familie en vrienden geholpen worden. Bovendien, er bestaat in Nederland eene Commissie tot steun van minvermogende landverhuizers. Geve deze commissie spoedig eer.ig teeken van leven. Helpe zij waar zjj kandoch zie zjj goed toe dat zij haar geld niet aan on waardigen besteedt. Zie de land en emigratie-maatsehappij ook stipt toe welke menschen zjj medeneemt. Hoevelen tooien zich met den christennaam en be schamen door traagheid of verkwisting, door domheid of gebrek van veterkracht zelfs de bescheidenste verwachtingen. Maar zegt menigeen gij moet onze beste mannen niet weghalen. Dit kan alleen zeggen die den voestand niet kent, die het zelf goed heeft en nu zich om een en ander minder bekommert. Het is nu eenmaal een gedrukte tjjd, waar, menscheljjk gesproken, bijna geen doorkomen aan is. Wjj kunnen dus niemand de landverhuizing ontraden, wanneer hjj het metzjjn God wil beproeven. Natuurljjk is het hard, jaarlijks tal van degeljjke, gezonde werkkrachten op land bouwgebied, op maatschappelijk en kerkelijk gebied voor immer te zien heengaan christenen die ons zoo dierbaar waren ge worden in den strijd voor de christelijke schoolbeginselvaste mannen op staatkundig gebied, die met zooveel energie en toewijding ook bjj de stembus zichzelven gaven in den strjjd tegen het liberalisme. Doch wjj kunnen en mogen hen nu eenmaal niet hier houden. Nederland zelf werpt zjjn beste zonen uit. 'Het deed het in 1836, het deed het nog steeds alle jaren. Het heeft niet all® ;n geen brood voor allen, het spot zelfs met hunne vrijheid. Let op de teekenen der tijden. In den strijd voor christelijk onderwijs gaven de christenen in Nederland gedurende ruim veertig jaren vrijwillig hunne miljoenen, hunne sieraden vaak, het penninkske der armoede niet zelden. Vele kleine luyden hadden daarbjj hunne offers te brengen voor de vrije kerken en voor hunne leeraars, voor de zending op ieder gebiedvoor hunne armen en behoeftigen, voor hunne weezen en weduwen, hunne idioten en krankzinnigenhunne blinden en doof- «Begrijp je dat niet zei een jonge man, die deze woorden gehoord had «sedert onze grenzen door vjjanden belaagd worden, heb ben wjj een slaand leger noodig, dat anders nooit in onzen staat zou gekozen zjjn. Wie den vrede wil, bereide zich tot den krijg 1» «Wat? Voor de naburige vjjanden, dat lieg je 1 Neen, voor de geplaagde en vervolgde arbeiders hebben wij deze honden, opdat zij ons neerschieten, wanneer wjj dat eeuwige gehoorzamen zat zijn. Maar wees gewaar schuwd, de dag der wrake zal komen, en dan wee den verdrukkers des volks!» Op dit oogenblik deden zich eerst zacht, daarna steeds krachtiger de tonen hooren van een oud en lang vergeten lied. Honderden zongen Wij loven U, o Hemelheer, Wij prjjzen Uwe sterkte. Voor U buigt heel de aard zich neer, U, die ons heil bewerkte. Die Gjj waart reeds vóór den tjjd, Blijft Gij tot in eeuwigheid. Een schaar van ongeveer tweehonderd mannen en vrouwen geleidden tweegekerf- den naar de gerechtsplaats. De nieuwe staat had, nu zij gevestigd was, er niet meer tegen, wanneer men den ouden God weder aanriep, en nu eerst was het aantal van hen, die zich voor den Heere wilden buigen, gebleken niet zoo heel gering te zijn onder de ellende van de paar laatste jaren was het getal zeer toe genomen van hen, die troost zochten bjj Gods Woord. De stoet was de gerechtsplaats genaderd. Daar klonk onder hoonend gelach van hon derden anderen, nog eens uit de monden van hen, die hun vrienden begeleiden: Welaan, dit is uw laatste gang Kort is de weg, de rust is lang, Rust, broeders, zacht, in vrede 1 Bereid hun, Heiland uwe rust; Weest broeders, in Zijn trouw gerust, Met hem den strijd gestreden Toen beiden aan de galg hingen, schrapte stommen: hunne verwaarloosden en half- weezen. Ja men kan geen onderneming opnemen van christelijke zijde begonnen of zjj heeft den steun dier christenen onder vonden, ook en het meest van hen die weinig met goederen zijn gezegend. Nederland heeft dit niet gewaardeerd. Het heeft al dien belangeloozen jjver beantwoord met allerlei onbillijke wetsbe palingen tot rechtskrenking, tot binding van het particulier initiatieftot dooding der concurrentie tot vrijheidbeneming en tot ontchristening en ontzedelijking van het volk. Welk een zwaren strjjd heeft ons chris tenvolk te voeren gehad voor het christelijk onderwjjs. Jarenlang werd het gedwongen de christelijke school door eigen middelen op de been te brengen, en daarbij nog hooge belastingen te betalen tot instand houding van open bare scholen met neutraal kosteloos onderwijs. Thans eindelijk heeft de partjj die ons nu veertig jaar verdrukt heetf, ons goed recht erkend en een zeer klein deel der kosten vanhetchr. onderwijs op de schouders van den Staat geworpen, doch de kamp is nog een ongelijkehet is de wedloop van de locomotief en den bokkewagen. En reeds smaalt diezelfde partij dat de vrienden van christeljjk onder wijs nu maar zwijgen moesten. Van de bevoorrechting op kerkelijk ge bied weten ook vele duizenden af, terwijl de goedkoope inrichting der staats-hooge en middelbare scholen almeer aangelegd schjjnt op dooding der veerkracht en vernietiging van het christelijk onderwijs. Daarbjj is het eene oorzaak van groote ongerustheidjdat zoovele christenen, na tegen deze dingen jarenlang te hebben getuigd ge ëindigd zijn met hunne kinderen dienzelfden stroom mee op te voeren, zeer zeker tot geestelijke schade dezer kinderen. Hiermede hebben de christenen hunne positie als strijders tegen de heerschappij van het ongeloof zeer verzwakt. Wat wonder dat d" Staat hiervan partij trekt en het open baar lager onderwijs zoo christelijk mogelijk maakt; wetende dat de invloed van zijn middelbaar- en hooger onJerwjjs genoegzaam moderniseerend zal zjjnook geheel onop zettelijk. Wij hebben nog meer hel oog op den dwang in velerlei vormen waaronder velen onzer in Nederland letterljjk gebukt gaan. Uw kind is nauwelijks geboren of de Staat dwingt het om te worden ingeëntnau welijks in de schooljaren of de Staat zal u dwingen het naar school te zenden, teB spijt van uwe bezwaren tegen den vaccine- dwang, tegen het gekaapvaarte christendom der openbare schooltegen de ingrijping der overheid in uw onmededeelbaar ou- derrecht. de directeur van de terechtstelling twee na. men uit de lijst der burgers: Frits Weber en Koenraad Woudsberg. Frits was door den Heere in het hart ge grepen en kon zich met de dikke Anna niet meer laten vinden voor al de ongerechtighe den van den nieuwen staat. Uit wraak had zijn gescheiden vrouw, want zjj had den band, die haar bond, laten ontbinden, zjjn dood gezocht en de macht van een directeur van orde, want dit was zij geworden, was groot. De vier vrouwen, die den stoet gevolgd waren keerden van de gerechtsplaats terug en richtten hare schreden naar het kinder» huis, dat buiten de stad lag in een groot en weelderig park. Een groote muur sloot het terrein met zjjn tal van gebouwen van de buitenwereld af. De zon brandde aan den hemel. Het was twaalf uur in den middag, toen de vrouwen in de schaduw van den muur zich neder zetten. «Ik haal,» zei het kleine smerige wijf, «nog een paar vriendinnen, en dan tusschen twee en drie uur, wanneer de dikke portier slaapt gaan wjj over den muur, slaan den portier de hersens in en wreken ons op de directeuren, terwjjl wjj dan de deuren en poorten openzetten en dien armen schapen van kinderen de vrijheid teruggevenGoed begrepen?» Deze waanzinnige voorslag vond bjjval. De drie vrouwen legden zich in de scha duw van den muur neder, terwijl de vierde terugging. Het was nauweljjks twee uur toen door de breede laan, die naar het kinderhuis voerde een groote menigte zusters kwamen opzetten, vrouwen met ingevallen wangen, droge bleeke lippen, met uitgemergelde lichamen, gehuld in smerige lompen. Bloed Bloed wraakwraak 1 Dat waren de eenige gedachten, die in haar hersens omwoelden. Gezwegen nog van den indirecten dwang dien de Staat uitoefent door de opsiering van het officiëele dat wil zeggen de wjjze waarop hjj al wat van hem uitgaat op ge bied van wetenschap en kunst, mooi maakt om de menschen van de vrije school en het vrije hooger- en middelbaar onderwjjs af te trekken. Gewaagden wij van zedeljjken en gods- dienstigen dwang laten wij ook herinneren aan den stoffelijken dwang dien de natie wordt opgelegd in den vorm van zeer druk kende belastingen. Hoe ook mooi gepraat, elke belasting bljjft een leeljjke last; waar van wel is waar niemand zich mag ont- trekkendoch die dan toch in het vrjje Nederland wel wat al te kwistig wordt toegepast. Gezwegen van de lasten die de landbouwers in onze polders op te brengen hebben, als waterpenningen, enz, tot onder houd van den polder of het waterschap waaronder zij ressorteeren. Er zjjn misschien nog andere beperkende reglementen en verordeningen waarvan bijv. de landbouwers al het ongerief ondervinden. Wat tal van beperkingen bjj v. bij den bouw van woningeti voor menschen en varkens. Bepalingen waarvan wjj de deugdelijkheid niet ontkennen, doch die den band der gehechtheid aan het klassieke land der vrijheid, ons vaderland, met versterken. In al deze opzichten is Amerika het land der vrjjheidhet land der toekomst. Men achte de stoffeljjke en geesteljjke voorrechten niet gering, die langs den weg van verstan - dige landverhuizing zijn te verkrijgen. Vele zijn de bezwaren, 't is waar. Niet het minst die der taal; doch onze kinderen, die eenmaal onze piaatsen zullen innemen, zullen deze bezwaren minder gevoelen of gemakkelijker overwiunen. Doch voor hen hebben wjj ons in Nederland reeds zoovele moeilijkheden getroost, dat wij de onge- riefelijkheden aan een eerst verblijf in een vreemd land verbonden, om hunnentwil wel kunnen dragen. Een iegelijk die de krankheden der maat- schappjj maar eenigszins heeft gepeild zal zich er in verheugen, wanneer op deze wjjze de groote Medicjjnmeester beterschap deed intreden. Toch zijn wjj niet blind voor de gevolgen van zulk eene aderlating waarbjj het beste bloed der natie kon worden afgenomen. In sommige districten zjjn de voorstanders eener christelijk historische staatkunde in getalsterkte het liberalisme de baas, en bij eene eenigszins groote trek naar Amerika zou dit anders kunnen worden. Welnu, dan zullen de overbljjvenden des te grooter kracht ontwikkelen en zich bij een mogelijke nederlaag troosten met de wetenschap, .door de ervaring gerijpt, dat niet de stemmenovermacht, maar de geest- o, Hoe haatten zjj de menscheljjke ge meenschap, den nieuwen staat en de nieuwe orde van zaken De nieuwe orde was goed voor jonge, frissche meiden die tien mannen voor één kre gen. Maar wie dacht nog om die vermagerde, verschrompelde wezens, die den staat kind op kind hadden geschonken. Thans werken? Werken om te leven! Te leven Voor wie Ach, indien het nog was voor een geliefden zoon of dochter, of ook voor een liefhebbenden vader, dat men zijn zweet gaf 1 Maar kinderen en oudera heeft men niet meer. Werken om voor zich al leen te leven 1 Dat leven is niet waard, dat men het leeft 1 Weg met de diricteuren Weg met die honden! Messen schitterden in de zonnestralen; maar zij werden weder weggeborgen. Wonderljjk gezichtZjjn dat menschen, of zijn het katten, die over de muren klim men Het waren wel een vijftig vrouwen. Vier begaven zich naar de woning van den portier, thans «Directeur van de deur» genaamd. Voorzichtig openden zij de deur en vonden hem in zoete rust. Op de tafel stonden nog de overblijfselen van een keu- rigen maaltijd en een paar ledige wijnfles- schen, wier inhoud niet weinig had bijge dragen om hem, tot zjjn ongeluk, in diepen slaap te doen vallen. «Slaat hem nog niet de hersens in maai laat ons hem vastbinden en een prop in de keel steken,» zei een der vrouwen. «Wat riep een ander en, voordat iemand het verhinderen kon, stiet zjj hem een lang keukenmes door de borst. Akelig vertrok zijn gezicht in den slaap, doch hij ontwaakte nimmer. Nu ging het door de groote laan naar het hoofdgebouw. Houdt dan niemand hen tegen Slaapt dan heden, op dit uur, waarin zoovelen ten doode zijn opgeschreven, het geheele huis Wordt vtrvoS)g

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1