1892. No. 129.
Zaterdag 30 Juli.
Zesde jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIE»
feuilleton"
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummersƒ0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel.
Het voorstel Donner.
De Goesche Courant ontleent aan de
Arnhemmer eene aanbeveling van dit voorstel
hetwelk strekt om aan het schutteren op
Zondag een einde te maken. De aanbeveling
is blijkbaar geschreven door iemand die een
haat heeft jegens de belijders van den Chris
ten naatn: zij loopt over van de meest kren
kende aanmerkingen. Bijv. hij vergelijkt het
voorstel met het ei van Columbus en spreekt
spottend van een «kostelijk denkbeeld.»
Beluistert even den toon van dit stukje:
Het voorstel strekt om een einde te
maken aan gewetensbezwaren, die een zeker
deel van onze landgenooten, namelijk sehut-
terplichtigen met eene bij uitstek gevoelige
en orthodox bewerktuigde consciëntie lood
zwaar drukken, en de redacteurs van anti
revolutionaire bladen stroomen van tranen
(in overdrachtelijken zin) en stroomen inkt
(in de rechtstreeksche beteekenis hebben
doen vergieten. Volgens zijn voorstel wordt
de wetsbepaling, dat de oefeningen der
schutterij bjj voorkeur des Zondags gehou
den worden, vervangen door die, dat z(j
niet des Zondags mogen gehouden worden.
Neem het wetsontwerp aan, et le tour-
est fait. Althans éen categorie van ge
moedsbezwaren is uit ons midden ver
dwenen.
„Onzentwege mogen de Staten-Generaal
dit wetteke gerust aannemen. Voor 's lands
defensie, voor zoover die van de schiet- en
andere oefeningen der schutters in Holland's
Noorderkwartier en elders afhangt, zal het
weinig verschil maken of de schutters Zon
dags of op een anderen dag van de week
opkomen, en wij gunnen den hier bedoelden
schutters in dat geval van ganscher harte
de weelde en wellust van aan hunne ge-
wetensbe zwaren in dit opzicht bot te vieren
zonder de altoos onaangename gewaarwording
van boete betaling of gevangenisstraf. Alleen
heeft men het recht, hun den eisch te stellen
dat zjj in vredestijd tot dit vreedzaam ge
not van hunne gemoedsbezwaren in staat
gesteld, van hunne zijde de welwillendheid
hebben, die in tijd van onverhoopten oorlog
ter zijde te stellen."
Dan moet de heer Donner het ontgelden.
Hij had bij de christelijke regeering moeten
aankloppen.
„Drie jaren lang hebben wij een ministerie
van het christelijk bewustzijn gehad, dat
nu juist geroepen en uitverkoren scheen,
om onze wetgeving in overeenstemming met
velerhande gewetensbezwaren te zuiveren.
Dat deze regeering op dit gebied wel iets
gedaan heeft, ontkennen wij nietaan eene
geheele categorie van gewetensbezwaren is
zij tegemoetgetreden, met ot zonder succes.
De vrijheid van onderwijs geven op staats
kosten heeft zij tot stand gebracht, en de
vrijheid tot besmetting van kinderen en
volwassenen voorbereid, maar aan de ge
moedsbezwaren van de schutters heeft zij
uiet gedacht. Dat de heer Donner tijdens
het bestuur van dit bevriend regiment van
het recht van initiatief geen gebruik heeft
gemaakt,, duiden w(j hem niet ten kwade.
De Columbusfeesten waren toen niet zoo
na op handen en de anecdote van het ei
had dit thans genomen initiatief nog niet
gegenereerd. Maar dat het Ministerie van
1888 zelf daaraan niet gedacht heeft, ver
wondert ons in de hoogste mate. Het voor
beeld van den heer Donner toont, dat de
tegemoetkoming in dit geval geen heksen
werk is, met allen eerbied voor het voor-
ons liggend stuk durven wij zeggen dat
een Minister van Binnenlandsche zaken
SAMUEL GROWTHER,
de eerste Anglikaansche Neger-Bisscliop.
(Slot.)
Toen Adjaï nog school ging, had hij in
zijn vrijen tijd zich menigmaal aan den
oever der zee gezet, uitziende als een schip
met vrijgemaakte Negers aankwam, of er
zijne moeder bij ware. Hij vertrouwde
vast, dat hij haar terug zou zien, op grond
der belofte van den Heer: «Al wat gij den
Vader bidt in mijn Naam, dat zal Hij u
ceven.» Hjj werd in zjjn geloof niet be
schaamd. Den 21sten Augustus 1846 klopte
eene Negerin aan de deur van Crowthers
woning in Abbeokoeta: hij herkende zijne
moeder Afala. «Toen zij mij zag (verhaalt
hij in zijn Dagboek) begon zij te beven
ik wierp mjj in hare armenwij zeiden
niets, wij waren te zeer aangedaanmaar
er biggeWen dikke tranen langs de ver
magerde wangen mijner moeder.,.. Z(j
hield mijne hand in de hare, en toen vloei
den over hare lippen die zoete woorden
van hartelijkheid, die plotseling in mij het
verre verledene mijner eerste kindsheid
deden herleven en de gestalte mijner groot
moeder, die sedert als slavin gestorven
was.» Zoo was dan nu zyn geloovig vol
hardend gebed verhoord. Hij had zijne moe
der teruggevonden, die hij in ruim vijf en-
zelfs al bezit hij niet het „philosophisch
hoofd", dat in de laatste maanden van het
Christelijk bewustzijn in het torentje aan
den Haagschen Hofvijver dacht en over
woog dat zoo te zeggen uit de mouw
kan schudden.
Dat de christelijke regeering dit niet deed,
schrijft het liberale blad, toe aan huichelarij.
Schamper vraagt het
Zou de reden hiervan ock kunnen zijn,
dat gewetensbezwaren van deze soort, waar
bij meer bepaaldelijk de kleine burgerstand
en volksklasse betrokkken zijn, alleen waarde
hebben als agitatie- en reclame middel voor
de oppositie, doch voor eene Regeering van
die richting niet gewichtig genoeg zij n, om
door eene kleine wetswijziging te worden
weggenomen?
Is dit het geval, dan verdient de heer
Donner onze huldehij bezit dan de oprecht
heid, welke de leiders zijner partij missen".
Nu de Goesche Courant dergelijke min
heden overnam geven wij als tegenstelling
plaats aan het waardeerend oordeel van een
ander liberaal blad, «Het Handelsblad», dat
zich aldus verklaart:
«Wanneer overal elders in den lande
men van die «bestaande inzetting» reeds
jirenlang is afgeweken, zoodat zij eigenlijk
«een in onbruik geraakte inzetting» moet
heeten, waarom zou die regel dan in een
paar gemeenten gehandhaafd moeten blijven
en, zij 'took aan enkelen, aaDStoot blijven
geven
In allen gevalle kan de bestaande toestand,
nu de zaak eenmaal aanhangig is gemaakt,
niet gehandhaafd blijven. Een wet die «bij
voorkeur des Zondags» de schutterplichtigen
wil hebben opgeroepen, maar in dit opzicht
schier nergens meer wordt nageleefd, beh >ort
te worden gewijzigd.
En dan schijnt ons die wijziging het bil-
lijkst toe, welke zich aansluit aan het schier
overal geldende gebruik en tevens te gemoet
komt aan een «gemoedsbezwaar», z\j het ook
van enkelen.
Wij zijn zeer gehecht aan plaatselijke
autonomie, maar mag die gehechtheid zoover
gaan, dat zij er toe zouden moeten leiden
voor een zeer gering getal gemeenten een
verouderde bepaling te handhaven?»
Y Een dissonant.
Het orgaan der jongere liberalen, het
radicale «Dagblad voor Nederland» meent
den toeleg der belastingparlij te hebben
doorzien.
Leest men de liberale couranten, dan is
men geneigd te vragen zou er wel ergens
ter wereld, een liberale partij, een Minister
van Financiën en een pers zijn, ieder op
zichzelf zóó hoog uitstekend boven het ge
wone peil van bekwaamheid, karakter en
liefde voor het volk, en allen te zamen el
kander zoo volkomen waard
De Minister is zonderling groot, omdat
liij de Vermogensbelasting er heelt doorge
haald. De Kamer is ongewoon groot, om
dat z\j zulk een vermogensbelasting heeft
durven aannemen, en de pers is misschien
nog grooter, omdat zij van die belasting als
het non plus ultra van ministerieele wijs
heid onvermoeid den lof heeft gezongen.
Maar het allergrootst is misschien wel in
de oogen van Kamer, Minister en couranten,
de heer Hartogh, die één voor één al zijn
verklaringen weder heeft willen inslikken,
en ten slotte aan Lieftinck den uitroep
ontlokte oen uitroep die een gevleugeld
woord zal worden „daar neemt hij zijn
draai 1"
vnmnr 'T.r
twintig jaren niet had gezien. Nu was het de
vurigste begeerte en het gebed zijns har
ten, haar tot de kennis van den Heere Je
zus gebracht te zien. En ook dat heeft de
Heer hem gegeven. Den 6den Februari
1848 genoot Crowther de vreugde bij den
doop zijner moeder tegenwoordig te zijn;
zij nam, als moeder van Samuel, den naam
van Hanna aan.
In den zomer van 1851 scheepte Crow
ther zich naar Londen in, om de aldaar
ontwaakte liefde voor de zending in Ab
beokoeta en geheel Joruba aan te vuren.
Den 31sten October trad hij de groote
zaal van het Zendinghuis binnen. Onder
de cpgekomen menigte zat een heer in
admiraalsuniform, die, zoodra de zwarte
spreker was binnengekomen, van vreugde
opsprong met den uitroep: «Samuel Crow
ther!» Onmiddellijk daarna riep deze uit:
«Sir Henry Leeke, mijn bevrijder!» De
admiraal was werkelijk de [vroegere kapi
tein van den Myrmidon. Ofschoon Crow
ther hem sedert zijne jeugd, negen-en-
twintig jaren geleden, niet weder had gezien,
herkende hij hem terstond. Zij drukten
elkander de hand, en alle aanwezigen waren
diep geroerd.
De Evangeliedienst, dien Crowther in
Abbeokoeta verrichtte, en die zich door
belangrijke taalkundige werkzaamheden
onderscheidde daaronder behoort de ver-
Voor het blad komt een belachelijk kantje
van dit treffend tooneel bloot.
Het heeft er wezenlijk iets al te veel van,
of de keeren elkaar met open oogen voor
den mal houden. De minister, die zijn heele
wet heeft moeten overmaken, om alleen te
behouden de splitsing der inkomsf en-
belasting, die door bijna geen enkel liberaal
van harte kon worden goedgekeurd, zag zijn
wet aangenomen, eenvoudig omdat de liberale
partij zich had voorgenomen, vóór de kies
wet aan de orde komt, in haar belasting
herziening een aanbeveling by de te waehten
verkiezingen te zoeken, en om de schande
uit te wisschen, die op haar drukt, veertig
jaar lang de eischen der rechtvaardigheid
te hebben geringgeschat. Men weet wat van
dit voornemen het gevolg is geweest, en
hoe hef. doel is bereikt.
Met de bewering dat deze belasting eisch
was niet van rechtvaardigheid maar van
liberale partij politiek, en dat van Houten
daarbij de rol van vice minister speelde, gaat
de herinnering gepaard:
Zoo werd dan ook de beraadslaging over
de Vermogensbelasting van liberale zijde,
schier alleen voorde leus gehouden. Niemand
durfde zich cordaat te verzetten tegen het
eenmaal genomen besluit om den Minister de
vrijheid te geven zijn wil door te voeren.
En trad de tegenpartij op. zooals bij monde
van den heer v. Alphen over de al of niet
belastbaarheid der te veld staande gewassen,
met een vraag die wat lastig was, zoodat
de Minjster haar verkeerd beantwoordde,
dan kwam zelfs mr. v. Houten zoo'n onverlaat
het zwijgen opleggen, met den berispenden
uithaal: Wat geeft u het recht den heer
Pierson iets te vragen, waarop hjj, vermoeid
als hij is, een bescheid geeft in strijd met
zijn eigen wetsontwerp Zoo iets, meende
de vice-minister, moest niet kunnen voor
komen
Enkele van deze beschouwingen doch
niet alle herinneren aan bezwaren, ook
van onze zijde geopperd.
29 Juli 1892.
De «Goesche Courant» heeft Maandag
avond haren goedgeloovigen lezers medege
deeld dat de neer Keuchenius gestemd heeft
voor de suikerwet. In Middelburg zou men
dit noemen leugens op de mouw ispellem.
In Goes heet hetleugens op «den» mouw
spelden.
Immers de heer Keuchenius stemde, evenals
de heer Lucasse, tegen genoemde wet.
Door den minister van oorlog is bepaald
dat het kampeeren van het 3e regiment
infanterie met 2 dagen zal worden bekort.
Dientengevolge zal dat korps waaronder
ook de bataljons te Middelburg en Vlissingen
niet 8 maar 9 September a. s. het
garnizoen verlaten en den 22e in plaats
van 23 d. a. v. daarin terugkeeren.
Te Brouwershaven is tot lid van den
raad gekozen de heer H. Beekman, rijks
ontvanger, met 45 van de 75 geldige
stemmen.
Het aantal kiezers bedraagt 127.
Op de internationale paardententoon-
stelling te Scheveningen is o. a. met een
eersten prijs bekroond, in de catagorie
meniën 3 jaar en ouder in Nederland gefokt,
Cato van G. J. Dorst te Stavenisse.
Voor een gediplomeerd Nederlandsch
apotheker, niet ouder dan vijf en dertig
jaar, bestaat de gelegenheid zich tijdelijk
taling van den Bijbel in de Joruba-laal
werd bij gelegenheid van eene nieuwe
onderzoekingsreis naar den Niger afge
broken. De tocht, voor rekening van een
rijken koopman te Londen, Mac Gregor
Laird, ondernomen, geschiedde in 1854 van
Juli tot het einde van October. Crowther
werd geroepen, om die expoditie als tolk te
vergezellen, doch moest tevens onderzoeken,
of de Niger niet kon dienen tot een weg,
om in het hart van Afrika door te dringen.
In zijn rapport geeft hij in het kort zijne
indrukken aldus terug. De wijze, waarop de
opperhoofden langs de boorden van den Niger
ons ontvangen hebben, heeft onze verwach
ting overtroffen. Ik acht dat het oogenblik
gekomen is, langs dezen weg naar Centraal-
Soudan eene zending te vestigen. God heeft
de werktuigen voor dit apostolische werk
bereid in den persoon van die zwarte chris
tenen te Siërra-Leone, die uit de streken
van den Niger afkomstig zijn». Deze woor
den zijn het program geworden, dat door
het Anglikaansche Zendinggenootschap sinds
1857 aan den Beneden-Niger is gevolgd.
Van nu at vermengt zich het leven van
Crowther met de geschiedenis der zending
aan de boorden van den Niger. Bij gelegen
heid eener nieuwe handels-expeditie in 1857
ontving Crowther van zijne bestuurders de
opdracht, om de plaats voor een zeker
aantal zendingposten uit te kiezen. Men
voor vijf jaar te verbinden als mili
tair apotheker 2e kl. (le luit.) bij de land
macht in West Indië, voorloopig met
bestemming naar Suriname.
Aangifte bij gezegeld verzoekschrift vóór
1 Aug. bij den minister van koloniën. Voor
nadere voorwaarden zie men de Sf. Cr.
No 175.
Wij kunnen mededeelen, dat. de zoozeer
gewraakte zware lederen shako's ten doode
zijn opgeschreven. De minister van oorlog
heeft eene commissie gelast hem voor te
lichten omtrent den besten vorm en de
grondstof voor de nieuwe hoofddekkelsvoor
zoover de beraadslagingen tot eenig resultaat
kwamen helt men steik over te raden tot
het invoeren van kurken helmen, ongeveer
gelijk doch edeler van vorm dan de stukken
der Indische militairen. (A.)
Op verzoek met 31 dezer eervol ont
slagen de rijksveldwachter 3e klasse J.
Kooijmante Sirjansland [Oo.terland],
Door den heer T. Aukes, te Rotterdam,
is concessie aangevraagd voor den aanleg
en de exploitatie van een buurtspoorweg
van Rozendaal over Wouw, Steenbergen,
Slaakdam. Sint-Philipsland, Bruinisse, Oos-
terland, Nieuwerkerke en Kapelle naar
Zieriksee.
Bij kon. besluit herbenoemd tot
burgemeester van Sluis J. H. Hennequin.
Zaterdag kwamen de inspecteurs
van het geneeskundig Staatstoezicht in den
Haag bijeen om met den minister van
binnenlandsche zaken maatregelen te be
ramen, welke genomen moeten worden
als de cholera ons land van naderbij mocht
bedreigen.
Eerlang wordt de instelling eener
Staatscommissie voor een plan tot droog
making der Zuiderzee verwacht.
Te Ridderkerk werden bij de ver
kiezing van een lid der prov. Staten 1906
stemmen uitgebracht. Van onwaarde 8. De
heer Havelaar verkreeg 980 en de heer
Smit 912 stemmen.
Gekozen tot lid van den Gemeenteraad
van Koudekerke de Heer W. H. de Brujjn
van Melis- en Mariekerke burgemeester,
met 113 van de 124 stemmen.
Vulkanische uitbarsting op
Groot-Sangir.
Uit mededeelingen van dr. J. J. P.
Valeton Jr. te Utreckt, aan het «Handels
blad, welke door hem uit Menado zijn
ontvangen, blijkt dat thans de nood op
Sangir ontzettend groot is, en, indien niet
krachtige maatregelen worden genomen, een
hongersnood onvermijdelijk is. Ook in die
plaatsen, die niet tot de eigenlijk verwoeste
streken kunnen worden gerekend, zooals
b. v. in het iets zuidelijker gelegen Manga-
nitoe, zijn de boomen, door den nederval-
lenden aschregen, geheel van bladeren en
vruchten beroofd. Zoo sterk was de asch
regen dat tot in Manganitoe toe de adem
haling er door werd bemoeilijkt.
De ellende is niet te beschrijven. Ieder
zoeht zijne betrekkingen en velen vinden
hen in de afzichtelijkste vormen terug.
Daarbij een groot aantal gewonden, die
kermen van de brandende pijnen. Bij
bezigde in deze zending alleen negers en van
den beginne af bestuurde Crowther geheel
de onderneming. Zijne geschiedenis is van
nu af die der zending, te breedvoerig om
hier te kunnen worden vermeld. De merk
waardige vorderingen kunnen uit de volgende
opgaven blijken.
In 1867 telde deze zending reeds 6 posten
met 6 geordende zendelingen, 89 Avond-
maalgangers, 272 gemeenteleden en 149
scholieren in 1891, 11 posten met 7 ge
ordende zendelingen, onder welke Crowthers
oudste zoon en zijn neef, en 19 ongeor
dende, 902 Avondmaalgangers, 2702 ge
meenteleden en 545 scholieren.
Den 29sten Juni werd Crowther in de
kathedraal van Canterbury in tegenwoordig
heid van eene groote schare door den primaat
van Engeland tot bisschop van de Nigerlanden
gewijd. Hij was de eerste neger, wien de
eer en dat voorrecht te beurt vielen. Tegelijk
benoemde de Universiteit van Oxford, zgne
verdienste als Bijbelvertaler waardeerend,
hem tot Doctor in de theologie.
In de geschiedenis van de zendiag der
negentiende eeuw zal de persoon van Bis-
scnop Crowther altijd met lof genoemd
worden. Meer dan zestig jaren lang was
hij een onvermoeid, getrouw en nederig
dienstknecht des Heeren. Den 31sten De
cember 1891 is hij te Lagos in den ouder
dom van ruim 80 jaren de ruste ingegaan,
i