1892. No. 127. Dinsdag 26 Juli. Zesde jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. B'RUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES WAAROM NIET? Gemengde Berichten. uw. èxken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummersf 0.02'. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Nu de wet-Pierson aangenomen is, zullen wij ons van napleiten onthouden. Alleen zijn wij verplicht kortelijk toe te lichten wat wij ineen vorig nommer vermoedden dat geschie den zou, namelijk dat jde|geheele antirevoluti onaire partijl") met enkeie roomschen de wet afstemde, terwijl de geheele liberale partij zich er voor verklaarde. Over de deerniswaar dige houding der liberale partij, voornamelijk van de rechter- en linkerzoom dier partij, v. Karnebeek, v. Delden, Hartogh, Poelman, Sanders, die, schoon de fouten der wet er kennende en de invoering zonder waarborg van aequivalent afkeurende, niettemin aan de stem des drijvers mr. v. Houten niet on gehoorzaam durfden zijn, daaraan verspillen wij geen woord meer. Trouwens de alleszins bevoegde schrjjver in de «Prot. N. Brab.» heeft toen de eindstemming nog moest plaats hebben de houding der antirevolutionaire partij zeer juist aldus geteekend: Den minister hebban wij hoogelyk gepre zen; zjjne wet niet! Want tegen zyne wet zijn zeer ernstige bedenkingen in te bren gen; de kritiek door de rechterzijde daarop uitgeoefend is eer gematigd dan scherp, en nimmer heeft men by de liberale partij zulk eene alles over liet hoofdziende meegaandheid aanschouwd, [als dit maal tegenover den minister Pierson. Ver gelijk eens de tegenwoordige houding vooral van mr. Van Houten met die tegenover vroegere ministers, waaronder zijn beste beste vrienden; o. a. tijdens de behandeling van het ontwerp-Vissering. Het onderscheid tusschen toen en thans is inderdaad aller- vermakelijkst. En toch stellen wij dien minister hoog, omdat hij weet wat hij wil en durft wat hij wil, zelfs vlak tegen den wil der liberale partij in. Maar de minister is niet sterk in de ver dediging van de wetsbepalingen in vlugheid van redactie; in kennis van detailzaken. Op dit punt steekt de oud-miister Heemskerk hem verre de loef af, en zoo de liberale partij ditmaal niet, puur uit zelfbehoud, alles over zijn kant liet gaan en zich met allerlei be loften en betuigingen tevreden stelde, on danks zij zeer goed weet, dat deze niet den allerminsten waarborg geven tegen allerlei moeielijkheden en willekeur zou dit ont werp reeds lang den weg van al zijne voor gangers zijn opgegaan. De antirevolutionaire partij bij monde van de heeren Mackay, v. Alphen, Beelaerts, en anderen had zich tot zekere hoogte voor de ontwerpen verklaard. Zij steunde waar het mogelijk was, door te stemmen voor de desbetreffende amendementen, de pogingen ter ontlasting van den minderen man. Zij wilde gaarne medewerken om dit nationale werk tot stand te brengen. Doch nu moest beslist worden omtrent de invoering der wet. Artikel 50 bepaalt dat de wet in werking zal treden op '1 Mei 1893. 1 De antirevolutionairen, de mogelijkheid voorziende dat op dien datum het patent nog niet is afgeschaft, stelden bij monde van mr. Mackay voor de invoering bij koninklijk besluit te doen plaats hebben, nadat het patent zou zijn herzien. Dit was billijk. De mogelijkheid dat vermogensbelasting en patent tegelijk een deel der belastingschuldigen zouden drukken, moest worden afgesneden. De minister beloofde wel dat het patent voor dien tyd algeschalt zal zijn; en de gausche Kamer vertrouwt hem ook wel op dit punt. Maar een mensch is sterfelijk en een minister is dit in dubbelen zin. Wie waarborgt ons dat dan toch de af schaffing van bet patent zal doorgaan Op goed vertrouwen mocht hier niet gehandeld worden. De liberale partij had dit vroeger den minister Godin de Beaufort ook aan het verstand gebracht. Onzes inziens was het dan ook een nationaal werk dat de antirevolutionairen toen die onzekerheid, die mogelijkheid van een dubbele belasting der natie niet werd weggenomen, tegen de wet stemden, ondanks ae verbeteringen die zij bevat. Trouwens de liberale partij wist, wijl mr. ackay het verzekerd had, dat by wegne- ïng van dit inderdaad gewichtige bezwaar eer Mackay en zijne viienden voor die srlinu0U,?e,n ,stemmen- Aan haar dus de nviiir ai vermogensbelasting voortaan prijken zal met liberaal etiket. Voorts verwjjzen wij naar wat dezelfde bovengenoemde schrijver zegt omtrent Progressieve belasting. Schi^mp?lebla<le!1 V'?den een man als Baron bchimmelpenninck, die tegen het beginsel van progressie in verzet komt, natuuS erg conservatie En misschien doen sommige antirevolutionairen dat ook wel heS6LnleVefael °Pmerkebjk, dat nog niet heel lanD geleden zeer weinig liberalen dat beginsel omhelsd hadden in de belasting- ontwerpen voor de jongste Grond wets-her- ziening kwam het dan ook niet voor. Ook is het opmerkelijk, dat nog niemand er in geslaagd is, het beginsel van progres sie op wetenschappelijke gronden goed te verdedigen. Ook niet Mr. Pierson. Lees maar eens wat in diens Leerboek over dat onderwerp voorkomt en gij zult terstond zien, hoe onvast de theorie is, en tot welke onmogelijke gevolgen elke logische redenee ring leidt. De liberalen uitgezonderd Mr. Bool schijnen nu allen gewonnen voor het begin sel. De Minister Pierson juicht over de edelaardigheid van het Nederlandsche volk, dat zich zoo goedmoedig een belasting laat opleggen, waanoor een goede maatstaf zich even moeielijk als een goede controle laat vinden, en bij de inning waarvan goede trouw en willekeur de plaats zullen moeten vervullen van vaste regels en bepaalde gren zen, die in andere belastingwetten worden aangetroffen. Aan kiezersvrees en "partijbelang schjjnt de ietwat optimistische Minister niet te denken Doch, hoe dit zijde liberalen zijn om gedraaid. Maar is nu iemand, die niet zoo snel bijdraaien kan als de liberale partij en die ook geen kiezersvrees kent, reeds daarom alleen conservatief Ons dunkt van neenwij begrijpen uit nemend dat een voorzichtig en eerlijk man bang is voor de toepassing van iets, dat als theorie onverdedigbaar is en tot zeer verkeerde gevolgen kan voeren. Het lijkt heel mooi, met den heer Heldt uit te roepenhet kapitaal moet beter «aangepakt» op de wijs van «houd den dief»; of te leeraren dat de belasting op allen gelijkelijk moet drukken doch bij eenig nadenken bemerkt men al spoedig, dat voor het eerste geen rechtsgrond is aange geven en voor het tweedereen mogelijkheid bestaat,. Toch verheugen wij ons zeer over de wijziging van ons belastingstelsel, in den geest als door Mr. Pierson wordt bedoeld. God heeft in de wereld de ongelijkheid gewild dit is onbetwistbaar. En juist daarom moeten niet allen qelijkelijk worden belast. De sterkste moet het meeste dragen. Niet evenwel omdat hij het meest missen kan, daarover heeft hij alleen zelf te oordeelen. Ook niet omdat hij het meest geniet, want de vraag is of de zwakke vaak niet meer dan de sterke «van den Staat geniet». Maar alleen, omdat hij de sterkste is; omdat God hem meer ge geven heeft, teneinde met zijn gaven de zwakken te kunnen beschermen. Toen de «edelen» of «vrijen» beter dan de mindere man in staat waren de wapenen te dragen, droegen zij het meest bij voor aller behoud zjj allereerst waren geroepen hun leven daarvoor te wagen. En van oudsher waren het, de vermogenden, die ge roepen werden tot het bekleeden van on bezoldigde lastposten, zooals bet lidmaatschap van de jury, van de schutterij enz. Ook het volk, in al zijn deelen, moet bij ilragen tot de algeineene lasten, want de staat, de geordende maatschappij gaat ons allen aan daarom is het opleggen van accijnsbelastingen of zelf» van persoonlijke diensten niet af te keuren. Maar de meergegoede moet er prijs op stellen, meer te kunnen en dus te mogen doen dan anderen. Als nu, in den loop der tijden, de belastingdruk zóo geregeld is, dat de gegoeden in vergelijking met de min gegoeden te weinig gedrukt worden, dan behoort naar middelen van verbetering te worden omgezien. De accijnsen drukken gemeenlijk in omge keerde verhouding. De persoonlijke dienst plicht evenzeer. En andere persoonlijke ver plichtingen, behalve kiesplicht, worden aan de ingezetenen niet meer opgelegd, omdat in staat en gemeente bijkans alles door ambtenaren, dus tegen betaling, wordt ver richt. Het eenige middel tot herstel vau een blijkbaar door God gewilden toestand ligt dus in directe belasting van de vermogens der meergegoeden. De meer gegoeden zyn verplicht, willen zij de ordinantiën Gods eerbiedigen, den last die thans op de zwakkeren drukt op eigen schouders over te nemen. Belastingbetaling is geen lust, voorzeker; maar zjj is wel eene zedelijke plicht. Daaruit volgt echter geenszins, dat de mindergegoeden het recht hebben dien meer deren last op te leggen, alsof zij een zeker recht hadden op het kapitaal der meer ge goeden alsof er vaste regelen waren aan te geven, die aanwezen hoeveel een ieder te betalen heeft. Ouders zjjn verplicht hun kinderen goed op te voeden; kinderen zijn daarom nog niet gerechtigd dit te eischen. Natuurlijk moet de bijdrage (in geld of persoonlijken diensf) worden geregelddit moet uitgaan van de Overheid, die evenwel 'en allen tijde de toestemming van hen die belast worden, noodig heeft geacht. Het is te wensclien, dat onze antirevolutionaire Kamerleden, hoe gegronde bedenkingen zij tegen dit wetsvoorstel mogen hebben, door drongen zullen zijn van de zedelijke ver plichting die op de welgestelden rust. En het schijnt ons rationeel, dat deze verplaatsing van lasten vóór de te ver wachten uitbreiding van kiesbevoegdheid worde vastgesteldopdat, zooveel mogelijk, blij ke dat de meer welgestelde klasse zich vrijwillig zwaarder heeft belast. Toen mag niet vergeten worden, dat het tot stand komen eener belastinghervorming vóór kiesrechtuitbreiding vlak in strijd is met wat de liberalen voor de verkiezingen hebben voorgespiegeld, en dus althans op dit punt, eene rechtvaardiging is van het vorig Kabinet. De heer Kerdyk [lib.] en de antirevo lutionaire leden Huber, Lucasse, v. Bylandt en v. Löben Seis waren bij de stemming afwezig, met kennisgeviug en om wettige redenen. De heer Huber wegens ambts bezigheden, Lucasse en v. Bylandt wegens ongesteldheid; v. Loben Seis wegens de be grafenis van zijn schoonvader; Kerdyk wegens noodzakelijk verblyf in het buitenland. 7 Geel. Twee groote liberale bladen «Handels blad» en Sociaal Weekb ad zijn aan het twisten geweest over de vraag of de sociaal democraat Geel, dia den commissaris van politie Stork door den hoed schoot, niet te streng is gestraft geworden. Sociaal democraten zijn het natuurlijk over deze zaak eens. Geel had volgens hen hoogstens een boete van f 1,90 de prys van een nieuwen fantasiehoed- moeten opgelegd worden. Maar voor liberalen is dit te bar. Voor hen staat het nog niet vast hoe groot de straf had moeten zijn. Het «Sociaal Weekblad» vond het vonnis van 8 jaar gevangenisstraf te zwaar en|acht dus dat zijn gratie geen begenadiging, slechts een daad van rechtsherstel is geweest. Het blad vindt het te zwaar ook in ver gelijking met de lichte straf aan kapitein Bakker opgelegd die den stoker op zijn schip doodschoot. Het Handelsblad is het slechts gedeeltelijk met zijn collega eens. Het blad noemt ook de straf gestreng, doch daarom behoeft het vonnis niet slecht te zijn. Daarna trekt hef blad een vergelijking tusschen de beide «moordenaars»Geel die 8 jaar kreeg en Bakker die er met 3 maanden af was. En dan zegt het Handelsblad; Uier een jonge man die een schot lost op een ambtenaar die zijn plicht doet en voor de orde moet waken. Daar een ge zagvoerder die zijn gezag handhaven moet tegen een stoker die weigert te werken». Wij zijn geneigd, als wij ons op het standpunt van de liberalen en van boven genoemde bladen paatsen, het «Sociaal Weekblad» gelijk te geven. Volgens het Handelsblad was het toch ook niet anders dan een ambtenaar die geschoten werd, en volgens het Sociaal Weekblad trof het schot alleen diens hoed; terwijl Bakker zijn stoker door de borst schoot. Maar dan zouden wij nog een trede lager wil'en gaan en zeggen met de sociaal de mocraten: vergoeding van den hoed ware het beste. Van Handelsblad over Sociaal Weekblad leidt de rechte lijn tot «Recht voor allen», welk blad deze laatste meening verdedigt. Neen, dan staan wjj antirevolutionairen bij de verdediging of bestrijding van rechter lijke vonnissen vrij wat sterker. Bij ons ligt het zwaartepunt der straf in den op stand tegen het Gezag, in de miskenning van het recht der Overheid. Geel schoot op een der van God gestelde machten; en dit maakte een zoo zware straf noodzakelijk. 25 Juli 1892. Men wordt langzamerhand geneigd de bekentenis af te leggen: dat de liberale regeering de handen geenszins in den schoot laat rusten. Maar hiermee is nog volstrekt niet gezegd, dat haar ijver het vaderland gouden bergen belooft. Het gelukkigste land heeft de minste wetten, zegt een zeer oude spreuk en de zusht naar veranderingen, naar zoogenaamde hervormingen werpt nog lang niet ahijd voordeel af. Het is geen zeld zaamheid, dat zulke hervormingen in de practijk tegenvallen en meet effect maken dan jverbetering aanbrengen. Intusschen, het moet erkend worden, dat de liberale regeering werkt. Minister Pier son heeft spoed gemaakt met het eerste deel zijner belastingplannen, minister Tak kondigt een nieuwe kieswet aan, waardoor het kiezerskorps wederom meer dan ver dubbeld zal worden, terwijl minister Seyf- fardt, naar een mededeeling van het offl- cieuse Handelsblad, een nieuwe legerwet bij den Raad van State heeft ingezonden. (Centrum). llit de ruime beurs. Bij koninklijk besluit is aan de gemeente Ter Neuzen, boven en behalve de bijdrage bedoeld bij art. 45 der cfnderwijswet, voor eonebehoorlijke inrichting van haar lager on. derwijs een subsidie verleend van f 20,916,50j De by het 3e regiment infanterie tot kapitein benoemde le luitenant A. Opstelten, is ingedeeld by het 2e bataljon van dat korps te Middelburg. MIDDELBURG. In de raadsvergadering van a. s. Woensdag te 2 uur zyn aan de orde1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Wijziging begrooting godshuizen 1892. 4. Rekening burgerlijk armbestuur 1891. 5. Voorstel van burg. en weth. tct wijziging verordening cursus tot opleiding van hoofd onderwijzeres. 6. Adres F. Hilarius, aanne mer van het maken van een hoogreservoir- gebouw ten dienste der waterleiding, hou dende verzoek ora kwijtschelding van boete met voorstel van burg. en weth. 7. Adres van Van den Berg en Co. betreffende de verwijdering van een publiek pompje fn de Segeerstraat met rapport van burg. en weth. 8, Adres afd. Walcheren der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland betreffende oprich ting van eene weeghmchting van gemeente wege met advies van den arrondissements ijker en voorstel van burg. en weth. 9 Adres van W. de Bree te Koudekerke, houdende verzoek om vergunning tot het betreden van het gazon van het jLangevielebolwerk. met voorstel van burg. en weth. 10 Aange houden voorstel van burg. en weth. betref lende het onderwijs inde kennis der natuur op school G met advies van den arrondis- sements-schoolopzienor. 11. Adres A. Ba- rentsen betreffende het leggen van eene brug van een perceel bouwland langs den Nieuwlandschen weg naar dien weg met voorstel van burg. en weth. 12. Voorstel tot rooiing van boomen. 13. Benoeming on. derwyzer school C [vacature Van der Bel.] Bij het departement van koloniën is het volgende telegram van den gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, dd. 22 dezer, ontvangen «Volgens laatste berichten zijn door de eruptie van den Goenoeng Awoe twee dui zend personen gedood, doch geen Europe anen. «Het N.W. deel vau Groot Sangir is ge heel verwoesthet overige deel van dit eiland kan in zes maanden zich herstellen. De oogst is vernield, doch door zending van levensmiddelen wordt hongersnood voor komen». Te Breda is Vrijdag op 67jarigen leeftijd overleden de heer F. G. v. Bloemen Waanders, oud-minister van koloniën, oud directeur van binnenlandsch bestuur in Ne- derlandsch-Iudië, ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw. By kon. besluit is benoemd tot nota ris binnen het arr. Zierikzee, ter standplaats Zierikzee, J. Franse, cand.-notaris aldaar en aanN. W. Hocke, burgemeester der gemeente Kerkwerve, toestemming verleend om tot 1 Aug. 1892 te Ellemeet en daarna te Zie rikzee te wonen. Kattendijke. De herstemming voor een lid van den gemeenteraad is bepaald op Donderdag 4 Augustus a.s. Vlissingen. Vrijdagnamiddag had in een kermistent op de Rommelkade bij ge legenheid eener kindervoorstelling waarbij een geweer gebruikt werd, een 4 jarig kind van den eigenaar der tent het ongeluk het met los kruit geladen geweer aan te raken het ging af en trof het kind in het gelaat. Deerlijk gewond in het stedelijk gasthuis opgenomen, bestaat er nochtans hoop op haar herstel. Vlissingen. Zaterdagmorgen had de kwartiermeester J. F. Brandenburg aan boord van de mailboot der maatschappij «Zeeland» het ongeluk bij het laden in het ruim te vallen, met het gevolg dat hij het rechter dybeen brak. In het wachtlokaal van den Prov. Stoombootdienst gebracht, werd hem de eerste heelkundige hulp verleend door dr. Vermaas. Des middags werd hij naar het stedelijk gasthuis overgebracht. Kruiningen. De heer Hendrik Blok,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1