1892. No. 120 Zaterdag 9 Juli. Zesde jaargang. V E RS C II I.I Y T PRI JS DER A I) VERTE YTIEY G. M. KLËMKERK. te Goes F. P. D HUIJ, te Middelburg. DE UNIE Aan des Lezer uw. UITGAVE VAN ei.ken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Pr|js per drie maanden franco p. p. f 0.95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel Enkele nummers 0.02'. meer 10 cent. Bij dit nommer behoort een bijvoegsel «EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL». Collecte van 3 Augustus. Nu de Augustuseollecte weder in uitzicht is, geven wij om te beginnen, gaarne plaats aan het navolgende verzoek, door het bestuur der Unie gericht aan „De correspondenten en besturen van de Locale Comité's voor het Volkspetitionnement. Het luidt Mannen Broeders Met innige dankbaarheid aan onzen trou wen God, nemen wij de vrijheid u bij dezen te herinneren aan de komende Augustus- of Unie-collecte. Voor de veertiende maal mogen w|j de bljjdschap smaken u op onze jaarcollecte voor de scholen met den Bijbel te wijzen, die nu niet meer als een protest tegen de Schoolwet van 1878 wordt gehouden, maar als eene voortdurende dankbare herin nering aan het groote volkspetitionnement. Welaan, wilt dan, evenals in vorige jaren, ook nu weer toonen, dat gij genegen zijn met vernieuwde kracht en opgewektheid te arbeiden voor het welslagen der a. s. col lecte, opdat onze tegenstanders kunnen zien, dat de liefde voor de school met den Bijbel bij ons volk niet vermindert en de voorstanders van ome scholen zich kunnen verlustigen in den ijver en de toewijding van hen, die de belangen van «de School met den Bijbel» op het harte dragen. Geve de Heere u den rechten Unie geest en de noodige hulp om alles zóó te kunnen regelen, dat de uitkomst dezer jaarcollecte verrassend zij. Rekenende op uwe trouw, zenden wij u slechts deze ééue groote circuiaire, waarbij het Unieblaadje met en zonder de aan kondiging der collecte) het «verzoekschrift» en de «in te vullen» circulaire gevoegd zjjn. Weest zoo mild mogelijk met de ver spreiding der Unieblaadjes, opdat ons volk op de hoogte zij van ons doel en streven en vraagt het benoodigde aantal Ex. (ook van het «verzoekschrift») spoedig aan. Zoo gaan w(j dan den derden Augus tus tegemoet met de bede in het hart, dat God almachtig uwen arbeid met Zijnen zegen bekrone en H|j U sterke tot het houden van de Veertiende Jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel. Het verzoek is geteekend door de heeren J. E. N. Baron Schimmelpenninck van der Oije te 's Gravenhage, Voorzitter, Mr. T. P. Baron Mackay te 's Gravenhage, Pen ningmeester, Ds. J. W. A. Notten te Ermelo, Assessor (2<& Voorz.), Jhr. Mr. H. M. J. van Asch van Wijck te Utrecht, Assessor, J. den Boer te Almkerk, M. de Jonge Jz. te Goes, Jhr. Dr. L. de Geer te Velp, W. M. Oppedijk te Ylst, Ds. J. van Andel te Leeu warden, S. T. de Jong te Kampen, Ds. T. Bos te Bedum, Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman te Amsterdam en R. Derksen (Kie vitstraat 40; te Rotterdam, Secretaris. Nog altijd is de Openbare School neu traal en wordt dus het grootste deel onzes volks opgeleid in de secteschool der moder nen. Nog altijd geldt het woord van den met ons Christelijk geloof spottenden Spectator «Och, laat het ons toch inzien en, ingezien het erkennenhet onderwijs kan niet volstrekt neutraal zijn, en het is onkerkelijk, ja kerkondermijnend Nog altijd heeft Dr. Allard Pierson ge lijk, als hij zegt«dat de hedendaagsche openbare School voor het ondogmatische of moderne Christendom partij trekt.» Nog alt|jd blijven, te onzer waarschuwing, de woorden van den modernen hoogleeraar Rauwenhoff van kracht„Als het boek van den godsdienst is er voor den Bijbel geen plaats meer. Het is niets minder en niets meer dan de overblijfselen der Israëlielische en eerste proeven der Christelijke literatuur. De wereldbeschouwing der Schrift is geheel tegenovergesteld aan die van onzen tijd - de Bijbel maakt het godsdienstig leven arm en ongezond. De ker kelijke overleveiing vindt voortdurend steun en voedsel in den Bijbel. De begrippen van qene schuld der menschheid tegenover God, van verzoening daarvoor door Jezus' kruis dood teweeggebracht, van eeuwige zaligheid voor de geloovigen, tegenover eeuwige ramp zaligheid voor de ongeloovigen, al die be grippen in ons oog zoo onwaar, zoo scha delijk voor onze zuivere godsdiens tige ont wikkeling, leert de gemeente altijd opnieuw uit den BijbelWij, modernen, hebben onder de onderwijzers een aantal geestver wanten. Wij kurmeri dus op de school een niet onbelangrijken invloed uitoefenen." Nog altijd luidt de vermaning van den modernen predikant P. H.Hugenholtz Jr. aldus: «Laten de zaden van ontwikkeling steeds milder worden uitgestrooid, maar ver geten wij daarbij nooit onze roeping, om in die scholen te brengen, niet eene arke Gods, een onbegrepen dogmatiek, een Bijbel als het tooverboek, waarmee alle booze gees ten zouden worden uitgedreven, maar wel het paedagogisch element, de vorming van gemoed en karakter, gelijk onze begiesele i ons daartoe dwingen." Welnu aan die school, dienstbaar gewor den aan het modernisme, thans ook op vele plaatsen, reeds aan het socialisme, aan die school, die nog altijd dezelfde is en dezelfde moet blijvenomdat nu eenmaal de burgerlijke Overheid, tenzij in roomsche streken, geen onderscheid tusschen geloovigen en ongeloovigen kan maken, aan die school vertrouwen nog tal van Christenen hunne kinderen toe Zij doen het vaak, omdat zij net gevaar niet kennen of nog niet kunnen inzien, zij moeten het vaak doen, omdat er in hun woonplaats enkel openbare scholen zijn. Dezulken moeten worden voorgelicht of geholpen. Eu dat nu voorlichting en hul pebiedingis de eenige taak van de Unie. Aanvankelijk trad de Unie op als protest tegen de schoolwet. Die wet is, Gode zij dank verbeterd. Maar de openbare School is niet verbeterd en kan niet verbeterd worden. Zij moet vervangen worden door de vrije, door Christelijke scholen; doch, daartoe is niet de wetgever, daartoe zijn wij zelve geroepen. En wjj zelve kunnen dat werk, met Gods hulp, volbrengen, mits er toewijding, ijver en samenwerking zij. Samenwerking? Zijn dan de scholen niet plaatselijk, en moet dus niet ieder voor zich zeiven zorgen Voorzeker I Maar wij Christenen, zij n ook een Christen-natie Er zijn eigen belangen; maar er is ook een band, er is ook een gemeenschappelijk belang Er zijn er, die zich zelve alleen kunnen helpen maar er zijn nog veel meer, die hulp, steun, vooral die voor lichting behoeven 1 De talenten, die de Heere ons toevertrouwt, goud, zilver, ver stand, mogen niet begraven, het licht dat Hij ons gaf, mag niet onder de korenmaat gezet worden. Tegenover de ontkerstende Openbare School hebben wij allen, schouder aan schou der, in hetzelfde gelid te staan, al vormen wij verschillende compagnieën. Maar, zegt men, die samenwerking is, ten gevolge van den strijd op kerkelijk gebied, onmogelijk. Och, Broeders Laat u niet misleiden I Bij haar eerste optreden had de Unie met soortgelijke bedenkiug te kampen. Op sommige plaatsen wenschten de Christelijke Gereformeerden enkel voor eigen scholen te werken, en dus hun gaven aan de ge meenschap te onttrekken. De Unie kwam steeds tegen die neiging in verzet. Voor zeker is gedeeldheid niet wenschelijk, maar verdeeldheid behoeft en mag er het gevolg niet van zijn. Gedeeldheid heeft sedert de Reformatie bestaan en moeten wij, hoe ongewenscht ook, verkiezen boven de een heid der Roomsche kerk. Maar juist daórom is alle verbittering over die gedeeldheid uit den Booze. Lichtvaardig uiteengaan mag evenmin als lichtvaardig samenblijven; maar het oordeel over het al of niet lichtvaardige van uiteengaan of samenblijven, blijve aan Hem die gezegd heeftOordeelt niet, opdat g(j niet geoordeeld wordt. Laat ons toch bedenken, dat de Kerk van Christus zich niet beperkt tot éene belijdenis; en dat de Christelijke scholen dooraZfe Christenen moeten worden gesteund. Daar de Unie boven alles samenwerking beoogt, kwam zij aan elk bezwaar, zelfs aan dat van hen die, naar haar meening, te veel uitsluitend op zich zeiven zien, zooveel mo gelijk. tegemoet, Geeft, zeide zij, uwe gaven aan allen zonder onderscheid. Doch slechts een klein deel daarvan zal besteed worden voor pro paganda. Dat deel komt dan direct ten bate van allen daarvoor zorgt het Bestuur der Unie. Behoudt echter het grootste deel voor u zelve, voor eigen omgeving. Zijn er in die omgeving verscheidenescholen met den Bijbel, laat dan uw bijdrage lioofdsgewijze worden verdeeld. Dan ontvangt elk naar verhouding hetzelfde. Dan wordt de geest van samen werking, dan wordt de onderlinge liefde niet uitgedoofd. Die raad is nu sinds jaren opgevolgd, en alles liep wèi. Zouden wij dan nu niet weer hetzelfde doen, Broeders Zijn er in uwe omgeving scholen, die u niet aanstaan, welnu dat hebt gij met anderen gemeen. Geelt dus allen naar ver mogen, bij de verdeeling komt dan alles in 't reine. Of is er in uwe omgeving niet ééne sehool, die u bevalt Geeft dan uwe bijdrage aan het Bestuur der Unie; ook zóó komt zij te.i bate van allen. Want de Unie vraagt niet, van welke richting eene school is, of aan wien zij behoort, als het maar een school met den Bijbel is Misschien overlegt gij bij U zeiven als Ik nu wat weinig geef, doch mijn buurman die kerkelijk van mij gescheiden is, geeft veel, dan is dat bij de verdeeling een aardig voordeeltje voor mijDat is g >ed uitgerekend, broederMaar zou die uitre kening ook Gode welgevallig zijn Of omgekeerdgij zelf hebt wel hart voor alle christelijke scholenmaar uw buurman, slechts voor zijn eigen school. Daarom geeft ook gij niets of weinig, op dat uw bekrompen buurman zich niet te uwen bate verr(jke. Al wederom voor zichtig geredeneerd Doch als ieder zóó redeneert, dan komt er in de Unie-Collecte nietsËn zou dan de Heere niet met recht U toevoegen: Eerst smeektet en badt gij mij om een betere Schoolwet. Ik schonk u diethans ontvangt gij van Overheids wege voor uwe scholen negenmaal zooveel als gij vroeger in éene Unie-Collecte bijeen bracht. En ziet! uit dankbaarheid daarvoor onttrekt gij rnij uwe Unie-Collecte. Want voor zooveel gij uwe gaven aan de minste mijner scholen niet hebt gegeven, hebt gij ze ook aan mij niet gegeven Neen Broeders Laat ons niet alzoo uit rekenen en overleggen. Dit betaamt den belijder des Heeren Jezus Christus niet. Laat ons alleen het oog slaan op de nooden onzes volks, op het gebrek aan Christelijke Scholenlaat ons elkander helpen. En zoo er zijn, die opzettelijk aan zich onzen arbeid onttrekken of zelts dien tegenwerken, laat ons dan kolen vuurs op hun hoofd werpen laat ons het kwade overwinnen door het goede 1 Eenmaal zullen ook zij inzien, dat zij tegen hun broeders gezondigd hebben. Met vertrouwen op onzen Heer, die het Hoofd is van alle Kerken, welke Hem be lijden als den Zone Gods, doen wij opnieuw een beroep op uwe medewerking vragen wij niet enkel uwe geldelijke gaven, maar ook uwen arbeid, uwe toewijding, uw gebed. Mogen wij niet beschaamd uitkomen! Moge de vijand niet juichen over onze verdeeldheid, die zijne eenheid bevestigt. Moge niet door ons eigen toedoen de Naam des Heeren worden gelasterd 1 Dat zij zoo V Eene onjuiste tegenstelling. Bij de behandeling van de aanhangige belastingvoorstellen, wordt vaak de rentenier tegenover den landbouwer gesteld, en dan de vermogensbelasting bestreden, omdat ook grondbezitters er een deel van zullen moeten betalen. De «rentenier» is dan de «couponknipper», die «niets doet» en voor zijn bedrijt enkel «de schaar» behoeftzulk een mensch moet worden belast. De landbouwer daarentegen is de noeste arbeider, die in het zweet zijns aanschijns het brood levert voor den niets doenden kapitalistzoo iemand moet worden ontlast. Het zij geoorloofd, hiertegen een paar bedenkingen in te brengen. Erzijn vele «renteniers», maar de meesten hunner arbeiden minstens even ijverig als de «landbouwers» of als «de arbeiders hetzij omdat hun «renten» volstrekt onvoldoende zijn ter voorziening in hun dagelijkschf be hoeften, hetzij omdat zij gratis arbeiden voor anderen. Het is dus geheel onjuist «renteniers» als couponknippende luiaards te beschouwen. Maar het is ook onjuist te meenen, dat «renteniers», arbeiders of niet, enkel roerend goed bezitten. Velen hunner hebben hun vermogen geheel of grootendeels in den grond gestoken, zonder dat zjj zich ooit met land bouw inlaten. Als nude «vermogensbelastingzulke ren teniers geheel of grootendeels vrijstelt, dan zouden deze boven andere renteniers worden bevoordeeld. Er zijn onder de grondbezitters natuurlijk ook landbouwersen daar de landbouw tegenwoordig niet bloeit, zoo zullen de kleine landbouwers, die meer dan f 13000 bezitten elke belasting hoe klein ook voelen daarin zullen zij gelijk staan met kleine winkeliers enz., wier zaken ook vaak niet bloeiend zijn- Het is om landbouwers, onverschillig of zij al of niet in de vermogensbelasting vallen, te hulp te komendoch daaruit volgt niet dat alle grondbezitters nu maar alvast moet worden ontheven van bijdragen in de ver mogensbelasting. Het schijnt ons even onjuist, den land bouwers te hulp te willen komen, door de lasten die thans op den grond drukken, weg te nemen of te verminderen. Indien men die wegnam, zou wel de tegenwoordige bezitter worden ontlast maar, doordat de landbouwers bij aankoop toch weer met den geldbeleggenden kapitalist moet con- curreeren, zoude gedruktheid reeds spoedig terugkomen. ProvNoordbrabanter). Een drukkende belasting. Al mag het waar zijn dat een belasting niet meer drukt, wanneer men er aan ge woon is, toch is de tegenstand te verklaren, die in den lande bestaat tegen de zooge naamde plakzegelbelasting. Door dit zegel toch wordt de kleine winkelier die op cre- diet levert, het meest gedrukt. Behalve de 1 pCt. die hij als fooi voor de betaling der rekening moet missen als de rekening niet op tijd betaald wordt is natuurlijk de schade nog grooter moet hij voor iedere rekening van f10 en hooger nog 5 centen missen. Wel moet de betaler der rekening die 5 cent betalen, doch ter wille der con currentie draagt de winkelier liever deze schadeterwijl hij van de andere zijde aan zijn eigen leverancier den groothandelaar wel degelijk plakzegelrecht verschuldigd is. Hoeveel plakzegels moet de man wel niet zoek maken eer hy den post aan den groothandelaar betaald, heeft teruggekregen. Én toch bedraagt het zegelrecht evenveel voor een post van f '10 als voor een van duizend gulden. Niet zonder reden dat enkele Kamers van Koophandel spreken van eene «tergende, onaangename en lastige wets- formaliteit», waarvan de minister onze ne ringdoenden maar ontslaan moest. 8 Juli 1892, De commissaris der koningin maakt bekend dat de opening der jacht op water wild, zijnde: eenden, duikers, waterhoenders, watersnippen, schrieken, kemphanen, strand- loopers, wulpen en plevieren, in deze provincie door Gedeputeerde staten is bepaald op Maandag 25 Juli aanstaande. Tot lid der Eerste Kamer is door Pro vinciale Staten van Noord-Brabant gekozen de heer mr. E. H. J. van Zinnecq-Bergmann te 's Hertogenbosch. Gevolgen der arbeidswet. Door de werklieden aan de glasfabriek te Nieuw- Buinen is een adres verzonden aan de Koningin Regentes, waarin zij hunne grie ven blootleggen tegen de bepaling der hui dige arbeidswet, waardoor aan kinderen be neden den leeftijd van 16 jaren des nachts de toegang tot de fabrieken wordt ontzegd. Het vervaardigen van glas, zeggen adressan ten, wordt alleen door langdurige oefening geleerd, en daar dit werk niet kan plaats hebben buiten de hulp van leerjongens, die vroeger elkander geregeld afwisselden, onder vindt het werk niet alleen veel vertraging, maar wordt ook het aanwerven van jongens hiervoor moeielijk, te meer nog, daar jongens boven 16 jaar dit werk niet meer willen doen, zoodat eene nijverheid als deze, waar door ruim 400 arbeiders brood vinden, be dreigd wordt. Naar aan het Hbl. gemeld wordt, zullen de groote glasfabrieken en de vele woningen van wijlen den heer J. H. Thöne te N.- Buinen publiek worden verkocht. Met ingang van 1 Augustus is de tele grafist P. van den Tol van Middelburg naar Breda verplaatst en de klerk der telegraphie N. Sehikker van Breda naar Middelburg. Benoemd tot bewaarder der hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Hoorn c. a. C. A. Vriesendorp, inspecteur der re gistratie eerste klasse divisie Middelburg. Vrouwepolder. Bij herstemming ge kozen tot lid van den gemeenteraad dhr. F. Dekker met 53 van de93geidige stemmen. De voordr. voor dijkgraaf van den polder Cats bestaat uit de heeren J. W. Markusse (aftr.) Abr. Markusse en Aart Markusse. Arnemuiden. De raad benoemde Woensdag tot wethouder den heer G. Born en tot onderwijzer met hoofdakte den heer P. Breel te Nieuw en St. Joosland. Kortgene. De raad benoemde Donder, dag tot onderwijzer met hoofdacte dhr« Jonk te Koudekerke.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1