1892, Mo. 106
Donderdag 9 Juni,
Zesde Jaargang.
Wetenschap en Zending.
V Een woord van Groen van Priusterer
uit het jaar 1849.
I
V E it S C II IJ V T
UITGAVE VAN
I»KJJK DEIS ADVERTENTIES
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
G. M. KLEMKERK. ie Goes
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Prys per drie maanden franco p. p.
ƒ0.95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
ƒ0.025.
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel.
Die met het nieuwe Kwartaal,
dat met 1 JULI aanvangt, zich wenscht
te abonneeren op ons blad, ontvangt van
nu af tot op dien tijd, de nog verschij-
nende nummers gratis.
De heer dr. 11. F, C. ten Kate is sinds
eenigen tijd in Australië reizende, om we
tenswaardigheden op te doen in betrekking
tot de vele wilde volkstammen waaraan de
Zuidzee-eilanden zoo rijk zijn. Zijne onder
zoekingen hebben inderdaad uit het oogpunt
van Ethnographie (land- en volkenkunde)
groote waarde.
Nu schijnt het een zwak te ziju van onze
groote landontdekkers om de meest zoudige
en weerzinwekkende gebruiken, het hei
dendom eigen, zoo haarfijn mogelijk te
willen kennen en, om tot die kennis te
geraken, niet terug te deinzen voor wegen
eu middelen die niet zelden den afkeer dei-
christenen in hooge mate verdienen.
Reisgezellen van Staidey hebben dienaan
gaande staaltjes medegedeeld, de herinnering
waaraan wij liefst maar niet opwekken.
Nu heeft de pers gelukkig niet dergelijke
gruwelen omtrent Hollandsche reizigers te
boekenen het ligt ook niet in onze be
doeling den heer dr. ten Kate in eenig
opzicht in verdenking te brengen. Doeh
ontkenoen kan men niet dat de richting
waarin onze hedendaagsché onderzoekings
reizigers zich bewegen, een vlak tegengestelde
is aan die onzer zendelingen. Zending en
ethnographie zyn als twee lijnen die elkander
kruisen.
Nu kan dit niet anders.
Immers de zending beschouwt de afgoderij
enz. uit een oogpunt, geheel tegengesteld
aan dat der volkenkunde. Het spreekwoord:
«den een zyn dood, den ander zijn broods
geldt in hoogeren zin ook dien beiden.
De zending tracht door het evangelie te
brengen, alle gruwelen en ongerechtigheden
van het oude heidendom te verdrijven. De
volkenkunde zoekt ze juist op en moedigt
ze aan, teneinde ze zoo nauwkeurig mogelijk
te kunne» beschrijven. Dit eischt de weten
schap niet alleen, doch ook helaas de onheilige
hartstocht van eeD deel van het wetenschap-
lievend publiek.
In dit licht beschouwc men den brief
die dr. ten Kate uit Papee te Tahiti, dato
13 Febr jl.,aan het Koninklijk Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap richtte.
In dezen brief schreef de geleerde reiziger
onder meer
Eindelijk kwam ik te Nukualofa op Ton-
gatabu aan. Hoewel de koning tijdelijk
afwezig was, werd ik door den premier
minister, Tukuaho, met raad en daad ge
holpen. In gezelschap van twee inlanders
deed ik een tocht over het geheele eiland.
Ik bezocht nagenoeg all# dorpen en kon
my overtuigen hoezeer de Tonganen sedert
de dagen van Mariner veranderd zijn. U i t
een e t h n o g r ap h is c h oogpunt
bieden zij weinig interessants
meer aan; de zending heeft
nagenoeg alles vernietigd. Toch
heb ik nog menige Kavaparty, gepaard
met zang en pantomime te myDer eere
bijgewoond.
Belangiyk zijn de reusachtige steenen
graven nabij Mua, en andere megalithische
monumenten uit deri ouden tijd.
Tot mijn verwondering hebben de huidige
Tonganen de overlevering van de komst
van Tasman, den ontdekker van Tongatabu,
nog bewaard. Een oud opperhoofd wist
mij zelfs een paar anecdoten, die daarop
betrekking hebben, te verhalen.
Anthropologisch vormen de Tonganen
grootendeels #6n overgangstype tusschen
Polynesiërs en Negroïden. Er moet een
sterke vermenging met Melanesiërs, vooral
Fidsjiërs, hebben plaats gehad. Ik kon een
twaalftal volwassenen nauwkeurig onder
zoeken, alsmede 30 kinderen. Ook heb ik
een completen schedel in mijn bezit ge
kregen. Bovendien mat ik eenige lieden
der Nieuw Hebriden en uit Nieuw Ierland,
echte Negroïden. Hoe me- r ik zie, des te
ingewikkelder schijnen my de rassenpro
blemen van Insulinde en Oceanië toe.
Van de t a b o e-vleermuizen, die te Kolo-
vai, een der heilige oorden van Tonga,
sedert menschenheugenis de eeuwenoude
casuarinen bewonen, heb ik een paar exem
plaren verzameld.
Wij namen de vrijheid in deze aan
haling een volzin te spatiëeren. Daarin toch
teekent deze groote geleerde de diepe klove
die de zending van de wetenschap scheidt
en gunt hij ons een blik te werpen in het
hart onzer land- en volkenkuudigen.
«De zending heeft hier alles vernietigd
Zoo schrijft hij. En de gevolgtrekking
ligt voor de hand. De geestverwant van
dr. ten Kate slaakt, dit lezende, onwille
keurig de verzuchting «hoe jammer toch
van die zending».
Liefde voer de zending moet gij dan ook
in dien hoek niet zoeken.
Maar de vrienden der zending, die zich
schamen dat een Nederlander zoo iets zegt,
juichen in stilte over de klacht dut de zen
ding «alles vernietigd» heeft.
Die klacht is hun een hart onder den
riem. Zy is eene ongevraagde bekentenis
dat de Zending, door hen gesteund, ook
op Tongatabu machtige overwinningen
mocht behalen.
En welke zijn deze overwinningen
Nemen wij «De Evangelische zending
door N. Pouluin en dr. J. Riemenster
hand, dan blijkt dat deze in het algemeen
bestaan in het feit dat de bewoners der
Fidsji- en andere eilanden zijn teruggebracht
tot de ware Godskennis die zij blijkens
mededeelingen van vrijdenkende weten-
schappelijken «oorspronkelijk moeten bezeten
hebben». Ons geeft Gods Wourdop dat punt
vrij wat stelliger verklaringen.
In hun natuurstaat zijn deze stammen
zoo diep gezonken dat kikvorschen en stuk
ken hout hunne goden zijn, Een mededee-
ling waaraan dr. Riemens de volgende zeer
juiste opmerking verbindt
«Zoo is dan het menschelijk geweten,
dat naen verheerlijken wil, overal zoover af
gedwaald, dat het de kennis des goeds en
des kwaads heeft verloren; zoo is dan de
menschelijke rede, welke men vergoddelij
ken wil, zóó op het dwaalspoor geraakt,
dat zij haren god ziet in een stuk hout of
kikvorsen, gelijk het geval is bij de inboor
lingen van Samoa. Ja, heeren vrijdenkers,
het is de moeite waard dat gy uwe at me
rede ten koste van het Evangelie verheft 1
Weldra zult gy er toe komen (gelijk velen
daar reeds toe gekomen zyn), uwen god te
zien in den nevel die boven uw hoofd drijft,
in het insekt dat aan uwe voeten kruipt,
of in uw eigen armzalig persoontje
En nu is het zeker een diep beschamend
ter eener-, doch verblijdend feit ter andere
zijde dat wel niet de Europeescbe, maar
dan toch deze Australische heidenen en Wilden
door den Geest des Heeren zoo machtig
werden aangeraakt dat niet enkele personen
maar geheele stammenniet trapsgewijs
doch op eenmaal omgezet zijn en gewonnen
voor het Evangelie.
Hun eerste werk was: breken met hunne
gruwelijke plechtighedenalles te verbran
den wat er aan herinnerde en voortaan een
nieuw Godzalig leven te leiden.
Heerlijke boodschap, doch die door de
mannen der wetenschap met meesmuiling
is begroet en waarvan dr. ten Kate in zijn
bovengenoemden brief klaagt met zijn: «De
zending heeft alles vernietigd
Tongatabu heet het eiland, welks chris
tenbevolking hem tot deze klacht aanleiding
gaf. Het behoort tot de eilandengroep die
in het begin dezer eeuw nog in het ellen
digste heidendom verzonken lag.
In 1824 landden er eenige Engelsche zende
lingen, nadat in 1797 een andere poging
in bloed gesmoord was. Na een arbeid
van 5 jaren toen er nog slechts 35 bekeer
lingen waren op een bevolking van hon
derdduizend zielen gaf de Heere daar een
overvloedigen wasdom. Er ontstond op deze
eilanden zulk een begeerte naar- en liefde
voor het Evangelie, dat zij binnen weinige
jaren een gouden kandelaar te midden der
overige eilandengroepen van Australië
vormdeü.
In 1848 keerde een zendeling die in geen
20 jaren op Tonga was geweest, daarheen
erug en kon zijn oogen Diet gelooven, zoo
buitengewoon waren de gezegende veran
deringen daar voortgegaan. Hij vond er
verscheidene schelen die met de be°te, in
Europa zelfs, konden wedijveren. Voorts
eene normaalschool, waar men hem drie
vrouwelijke leerlingen aanwees, die boven
de anderen uitmuntten. Een dezer drie
was de Koningin Charlotte zelve, die een
goed voorbeeld meende te moeten geven door
getrouw ter schole te gaan.
Den daaropvolgenden Zondag bezocht hij
de stampvolle kapel, waarin de koning de
gemeente voorging, en in een roerend gebed
Gods zegen afsmeekte over den arbeid der
zendelingen.
Deze zelfde koning onderdrukte later
een opstand van een deel der bevolking dat
den Christus vijandig bleef en de christenen
naar het leven stond. Terwijl de overwonnen
hoofden der opstandelingen voor hem gebracht
werden en hun doodvonnis verwachtten,
schonk hy hun vergiffenisen loen zjj hem
daarvoor danken wilden, voegde hij hun
toe: «Aan Jehova, aan liet Evangelie moet
gij dien dank brengen».
Deze daad verteederde de harten zijner
Omtrent een dezer bekeerlingen (Abia-
tai) leze men het bovenaangehaalde werk
van Poulain en Riemens blz. 76.
vijanden. Teekenachtig is de uitspraak van
deu voornaamste onder hen, die thuis ge
komen, tot de zijnen zeide: «De koning
heeft onze harten gedood».
Er is op Tonga behalve de onuitroei
bare overblijfselen geen heidendom
meer.
Het eiland Ameityum, een der Nieuwe
Hebriden, eveneens door dr. ten Kate be
zocht, is eveneens geheel christelijk.
Op het graf van den hier werkzaam
geweest zijnden zendeling Geddie werd
het schoone opschrift geplaalst
Bij zijn komst alhier was er geen christen
aanwezig,
Bij zyn dood was er geen enkele heiden
meer.
En dit geldt van tal van andere eilanden
aldaar.
Niet ten onrechte dus mocht de
reiziger ten Kate klagen, dat de zending
alles vernietigd Heeft,
Doch de vrienden der Zending wenschen
elkander geluk, dat waar het ongeloof in
Europa zulke droeve afmetingen krijgt, Het
bijgeloof in Australië steeds meer wordt
atgebroken. Eu hunne bede is dat het
Evangelie in alle landen voorspoedig voortga,
ten spijt ran onze moderne elhtiographen
Onze West,
Het Nieuws van den Dag ontleent het
volgende aan een partikulieren brief uit
Paramaribo
Uit een oogpunt van vooruitgang
is het te hopen, dat we den tegenwoordigen
gouverneur lang mogen behoudenAls
do Regeoring in Nederland maar wil, dan
kan hier nog wel een en ander gebeuren,
zoo niet, dan gaat de schoone kolonie in
West-Inüië, de ruwe diamant, die met recht
eens een parel aan de kroon van Nederland
zal kunnen worden, voor dit land verloren
zelfs nu reeds gaan hier stemmen op, die
zeggenlaat Holland ons maar aan En -
gJand verkoopenof desnoods voor niemen
dal afslaan, dan zal het spoedig beter gaan.
M. i. zou zoo iets echter te betreuren wezen
Bedoeld wordt de heer v. Asch v. Wijck,
vroeger antirevolutionair lid der tweede ka
mer, thans gouverneur van Suriname. Moge
het hem gelukken onze West voor hel moe
derland te behouden en tot bloei te brengen.
Van vele aan te brengen verbeteringen was
de grond reeds gelegd door ziju verdienste
lijken voorganger den heer Lobman.
Zoomsch-roomsche staatkunde.
Men scluijtt uit Hulst aan «De Zoom»
Ik. heb de „Zeeuw" van 31 Mei getezen,
waarin, bij wyze van repliek van een
uwer beschouwingen over de verkiozing
voor de Prov. Staten in ons district, ver
moed ik, van leer wordt getrokken tegen
de houding, door de Katholieke partij al
hier aatigenomon tegenover de anti-
revolutionnaire, uit welke houding gevolgd
is dat het anti-revolutionnaire lid, Oggei,
uit de Prov. Staten verwijderd is.
„De Zeeuw" ontkent dat de anti-revo
lutionnaire party eigenlijk daarvan de schuld
is, dat zy, door in isolement haar kracht
te zoeken, de katholieke partij van zich
heeft afgestooten.
De anti-volationnaire partij in dit district
heeft zelfs erger gedaan: haar Calvinisti-
stischen souvereiniteitswaan tot walgens
toe te luchten gehangen.
De verhouding der Katholieke party tot
de anti-revolutionaire eu liberale is. wat ge
talsterkte van kiezers betreft van dien aard,
dat zy,-wanneer hare volgelingen zich alleen
door hunne beginselen laten leiden, over
al de zetels in de Prov. Staten beschikken.
Maar. zooals elders, zijn de Katho ieken
van ons district verdraagzaam genoeg om
aan andersdenkenden in verhouding met hun
getal, plaats en invloed in de openbare be
sturen te gunnen en te geven. Van daar
dat voor ons district voor de Prov. Staten
aan twee anti-revolutionnairen, dehli. Oggel
en Moes, een zetel in dit gewestelijk col
legia was ingeruimd.
Met het oog op de nu plaats gehad heb
bende Mei-verkiezingen is door het Bestuur
der Katholieke Kiesvereeniging aan het
Bestuur der anti-revolutionaire Kiesvereeni
ging gevraagd en aangeboden geweest om
tegenover de liberale partij samen te werken.
Onmogelijk zult gij het antwoord raden.
Niet in isolement moest kracht gezocht,
volgens dat antwoord.
Neen, de party, die slechts aan de ver
draagzaamheid, aan de verstandige en eenig
ware opvatting van het bondgenootschap
in dit district het bezit van twee zetels
dankt in de Piov. Staten, stelde tot voor
waarde voor hare samenwerking, dat haar
nog een derde zetel zou gegeven worden!I
Gij kent het spreekwoord van het onder
ste in de kan, en gy zult begrijpen, dat
haar aftredend lid, Oggel, moest vallen. En
indien de anti-revolutionnaire party bij de
volgende periodieke verkiezing geen eieren
voor haar geld kiest, verliest zij het lid
Moes ook. Dit spreekt als een klontje-
Aan ile klontjes en eieren, waarvan dit
stukske gewaagt, proeft men de staatkunde
van den kruidenier uit de achttiende eeuw. De
tijd om aan dergelijkestaatkunde mee te doen,
is echter voorbij.
En zoo de onzen in Hulst er ooit aan
meededen, zullen zy er thans wel van genezen
zijn.
Wij namen dit stukje uit «de Zoom»
dan ook niet over om de waarde er van,
doch alleen als type van de staatkunde
dezer lieden, uit wier doodelyke omarming
de antirevolutionairen werden losgemaakt.
«Maakt organieke wetten, organiseert den
Staat, zoo goed u mogelijk D: indien de
Nederlandsche Natie ontaardt en verbastert,
geven staatsvormen geen bruikbaar Volk
waarmeê men gerust gevaren tegemoet gaat.
Integendeel zult ge met uwe organiseerende
wetten, met uwe hervormingen en nieuwe
inrichtingen, eene machine daargesteld heb
ben, waarvan het souvereine volk zich
meesier zal maken, om te vernietigen alles
waarop de Natie in eigenlijken en histo-
rischen zin, prijs en waarde stelt.»
9 Juni 1892.
De redactie heelt nog in dank ont
vangen voor de Chr. School ter Wissekerke,
van M. d. J. te G. f 2 50, B. Janse Goes
11.— toegezegd door Ds. v. E. f 10.
Voorts ontvangen van M. v. D. te Fijnaart
15 en ds. v. L. te Ap. fl.
Van de hand van dr. Sohaepra.in be
vatte Het Centrum op pinksteren het vol
gende
PINKSTERLIED.
Kom, Schepper, Ileilge Geest, o kom
De wereld wentelt om en om
In strijd en storm, in nijd en nood
En wentelt, wentelt tot den dood.
De levenskracht wordt levenslast,
Wordt drift in razernij verbrast,
De wereldwijsheid lacht en spot
Met recht en waarheid, eere en God.
Weg is der wereld levende as,
Die eens het Kruis van Christus was,
Die alles drijft eri alles trekt,
'tVerleden houdt, het morgen wekt.
De chaos dreigt, de chaos kornt,
De volken staan van schrik verstomd,
Der scharen woelende oceaan
Roept d'afgrond zelv' als redding aan.
Kom, Heiige Geest, zend in den nacht
Uw alles ordenende kracht,
Uw wijsheid, die den waari veijaagt,
Uw liefde die de wereld draagt.
Der armen Vader, Heiige Geest,
Kom tot de schaar van God verweisd,
Die in de woestenij verspreid
Half vloekende om eer. Vader schreit.
Geef ons den vrede vast en hecht,
Het oude, kloeke, vrome recht,
Voer alles tot den Christus weêr,
Daal, Schepper, Heiige Geest, daal neêr!
Zooals men weet loopt eene zeir grillige
grenslijn tusschen Noord Brabant dat tot
Nederland, en Zuid Brabant dat tot België
behoort. Dit is een herinnering aan den
tiendaagschen veldtocht en het besluit der
groote mogendheden dat ieder d-.-r partijen
zou behouden wat hij bij liet sluiten van
den wapenstilstand bezat. Zoo kwam het
ook dat het dorp Baarle in twee gedeelten
werd gesplitst, bet eene deel, Baarle Nas
sau, door Nederlandsche troepen bezethet
andeie Baarle Hertog naar (Hertog) Leopold
van Saksen Cobarg, luier de koning van
België, die er een afdeeling soldaten had.
Deze zonderlinge grensscheiding gaf ook
te Baarle aanvankelijk tot wetsontduiking
en belasting weigering aanleiding. Thans
heeft dit uit, daar de bride regeeringen
het thans eens zijn geworden over een rede
lijke verdeeling. Aan de bevolking wordt
een termijn gesteH voor de keuze van na
tionaliteit. De bewoners van Castelré worden
Belgen.
De liberale kiesvereeniging iu liet
kiesdistrict Sluis heeft met 67 van de 71
stemmen candidaat gesteld voorde provinciale
staten den heer J. L. I. de Bats te Biervliet.
De antirevoluiionare kiesvereeniging stelde
gelijk bekend den heer J. F. Hennequin
civiel ingenieur te Sluis.
Bij kon. besluit is benoemd tot notaris
binnen het arrondissement Middelburg, ter
standplaats Koudekerke mr. J. Loril' aldaar
en tot burgemeester van Hontenisse
H- A. A. baron Collot d' Escury.