1892. No. 103. Dinsdag 31 Mei. Zesde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. D'HUIJ. te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE]* DE PLICHT DER OVERHEID. DE ZEEUW. elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. 0.95. Enkele nummers0.Ü2'. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. De heer Koole, antirevolutionair raadslid te Middelburg, heelt als lid der overheid positie genomen tegen de openbare ontucht" Hij roept nu de hulp in van zijne medele den in de vroedschap om hem te helpen deze holen van ongerechtigheid uit zijne stad te verwijderen. Men kan tegenover de hoererij driëerlei standpunt innemen. Het eerste standpunt is dat van professor Overbeek de Meijer die leert dat hoererij noodzakelijk is voor de gezondheid. Dit is ook de leer veler liberalen, voorzoover men dit althans mag opmaken uit het feit dat zjj tegen deze schandelijke leer van even genoemden professor nimmer hebben ge protesteerd. Bij eene dergelijke leer is dan ook het standpunt der meesten hunner verklaarbaar, die zeggen Hoererij moet er wezen; en hoeren moeten er zijn, laat de overheid nu zorgen dat er geneeskundig toezicht zij op dat alles zonder schade van de bezoekers der openbare huizen van ontucht geschiede. Hoererij dus voor de gezondheid, en daarbij keuring der publieke vrouwen. Het tweede standpunt is dat van hen die de ontucht vrij laten en de keuring afschaf fen willen. Die zich ontreinigen wil, die doe het vrij, doch de overheid late na te zorgen dat hij dit met eenige gerustheid doe. Zeer dicht daarbij is het standpunt van hen die de openbare ontucht strafbaar willen stellen en niet alleen de keuring, maar ook de publieke huizen en vrouwen willen afschaffen. Dit standpunt nu nam de heer Koole in blijkens zijne voorstellen tot schrapping der artikelen 120 tot 132 van de verordening zijner gemeente, die betrekking hebben op de keuring, alzondering en wedergezoud- verklaring der publieke vrouwen, en daar voor in de plaats te stellen de drie navol gende artikelen. «Het houden van openbare huizen van ontucht is verboden. «Hij die een openbaar huis van ontucht houdt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen. «Onder houder van een huis van ontucht wordt verstaan, hij die daarin gelegenheid geeft tot het plegen van ontucht». Nu spreekt het van zelf dat wij hopen dat de gemeenteraad het voorstel Koole aannemen zal. Echter zou het kunnen zijn dat dit voorstel zijnen medeleden te ver ging. Men moetom steun voor z\jne denk beelden te winnen, vooral niet «te ver» gaan. In dit geval zou het te wenschen zijn dat zij toch medegingen |met het voorstel tot schrapping der keuringsartikelen. Hunne nmbtgenooten te Utrecht, Amsterdam, Ven- loo, Kampen en andere plaatsen zijn hun daarmede al voor geweest. Zij oordeelen eenvoudig dat ook een hoer haar persoonlijke vrijheid heeft en wanneer zij den weg der zonde op wil, de overheid haar geen wetten behoeft te stellen hoe zij dai doen moet. Nog minder mag de over heid haar geschikt verklaren voor het plegen van ongerechtigheden. Wordt dan door haar zondedienst de syphilis gewekt, dan is dit een besmettelijke ziekte, waarvoor afzondering noodig is. Wjj zouden echter nog een stap verder willen gaan en de dokters verplichten voorkomende gevallen ten stadhuize bekend te maken, en door aanplakking aan de woning des be smetten en der publieke vrouw die hem besmet heett, de menschen tegen die ziekte te waarschuwen. Waarom wel een briefje voor de deur wanneer er mazelen of roodvonk zijn, of een andere besmettelijke ziekte, en niet als daar besmettelijke ziekten als de syphilis, enz. heerschen. Dit is eene schandelijke bevoorrechting. Reglementeeren der ontucht, zoo redeneeren de dokters, is een zuiver geneeskundige quaestie waarover gij, leeken, moest zwijgen. Maar is dat alleen een geneeskundige quaestie, als het gevolg er van is, dat zelfs onschuldige meisjes kunnen gevat en ge keurd worden, enkel op verdenking, gelijk in sommige groote steden reeds herhaalde lijk is geschied. Tegen het voorstel Koole, wat betreft het eerste der voorgestelde artikelen, hebben velen bezwaar. Sluiting van hoerenhuizen zal de zonde in het geheim (clandestiene prostitutie) doen toenemen, zoo zeggen zjj. Gesteld, dat dit zoo ware, des neen, zou dan daarom de openbare zondedienst mogen worden gesanctioneerd Wijl nachtelijke in braak verboden is moet de overheid nu maar toestaan dat de dief over dag openbaar uwe woning binnentrede om mee te nemen wat hem lust? En evenzeer is waar dat de gelegenheid den dief maakt. Neem de gelegenheid weg, en ge ruimt er wel niet de geroutineerde dieven mee op, doch houdt tevens op nieuwe dieven aan te kweeken. De middernachtzendelingen hebben treuri ge tafereelen opgehangen van knapen en grijsaards, die zender blozen als ware het de gewoonste zaak der wereld, de hoerenhuizen binnengaan. En zoo menigeen komt er in daartoe verlokt door den vriendelijken drang der arme vrouwen die aan de deuren ge posteerd zijn om bezoekers te lokken en te ontreinigen en voor tijd en eeuwigheid even ongelukkig te maken als zij zei ven zijn. Het is diep te betreuren dat dergelijke voorstellen als van den heer Koole noodig zijn, dat zij zoo zelden gedaan worden, dat de overheid de openbare ontucht in de hand werkt, dat de pogingen tot verandering zoo weinig steun vinden; ja dat de legeering van het vrije christelijke Nederland een of ficier uit zyn carrière wierp wijl hij getuigde tegen de ontucht. Geheel anders dan in den tijd toen de overheid zich van Godswege geroepen achtte de ontucht met al de haar ten dienste staande middelen te bestrijden. Ten bewijze hiervan drukken wij een en ander af uit hetPlacaet van Ampltatie bij de Edele Mog. Heeren Staten van Zee- landtgearresteerd op de Politicque Ordon nantie wegens de zware en gruwelijcke sonaten van Ontuchtigheit, Hoererije, en Overspel enz. Den 18 Maart 1666. Wij lezen hierin o. m. het volgende: De StateD van den Lande en Graeffelijck- heit van Zeelandt, allen dengeenen, die dezeD zullen sien ofte hooren lezen, saluyt. Alzoo W(j tot ons groot leetwezen en droethoit in ervaring komen, dat de zware en grou- welycke sonden van ontuchtigheit, hoererye en overspel dagelijcks meer en meer door breeken tot onsteeckinge van Gods toorn, ende rijne regthvaardige straffen, die in den Lande baerblyckelijck werden gesien, en niet alleen is te vreesen, maer ook vastelijck te geloven, tensij soodanige grove en verschricke- lijke sonden na verdiensten werden gestraft en geweert, dat de Goddelijcke oordeelen en plagen noch verder zullen komen door te breecken, hetwelk Wij als Christelijke Overigheijt, soo veel in Ons is, gaerne zou den helpen atweeren. Soo ist, dat Wij bij forme van ampliatie van onze politicque Urdonnantie van den aghtsten Februarii des jaars Vijftienhonderd drie en taghtigh hebben geordonneert en gestatueert, gelijk Wijordonneeren en statu- eeren bij dezen Art. 1, (bevattende een strafbedreiging tegen het concubinaat Art. 2. Wij belasten oock alle Officiers en Ma gistraten, in de steden en Dorpen, terstond na de publicatie dezes, alle Bordeeleu, lloerhuijsen, Mot- en Ravothuijsen teweer en te verstoren ende uit te roeijen, ook geene van dien immermeer te tullereeren. Art. 3. Die bevonden wordt eenige Hoerhuijsen op te houden, of hem te geneeren met koppelarije en hoererije te beschikken, sullen naar exigentie van saecken aen den lijve gestralt werden. Art. 5, De Hoeren en Smallen sal men vangen, ende voor de eerste reijs tot discretie van den Reghter te water en te brood setten, en voor de tweede reijse bannen, geeselen, ende ook swaerder, ter abritage van den Reghter, straffen. De Hoerejagers en Boe len sal men de eerste reijse mulcteeren met een boete van hondert gulden, en voor de tweede reijse twee hondert gulden of corporeele punctie, ter arbittrage van den Reghter. Art. 6. Die sijn Huijs met voor weeten aan Bor deelhouders verhuyrt, zal het eerste jaer verbeuren sijn huyshuyr, voor de tweede reqse in gelijcke boete vervallen, ende daar enboven nogt abritralijck werden gecorri- geert. Art, 7. Die in sijn eigen Huijs bordeel hout, sal voor de eerste reijs, daerop bevonde s(jnde, vervallen in een boete van vijftigh ponden Vlaemsch, voor de tweede reijse gegeeseld en gebannen werden. Met de houding der overheid tegenover de prostitutie in onze dagen is het fiere optreden der staten van Zeeland ir, dien tjjd (ook mr. Keuchenius herinnerde er aan bij de interpellatie Roelants) eo zeer tref fende, diep beschamende tegenstelling. Hebbe Middelburg althans de eer tot de wijsheid der vaderen terug te keeren en vinde daartoe des Heeren Koole's kloeke voorstel warmen steun. Het geldt hier niet alleen een zaak van recht, van zedelijkheid of christelijk leven, maar niet minder een zaak van fatsoen, van openbare veiligheid en gezondheid. V Een paar opmerkingen. Bij de stemming op 10 Mei voor de prov. staten zijn uitgebracht: Op de Liberale candidaten 72,966 st. Op de overige candidaten Antirevolutionairen 43,005 Roomschen 32,926 Radicalen 1,448 Saam 77,379 st. Ook hier herhaalt zicli dus weer dezelfde regel, die sedert 1878 altijd doorging, t. w., dat de Liberalen de meerderheid krijgen ook al zijn ze feitelijk in minderheid, dank zij de gebrekkige, en gelijk blijkt, onge rechtigde regeling van ons Kiesrecht, Denk slechts aan het kwaad, dat de Ste- denwet heeft willen keeren. (St.) De einduitslag is dat de antirevolutionairen verliezen een zetel te Delft, Eede, Gorinchem, Den Haag, Haarlem Hilversum, Hulst, Zwolle, Ommen en Vlaardingen«net kans om Delft en Haarlem te herwinnen. Ook verloren zij twee zetels tegelijk in Gouda doch wonnen een zetel te Dokkum, Ridder kerk, Kampen, Sliedrecht en Zaltbommel. De roomschen verloren een zetel te Haar lem, Weesp, De.'ft en Schiedam, doch hebben kans D®lft en Haarlem te herwinnen. De liberalen wennen in het geheel 14 zetels, met kanrVr.firlem nog te ver liezen; zij verlorJdb-o'"tetels, dus houden een winst van 9 zetel dtover. Hunne samenwïteking met Rome deed hen zetels behouden^ die hen bij hunne vol strekte minderheid in het district zouden ontvallen zijn, zoo zij alleen hadden moeten optreden. Onder anderen Goes, Hulst en Leiderdorp. Dokkum behielden zij, op een zetel na, door de hulp der «synodalen» Eede en Zwolle wonnen zij mede door speculeeren op de anti-doleantie; Vlaardingen, Gouda en Gorinchem door de weigering der roomschen om onze candidaten, Schiedam door onwil der antirevolutionairen om den roomschen candidaai te steunen. Haarlem viel hun als bij toeval in den schoot, door herstemming tusschen drie candidaten. Het is opmerkelijk dat de toongevende liberalen in ons land en in de provincie met geen enkel woord geprotesteerd hebben te gen de beginsellooze wijze van samenwerking tusschen de Goesche liberalen en katholieken. Zelfs de Midd. Crfc, die tegen dit wegmof felen der beginselen was, wachtte zich wel er tegen op te komen voor des Zaterdags avonds, toen de liberale circulaires al ver spreid waren en omzetting der publieke opinie niet meer mogeljjk was. De roomschen, type Bahlmann, hielden zich stil of moedigden het ongehoorde bedrijf aan dat hunne broeders te Goes drie liberalen, tegenstanders van hunnen en onzen christe- lijken godsdienst openlijk aanbevolen, te Hulst op den liberalist stemden, en te Middelburg een zonderlinge houding aannamen. De Maasbode, hare veranderde gezind heid getrouw, blaasde ook thans weer drei ging en moord tegen de «Calvinisten», terwijl de «Tijd» die eerst tegen ons was, eerst bij de herstemming, toen het te laat was bijdraaideen de «Zoom» die zich in 1891, reeds maanden vóór de verkiezing zoo roerde, met de afstraffing harer Zeeuwsche broeders wachtte tot jongstleden Zaterdag, dat is bijna 3 weken na de verkiezingen. Er zal nog veel water door de Schelde loopen, eer dergelijke grilligheden der poli tiek onmogelijk zullen gemaakt zijn. Het protest van de «Zoom», dat zes we ken te laat in druk verscheen is van den volgenden inhoud Daarom hebben wij ook niet kunnen begrfjpen, welke politieke redenen den „Maasbode" hebben geleid om ook in isole ment of onthouding kracht voor de Ka tholieken te willen vindende Katholieke Kiesvereeniging van Goes om heil te zoe ken bij de liberale partfjen een zoo groot aantal katholieke kiezers van 't district Hulst om iets te verhopen van het liberale af tredend lid, mr. Van Deinse. In Zeeland waren, door twee liberale leden te verwijderen, de Staten omgezet geweest. In Goes ware de heer Kakebeeke gevallen hadden de katholieke kiezers hem niet ge stemd. In Hulst zijn de katholieke kiezers talrijk genoeg om zonder anderer hulp over alle zetels te kunen beschikken. Zoo ergens, dan waren in Zeeland de om standigheden aanwezig, waarin naar het zoo krachtig gemotiveerd advies van het hoofd orgaan der katholieke partij. „De Tijd", de katholieke kiezers niet verantwoord zouden zijn, indien zij niet ter bestrijding van den liberaal opkwamen. Zoo is het. Deze heeren hebben den brand aan zien komen, zonder er iets tegen te zeggen. Zij hebben de brandstichters aangemoedigd, den brand werkeloos aangezien en nu de vlammen uitgewoed zijn, helpen zjj er zich af met een 't is jammer t'( Een vergissing. «De Zoom» vertelt het volgende De anti-rev. kiezers in deze provincie zijn onontwikkeld genoeg om voor de meerder heid uit volgelingen van dr. Kuyper te bestaan. Het isolement-advies viel daar dan ook in zoo goede aarde, dat men geen oogenblik geaarzeld heeft er een aftredend geestverwant, het lid Oggel aan te wagen En toch toen terzelfder tijd de Prov. Staten een lid der Eerste Kamer kiezen moesten, gaven de antirevolutionnaire leden eenpa rig hunne stemmen aan den voormaligen Minister v. Financiën, mr. Godin de Beaufort zeker niet den minst conservatieven der leden van de anti-revolutionaire partij. Dit betoog is vol onjuistheden. Of onze kiezers dr. Kujjper volgen en of dit een gevolg is van «onontwikkeling» zullen wij in het midden laten. Evengoed zou men kunnen zeggen dat de Brabantsche roomschen onder zekeren invloed staan; bovendien is het volgen van een persoon, wat der redactie van «De Zoom» «onont wikkeld» voorkomt, geen protestantsch, allerminst een calvinistisch, maar een roomsch begrip, waarover wij ons echter niet verder uitlaten. En wat nu den goeden raad betreft, om weder bij eerste stemming overal eigen candidaten te stellen, dit «isolementadvies» is niet van dr. Kuijper, maar van het Centraal Comité, dat 15 leden telt. Dat de heer Oggel te Hulst als slacht offer van deze staatkunde viel is al even onjuist als dat het waar is dat de Hulster roomschen reeds ten vorigen jare, het eerst in de Zoom hebben geroepen datGlinder- man zou zakken als een baksteen. Neen, het kwaad was over den heer Oggel lang te voren reeds ten volle besloten geweest. Bovendien zijn het juist de Hulster anti» revolutionairen geweest, die tegen onzen raad in het «isolement-advies» slechts ten halve opvolgden. Zij hadden vier candidaten moeten stellen. Er bestond geen enkele reden om bijv. een man als A. Moerdijk zijn zetel niet te betwisten. En eindelijk wat het blad zegt omtrent den heer Godin de Beaufort, het zijn juist deze heer, en zijn politieke vrienden ge weest, die door de heeren van Zoom en Maasbode uit het vorige kabinet geschet terd zijn. In hunne handen toch en in die hunner eigen kerkelijke geestverwanten be rustte het staatsbestuur. Om hen uit te werpen hebben de Zoomsche roomschen, ook in Zeeland, zich afgesloofdom hen te be houden, hebben de «volgelingen van dr. Kuijper» in onze provincie gestreden. De antirevolutionaire leden der Provin ciale Staten bleven dus geheel in de anti revolutionaire lijn, toen zij den «conserva tieven» oud-minister hun stem gaven. Eene principiëele houdiug, waarbjj die der vier katholieke leden met hunne kleurenlooze, vleesch-noch-vischachtige, can- didatuur van den heer graaf v. Lijnden droevig afstak. De vier stemmen toch voor een lid der Eerste Kamer op dezen heer uitgebracht waren van de vier roomsche leden der Provinciale Staten. De in hoogste ressort doorgevoerde consequentie van de «politiek uit de vrjje hand», door de roomsche kiesvereenigingen gedreven. De antirevolutionaire kiezers hebben zich over hunne afgevaardigden r,iet te beklagen; integendeel dezen komt lof toe voor hun aaneengesloten optreden voor den heer Godin de Beaufort. Als er over verkiezingszaken of over be ginselverzaking, over het volgen van een persoon en over gebrek aan ontwikkeling iets te verwijten valt, dan zeker niet aan ons adres, en vooral niet door de roomschen, type Bahlmann-«De Zoom». Ad notam. De «Midd. Crt.» schrijft naar aanleiding van de voortdurende breuk tusschen de antiliberalen Het voor de liberalen gunstige get(j houdt dus aan en nu er in den eersten t(jd geen verandering te wachten is, die hun kracht breken kan, is het oogenblik aan gebroken voor ernstigen arbeid, voor goed

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1