1892. No. 98.
Donderdag 19 Mei 1892.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
IJK.
V «.Politiek Allemanskunst)).
LANDBOUW.
DE ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prqs per drie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers/0.02s.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Kruiningen, zonderHansweert, 19 Mei; Krab"
bendijke, ook voor Waarde, 20 Mei en 21
Mei des voorm.; Rilland-Bath 21 Mei des
namiddags en 29 Mei.
Keucheniiis.
0 0
Het zal altjjd eene vlek blijven in de
levensgeschiedenis der eerste kamer en der
liberale partij dat zij den minister Keuchenius,
den eenigen minister van koloniën die, ware
hem tijd van van leven gegund, Indië zou
hebben kunnen vooruithelpen, onder beschul
diging van godsdienstwaanzin hebben weg
gezonden. Zoo denkt er onder anderen het
«Bataviaasch Handelsblad» over. Het blad
schrijft
„Met den Minister Keuchenius is alle uit
zicht op een betere toekomst voor Indië
onder het huidig regeeringsysteem verdwe
nen en het wordt hier ter loops opgemerkt
dat, indien ook hy ons, niet heeft kunnen
bezorgen datgene, wat hij voer Indiö zoo
gaarne had holpen tot stand brengen, de
scliuid daarvan allereerst ligt in eene ver
keerde oplossing der toenmalige kabinets
crisis welke op grond dat beide Kamers
der Staten Generaal toen niet homogeen
waren, weshalve van de vereischte samen
werking geen spraak kon zyn geen ander©
had mogen wezen dan ontbinding der Eerste
Kamer, die al weder uit zwakheid is achter
wege gebleven. Ook heeft Indië toen te laat
ingezien en begrepen, dat het van hier uit
Keuchenius krachtdadig had moeten steunen,
ook al moge het van hier ingezonden stuk
in den Standaard van Woensdag 4 Juni
189U getuigenis afleggen, hoe men ook in
Indië ten zeerste over het. votum der Eerste
Kamer is verontwaardigd geweest."
Bovengenoemd blad is liberaal en schijnt
van liberale regeeringen weinig te ver
wachten.
Vooral opmerkelijk is wat het blad omtrent
de Eerste Kamer zegt.
Deze had ontbonden moeten worden; èn bij
de afstemming van Keuchenius' hegrooting
èn bij de verwerping van Lohmans stedenwet.
Het volk bad van nabij moeten zien hoe
dat collegie de bevordering van recht en
landsbelang in den weg stond. De belang
stelling in de verkiezingen voor de Provinciale
Staten zou er door zijn verhoogd.
Doch gedane zaken hebben geen keer.
V Spurgeon en Groen over het volk.
Volgens wie nadenkt heeft het volgende
door nu wijlen Spurgeon in betrekking tot
het Engelsche volk gesprokene ook betee-
kenis voor het Nederlandsehe
„Ik heb veel meer vertrouwen in de groote
volksmassa, dan in de rijken en ledigloopers,
die uit de hoogte smalen op hen, welke
Gode en menschen behageljjk goede werken
doen, daarbij den spot drijven met personen,
wier schoenriemen zy niet waardig zijn te
ontbinden. Het is niet de straatventer, die
leeljjke bijnamen van lord Shaftesbury ver
zint, maar het zijn de mannen van zyn
eigen rang en standmannen die beschaafd
en rfjk zijn en voor wier aan ledigheid ge-
wende handen Satan altijd iets slechts te
doen weet te vinden. Wees er zeker van,
het volk zal altijd zijne natuurlijke leidslie
den volgen, de mannen, die leven en ar
beiden om hun naar lichaam en ziel tot
weldoeners te zijn. Zie, dit is meer dan
van de meeste rijken kan gezegd worden,
daar zij noch gezind zyn een goeden leider
te volgen, noch anderen tot goede leidslieden
te zijn. Hun toeleg is dikwijls niet anders,
dan zich te bevoordeelen met anderen de
hun toekomende voordooien te ontnemen.
Er valt veel veiliger op het instinct der
massa te houwen, dan op de grillen van rij
ken, die niet weten wat zij met hun geld
en tijd zullen uitvoeren. In het overdrij
vende van het tegenwoordig Socialisme ligt
onze veiligheid; mannen van zulke uitersten
leveren zelve het tegengift voor hunne
dwaashoid".
Wat Spurgeon zei over de Engelsche
ledigloopers, geldt in niet mindere mate van
de Nederlandsehe, die heele bazen zijn in
het verzinnen van leelijke scheldnamen
voor hunne staatkundige, of godsdienstige
tegenstanders.
Let maar eens op Uilenspiegel.
Doch een niet minder waar woord sprak
nu wijlen Groen van Prinsterer over het
volk in tegenstelling met zoo menig hoog
geplaatste die zich den christennaam liet
aanleunen en zooheelemaal niets geen geest
drift had voor zaken die de eere Gods aan
gaan.
En al moge nu de toestand iets minder
ongunstig zijn, in zoo menig opzicht geldt
nog w.it deze antirevolutionaire staatsman
in 1857 schreef
„Stel het volk niet te laag; het is de
slaperigheid en onkunde der meer ontwik
kelden, waarin het grootste gevaar ligt."
„Veeleer de slapheid in de hoogere stan
den brengt ons ten val. Het instinct eener
christelijke zieleverwantschap die aan den
daglooner zoowel als aan den staatsman het
godsdienstige vraagstuk, de gewetensvraag,
doet herkennen onder den politieken
vorm, is dikwerf meest ontwikkeld by den
geringste naar de wereld, die levenswijs
heid in de Heilige schrift zoekt. Niet in
de doofheid, niet in de dofheid der volks
klasse ligt de oorzaak van ons leed, maar
wel hierin, dat de volksstem (ook waar
de spreuk goldVox populi, vox Deï, d. i.
De stem des volks is de stem van God),
ondanks de uitnemendheid van hare Chris
telijke aspiratie, in de stiklucht van hoogere
kringen gesmoord werd."
Zou de duivelachtige bespotting onzer
christelijke staatslieden niet minder gevaar
lijk zijn dan de cynische onverschilligheid
waarmede in honderden kringen van hoo-
ger geplaatsten al hun door het volk ge
waardeerde arbeid wordt bejegend
Het geslacht over hetwelk èn Groen èn
Spurgeon zich beklaagden, mag grootendeels
met hen ten grave gedaald zijn, uitge
storven is het evenwel niet.
En het feit blijft waar Voor de propa-
geering onzer beginselen blijft de volks-
conscientie het braak liggend terrein.
Ligt in de klachten dezer twee beroemde
mannen, die het volk hebben gekend, en
nog steeds in het hart des volks voortleven,
Diet een wenk voor onze kiesvereenigingen
om zich al meer onder het volk uit te
breiden, en den christeiijken,volksinvloed te
leiden binnen de zuivere bedding?
Ons christenvolk wil over het algemeen
wel luisteren naar zijne leiders, mits het
goed door hen worde voorgelicht. En wie
beter dan onze antirevolutionaire kiesver
eenigingen zouden dit vermogen
Men herinnert zich dat de Eerw. Klönne
tot de Goesche roomschen in een openbare
vergadering der r. k. kiesvereeniging had
gezegd dat de politiek allemanskunst was
gewordendit wil zeggen dat in onzen tijd
.eder zich aanmatigde van staatkunde en
regeerkunst verstand te hebben.
In verband met de jongste statenverkie
zing te Goes c. s. brengt het roomsche
weekblad «De Grondwet», dat te Roosendaal
verschijnt, dit gevleugelde woord van den oud-
redacteurvan «De Tijd» in herinnering en zegt:
„Na den slag bij Pavia schreef de Fran-
sche Koning Frans I aan zijne moeder;
„Tout perdu fors l'honneur. (Alles verloren,
uitgezonderd de eer)."
De Zeeuwsche katholieken kunnen ook
zeggen „wij hebben verlorenmaar zy
missen den troost, dat zy althans deeer hebben
behouden. Die hadden zij er reeds vooraf
bij ingeschoten door hun openlijk samengaan
met de liberalen.
Immers hebben de katholieken in Zee
land het in hunne hand gehad de Staten
dier provincie anti-liberaal te maken.
En nu is tengevolge van de onbegrijpe
lijke kortzichtigheid der politieke leiders
de toestand dezelfde gebleven.
In Goes is het nog eenig overgebleven
liberale lid herkozen, dank zij de y verige
hulp der katholieken.
In Middelburg hebben de katholieke kie
zers er ook voor gezorgd, dat de liberale
leden hun zetel niet hebben verloren. Zelfs
in het katholieke district Hulst herkiest men
het liberale lid en komen nu drie katho
lieken en een anti-revolutionair met elkaar
in herstemming.
Dat zal daar nu natuurlyk eenzonderling
gehaspel geven.
Dat er op het gebied van verkiezingen
te Hulst vreemde dingen te wachten zijn,
hebben we hier reeds lang voorspeld.
"Wij spraken zoo aanstonds van de onbe
grijpelijke kortzichtigheid der politieke
leiders.
Zy schijnen al heel weinig te kennen van
den innerlijken toestand der anti-revoluti
onaire partij in hun eigen provincie, 't Is
heel gemakkelijk te spreken van de steile
Calvinisten, die geen Roomsche tot candidaat
willen stellen
Doch vraagt men zich wel ooit ernstig
af, hoe dat komt
De kerkelijke toestand der geloovige pro
testanten maakt het in sommige streken,
vooral in Zeeland, den leiders der anti-revo
lutionairen onmogelijk katholieke candidaten
te stellen.
Een tal gedweëe volgelingen dier partij
zouden, aangezet door sommige predikanten,
zich rechtstreeks keeren tegen eene kiesver
eeniging, welk© zich die stoutigheid zou
veroorloven.
Deze anti-revolutionnaire kiesvereeniging
kan, ofschoon met den besten wil der
wereld bezield, daarom geen Roomschen
candidaat voordragen.
Als men nu nagaat, hoe in weerwil van
die bepaald gebleken onmogelijkheid, waarin
de anti-revolutionaire party verkeert, de
katholieken toch voortgaan te eischen, dat
zij ook katholieken tot candidaten zal stellen,
dan denkt men telkei s en telkens weêr
aan het woordpolitiek allemans
kunst.
Ja, als men zoo hoort en ziet hoe er in
Zeeland onder de katholieken gesproken en
gehandeld wordt, dan vraagt men zich af,
oi die goede menschen soms die uitdrukking
hebben opgevat als een voorschrift in plaats
van als een verwijt."
Dit is zeer juist gezien en gezegd. De
houding van het meerendeel der roomschen
bij de jongste statenverkiezing heeft het
wankelende vertrouwen in de vertrouwbaar
heid der roomsche staatkunde, «van de vrije
hand» niet verhoogd, en het liberalisme daDkt
er zijne meerderheid aan.
18 Mei '92.
F. J. Frenks, postbode van Goes op
's Gravenpolder, is benoemd tot brieven- en
telegraafbesteller te Kortgeoe.
De verkiezing voor een lid der Pro
vinciale Staten in het district Sluis
vacature, ontstaan door het overlijden van
den heer mr. Brevet is door Ged. Staten
van Zeeland bepaald op Dinsdag 14 Juni,
en eene eventueele herstemming op Dinsdag
28 Juni d. a. v.
Benoemd tot ontvanger-griffier van
den Zeven Trinitéspolder, Terneuzen, de
heer J. Dieleman Wz., gemeente-secretaris;
en van de gecombineerde Zuid-, Cats-, St.
Anna- en Sparkspolders aldaar, de heer J.
Seiieele Dz., notaris klerkbeiden te Ter-
neuzen.
Te Franeker is op initiatief van «Pa
trimonium» een kamer van arbeid opgericht.
Doel ervan is
1. de goede verstandhouding tussc.ien
werkgevers en werklieden in Franeker te
bevorderen
2. zooveel mogelijk geschillen tusschen
hen te voorkomen of op vreedzame wijze
te vereffenen
3. door gepaste middelen voor hunne
belangen te waken
4. het misbruik van sterken drank te
bestrijden.
Naar het Dagblad v. Nederland ver
neemt is er bij de regeering ernstig sprake
van de belastingontwerpen in te trekken.
In een katholiek blad treft men
in het hoofdartikel nog wel de volgende
mooie tirade aan tegen den «geest van
Calvijn:» «Overal waar de kille adem van
dien sektegeest blaast, daar verdort en
schroeit het geestelijk leven en staat alle
politiek leven in dezelfde verhouding stil.»
Een kille adem, die verschroeit't Is fraai
uitgedrukt. En dan diezelfde «verhouding»
(welke?) waarin «alle politiek leven» stil
staat! Waarlijk, het begint met den stijl
van sommige «politieke» schrijvers despui-
gaten uit te loopen. «Het Centrum.»
Benoemd tot directeur van het post
en telegraafkantoor te Dokkum, de heer
J. A. Dorrenboom, thans te Sluis.
De Midd. Crt. laat zich over den
uitslag der jongste verkiezingen aldus uit:
Wy weten maar al te goed dat in het
district Middelburg tal van liberalen op
den heer dr. J. v. d. Beke Callenfels hun
stem uitbrachten, terwijl in het district
Goes vele antirevolutionairen op den heer
J. M. Kakebeeke en in het district Hulst
een groot aantal katholieken (en antirevolu
tionairen Red. Z.) op den heer mr. J. G.
van Deinse stemden.
Vooral de persoon doet in deze zeer veel
af en de kwestie of liy al of niet aftredend
lid is.
Met al die factoren dient men rekening
te houden bij de beoordeeling van den uit
slag eener periodieke verkiezing, die lang
niet zulk een goeden maatstaf oplevert ter
waardeering van de kracht der partyen
als eene welke moet plaats hebben by
overlijden of bedanken van een lid.
Van commentaren op den nu verkregen
uitslag zullen wij ons daarom onthouden
alleen willen wy opmerken dat de antirevo
lutionaire party gelukkig gebleken is niet
almachtig te zyn en dat zoowel onder hun
aanhangers als onder de liberalen velen
toonden nog niet doordrongen te zijn van
de noodzakelijkheid om by verkiezingen
meer op beginselen dan op personen te
letten. Dat men dit kan doen zonder de
waarde der personen te miskennen schijnt
men nog lang niet algemeen te beseffen.
«Nog niet doordrongen van de noodza
kelijkheid om by verkiezingen meer op
beginselen dan op personen te ietten», daar
mede zijn wij het volkomen eens. Onze
geestverwanten mogen hun voordeel doen
met de opmerking.
Welk beginsel er echter gestoken heeft
in het roomsch liberaal verbond dat het
tweemanschap TimansKakebeeke aanbeval,
zal wel nooit iemand te weten komenen
het walgt ieder man van karakter er
onderzoek naar te doen.
Nu weten we zegt Patrimonium
waar den liberalen de schoen wringt en
wat hen deed besluiten om de regeling van
het kiesrecht uit te stellen.
De heer Van Houten namelijk hield de
vorige week een rede te Groningen sprekende
over de belastingontwerpen.
Op een vraag bij het debat aan hem
gedaan of 's lands belang of dat van de
liberale partij niet eerst kiesrechthervorming
eischte, antwoordde de heer Van Houten.
«Er is prioriteit (voorrang) van belang
en van tijd. De eerste kennen de liberalen
aan 't kiesrecht toe. Alleen op breeder
regeling van 't kiesrecht kan eene duurzame
verbetering van den politieken toestand
ontstaan. Tot bloot theoretische vraagstuk
ken zou spreker niet wenschen mede te
werken, maar men kan rekenen op zjjne
stem voor eene nitbreiding binnen de gren
zen der Grondwet. Nu eischt men ook de
prioriteit (voorrang) van tijd. Maar wie
deelnemen aan staatszaken, kunnen zich
rekenschap geven van de groote moeite,
om een wetsontwerp te bewerken. Men
ziet het juist aan deze belasting ontwerpen.
Door de prioriteit (van tijd) aan 't kiesrecht
toe tejkennen, zou men veel tijd hebben
doen voorbijgaan, want deze regeling zal
een lange voorbereiding kosten. De raad,
om alles aan 't kiesrecht op te offeren, was
een perfide (verraderlijke) raad. Die kwam
niet alleen van radicale zijde, maar ook van
de zijde der antirevolutionairen die plotseling
warm zijn geworden voor een hervorming
die zij nooit hebben beproefd.
«Indien spreker gesproken heeft van de
belangen der liberale partij en die van 'tland
niet na elkander maar in één adem, is het,
omdat voor hem die belangen samenvallen
en onafscheidelijk zijn.»
Zeer juist laat Patrimonium daarop
volgen
«Dat mogen nu wie niet tot de liberale
partij behooren zich voor gezegd houden.
«'s Lands belangen en die van de liberale
partij vallen samen en zijn onafscheidelijk
één Wie dat nu niet gelooven wil
dien roept Mr. Van Houten toe: Schud
dan het stof van uwe voeten en zoek een
ander vaderland, waar uwe belangen be
vorderd mogen en kunnen worden, maar
niet in Nederland.
«Dat is de onbetwistbare eigendom der
liberalen.»
Uitspraak van een voorstander der
Vivisectie. Onlangs sprak ik met iemand
uit de handelswereld over de vivisectie en
ik hoorde het bekende argument: «Beter
dat een nutteloos dier, een zwervende kat
bijv., wordt opgeofferd, dan dat een nuttig
mensch, hoe nederig of arm ook, niet
wordt genezen en voor vrouw of kinderen
gespaard.» In den loop van dit gesprek
zeide ik, dat de vivisectie een hartstocht
wordt. Dit beaamde de voorstander volko
men. «Ik ben leerling geweest der Hoogere
Burgerschool te Hoorn,» zeide hij. «Onze
leeraar in de natuurkunde had gaarne, dat
wij, elk voor zich, een dier wisten te ont
leden en de deelen konden opnoemen en
aanwijzen. Destijds was het een ware razzia
onder de katten; geen kat was meer veilig.
Wij hingen ze op en gingen dan aan het
ontleden van liet gedoode dier. Onze zak
duiten legden wij bij elkander om voor
een dubbeltje een kuiken te koopen; wij
draaiden het fluks den hals om, en dan
aan het ontleden. Wij waren blij, als wij
maar weer een dier hadden om
het te kunnen dood en. Ik stem
U volkomen toe, dat wij hoe langer hoe
wreeder werden.»
Als dit een voorstander zegt, hebben wij,
leden van den Antivivisectiebond, dan geen
gelijk, deze gruwelen te willen stuiten
Androcles.
Tweede Kamer. Bij behandeling der
pensioenwet voor het loodswezen is aan
genomen het amendement der commissie
van rapporteurs om recht op pensioen na,
bekomen ontslag, te geven ter zake van
verwonding, verminking, ziels- of lichaams
gebreken, door den belanghebbenden be
komen bij eene poging tot redding van
schipbreukelingen in dienst eener reddings
maatschappij.
Eveneens om aan weduwen en weezen
van vroeger gepensioneerde loodsen drie
vierden der thans te verleenen pensioens-
verhooging toe te kennen.
Het geheele ontwerp is ten slotte aan
genomen met 69 tegen 4 stemmen.
Goes. Dinsdag vergaderde de afdeeling
Heinkenszand der maatschappij tot bevor
dering van landbouw en veeteelt in Zee
land», onder voorzitterschap van den heer
E. van den Bosch. Tegenwoordig waren