1892. No. 97. Dinsdag 17 Mei 1892. Zesde Jaargang. Z V E R S C II IJ T G. M. KLEM KERK. te Goes F. P. DHUIJ, te Middelburg. PRIJS DHR ADVERTENTIES IJK. Ontijdig, elken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers0.025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent. Ierseke 17 MeiHansweert 18 Mei Kruiningen, zonder Hansweert, 19 Mei; Krab be n dij ke, ook voor Waarde, 20 Mei en 21 Mei des voorm.; Rilland-Bath 21 Mei des namiddags en 23 Mei. De regeeriug heeft een wetsontwerp tot invoering van den leerplicht toegezegd. In afwachting hoe dat ontwerp er uit zal zien, wagen wij het nu reeds als onze overtuiging uit te spreken dat, ook al bereikte haar voorstel niet in dit jaar de tweede kamer reeds, de regeering toch nog veel te vroeg met een dergelijk diepingrijpend wetsvoorstel voor den dag zou treden. De natie is er niet op voorbereid, en de school is er nog lang niet op ingericht. Vv'jj herinneren aan het feit dat reeds onder het vorige ministerie door minister Lohtnan aan de gemeentebe sturen per aanschrijving is verzocht te zorgen dat overal een genoegzaam aantal «openbare» scholen komt voor alle kinderen voor wie het verlangd wordt. De aanschrijving was noodzakelijk.. Im mers niet alleen in kleinere gemeenten, ook in de groote steden loopen nog altijd kinderen langs de straat, voor wie geen plaats is op de scholen. In Amsterdam en elders slooft men zich af om aan de bestaande scholen, een lokaal voor eetzaal of wasch- en badinrichting bij te bouwen, terwijl duizenden kinderen daar wachten op plaatsing, wijl het aantal scholen te gering is voor de bestaande behoelte. Alvorens dus leerplicht in te voeren mag gevraagd worden: Is reeds overal aan de aanschrijving van den toenmaligen minister van binnenlandsche zaken voldaan Zijn er scholen genoeg Eerst dan, wanneer een bevestigend ant woord op deze vragen volgt, kunnen wij verder praten. Doch gesteld, het aantal scholen ware voldoende, zouden wij er dan met de invoering van den leerplicht zijn Immers neen. Of blijven dan nog niet tal van andere vragen te doen over Zullen de bestaande scholen overal voldoen aan de eischen der wet, in betrekking tot de ruimte en vierkante oppervlakte per kind? Ontvangen de onderwijzers geregelde uit betaling, en op tijd, van hunne tractementen? Zijn de bezoldigingen hoog geuoeg om de meerdere inspanning van het schoolpersoneel te mogen vorderen? Wordt op de scholen waar het hoofd nog altijd zijne eigene klasse heeft, gerekend met het feit dat de opdracht van het politietoezicht aan het hoofd derschool hem de mogelijkheid beneemt geregeld in zijn klasse te zijn; en zijn de gemeente-in komsten van dien aard dat een onderwijzer met billijke bezoldiging in zijne plaats kan worden aangesteld Zijn er onderwijzers genoeg in den lande om te beantwoorden aan de algemeene vraag naar vermeerdering van werkkrachten? Al dergelijke vragen doen zich voor, wanneer men den leerplicht in het vei schiet stelt. Doch gesteld dat de Nedeilandsche regee ring eens zoo gelukkig was onze ongerustheid op al deze punten weg te nemen, dan zouden er nog tal van andere vragen te doen overblijven. Wij zouden bij voorbeeld willen vragen hoe het staat met de inrichting der scholen, vooral die ten platten lande. Zijn de hoofden der scholen allen practische menschen, die de orde en tucht welen te handhaven, die naar een vast leerplan wer ken, wier toezicht op het hulppersoneel niets te wenschen overlaat, wier omgang met hunne helpers op de school het gezag dier helpers niet verzwakt; die een voorbeeld geven in onpartijdigheid en beschaafden toon; die geen onderscheid makentusschen de zoontjes der hoogstgeplaatsten en die der daglooners die het schooltoezicht eerlijk voorlichten; vooral op de zoogenaamde schoolexamens? Bestaat op alle scholen waarborg dat bijvoorbeeld de hulponderwijzeres niet meer werk maakt van het dochtertje van den burgemeester, dan van de kinderen der boerenarbe iders? Wordt door haar genoeg aandacht geschonken aan de achterlijke leerlingen Vooral deze laatste vraag dient bevredi gend te kunnen worden opgelost. Immers als straks de leerplicht zal zijn ingevoerd, en dus de arbeiders gedwongen zullen zijn hunne kinderen bijvoorbeeld op hun vijfde jaar naar school te zenden en ze daar bijvoorbeeld tot hun veertiende of vijftiende jaar te laten, dan dienen zij toch zeker te zijn dat hunne kinderen behoorlijk onder wezen worden; dat de «juffrouw» of de «meester» hen niet aan hun lot overlaat, omdat die kinderen zoo dom of zoo «onwillig» zijn; dan dienen zij te weten dat hunne zonen daar geen twee jaar «voor niemendal» op de schoolbanken zullen zitten. Doch ook, al waren ook deze dingen alle in orde, zelfs dan nog zouden wij het ontijdig over dit ontwerp moeten uitspreken. VVant bij allen twijfel omtrent de ge schiktheid van al het onderwijzend personeel komt nog die omtrent de geschiktheid der schoolopzieners. Er zijn schoolopzieners die hun bezoek op de scholen te voren aankondigen. Dan ricnt de onderwijzer zich daarop in. De vlugste leerlingen (ook oud-leerlingen 1) wor den uitgezocht, en de onderwijzer weet dan wel zoodanig op te treden, dat de school opziener, zoo hij alles voor goede munt opneemt, den indruk krijgt met een goede school te doen te hebben. Neemt echter de schoolopziener den onder wijzer de taak uit de hand, door zelf vragen te doen, dan verandert die indruk. Doch hoe weinigen of hoe velen doen het zoo? En daarom, zoo leerplicht ingevoerd werd, diende ook naar de bekwaamheid tan allen die met het schooltoezicht belast zijn, te worden onderzocht. Vervolgens mag gevraagd worden of de hedendaagsche inrichting van ons volksonder wijs de invoering van den leerplicht gedoogt. En dan luidt het antwoord van tal van gezaghebbendendatdie inrichting allerslechtst is. Ah inrichtingen tot het klaarmaken voor de hoogere burgerscholen zijn zij uitstekend; doch strekt deze deugd haar wel zoo tot aanbeveling? Met hetgeen op de lagere school wordt geleerd, is de opvoeding van het volk, voor zoover dit tot de handwerkersklasse behoort, geenszins voltooid. Daarom geeft de massa des volks er ook zooveel niet om. Er mag dus gevraagd wordenhoe zult gij de volksschool voortaan inrichten, opdat zij de liefde des volks verwerve en verdiene Wordt thans niet veel te veel geleerdheid den jongen en niet minder het meisje ingestampt, geleerdheid waaraan zij daarna niets hebben; eens oppervlakkige namen kennis die vervliegten wordt er niet veel te weinig gedaan aan de opleiding voor het maatschappelijk leven? «Het lagere schoolonderwijs moge uit. stekend zijn als voorbereiding voor middelbaar en hooger onderwijs als eenige leerschool voor het leven is het onvoldoende, en dit te meer waar de huiselijke opvoeding uit den aard der zaak ontzettend veel te wen- Schen overlaat als de vader werk heeft, daar hij zich dan met de opvoeding zijner kinderen niet bemoeien kan, omdat hij den garischen dag moet arbeiden, en, zoo hij geen werk heeft, omdat de opvoeding door een Vader, die niet eens voldoende voeding voor zijn kinderen heeft, weinig opbouwend kan zijn. «Men erkent de onvoldoendheid van ons lager ondeiwijs als leerschool voor den toe- komstigen arbeider door de poging om Slöjd- onder wijs in te voeren en hand werksonder wij aan te moedigen, maar hoe weinigen kunnen daarvan nog profiteeren!» Aldus de heer mr. M. J. de Witt Hamer in de Midd. Crt. van 7 Febr. jl. En deze heer wijst er tevens op dat de staat, met onvergeeflijke verwaarloozing van den min deren man, jaarlijks duizenden besteedt aan het onderwijs van kinderen der aanzienlijken. De heer de Witt Hamer erkent dat hij op de hoogeschool jaarlijks 110ÜÜ aan het rijk gekost heeft. Deze opmerking leidt ons weder tot eene andere vraag. Zoo wij het socialistisch denk beeld aanvaarden dat de staat met voorbij gang van de rechten der ouders op hunne kinderen, de ouders desnoods met politie macht', dwingen mag hunne kinderen naai de school te zenden wanneer en zoolang het hem, staat, belieft, geeft men dan aan onze arme en behoeftige ouders niet het recht om te zeggenZoo gij, staat, mijn kind 0| eischt voor uwe school, geef mij dan de gelegenheid om het u af te staan. Als dan mqn kind geen heele kleeren aan heeft, geef gij het dar. andere, en als zijne schoenen stuk zijn, lap gij ze dan. En als de honger mijn kind ongeschikt maakt iets van het onderwezene op te nemen, verschaf gij, o staat, het dan voedsel. Wat baat mijn kind uw leerplicht, zoo gij er geen eetplicht aan verbindt De sociaal-democraten, de radicalen, ja sommige liberalen roepen nu reeds luide, dat bij de staatsschool ook de staatskeuken, een staats- kleeder- en schoenenmagazijn behoort. En eenmaal langs deze socialisti sche helling wandelende, heeft niemand het recht dezen hardloopers naar den Spartaan- sclien geluksstaat tegen te houden. Eenmaal dezen ouders de taak uit de handen nemende, gunnen zij u ook gaarne al het andere. En in die richting werd ook reeds in de «Midd. Crt.» van 22 September 1891 in een door een onderwijzer geschreven hoofdartikel geadvi seerd. Doch ook zoo zelfs deze bezwaren konden worden ontzenuwd, zouden wij nog durven beweren dat invoeren van leerplicht ontijdig is. Reeds bovenbedoelde schrij ver voelde dit, en velen met hem, toen hjj klaagde«Nu echter de kat op de koorde komt, vraagt ieder die met de sjofele positie der lagere volksklasse bekend is, zich ernstig afKan de werkman de handen zijner kinderen ontberen om hunne monden te stoppen Deze vraag ontkennend beant woorden kan men met het open boek der on dervinding onmogelijk». Doch plaatsen wij ons nu ook eens op het standpunt van hen die met zedelijke bezwaren te worstelen hebben. Wat zeggen zij Ook volgens hunne meening is het nog de tijd niet om leerplicht in te voeren, ook zelfs al zien zij met het oog op vele onver standige ouders, die hunne kinderen laat of slecht of te kort naar school zenden, en voor zedelijke middelen niet te overreden zijn, de noodzakelijkheid er van in. Zij toch vragenhoe staat het thans hier met de gewetensvrijheid Er zijn zoovele openbare onderwijzers, die het liberale kamerlid de Beaufort zei het eens zelfdoor Multatili zijn gevoed en de vruchten dier Multatuli-lectuur kan men in bijna alle gemeenten waarnemen. Er zjjn openbare onderwijzers gelijk er ook liberale gezaghebbers zijn die aan geen God of Chris tus of Bijbel of Hel of Eeuwigheid of Recht vaardig Oordeel meer gelooven die socialis ten zijn; of «meenen» dat wij menschen een hoogere diersoort zijn, philosofen die zeggen dat de mensch is wat hij eet, een wezen, wiens stamvader een aap of een visch of iets dergelijks was; en tal van andere zaken meer gelooven die nu wel in de school niet noodig zijn geleerd te worden maar die toch een huisvader in zulk een dorp afschrikken zijn kind aan dien meester toe te vertrouwen. Er zijn er die, schoon neutraal te zijn huu geboden is, toch gewagen van den moord op Oldenbarneveld en van den moor denaar Maurits dien heerschzucht tot den moord op genoemden grijsaard dreefen die de kostelijkste bladzijden uit onze vaderland- sche geschiedenis niet tot hunne waarde fhogen laten komen, uit vrees voor ergernis of schennis der neutraliteit. Een omstandig heid die een huisvader dwingt zijn kind liever zelf maar wat /titisonderwgs te geven. Er zijn ook ouders die te ver van de school wonen om hunne kinderen reeds in het vijfde of zesde levensjaar naar school te zenden, of wier kinderen zij bepaald te zwak achten om ze altijd daarheen te zenden. Er zijn ook ou lers zonder vaste woonplaats, schippers bijvoorbeeld, die hunne kinderen niet geregeld en op alle plaatsen, waar zij even vertoeven, kunnen doen schoolgaan. Bovendien er zjjn ook ouders bij wie het bezwaar van vaccine en pokinentings- dwang zoo zwaar weegt dat zij hunne kin deren niet durven of kunnen of mogen of willen laten inenten. En dit zijn niet alleen die eenvoudigen in den lande, die uit eerbied voor de goddelijke waarschuwing«Gij zult den Heere uwen God niet verzoeken», door uwe kinderen moedwill.g aan gevaar bloot te stellen, die reeds jaren lang om vrijheid hebben gesmeekt, maar aan hunne zijde staan duizenden uit alle rangen en standen der maatschappij, die op wetenschappelijke gronden de vaccine, en niet het minst den dwangbestrijden, omdat zij in hun oog eene hoogst gevaarlijke kunstbewerking is, waarvan geen enkel geneesheer den omvang der uitwerking kan aangeven of berekenen. In hunne beschouwing is het de grootste roekeloosheid om een gezond kind te be smetten met eene stof, die binnen eenige uren of dagen den dood kan veroorzaken, of wel jaren lang een hoogst nadeelige uit werking op het lichaam kan hebben, en toch blijft de regeering partij kiezen tegen die allen, door aan hunne kinderen den toegang tot de scholen te ontzeggen. Is het dus niet ontijdig, met het oog op die allen, nu reeds met leerplicht aan te ko men Moest dan althans niet eerst de vac- cinedwang worden afgeschaft Hoe anders zou bij invoering van leer plicht de schooldwang de gewenschte uit werking kunnen hebben Een wet die de kinderen voor de school opeischt, en een wet die de kinderen van de school weert, maken elkander krachte loos. En dit juist zouden de schoolplichtwet en de pokkenwet immers doen Hiermede is niet ontkend dat leerplicht op zichzelf niet goed zou kunnen zijn. Gelijk de wet voor de slechten is, zou ook deze wet voor dezen kunnen dienen. Gelijk de drankwet den dronkaard treft, kan de lëer- plicht den slordigen huisvader treffcn. Maar de christen huisvader moet dan toch in de gelegenheid gesteld worden aan de verplich - tingen dezer nieuwe wet te kunnen voldoen. Deze gelegenheid is, zonder opheffing van den vaccinedwang, niet aanwezig. En zoo zou immers de leerplicht, nu reeds ingevoerd, eene inbreuk op de vrijheid zijn, waartegen het rechtsgevoel opkomt. Wij zijn geen volk het woord is van mr. Thorbecke 1 om in een dwangbuis gestoken te worden. Ten slotte een woord aan de christenen die dit lezen Haast u en richt christelijke scholen op, bevordert het getrouw schoolbezoek uwer kinderen, dan zal als eenmaal de leerplicht komt, zijn komst voor u niet ontijdig, wijl onnoodig zijn. Diep gezonken! Ds. Pierson, de ijverige bestrijder der prostitutie heeft in eene openbare samen komst het volgende diep beschamende feit medegedeeld «Amsterdam huisvest 10.000 bekende publieke vrouwen, daaronder kinderen van 14 jaar. Amsterdam telt oneindig veel meer mannen, daaronder jongens van 14 jaar, die met deze vrouwen hoereeren. Ons volk verkwijnt onder de vreeseljjke lichamelijke en geestelijke gevolgen van hoererij. Sy philis in al hare vormen is de ziekte van ons volk en de burgemeester van de hoofdstad steekt in eene openbare raadszit ting den draak met den geloofsmoed en de christelijke liefde van de Middernachtzende lingen, er. een officier, die zijn plicht doet, waar hij onze zonen in de kazerne voor hoererij tracht te beveiligen, wordt wegge zonden». Wat zullen wij met onze dochters beginnen 1 Volgens Neerlandsch Volksbl. wordt deze vraag door een Amerikaansch blad op de vol gende wijze beantwoord Geef haar be hoorlijk schoolonderwijs. Leer haar een voed zame pot koken. Leer haar wasschen, strij ken, kousen stoppen, knoopen aanzetten, ha re eigene kleederen maken en een ordentelijk hemd. Leer haar brood bakken en bedenken, dat een goede keuken veel aan de apotheek bespaart. Leer haar, dat een gulden 100 cents waard is en dat alleen zjj spaart, die min der uitgeeft, dan zij ontvangt, en dat allen, die meer uitgeven verarmen moeten. Leer haar, dat een betaald katoenen kleedje beter kleedt dan een zijden, wanneer men schulden heeft. Leer haar dat een rond, vol gezicht meer waard is dan vijftig tering achtige schoonheden. Leer haar goede, sterke schoenen dragen. Leer haar inkoopen doen en narekenen, of de rekening ook uitkomt. Leer haar, dat zij Gods evenbeeld met sterk rijgen slechts bederven kunnen. Leer haar zelfvertrouwen zich zelf te helpen en arbeidzaamheid. Leer haar, dat een recht schapen handwerksman in hemdsmouwen en met het schootsvel, ook zonder een cent vermogen, meer waard is dan een dozijn rijkgekleede en aanzienlijke dagdieven. Leer haar tuinwerk en de genietingen der vrije natuur. Leer haar als ge er geld voor hebt, ook muziek, schilderwerk en kunsten, maar bedenkt altoos, dat het bijzaken zjjn. Leer haar, dat uitstapjes te voet beter zijn dan uitstapjes in bootjes of rijtuigen, en dat de bloemen des wouds zeer schoon zijn voor degenen, die ze bekijken. Leer haar uiter- lijken schijn verachten en dat wanneer men ja of neen zegt, men het ook werke lijk zoo meenen moet. Leer haai, dat het geluk in 't huwelijk noch van den uiterlijken staat noch van het geld des mans afhangt maar alleen van zijn karakter. Hebt gij haar dat alles medegedeeld en hebben ze 't verstaan, laat ze dan, als de tijd gekomen is gerust trouwen, zjj zullen haar weg daarbij dan wel vinden. V De herstemming te Hulst. Ons aftredend antirevolutionair Statenlid, de heer Oggel, komt op 24 Mei a. s. met 3 katholieken in herstemming. Zeer hopen wij dat al onze vrienden in het district van heden af alle wettige middelen zullen aanwenden om de herkiezing van dezen algemeen geachten burgemeester van Axel te bewerken. Het is niet eens acht dagen meer, dus de tijd roept. Overtreffe dus onze centrale kiesvereeni- ging Zeeuwsch Vlaanderen O. D. zichzelf in ijver en bezieling. Vooral de thuisblijvers moeten opgezocht,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1