1892 No. 89. Donderdag 28 April 1892. Zesde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKMÏK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES DE VERKIEZINGEN. JAN WOÜTËRSZ. ZEEUW. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p.p. 0.95. Enkele nummers/0.02s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Een der kostelijkste overwinningen door de antirevolutionaire partij bevochten is wel de belangstelling die zich allerwegen open baart voor de omzetting der Provinciale Staten in antirevolutionairen of althans antiliberalen geest. Wel heeft het inspanning gekost de kie zers warm te maken voor de Statenver kiezingen, doch sinds de grondwet van 1887 ons een verdubbeld korps nieuwe kiezers rijk maakte, was de belangstelling in deze verkiezingen gevestigd en konden wij in 1889 over het gansche land aan de liberale partij een vijfentwintigtal zetels in de verschillende Staten ontwringen. Ook in Zeeland moest de liberale partij van liever lee enkele veeren laten. Te Goes verloren zij bjjna al hun terrein, terwijl zij te Mid delburg ernstig bedreigd werden, en het te Hulst slechts aan de verbroken samenwer king tusschen de beide niet-liberale partijen te danken hebben dat zij het er misschien nog eenigen tijd zullen uithouden. Indien wij nagaan dat bij onverbroken voortduur van het samengaan der antirevo lutionaire en roomsche staatsburgers, waarlijk kans had bestaan dat Zeelands Staten zouden «om» gegaan zijn, dan kun nen wij dit voor een oogenblik betreuren doch ook maar voor één oogenblik, dewijl eene meerderheid op het samengaan niet van twee partijen, maar van twee kiezersgroe- pen op een los accoord, verkregen, onmoge lijk zou hebben kunnen bestaan. Er ont breekt eene leidende gedachte aan. JEr is program noch leiddraad er ontbreken over eenstemming en wederzijdsch vertrouwen om iets gezamenlijk te kunnen uitrichten. Gesteld immers dat door een aldus sa mengesteld collegie van provinciale staten een lid der Eerste Kamer moest gekozen worden (wat natuurlijk nu niet gebeuren zal, daar de Staten in hunne tegenwoor dige samenstelling verplicht zijn dit ten spoedigste te doen) of ook dat het volgend jaar bij diens aftreding, het lid der eerste kamer. jhr. Six, kon vervangen worden, dan zou het nog de vraag zijn of bijv. alle roomsch-katholieke statenleden zich met de antirevolutionaire club op een antirevoluti onair als bijv. oud-minister Mackay zouden vereenigen. Er mag derhalve bij deze verkiezing geen sprake van zijn reeds bjj eerste stemming voeling te zoeken bij de roomsche kiesver- eenigingen, om de eenvoudige redenen dat achter deze misschien zeer welwillende personen of personengroepen geen party staat met wie de antirevolutionaire partij als zoodanig kan onderhandelen. Waarlijk, wij staan met deernis het schouwspel aan te zien van de roomsche staatspartij die zoo jammerlijk uiteenge slagen ligt als nog nergens ter wereld ooit eene partij de conservatieve in Neder land misschien uitgezonderd was over- 38Ö FEUILLETON. Eene episode uit de dagen der Hervorming, DOOR W. K. HAGA. «Den vuurdood ondergaan Schrikkelijke tijding. O, wie zal beschrijven wat ont zettend lijden binnen de muren van zoovele kerkers op aarde is doorleefd 1 Als die on aandoenlijke, onvermurwbare wanden kon den spreken, van wat zuchten, van wat blikken van angst en vertwijfeling zouden ze verhalen 1 Van welk handenwringend kermen van zoovele ongelukkigen. die door hen omsloten, hun laatste uur afwachtten! Vreeselijke gedachteom zonder hope op beter leven het aantal toegelegde uren le vens steeds te zien verminderen en met hen den afstand, die van een bange, hopelooze eeuwigheid scheidt Gelukkigzoo was het met den jongen Woutersz niet gesteld. Hjj kon spreken van een beter Vaderhuis. Het droevig en rotsig pad daarheen was bijna afgelegd. Ginds straalde hem het vriendelijk licht uit de eeuwige woningen reeds tegen. Nog een spanne tjjds en de berg zou moeten be klommen worden om de hemelpoort te bereiken. Die laatste was echter de steil ste, de moeilijkste I Zal hij er kracht voor hebben O, bijwijlen kwamen er ook oogenblikken van twijfel en duisternis. Dan scheen de weg te steilde naderende marteldood te verschrikkelijk; dan dwaalde de blik zij waarts at; dan ging het hemellicht achter dikke wolken schuil en scheen de star der hope en der vertroosting voor immer onder gegaan Wederom was zulk een bange ure aan. gebroken, 't Was nacht, de laatste nacht komen. W(j zullen de geschiedenis van deroeke- looze uiteenwerping van het zoogenaamd «monsterverbond» en van de roomsche partij niet weder ophalenen stil laten rusten wat in fanatieken overmoed en met grove minachting in sommige katholieke bladen van de Calvinisten, de antirevolutionairen de christelijk historischen of hoe zij hen heeten mochten, is gezegd. Het zou echter waarlijk geen blijk van zelfrespect zijn, zoo de antirevolutioneire partij, ook in Zeeland, nog op eenigerlei wijze om den steun der room<=ch-katholieken vroeg. Want evenzeer als de liberale staatsburgers aansprakelijk zijn voor den hoon door de liberale coterie de zaak des Christendoms aangedaan in betrekking tot de achteruit zetting van kapitein Roelants, evenzeer zijn de roomsch katholieke staatsburgers mede verantwoordelijk voor den smaad den Chris- tennaam aangedaan door hunne smadelijke bejegening van ons christelijk historisch ministerie. Zelfs zij die aan het vaandel getrouw bleven doch evenals hun leider, dr. Schaepman, met de bittere verachters van recht en orde zich lotgemeen en geest verwant blijven gevoelen, hebben op dit oogenblik met ons en wij met hen niets meer te doen. Als voor 1878 kan de antirevolutionaire partij ook in onze provincie, in haar isolement teruggetreden, van voren af beginnen met uitsluitend den volksgeest te bewerken; de doorwerking van haar beginsel te bevorderenhare eigene krachten te ordenen, zich te organiseeren in eigen kring en voorts zich bij mogelijke her stemmingen aan te sluiten bjj die groep, welke de meeste kans biedt, dat hare be lijders de doorvoering der ons dierbare be ginselen niet al te zeer in den weg zullen staan. De taak der antirevolutionaire kiezers is hiermede afgebakend en dit is dan ook zoo reeds door het meerendeel der kiesveree- nigingen begrepen. In Zierikzee en Tolen traden de antire volutionairen steed9 alleen op, dus is te verwachten dat zij ook thans van deze ge dragslijn niet zullen afwijken. In Sluis is men met het vinden van drie eigen candidaten nog niet geslaagd, toch zal men daar met eigen candidaten optreden in weerwil van het feit dat de Oostburgsche katholieken, waaronder velen van de Sehaep- manfractie steeds voor samenwerking waren. Dit is goed gezien van onze vrienden. In Goes zjjn onze geestverwanten aan verrassingen gewoon, dus konden zij zeker niet verbaasd zijn over het lang aan-zien- komen feit dat liberalisten en roomschen zich verbonden hebben om de antirevolutio nairen uit te werpen. Zij die altijd zoo den mond vol hebbeu over de afschuwelijke «vrijmetselaarsloge», dreven de beginselloos heid zoo ver van naast den bon catholique apwagiTHrniiiB j»n iiriinnèï'i Niet alleen nacht daarbuiten, maar ook nacht van binnen, 't Is of alles, wat hem nog kort te voren verkwikte, hem is ont nomen. Hij ziet geen uitkomst. Onstuimig gaat het in zijn hart toe. Hij worstelt om den vrede zijns gemoeds terug te be komen. Het schijnt vergeefsch. Hij strijdt om zijne ziel tot stille gehoorzaamheid aan Gods wil te dwingen; het schijnt hem te mislukken Daar treft hem te mid den der nachtelijke stilte een gezang, dat uit de aangrenzende cel opstijgt. Met in gehouden adem leent hij het oor, en her kent de ook hem zoo geliefde woorden: Nochthans wat my Heer, wedervaert, Ik hang U aan, synde beswaert Want in 't lyden dat my benouwet, Met Uw hant gy my onderhouwet. Gy geleyt my naar Uwen raet Trouwelick, Heer, myn toeverlaet Tot dat ick fyn werde gebracht Ter eeren, Heer, door Uwe kracht. Maar hoe 1 hij kan zijn oor niet geloo- ven. Hij kent die zachte vrou western. Kan het mogelijk zijn Is het geen verbeelding? Neen, neen, er valt niet aan te twijfelen de stem behoort aan zijne ongelukkige vriendin Adriaenken Jansz. Of neen 1 het «ongelukkige» kwam hem niet dadelijk op de lippen: zij kon immers nog zingen, en hij Intusschen klonk het lied voort Als ick dan u hebb'. o Heer myn Soud' daer yet anders myn Godt syn? Soud' ick ergens groot ofte kleene, Een Godt hebben dan U alleene? Maar ik werde nu gantsch versmacht; Myn hert verliest al syne kracht; Als dauwdroppelen op het dorstige land vielen de heerlijke woorden in zijn afge_ Timans den (overigens achtenswaardigen) 1 viij metselaar Ochtman te candideeren; etn feit dat voedsel geeft aan het vermoe den dat dit Goesche liberaal-roomsche monsterverbond een boerenbedriegerij op gioote schaal is, waaraan beide partijen, to; den nuchteren toestand teruggekeerd, zeven een hekel zullen hebben. De antirevolutionaire kiesvereenigingen zija tegenover deze coalitie dan ook zoodanig aaneengesloten opgetreden dat wij goede hope hebben dat zij mislukken zal. In Hulst heeft men blijkbaar het advies van het Centraal Comité met de toelichting er van goed gelezen. Het advies gaf blij kens die toelichting, ruimte voor het open laten van een of meer zetels. De Axelsche antirevolutionairen meenden wijs te handelen door tegenover de roomsche aftredenden geen candidaat te stellen. Hiermede kunnen wij vrede hebben, al komt het ons voor, dat zij verder zullen komen met vier eigen can didaten te stellen. Doch nu willen zij ook tegenover het aftredende lid mr. v. Deinse geen can didaten stellen; en tegen deze beginselver zaking moeten wij opkomen. Aan den liberaal mag geen ruimte gelaten worden om lid der staten te zijnvooral niet nu het zoo kritiek staat dat de meerderheid op verplaatsing wacht en wij alleen den strijd in moeten. Bovendien is het Axelsche voorstel uit tactisch oogpunt niet verdedigbaar. De ervaring leerde dat de antirevolutionairen een kleine honderd stemmen sterker zijn dan de liberalen. Stelden wij dus 4 candi daten dan vielen de liberalen, bij goede opkomst van onze zijde, buiten de herstem ming en werden bij herstemming de room schen of misschien ook de heer Oggel gekozendoch in ieder geval zou de zetel van v. Deinse niet meer door een liberaal bezet worden. Vrees dat de liberalen bij herstemming de room schen zouden verkiezen, behoeft niemand te drijven wijl men dit niet weet en de kiezers ten slotte de beslissing hebben. De heer Oggel heeft het voorrecht bij alle par tijen bemind en geacht te zijn. Wij hopen derhalve dat de definitieve beslissing in deze anders zal zijn dan Axel voorstelt. In Middelburg, van waar nog geen plan- Den ons ter oore kwamen, stelle men even eens vijf eigen candidaten. Bij mogelijke herstemming tusschen de beeren Snijders en Van Lijnden zullen andere overwegingen dan staatkundige de kiesvereenigingen heb ben te leiden. Bij eerste stemming geve echter niemand aan een dezer heeren zijn stem en spanne een ieder zich in om den zetel van den heer Callenfels, mits zijne verklaring in zake de Eerste Kamer bevre digend zij, zoo mogelijk te behouden. Wie weet of daar ook nog niet wat te winnen ware. Men doe slechts wel zonder om te zien. Zie Binnenland.) streden ziel. Kalmte en vrede keerden weder. Het vertrouwen herleefde; de doffe oogen verhelderden, en toen de zangeres eindelijk zoo ver genaderd was, kon hij zich niet langer inhouden, maar zong met volle borst mede Doch ghy zyt, Heer, myn troost geheel, Myn borcht, myn toevlucht, myn erfdeel I Vrouw Jansz. had haar doel bereikt, zij had hem gehoord. Wat Kalfsvel haar had medegedeeld omtrent zijn laatste bezoek in de gevangenis, had haar verkwikt, doch haar hart niet zonder vreeze gelaten. Maar nu, neen Haar kweekeling is niet veran derd is niet ontrouw geworden. De krach tige Plant; die zij uit het door haar ge strooide zaad des Woords had mogen zien opwassen, was niet geknakt, noch uitgerukt, maar bloeide in onverminderde kracht voort. En dat was haar troost in haar thans zoo droevig lot. Wat de zachtmoedige geestelijke van het dorp haar eenmaal bij de stervens sponde harer dochter had voorspeld, was thans vervuld. Zij had zijn welgemeen- den raad, om de Lutherye te laten varen, niet kunnen opvolgen, maar was op den weg des nieuwen levens met toenemende overtuiging voortgeschreden. Dat leven bij hare dorpsgenooten te wekken, was haar een onwederstaanbare drang des harten geworden, en als vrucht van haren arbeid had zij er zich weldra in mogen verheu gen, dat velen de reformatie omhelsden. Alzoo was haar huis allengs de verzamel plaats geworden van allen, die naar het echte water des levens dorstten en in haar hartelijk en opwekkend woord lafenis "onden. Dat dit niet lang verborgen had kunnen blijven, kan ons niet verwonderen. Met j 27 April 1892. Schoolraad. In de 2e jaarvergadering van den Schoolraad werden eenige belang rijke zaken behandeld. Een oogenblik dreigde gevaar dat deze jeugdige vrucht van het overleg der ehristelijke school- en onderwijzersvereenigingen haar recht van bestaan zou verliezendoch dit gevaar werd nog in dezelfde vergadering afgewend. Er bleek namelijk verschil te bestaan over de vraag of de aangesloten vereenigingen, bij het ontstaan van geschillen in eigen boezem vrij waren die geschillen weg te ruimen of te laten bestaan zonder den Schoolraad er in te kennen, of dat zij verplicht waren zich met den Schoolraad in betrekking te stellen. De vergadering was van het eerste gevoelen blijkens hare terzijdelegging eener motie van het bestuur terzake van de school te Zwijndrecht; waar het schoolbe stuur geweigerd had te voldoen aan het voorstel der hervormde broeders om ook dezen proportioneel in zijn collegie op te nemen, een weigering waardoor te Zwijn drecht een deel der christenen zich aan den steun der chr. school aldaar had ont trokken. Na het besluit der vergadering legde ds. Pierson en terecht zijn taak neder verklarende na de beslissing omtrent dit beginsel, dat de Schoolraad had uit gediend. Dit misverstand werd echter terstond uit den weg geruimd, toen de vergadering de wenschelijkheid uitsprak dat alle school- vereenigingen in quaesties als die te Zwijn drecht zich tot den Schoolraad wenden. Ook zal van wege den Schoolraad den minister gevraagd worden de vrije- en ordeoefeningen niet voor alle scholen ver plichtend te stellenen bij weigering zal aan een Kamerlid gevraagd worden daartoe het initiatief te nemen. Krankzinnigenverpleging. Prof. Lin deboom verdedigde de navolgende stel lingen lo. De zoogenaamde „neutrale" verzor ging der krankzinnigen in Nederland is bewijs en vrueht van een gebrek in het geestesleven des volks. 2o. Dit gebrek is oorzaak van veel on- noodig lijden, inzonderheid van onze be hoeftige krankzinnigen, en moet onver wijld met allen ernst worden onderzocht. 3o. De dezer dagen opgewekte belang stelling in de verzorging onzer krankzin nigen zal weinig of geen beterschap bren gen, indien ons volk in alle standen en rangen niet terugkeert tot God en Zijn "Woord. 4o. De belijders van den Heere Jezus Christus hebben de roeping om den weg te banen en te wijzen tot oplossing van het dreigend vraagstuk der krankzinnigen- verzorging, en zich allereerst over de be- hoeftigen te ontfermen. \Middernachtzending. Ds. H. Pierson verdedigde de vorige week in een openbare vergadering de navolgende stellingen leede oogen had de jonge pastoor, die tot opvolger van haren vaderlijken vriend was aangewezen, bespeurd, hoe het aantal der genen die zijne kerk verlieten, toenam. Het eene schaap na het andere zag hij zich aan zijne hoede onttrekken, zoodat hij naar het oogenblik hunkerde, waarop aan de voortgaande ondermijning zijner gemeente paal en perk zou kunnen gesteld worden. Dat oogenblik scheen gekomen, toen men in het nabijgelegen Dordrecht met ernst tegen de ketterij was opgetreden. De hem ter oore gekomen'gevangenneming en verbanning hadden hem alle aarzeling ontnomen om ook ten zijnent tot geweld over te gaan. Vrouw Jansz was het eerst aan de beurt; en het openbaar geworden geheim, dat zij een prediker herbergde, was oorzaak dat haar huis op zekeren avond door wach ters omsingeld was, die ouverwijlde uitlevering van den ketterleeraar vor derden. Gelukkig voor dezen, kwamen zij een weinig te laat, doch dat belette niet dat Vrouw Jansz uit hare woning gehaald, in voorloopige bewaring gezet en na verloop van eenigen tijd naar Dordrecht overgebracht was om aldaar verhoord te worden. Zij was wel eens onder betere omstan digheden aan het Rietdijksch hoofd aan wal gestapt en het gemoed schoot haar vol, toen ze aan de lieve vrienden dacht, in wier mid den zij zoo genoegelijke dagen had door leefd, en wier woningeo thans door vreemden ingenomen waren of ledig stonden. Zij gevoelde zich zoo onbeschrijfelijk eenzaam! Slechts de gedachte aan haren jeugdigen beschermeling en lotgenoot had haar iets vermogen op te beuren, al wist ze niet zeker of hij zijn geloof nog steeds getrouw was gebleven. (Werdt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1