1892 No. 88. Dinsdag 26 April (892. Zesde Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK. te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES JAN WOUTËRSZ. elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prqs per drie maanden franco p.p. f0.95. Enkele nummersƒ0.02'. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Patroonsvereeniging. OPEN SCHRIJVEN van het Bestuur der Patroonsvereeniging aande Chris telijke Patroons in Nederland. (slot.) En vraagt ge nu welken weg wij ons voorstellen, dat hiertoe moet ingeslagen, zoo hebben we ook hierin geen eigen wijs heid' te verkoopen, maar allereerst ons ook ten deze te spiegelen aan wat in het bui tenland proefondervindelijk gebleken is mo gelijk te zijn. Noodig is vijfderlei. Ten eerste saamspreking. Saamspreking van patroons uit heel het land, en van alle bedrijven, over de algemeene beginselen, die ons leiden moeten. Ten tweede saamspreking van de pa troons in een bepaalde stad of streek over de belangen, die een plaatselijk karakter dragen. En ten derde saamspreking van de pa troons van een bepaald vak over de eisehen, die voortvloeien uit den bijzonderen aard van hun bedrijf. Vervuld zal deze eisch dus dan eerst zijn, als we lo. minstens eens per jaar een algemeene vergadering kunnen houden;als 2o. in de onderscheidene deelen des lands de Christelijke patroons b. v. eenmaal in de maand saamkomenen indien 3o., onder goede leiding, ook afzonderlijke vak conferenties kunnen gehouden worden van industriëelen, neringdoenden, kantoorpa troons, landbouwers, kooplieden enz. Noodig is ten tweede voorlichting. Deze wenschen we door ons orgaan te geven. In dit orgaan kan alle licht opgevangen, dat ons uit het buitenland bestraalt. In dit orgaan kan men onze patroons op] de hoogte helpen van vroegere toestan den, waaruit altoos nog o, zooveel voor ons te leeren valt. In dit orgaan kan men onze patroons mededeelen wat over hun bedrijf in ge schrifte uitkomt, zoo hier als in het bui tenland. In dit orgaan kan men gegevens ver zamelen over den staat van het bedrijf in de onderscheidene deelen des lands. In dit orgaan kan, wie minder gaarne spreekt op openbare vergaderingen, en toch iets op het hart heeft, zijn gevoelens openbaren. In dit orgaan kan allengs uitkomen, wie alzoo, als Christelijk patroon, zijn Heere belijden wil, opdat ze elkander leeren kennen. In dit orgaan kan men op de hoogte worden gehouden van wat er in onze ar beiderswereld omgaat, opdat de patroon en 37.) FEUILLETON. Eene episode uit de dagen der Hervorming. DOOR W. K. HAGA. Nieuwe angst maakte zich van hem mees ter. Als buiten zich zelf stortte hij naast Woutersz. neder. «O, spreek spreek riep hij, terwijl hij hem hartstochtelijk schudde, «wie is zij? kent gij haar?» Door de onstuimige beweging uit zijne reeds afnemende verdooving gewekt, opende Woutersz. langzaam de oogen. Onbestemd sloeg hij den blik in 't rond, als bezon hij zich waar hij was. «O, spreek tochsmeek ik u», riep Antonio met klemmenden aandrang. «Van waar kent gij haar? Waar is zij?» Onwillekeurig richtte Woutersz het oog naar het bekende plekje, waar het portret stond. «O, moederstamelde hij, «weldra zal ik bij u zijn 1» Ondanks den weinigen samenhang tus- schen deze woorden en de gedane vragen, waren zij voldoende om Antonio tot het uiterste der wanhoop te brengen. «Uwe moeder?» gilde h(j, mijne lieve zusterDood en ik moordenaar van haar kind Wee, mij rampzalige Geen genade meer voor mij 1» en dit zeg gende zonk de ongelukkige man ineen. Het gebeurde was tot dusver voor Wou tersz als een droom. De laatste wanhoops kreet van Antonio bracht hem tot het volle bewustzijn terug. Nu eerst herkent hij zijn vervolger, doch in welk een toe stand Daar ligt hij kermend en van smart ineenkrimpend nevens hem I Een nieuwe beproeving voor onzen vriend. Hij had de eerste, de pijnlijke, moedig de werkman elkander leeren verstaan. En ook kunnen r llerlei punten, die straks in openbaar debat komen, in zulk een or gaan worden voorbereid. Noodig is ten derde saamwerking met de vereenigingen van werklieden. Patroons en werklieden moeten niet tegen over elkander blijven staan. Met Patrimonium, Christelijke Volksbond enz., voor zoover ze geen kerkelijk karak ter dragen, moet gemeenschap geoefend. Elk van zijn kant de gemeenschappelijke vraagstukken onderzoekende, moet men elkander in de hand werken en elkander pogen te naderen. Liefde, en daardoor een betere verstand houding, moet met teederheid gekweekt. Noodig is .ten vierde het opkomen voor de rechten van het bedrijf. Men moet niet stilzitten, maar laten merken dat men er isdat men gedacht, heeftdat men wakend oog op den toe stand houdten te zijner tijd spreken durft. Op allerlei wijs zal men zich daarom deels tot het publiek, deels tot de Over heidspersonen, deels tot de groote maat schappijen moeten wenden, om op meer dan één punt lotsverbetering te verkrijgen. En eindelijk, noodig is feitelijke hulp, waar die niet van elders komen kan. Hiertoe zal men het laatst komen, omdat alle feitelijk optreden degelijke voorberei ding eisclit. Maar toch, als men eerst zoover is, dat men duidelijk ziet, welken weg men op moeten ook vaststaat dat niet op andere wijze in wat ontbreekt te voorzien is, zal men handelend moeten optreden. Handelend optreden, om elkaar als Chris telijke patroons onderling te steunen in het bedrijt; te steunen door bij overgang uit dienst in dienst, eerlijk en naar waarheid te getuigen; door een leerlingstelsel op goe den voet te regelendoor gezamenlijk maatregelen te nemen voor wat ziekte, ouderdom of ongeval eischt, en zooveel meer. Zoo ziet ge dus wel, dat ons doel zeer ver reikt. Dat zulk een Patroonsvereeni ging tot een uitgebreide werkzaamheid geroepen wordt. En dat alles er maar van afhangt, of de Patroons zich aaneensluiten. en, met terzijde zetting van allen naijver, het goede voor hun volk, en daardoor de eere Gods en den zegen op hun bedrijf, zoeken. Doch natuurlijk, dan moet er algemeene saam werking zijn. Alleen eendracht kan ook hier de ge- wenschte kracht openbaren. Sluit u daarom, althans voor dit ééne jaar, bij ons aan. Daarna kunt ge din verder zien. Eerst op de eerste Jaarvergadering kan doorstaanzou hij ook in dezen strijd, waar het de liefde jegens den vijand gold, overwinnaar blijven O, de Booze maakte het hem niet gemakkelijk. Het scheen of hij hem opzettelijk bij al het lijden be paalde, door den monnik hem berokkend of hij hem een voor een al de bloedende won den aanwees door diens toedoen hem toe gebracht ja, 'twas alsof hij de pijn nog smartelijker maakte en hem toefluisterde «Bedenk 1 dit alles is het werk van hem, die daar ligt; gun hem thans zijn welver diend leed Maar gelukkigde liefde zegevierde over de satanische inblazingen. «Ongelukkige man 1» zei Woutersz, ter wijl hij de pijnlijke hand op het hoofd van Antonio deed rusten, «gij lijdt veel, maar geef u toch niet aan zoo een wanhopige droefheid over. Er is immers nog een plaats des berouws ook voor u Eene trilling voer bij deze woorden over het lichaam van den toegesprokene. Hij hief langzaam het hoofd op. De oogen stonden dof in hunne holten een loodkleur lag over zijn gelaat verspreidde laatste stoot had hem onherstelbaar geknakt, doch ook gebroken den slagboom van trots en 'gods diensthaat, die hem tot dusver de boet vaardige toenadering tot den ketter hadden onmogelijk gemaakt. «O, vergeef mijstamelde hjj, het oog smeekend tot Woutersz opheffende. «Ik gevoel mijn einde naderen en het benauwt mij zoo vreeselijk Ach! verstoot mij niet, opdat ook uwe zalige moeder haren diep ongelukkigen broeder niet vloeke Door ontzetting aangegrepen staarde Wou tersz eenige oogenblikken strak voor zich uit. Hoehet was dus geen verbeelding geweest, wat hij daar straks meende ge hoord te hebben. Deze man, deze vervol ger, was dus waarlijk de door zijne moe^L de beslissing vallen, hoe men zich inrichten en op wat wijs men werken wil. En bovenal, teeken niet zelf alleen, maar zoek ook in uw omgeving alle Christelijke patroons tot deelneming op te wekken. Al wie een fabriek heeft of bestuurt. Al wie een winkel doet. Al wie het landbouw bedrijf uitoefent. Al wie meester van een ambacht is. Al wie een kantoor met be dienden houdt. Kortom, al wie buiten zijn huisgezin, personen in vasten dienst heelt, kan medewerken. Hun aantal is, ook onder de Christenen, legio. Onze kring kan zich dus zeer spoedig uitbreiden. Alleen trede niemand toe, die niet in oprechtheid voor zijn God belijdt, dat het hem te doen is, om, zoo mogelijk beter dan dusver, zijn God ook in zijn goddelijk beroep te dienen. In den Naam des Heeren komt deze oproeping tot u. Ga dan ook uw ant woord in den Naam des Heeren aan ons terug. Het Bestuur bestaat uit de heeren: A. E. van Kempen, Voorzitter, W. Hovy, vice-Voorzitter, H. Groenewegen, Secretaris, J. C. van Schaardenburg, Thesaurier, A. Dingemanse, H. H. van Dijk, (J. J. Knotten belt, A. van Namen Hz., H. W. Schippers, D. Schut, H. Waller. J. A. Wormser. Eind-eeuwsch Bij de redactie van een der groote bladen, hier te lande verschijnende, werd dezer dagen het volgende berichtje ter plaatsing aangeboden dag den ten 9V2 ure zal de heer N. N., nieuw benoemd directeur bij de Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus voor jongens, hier ter stede aan de leerlingen dier school worden voorgesteld!» Aan de leerlingen voorgesteld 1 Voor leer lingen ontbreekt alleen nog maar het woordje heeren 1 Het spreekt van zeil dat dit bericht niet in dien vorm de pers bereiktemaar dat het werd ingezonden, en nog wel door iemand, wiens roeping het is anderen voor te gaan, is reeds pyramidaal. Toch is dit feit niet op zich zelf staande. Zoo kon men, eenigen tijd geleden, in de Köinische Zeitung lezen, dat een vader, bij wien de directeur van een gymnasium zich beklaagde, dat het zoontje van dien vader zoo weinig ijver bij het werk betoonde, het denkbeeld opperde, aan het vrij belovend jongmensch, bij wijze van straf, een tijd lang zijn abonnement in den schouwburg te ontnemen Als onze grootvaders dit konden lezen, zouden zij gewis een geheelen dag slecht te spreken zijn. Wellicht klinkt het ook aan de meeste onzer eind-eeuwers, die buiten de !rwnw,-.^.vi-Jr-'w MrtViift RW 1'JA!taaa eens zoo geliefde broeder, om wiens wille hij haar zoo menigen stillen traan had zien schreien 1 Deze man, die hem zooveel smart had veroorzaaktmaar die thans door zieleangst en wroeging gefolterd, om erbarming smeekte. Zou hij zoo roe rende eene bede afwijzen Zou z(jn lieve moeder, hoe smartelijk gegriefd den armen broeder van zich gestooten hebben «O, spreek toch een enkel woord van vergiffenis, eer dat ik sterve!» klonk het weder, maar met zwakker stem, van An tonio's lippen. «Alles, alles vergeef ik u», riep Woutersz thans bewogen uit. «Laat dit mijn lijden niet langer uwe bekommernis uitmaken, doch bid God dat Hij het u vergeve, dat gij zijne gemeente derwijs hebt vervolgd». Ach! bid gij voor mijzuchtte Antonio, «misschien wil God zich nog erbarmen!» «Van harte gaarne», zeide Woutersz, en wonderbaar naar het lichaam gesterkt zond hij een vurig gebed op tot den Heer van alle genade, smeekende, dat het Hem mocht behagen in deze bange ure tot het geschokt gemoed van den boeteling van vrede te spreken, en pleitende op Zijne alles en alles omvattende barmhartigheid in den eenigen Middelaar der Wereld om Wiens wille Hij den berouwhebbenden zondaar nimmer afwijst. Toen hij het «Amen» had uitgesproken en den blik op Antomo richtte, zag hij, dat de dood niet verre meer was, maar de ontzettende angst was van het gelaat des ongelukkigen verdwenen. Roerloos lag hij daar alleen de lippen bewogen zich, als pleitte hij voort op den eenigen grond van ontferming. Zoo gingen ettelijke oogenblikken voorbij. «Houd moed fluisterde Woutersz hem in 't oor. «Klem u aan den Heiland vast Zijn bloed reinigt van alle zonden». j «hoogere burgerij» staan, nog wel wat kras. Centrum. 25 April 1892. Nationale Militie. De Staatscour. bevat de wet, houdende voorziening ter tijdelijke versterking voor de nationale militie. De voornaamste verandering betreft art. 6, waarvan de eerste alinea voortaan luidt: Behoudens de uitzondering bij de wet gemaakt, duurt de dienst voor de ingelijfden bij de militie te land zeven, voor die hij de militie ter zee vijf jaren. De inschrijving moet geschieden voor 31 Augustus. De loting geschiedt tusschen 7 October en 7 November. De zittingen van den militieraad hebben plaats den tweeden Maandag van December en van Januari. De aflevering van de tot den dienst aan gewezen lotelingen geschiedt tusschen 1 en 15 Maart. De manschappen der militie te land die niet in werkelijke dienst zijn en hun vijfde jaar niet hebben volbracht, komen in ge wone tijden jaarlijks eenmaal te zamen, om gedurende niet langer dan zes weken in den wapenhandel te worden geoefend. De in deze wet opgenomen aanvullingen en wijzigingen der militiewet gelden niet langer dan tot 1 Mei 1895. "Van dat tijd stip af worden de ingelijfden ontslagen wan neer zij bij de militie te land een vijfjarigen of bij de militie ter zee een vierjarigen diensttijd volbracht hebben. Naar de Hollandsche bladen melden zijn tegenover de aftredende liberale leden der Provinciale Staten in het kiesdistrict Sluis, de hli. Hennequin, Risseeuw en da Smidt, door de antirevoluiionaire kiesver- eeniging Zeeuwsch Vlaanderen W. D. cnndidaat gesteld de hh. J. F. Hennequin civiel ingenieur en J. M. Stern lid van den gemeenteraad te Sluis en R. van Ham, burgemeester te Hoofdplaat. De lijst der hoogst aangeslagenen in 's rijks directe belastingen in de provincie Zeeland telt 132 namen. Het hoogst aan geslagen is de heer mr. J. Moolenburgh te Zierikzee voor f 2205.74, het laagst de heer A. Erasmus te Cadzand voor 1399,40. 's Heer Arendskerke. In de Vrijdag ge houden raadsvergadering werd met 4 tegen 3 stemmen tot secretaris en gemeente ontvanger benoemd de heer H. J. Augustijn, thans secretaris en ontvanger te Rilland-Bath. Dé benoeming geschiedde buiten de voor dracht om. Naar wij vernemen is thans officieel bevestigd dat dr. Mezger de zomermaanden te Domburg zal doorbrengen. Ierseke. Vergadering van den gemeente raad van Vrijdagavond 7 uur. Voorzitter de Een glans van vrede verspreidde zich over het gelaat van den stervende. Nog maals opende hij de oogen. «Heb dank!» stamelde hij, «ja ik gevoel het, er is ont ferming ook voor mij. O - - Heer wees mij genadig». Dit waren zijn laatste woorden. Weinige oogenblikken later ging hij uit het aardsche lijden over in de gewesten van rust en vrede. XII. Het einde. Een tijdsverloop van acht dagen na de bovenbeschreven ontmoeting ging zonder merkwaardige voorvallen voorbij. Wat onzen vriend betreft, die dagen brachten hem hee ling naar het lichaam en ook in toenemende mate voor de ziel. Herwerd een steeds ge makkelijker afzien van alle aardsche hope; een zich losser gevoelen van de wereld, doch dichter bij den Heer. Daarbij was het ge beurde met Antonio hem een oorzaak van stille blijdschap en bemoediging. Door de rechters werd er echter anders over gedacht, en mocht het besluit van des ketters dood nog niet hebben vastgestaan, thans, nu hij onbewimpeld verklaard had, dat Antonio in vrede was heengegaan, zonder het Sacrament der Stervenden te hebben gebruikt, was er geen sprake meer van aarzeling. Den dood, en nog eens den dood voor den ketter, die de kroon op zijn mis dadig werk had gezet door een verdienstelijk zoon der Heilige Kerk af te leiden van hare zaligmakende middelen, om zijne ziele on barmhartig den hemel toe te sluiten. Het doodvonnis was onzen vriend aange zegd.] «Morgen», zoo luidde het, nadat de grieven en beschuldigingen in kwistigen overvloed waren opgesomd, «zult gij den vuurdood ondergaan.» (Wordt vervólgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1