1892 No. 87.
Zaterdag 23 April 1892.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJ NT
PRIJS DER AD VERTEX TI Ei\
G. M. KLEMKERK. te Goes
F. P. Ü'HUIJ, te Middelburg.
IE ZEEUW.
UITGAVE VAN
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Prjjs per drie maanden franco p. p.
f 0.95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers
CJ
O
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Patroonsvereeniging.
Vervolg).
OPEN SCHRIJVEN van het Bestuur
der Patroonsvereeniging aande Chris
telijke Patroons in Nederland.
Onze Statuten toonen u aanstonds, hoe we
onze taak hebben opgevat.
Niet wij, de Christelijke patroons in den
lande moeten zeiven weten, hoe ze hun
arbeid willen inrichten en daarom moest
alles wat wij deden, om de zaak op gang
te brengen, een geheel voorloopig karakter
dragen.
Wij konden, noch mochten iets anders
doen, dan zóóveel in onze statuten zetten,
als stipt noodig was, om een eerste jaar
vergadering te doen saamkomenen die
jaarvergadering zou dan bevoegd en ge
rechtigd zijn, om al zulke veranderingen
in onze statuten aan te brengen, als haar
goed zou dunken. Desnoods kan ze, mits
op behoorlijke wijze voorbereid, elk artikel
van onze Statuten door eene andere be
paling vervangen; daar volgens het besluit
in Frascati niets onherroepelijk vaststaat
dan de grondslag der Vereeniging, die
dezelfde moet zijn als de grondslag van het
Congres.
We kunnen niet saamwerken met wie
buiten Christus staanen daar het nu te
gen aller bedoeling zou zijn geweest, een
kerkelijk-confessioneelen grondslag te leg
gen en men evenmin gerechtigd was,
zelf een soort confessie voor zulk een Ver
eeniging op te stellen nam de vergadering
in Irascati een wijs besluit, toen ze een
voudig den grondslag van het Congres
overnam. Immers de uitkomst had ge
toond, dat op dien grondslag uitnemend
viel saam te werken. De vuurproef was
doorstaan.
Maar in alle overige opzichten blijft de
jaarvergadering volkomen vrjj, om zich
zóo in te richten, en zoo op te treden, als
zjj ditzelve goed zal vinden. Men kan dan
evengoed een bond van plaatselijke vereeni-
gingen confederatief laten geboren worden,
als de mogelijkheid openstaat, om te begin-
uen met een algemeene vereeniging, om
dan hieruit plaatselijke vereenigingen te
laten ontstaan. Men kan dan de verdeeling
der contributiën regelen, gelijk nu bepaald
is, of heel anders. Men kan de middelen,
waardoor men werken wil, beperken gelijk
nu werd voorgeslagen, of ook uitbreiden op
breeder schaal. Men kan de patroons naar
vakken bijeenvoegen, of gemengd laten
optreden. Kortom, men is volkomen vrij,
en, uitgenomen de grondslag, binden onze
voorloopige Statuten de toekomst der Ver
eeniging niet.
En evenzoo staat het met het gekozen
Bestuur.
Wij namen onze benoeming aan, uit
sluitend om de zaak op gang te helpen
maar op de eerste jaarvergadering treden
we allen af, en zal de Patroonsvereeniging
volkomen vrij zijn, om een geheel ander
stel Bestuurders te kiezen.
Wat thans voor u staat is niets dan de
steiger en de schutting. Het gebouw zelf
moet door de patroons op hun eerste jaar
vergadering worden opgetrokken.
Onze positie is dus volkomen zuiver.
We zijn niets dan dienende broeders, die
het aan de christelijke patroons mogelijk
Willen maken, om op gezonde wijze zeiven
tot de inrichting van een goede Patroons
vereeniging te geraken.
En vraagt ge, waarom we dan toch be
gonnen met aan deze Vereeniging, voor
loopig althans, een meer algemeene inrich
ting te geven, en plaatselijk alleen van
sectiën te spreken, dan ligt ons antwoord
voor de hand.
Het is vierledig.
Vooreerst sloegen we dien weg in, omdat
we te weten kwamen, dat men overal elders
zoo en niet anders te werk ging en op
die wjj$ er gekomen was. Hier te lande
hadden we geen ervaringin het buitenland
■wel. Het betaamde ons deswege, bij het
buitenland ter schole te gaanen eerst dan
andere paden te kiezen, zoo bleek, dat dit
voor onzen landaard noodig was.
In de tweede plaats kozen we den vorm
van een algemeene vereeniging, omdat voor
plaatselijke vereeniging alleen in grootere
steden ruimte is, en op die wijze al die
honderden Christelijke patroons, die op dor
pen of in zeer kleine steden woonden, van
verre zouden blijven staan. Later zal dit ook
anders worden en kan zich ook in drie,
vie r dorpen saam, zulk eene vereeniging
vestigen. Maar dit kan niet het begin zijn.
Nu zjjn de belangstellende patroons in die
kleine plaatsen nog slechts eenlingen. En
ook die eenlingen mogen niet buiten worden
gesloten. Veeleer hebben juist zij in hun
afgezonderde positie raad en voorlichting
noodig.
In de derde plaats belet ons optreden in
het minst niet, dat nu reeds in de groote
steden ptaatselijke vereenigingen optreden.
Sommige Utrechtsche broederen gaven hier
van reeds het voorbeelden al vroegen
we ons, bij het inzien van hun statuten,
onwillekeurig af, of onze broeders niet wat
veel hooi op de vork namen, toch verheu
gen we ons ten zeerste in hun krachtig
initiatief; en zou ons niets liever zijn, dan
dat men ook in Amsterdam, Rotterdam
en elders hun voorbeeld volgde. Alleen
zouden we wel wenschen, dat al zulke
plaatselijke vereenigingen zich met ons op
denzelfden grondslag plaatsten. Anders
wordt later de Christelijke saamwerking
zoo zeer bemoeilijkt.
Doch in de vierde plaatsen dit gat
eigenlijk den doorslagstond het bij ons
vast, dat de Patroonsvereeniging, om wer
kelijk haar doel te bereiken, althans be
ginnen moet met een helderder licht te
doen opgaan over de algemeene vragen,
wier beantwoording onze te volgen ^gedrags
lijn bepalen moet.
Later zullen ook de meer bijzondere vra
gen -aan de orde komeo, die voor de onder
scheidene deelen van ons land een verschil
lend antwoord eischen. Maar hiermee kan
men niet beginnen. Begonnen moet worden
met de algemeene vragen, die geheel den
toestand van het bedrijf als zoodanig en de
wederzijdsche verhouding tusschen patroons
en werklieden beheerschen.
Kon men nu onder het Christelijk pu
bliek beschikken over een geheele schare
tan deskundigen, die in allerlei steden en
dorpen over deze algemeene vragen het
noodige licht konden doen opgaan, zoo ware
splitsing nu reeds althans denkbaar.
Maar zoo is het niet.
We zijn arm, zeer arm aan deskundigen
en alleen in een algemeene samenkomst,
waarin we alle beschikbare krachten ver
eenigen, kan een discussie over deze vragen
verwacht worden, die werkelijk tot het doel
leidt.
Later zal ook dit wel beter worden.
Maar ons begin moet kleinscheeps zijn.
We moeten roeien met de riemen die we
hebben. Anders verbrokkelen we onze toch
reeds zoo kleine kracht. En het einde zou
zijn, dat we, door gebrek aan ineensluiting,
ons doel geheel misten.
Juist waar de liefde van Christus ons
dringt, behoort ons hart ruim en niet eng
te zijn en moet het verlangen in ons leven
om saam te werken met al die Patroons in
den lande, in wie de genade des Heeren als
een prikkel werkt, om uit onze sleur en
sluimering op te waken, en op betering van
de bestaande toestanden bedacht te zijn.
Wat we u thans komen verzoeken, is
dus niets anders, dan om voor dit ééne jaar
u bij ons aan te sluiten, en met ons saam
te komen op onze eerste jaarvergadering,
die op later te bepalen dag te 's Gravenhage
zal worden gehouden.
Inmiddels zullen wij terstond een aanvang
maken met de uitgave van ons Orgaan,
waarvan maandelijks een nummer verschij
nen zal, en waardoor h, nog eer de jaarver
gadering saamkomt, genoegzame inlichting
wordt verschaft over geheel het wezen
der patroonsvereeniging, gelijk zich dit in
het Buitenland ontwikkeld heeft, alsook
over hetgeen van Christelijke zijde in het
Buitenland voor de oplossing van de sociale
quaestie gedaan wordt.
Eerst na die voorbereiding zult ge op
de hoogte zijn, en zal de jaarvergadering-
in staat zjjn met kennis van zaken te
besluiten.
Dit orgaan ontvangt ge natuurlijk kos
teloos, zoodra ge als lid tot de vereeniging
zijt toegetreden en uw contributie bepaald
hebt.
Voor Donateurs zal het verkrijgbaar zijn
tegen den prijs van f 0.50 per nummer,
of f5.per jaar.
Het zal worden uitgegeven in boek
formaat, zoodat de maandelijksche afleverin
gen jaarlijks een boekdeel vormen. Iets wat
voor het bewaren en later naslaan, gemak
kelijker is, dan het altoos lastig formaat
van een courant.
Elk nummer zal in den regel bestaan
uit twee vel druks of 32 bladzijden, zoodat
elke jaargang een boekdeel zal vormen
van ongeveei 400 bladzijdenmet titel
en register.
Intusschen zouden we onszelven ge
weld moeten aandoen, indien we niet thans
reeds met een kort woord het hoofddoel
van zulk een Patroonsvereeniging u op het
hart drukten, en in enkele trekken de werk
zaamheid, die ze allengs ontwikkelen kan,
teekenden.
Wat nu dit hoofddoel aangaat, beamen
we ten volle, wat overal elders in het Bui
tenland is uitgesproken: De Patroonsver
eeniging heeft ten doel, om de patroons
niet beschaamd te laten staan, als ze,
eenmaal voor den rechterstoel van Christus
verschijnende, zich door den Rechter van
hemel en aarde zullen hooren afvragen
Wat hebt gij met uw werklieden, die ik
had geschapen, en dieikuhadtoevertrouwd,
al die jaren in uw bedrijf gedaan?*
De patroonsvereeniging is een vereeniging
die de consciëntie aangrijpt.
Een samenkomst van broederen, die het
elkander herinneren, dat ze saam voor Gods
aangezicht staan; door Hem in hun bedrijf
gezet zijn; en Hem eens rekenschap
moeten geven.
Wel zal hier vanzelf ook een vrucht
voor de werklieden uit voortvloeien; maar,
om die vrucht te oogsten, moet eerst de
wortel uitgezuiverd; en die wortel ligt hier
in de gebondenheid van den patroon in
zijn consciëntie aan dien God, wiens rent
meester en zaakwaarnemer hij is.
Men bedoelt niet, om zelf eens een
nieuwe maatschappij te gaan inrichten,
maar te staan in de overtuiging, dat alles
wel zal loopen, als het maar gaat naar
Gods ordinantiën. En daarom juist wil men,
in het gebed voor het aangezicht des Heeren
vereenigd, zich afvragen, wat uitspraak
die ordinantiën Gods ons geven voor de
actueele verhoudingen van den patroon tot
zijn dienstpersoneel.
Een Christelijke patroonsvereeniging ge
looft nog aan het geheim van den goddelijken
zegen ook voor het eigen bedrijf, en staat
in de overtuiging, dat die zegen ons ont
gaat, zoo we niet met een nauwgezette
consciëntie Gods ordinantiën ook op ons
bedrijf toepassen.
Niet dus van eigen uitdenkselen, maar
alleen van Gods schikkingen wordt heil
verwacht.
Men ziet in, dat de maatschappij de
paden des Heeren verlaten heeft, ook wat
het bedrqf aangaat. Men belijdt met schaamte,
dat men ook als Christelijk patroon op
die paden meê is afgedoold. En ,men maakt
zich op. om, van dien doolweg af, weer
op betere paden terecht te komen.
En nu zegge men niet: «Dat moet de
predicatie ons geven» want dit is slechts
zeer ten deele waar.
Geen predicatie toch kan zich zóo in het
bijzonder verliezen, dat ze op alle bijzon
derheden van het bedrijf komt. En ten
anderen is hiervoor zulk een uitgebreide
kennis van de practijk noodig, dat alleen
wie zelf patroon is, en dan nog wel meest
voor zjjn eigen vak, hierbij tot oor deelen
in staat is.
Juist daarom vereenigen de Christelijke
patroons zich dan ook.
Niet ieder op zichzelf heeft de wijsheid,
die hier vereischte is. Veler ervaring eti
inzicht moet hier saam werken. En ook,
eerst door saam een gewenschte verandering
in te voeren, wordt dit bij de scherpe
concurrentie mogelijk.
Het is dus niet eenzijdig in het belang
der werklieden, dat zulk een Vereeniging
wordt opgericht. Dit kan ook niet, omdat
de belangen van den werkman op allerlei
punten zoo nauw met den bloei van het
bedrijf saamhangen. Eerst waar de zegen
Gods op heel het bedrijf rust, gaat het
patroon én werkman beiden welen die
zegen kan niet nederdalen, tenzij patroon
en werkman in Christus, als beider Heer,
den band gevonden hebben, diehensaóm-
bindt.
Godsvrucht in het bedrijfziedaar dan
in het kort gezegd wat de Patroonsver
eeniging bevorderen wil, en als gevolg
waarvan ze op den zegen des Heeren durlt
hopen. (Slot volgt.)
Loflélijk getuigenis.
«De Graafschapper» schrijft het volgende
omtrent kapitein Roelants, die gedrongen
werd ontslag te vragen wegens wat zijn
overste noemde «overdrijving zijner maat
schappelijke plichten».
„Dat kapitein Roelants geen slecht maar
een goed officier was, weten wij uit zeer
vertrouwbare bron, en dit zal dan ook in
militaire kringen niet worden tegenge
sproken.
Toen hij tegen het einde van 1889 in
Arnhem kwam kreeg hjj een compagnie,
die zoo goed als gedesorganiseerd
was, zoodat de kolonel bij het opdragen van
het commando tot hem sprak: gij zult een
goed kapitein zijn, indien gij in vijf jaren
tijds hier een beteren toestand in het leven
weet te roepen.
Thans, hoewel deze kapitein slechts
ruim twee jaren het commando gevoerd
heeft, is de compagnie een van de ordelijk
ste en de beste.
Dat de heer Roelants zijne plichten, die
de militaire dienst oplegde, niet vergat,
maar integendeel zeer getrouw nakwam,
blijkt onder meer ook uit de jongste ge
schiedenis van het fort Wester voort.
Zijn onze inlichtingen juist, dan liet, bij
zij no komst te Arnhem, genoemd fort, dat
nog wel op onze grenzen ligt en das bij
het uitbreken van een oorlog zoo spoedig
mogelijk in voldoenden staat van verdedi
ging moet zijn, veel, zoo niet alles te
wenschen over.
Zelfs van de zeer belangrijke hoeveelheid
geniemateriaal, ter waarde van pl. m. 9 a
10 duizend gulden, dat daar volgens voor
schrift aanwezig moet zijn, was in het ge
heel niets t.e vinden en ook niets aan
besteed.
Was ons Vaderland van de Oostzijde
eensklaps overvallen geworden, er zou geen
denken aan geweest zjjn, de noodige zaken
binnen de weinige dagen, die dan gegeven
worden, in orde te brengen en het fort
zou voor de verdediging van ons land groo-
tendeels waardeloos zijn geweest.
Door de rustelooze pogingen van den tot
ontslag gedwongen kapitein evenwel, is deze
onverantwoordelijke toestand geheel veran
derd en verkeert het fort thans, overeen
komstig de voorschriften, in een voldoen
den staat van verdediging.
Niet alleen is nu alles aanbesteed wat
volgens de bestaande aanwijzingen aan
wezig moet zijn, maar ook is al het mate
rieel er aangebracht en verwerkt geworden,
natuurlijk voor zooverre als dit in tijd van
vrede mogelijk is.
Ook toen de chef generaal reeds dreigde
hem bij bevordering te zullen passeeren,
gaf dit voor kapitein Roelants geen reden
om in het doen van wat zijn plicht als
militair hem gebood te verflauwen. Hij
ging voort en kreeg bijv. van den Minister
van Oorlog op zijn verzoek een extra trein
met dwarsleggers tot het bekleeden der
taluds en dat was, wat het lort aangaat,
het laatste wat hem vergund was te kun
nen doen."
«De Graafschapper» verschijnt te Arnhem
en kan dus goed ingelicht zijn.
Zooals men weet werd deze bruikbare
kapitein uitgestooten om zijn meedoen aan
de middernachtzending. Een zaak die ten
hemel schreit.
De Regentes is natuurlijk onschendbaar
de minister van oorlog draagt hier de ver
antwoordelijkheid. Moge dit Zijne Exellentie
duidelijk worden bij de bespreking die straks
over deze zaak door het Goesche kamerlid,
den oud-minister Keuchenius, zal worden
uitgelokt.
22 April 1892.
Benoemd tot ontvanger der directe
belastingen en accijnzen, teKolijnsplaats c. a.,
A. Potjer te Nieuwerkerk, c. a.
lerseke. Donderdag trad voor de anti
revolutionaire Kiesvereeniging «Ora et labora»
de heer C. van Oosten op om in het kort
na te gaan, wat ons regeeringsstelsel vroe
ger was, hoe het tegenwoordige ontstaan is
en welke de voornaamste bepalingen onzer
grondwet zijn.
Er viel zeer veel uit te leeren; daarom
was het des te meer jammer, dat het getal
bezoekers zoo gering was.
Goes. Tweede voorjaarsveemarkt Dinsdag
26 April.
De raad van state behandelde gisteren
het verzoek van G. Schroevers te Arnemui-
den, weduwe van den gewezen sluisknecht
voor het kanaal van Zuid-Beveland J. de Meil.
De pensioenraad adviseert tot afwijzing om
dat de belanghebbende met wijlen haar
echtgenoot in het huwelijk trad nadat die
zijn 60 ste jaar had bereikt. De koninklijke
besiissing volgt later.
Breskens. Voor de dienstregelingen der
stoomtrammaatschappij Breskens Malde-
ghem en den provincialen sloombootdienst
op de Westerschelde, zal met 1 Mei de
West-Europeesche tijd worden ingevoerd.
Naar men verneemt hebben zich 35
sollicitanten opgedaan voor de vervulling
van de vacante betrekking van waterbouw
kundig ambtenaar bij het waterschap Groede
en Baanst waaraan een salaris is verbonden
van f 800. met vrije woning. In het laatst
van Mei zal een benoeming plaats hebbenj
Het comité voor emigratie, bestaande
uit de heerenH. Pierson, te Zetter., J.
van 't Lindenhout, te Neerbosch, Roosmale
Nepveu, te Doorn, Leembrugge, te Zwolle
en jhr. L. de Geer te Yelp, heeft eene cir
culaire verspreid, waarin zjj mededeelen te
trachten vijftig personen te vinden, die elk
f 100 willen afstaan.