Dit nummer bestaat uit twee Bladen. Zesde Jaargang. 1892. No. 85. Zaterdag 16 April 1892. VERSCH IJ T G. M. KLEMKKRK. te Goes F. P. D'HÜIJ. te Middelburg. PRIJS PER ADVERTENTIES EERSTE BLAD. „EN HET WAS NACHT." JAN WOÜTERSZ. V Onzedelijkheid. elk en MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers0.025. UITGAVE VAN en* van I 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Vj/egens den tweeden Paaschdag ver schijnt Maandag geen nommer van ons blad. 't Was nacht, toen de man, die den Heiland verried, Der. kring der getrouwe disciplen verliet. 't Was licht in de zaal waar Gods heiligheid (scheen, Maar nacht in de afvallige stad om hem heen. Der duisternis vorst, eer de duisternis viel, Bezette zijn hart en bracht nacht in zijn ziel. De doodschaduw viel op den siddrenden stoet Der elven en wierp hun den schrik in 't (gemoed. Straks daalde de nacht in het hart van (hun Heer En wierp in het stof als een worm Hem (ter neer. Iu 't duister verloor zich de schuiflende slang, Gekringd tot haar sprong en gereed tot haar (vang. Maar toen ze ia het donker den aanval (vermocht, Was 't licht in zijn ziel en de zege gekocht. Gekocht in een worst'ling op leven en dood, Waar 'l ondier voor beefde en het donker (voor vlood. 't Bleef licht, en die doodsstrijd herhaalde (zich niet, Schoon zelfs aan het kruis Hem zijn Vader ^verliet De slang was vermorzeld; gedood was de nacht; Wat licht geeft voor eeuwig, 't was alles (volbracht. 't Bleef nacht, ook voor eeuwig, 't bleef nacht (in diens geest Die beter nooit ware geboren geweest 1 Excelsior. Volle gevangenissen. In het zuiden onzes lands waren voor eenige weken de gevangenissen vol, over bevolkt en er was nog plaats gebrek. Welk eene ontnuchtering moet dit wel zijn voor allen, die geloof sloegen aan de bekende profetie van een bekend professor «voldoend onderwijs zal de gevangenissen ontvolken wat ge aan 't onderwijs uitgeeft, spaart ge op de gevangenissen uit.» Wat daarin opgesloten lag 35.) FEUILLETON. JZene episode uit de dagen der Hervorming. door W. K. HAGA. «Ik erken», klonk het antwoord, «ik heb tegen de menschelijke inzettingen gezon digd, nochtans beschuldigt mij mijn ge weten voor God niet. Vergeeft mij, zoo ik vrijmoediglqk tot u spreke, eerwaarde heeren, die in uw gewaad toont, wat gij eenmaal wildet opofferen om het heerlijk Evangelie der zaligheid aan arme zondaren te kunnen mededeelen. Mij dacht, dat het toenemen der prediking van de heilsbood schap u moest verblijden, in stede dat gij er tegen woedt. Indien gij immer de moeite hadt willen nemen, zulk eene door u ten onrechte verfoeide prediking bij te wonen en haren inhoud aan die van Gods Woord te toetsen, gij zoudt, met terzijde stelling van de onvolkomenheid die ieder mensch aankleelt, ervaren hebben, dat de aanbieding der verlossing in alle eenvoudig heid en waarheid geschiedt. O, ziet toch toe, dat gij niet strijdende wordt bevon den tegen de zaak des Heeren 1 Veroor deelt hen, die in uwe kerk geen vrede vinden, niet, zonder te onderzoeken of zij recht hebben. Of is het niet waar dat Christus' eere wordt verkleind door de aan roeping van allerlei tusschenpersonen, die zoogenaamd tot der menschen zaligheid medewerken en van lieverlede de ware en de eenige bron des levens uit hunne ge dachten verdringen Ik heb lang lot uwe kerk behoord. Het kostte mij veel er van te scheiden, en ik wenschte wel van harte, dat ik mij weder onder uwe leiding kon plaatsen, zoo mijn gemoed daaronder slechts vrede kon hebben,^ maar waar ik dien vrede zou moeten missen, die thans mjjn Misdaad komt eigenlijk slechts uit on kunde voortOnderwijs slechts het volk dat voert tot verlichting en verbetering en het zal weldra op een hoog standpunt staan, verre verheven boven de misdaad. Ontkenning der zonde derhalve. Voorzeker, onderwijs brengt kennis aan en kennis is macht, maar een macht ten verderve, indien ze niet geheiligd wordt door de vreeze des Heeren. De gevangenissen getuigen hiervan waar binnen hare muren in den regel wèl on-, derwezenen zijn opgesloten de Nihilisten in Rusland, de Anarchisten in Frankrijk, enz., zijn voorbeelden, die daarop wijzen. Het volk moet onderwezenmaar het heeft behoefte aan Christelijk onderwijs, d.i. een onderwijs, dat opleidt tot alle christelijke, en maatschappelijke deugden, die echter alleen in Christus haar reëelen, werkelijken grondslag vinden en dat der halve Hem tot middelpunt heeft. Banier. De zaak van den kapitein Rrelants brengt de menschen aan het praten. Op de jaarvergadering van «Patrimonium» kwam zij ook ter sprake. De Prov. Noord hollander deelt daarvan de volgende bijzon derheden mede „De heer Van den Kemel uit Rotter dam deelt met betrekking tot de zedelijk heid der miliciens uit ervaring het gruwe lijk feit mede, dat by de theorie over de gezondheidsleer den miliciens in zijn gar nizoen feitelijk geleerd werd dat zij geen kwaad deden, wanneer zij de hoerenkasten bezochten, mits njj, ingeval zjj een ziekte opliepen, hiervan dadelijk kennis gaven aan hun sergeants, die dan zouden zorgen dat zij weder genezen werden. De afgevaardigde Matla uit Den Haag, die zeer van nabij bekend is met kapitein Roelants, deelt mede, dat de eompagnie te Arnhem, waarby kapitein Roelants diende, zoo verdorven was, wat zedelijk gehalte aangaat, dat de kolonel bij het opdragen van het commando aan den ka-, pitein zei, dat hij een goed kapitein zou zijn, indien hij in vijf jaar een beteren toe stand in het leven zou roepen. De heer Slegt wijst op het opofferende werk der Middernachtzending en deelt mede, dat, toen hij onder dienst jwas, een hoofdofficier by de ponteniers, die een modern man was, de miliciens uit de hoerenkassen haalde en deze huizen ver boden werden voor de militairen, zoodat een militair, die zich op zulk een verboden plaats begaf, gestraft kon wordenwel een bewijs van wat er geschieden kan, indien de officieren medewerken." Laten de onthullingen in deze teedere zaak zich maar vermenigvuldigen en allen die onzen zedelijken nationalen ondergang niet wenschen te beleven, zich vereenigen in dien strijd voor de openbare zedelijkheid, niet het minst onder onze landverdedigers. deel is, ware het leven mij een last. Neen ik kan niet anders, overtreed ik hiermede de bevelen van menschen, ik kan mijnen Heiland de gehoorzaamheid niet opzeggen. Hij zal mij in de ure der benauwdheid niet verlaten. Hier zweeg hij. De geestdrift had een blos op zijn wangen geteekend en het hemel waarts gerichte oog sprak van innerlijke vertroosting en bemoediging. Zijn woord had de rechters echter niet verteederd. Neen veel meer sprak er bit terheid uit de woorden waarmee de prior hem toesprak. «Gij verlicht onzen last, ketter 1» zeidc hij, «door zoo onbewimpeld te bekennen en te verklaren, dat gij niet in te veront schuldigen onwetendheid maar uit volle overtuiging dwaaldet. Wij hebben daarom uw vermetel woord ten einde toe aange hoord. Wees trotschop uwe vrijmoedighei 1, zij zal gestraft worden. Vrees daarvoor niet, en de hoon, der Kerk aangedaan, zal met woeker gewroken worden. Als gij nu zoo vlug zegt, wie de prediker is, dien gij ge herbergd hebt, waarheen ge hem hebt gebracht en waar wij hem waarschijnlijk zullen vinden, dan is de zaak spoedig ge ëindigd». «Voor mijzelven vrees ik niet te spreken», antwoordde Woutersz.. «maar thans mag ik niet. Hoe zou ik een uitverkorene des Heeren kunnen verraden aan hen, die zijne ziel zoeken Het zou van mijne zijde de snoodste ondankbaarheid zijn, om hem, die mij den weg des levens aanwees en tot de fontein des heils leidde, den weg ten doode te banen». «Uwen moed en uwe erkentelijkheid be wonder ik», sprak de prior schamper. «Toch zou het mogelijk kunnen zijn, dat gij weldra uwe weigering betreur iet, indien wij aan onze vraag eenigen nadruk toe- Beter dood dan blind. 1 Een gemeene uitdrukking, lezerZeker op de straat opgevangen Pardon, het is, blijkens de krantenverslagen door een be schaafd wetenschappelijk voorganger gezegd, in eene officiëele vergadering op het feest van Utrechts Universiteit door den hoogge leerden heer professor dr. H. Snellen. «Want beter dood dan leven zonder licht», zeide hij. Tot welke onmenschelijke uitspraken kan een humaan man komen onder den invloed van het materialisme onzer eeuw! Voeg hierbij dat de Nieuwe Rotterdammer eenigen tijd geleden omtrent den roman schrijver Guy de Maupassant die poging tot zelfmoord pleegde schreef: <s.Misscliien ware het gelukkiger voor hem geweest in dien zijn toeleg gelukt ware», en men zal verstaan dat getuigen tegen de liberale le vensopvatting eisch blijft van chri-tenphcht. Doch allermeest door de belichaming der christelijke historische levensopvatting in daden. 15 April '92. Spoorweg personentarieven. Men schrijft aan het Dagblad v. Ned. «Korten tijd voor het aftreden van het vorig kabinet, werd het Nederlandsche volk verblijd door de mededeeling, dat er einde lijk eens verandering zou komen in de buitengewoon hooge personentarieven der Nederlandsche spoorwegen. Sedert echter het liberale kabinet is opgetreden en daarin de nijverheidsminister Lely, zitten die ver laagde personentarieven óf in den doofpot óf zij zijn in de Zuiderzee gevallen. Wij begrijpen intusscben, dat men met die verlaging voorzichtig zijn moet. Wel is waar is die verlaging zeer in het oecono- misch belang van liet geheele Nederlandsche volk en dit kabinet stelt die belangen op den voorgrond, getuige zijn -zorg voor het indienen der belastingontwerpen en het terughouden der kiesrechthervonning Maar men zij voorzichtig! Men bedenke hoe lichlelijk de verlaging dier spoorweg-per- sonentarieven een nadeeligen invloed zou kunnen hebben op het bedrag van het dividend dat aan de aandeelhouders in Hull, IJzeren Spoorwegmaatschappij en Exploita tiemaatschappij zou kunnen worden uit gekeerd. En nu zijn er wel menschen die beweren, dat bij verlaagde tarieven de inkomsten juist zullen toenemen fgelijk bij het briefport) en daardoor de aandeelhouders, voor wie de Staat toch ook moet zorgen, nog meer winst zullen genieten, maar zeker is dat niet en alle verandering is nog geen verbetering. Daarom is het heter zulke nieuwigheden niet te beginnen.» Deze opmerking verdient de aandacht. De vraag van meer of minder goedkoop reizen is voor het groote publiek van het meeste belang. voegden. Bezin u dus, voordat gij in uw besluit volhardt». «Ik vermoed wat gij bedoelt», zeide Woutersz. met lichtelijk trillende stem, ziende dat op een wenk des priors het kleed was weggenomen en de folterbank in hare verschrikking hem aangrijnsde, «doch ik kan niet anders. De Heere geve mij kracht om mij Zijn getuigenis niet te schamen, en Zijne dienstknechten niet aan hunne beulen te verraden». «Welnu, jonkman zeide de prior, «wij kunnen licht een proef nemen. Er zijn er meer geweest, die even stout spraken als gij, doch wian dit werktuig ontlokte, wat ze geheim wenschten te houden». «Die naars», zoo vervolgde hij, «plaatst de pijn bank hier voor de tafel en laat den ketter er eene kleine kitteling van gevoelen Woutersz. had geen aandacht voor dezen onbarmhartigen spot. De oogen naar boven geslagen, als wilde hij van daar een be moedigenden blik ontvangen, keerde zijn ziel zich tot God om kracht in deze moei lijke ure. Middelerwijl ontkleedden hem de beulen en strekten hem op het foltertuig uit. In weinig tijds waren de voeten aan het be nedeneinde der bank vastgebonden en de boven het hoofd uitgestrekte armen saam- gesnoerd door eeu koord, waarvan het vrij gebleven einde over een as voerde, die, straks in beweging gebracht, eerst het koord zou spannen, om daarna het weerloos lichaam uit te rekken, terwijl tot verhoo ging der smart, in de bank ter hoogte van den rug des ongelukkigen een met scherpe punten voorziene rol was aangebracht, welke punten nu reeds in het lichaam des slachtoffers drongen, om straks zijn vleesch wreedaardig open te scheuren. Binnen weinige oogenblikken was alles voor de foltering gereed. Met algemeene waardeering werden dan ook in de dagen van Minister Havelaar de mededeelingen omtrent aanstaande verlaging der tarieven ontvangen. Doch ook hierin zijn we nu weer achterop. Nog een bijdrage dus voor de juiste schat ting van de «velerlei wins.* die de jongste wisseling van ministerie om overbracht. De doodstraf. In I u in Zwit serland de doodstraf afg Sinds dien tijd vermenigvuldigden e de moorden zoodanig dat vele afsch. r doodstraf begonnen te meenen da ..oo niet lan ger gaan kon. In 187 dan ook het desbetreffend groi artikel reeds weder gewijzigd om aar: kantons hunne vrijheid in dezen weder te geven. Tot nog toe echter verhinderde de Hooge fraad altijd de uitvoering van het vonnis. Thans wijst een liberaal blad, de Temps, er op dat dit anders moet worden. Te Lucern is dan ook dezer dagen de knoop doorgehakt en de doodstraf toegepast. Volgens de leer der Schrift dat wie bloed vergiet, diens bloed vergoten dient te worden, zijn de Nederland sche orthodoxen voor de doodstraf. Werden liberalen er voor om «er dan schrik in te krijgen», dan zou misschien in Nederland de beweging voor de wederinvoering der doodstraf tot eene grondwetsherziening op dit punt kunnen leiden. De grondwet eischt toch eveneens herziening op het punt van kiesrecht. Dit niet minder belangrijke punt kon er dan tegelijk bij. De heer J. Verwer te Leeuwarden, katholiek, en meermalen candidaat; der ka tholieken en anliievolutionairen voor het lidmaatschap der Staten van Friesland, en thans weder door de katholieken candidaat gesteld, heeft in Ons Noorden verklaard «zich niet meer te willen laten gebruiken door die zoogenaamde katholieke partij, zoolang de krenke ide bejegening den schoo- nen katholieken naam van Borret en Vos de Wael aangedaan, niet hersteld is», en dus de «csndidatuur der R. K. kiesvereeni- ging weigert». Zooals men weet zijn de heeren Borret en Vos de Wael katholieken, door de katholieke kiezers van Oosterhout en Waalwijk zeiven uitgeworpen, bij de Kamerverkiezing in 1891. De heer M. Noord tzij heeft ontslag genomen als lid der Tweede Kamer voor het district Kampen. De liberale partij gaat voort bij de aanstaande slatenverkiezingen in troebel water te visschen. Te Goes stelt zij een katholiek tegenover een aftredend antirevo lutionair, te Alfen een anderen katholiek tegenover een aftredend katholiek; te Haarlem een liberaal tegenover een aftredend katho liek. Van beginselen is ditmaal bij haar hoegenaamd geen sprake meer. Zij loopt inderdaad met haar laatste verschooning. «Welnu, ketter!» zeide de prior, «zijt gij thans genegen te openbaren, wat ge tot nu toe verborgen hield Nog is het tijd. Noem ons den prediker, wijs ons zijn spoor en vermoedelijk verblijf en gij ontgaat het pijnlijk onderzoek. Ja, beken dat ge gedwaald hebt in het verlaten der Kerk I Betoon be rouw, zij is barmhartig ook jegens den verst afgedwaalde, die terug wenscht te keeren, en gij gaat weldra vrij uit. Bedenk wat het is, te kunnen gaan waar gij wilt. Gij zijt nog jonghet leven ligt nog met al zijne genietingen voor u het kan u nog zooveel schoons bieden. Kom, laat varen die dwaze inbeelding en gij zult tienwerf ge lukkiger zijn». Van al de verzoekingen, die hem tot nu toe waren tegengekomen, was deze voor onzen vriend wel de zwaarste. Met gesloten oogen had hij de woorden des priors aangehoord en een zonderling gevoel had zich bij het aanbod van vrij heid van hem meester gemaakt. Een paar woorden slechts en dan uit alle lijden. «Tienworf gelukkiger sprak hij in zich- zelven, de laatste woorden van den geeste lijke herhalende. «Tienwerf gelukkiger I» «maar ten koste van den vrede uwer ziele, de rust van uw leven, de hoop van uw sterven», klonk het eensklaps in zijn binnenste. «Wie zijn leven zal willen behouden, zal het ver liezen Wie mij niet liefl eeft boven alles, is mijns niet waardig!» Dat rukte hem uit de boeien der be koring, en nauw had hij hare strikken laten glippen, of eene onuitsprekelijke zaligheid doorstroomde zijne ziel. t Was alsof de Heere hem persoonlijk toefluisterde: «wat is het lijden des tijds in vergelijking met de eeuwige heerlijkheid, die gij bij Mij zult smaken? Houd moed, mijn getrouwe dis cipel! uw loon zal groot zijn!» (W'ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1