1 1892. No. 83. Dinsdag 12 April 1892. Zesde Jaargang. >opingen, VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES JAN WOÜTERSZ. r f 295 bore11 erd door not. akkerij. Koo- St. Laurens 3se goederen, not. Verhejj ibliek geveild rmanswinkel r. Jehs. Dek huis en erf 5 dhr. Jacs. •Isir.iat. Koo i lto Zuidzijde" iler voor t 75' iur, 2 bedden innenkasten en, spiegels nrten, 2 kar r, slijpsteen Is, mangel»- 1. dhr Pelle, door not. de eenteherberg, antieke kast, lok, spiegels, iur door not. tafels, stoe- n aardewerk, in. Oude Vriend- i, een winkel- orte Groene- 5 uur daags 3j. Wisse door nbedden met degels, porse- de Lindeboom uis, schuur en ue door not. eestenpeen in aet Zwaantje rven Dorloijn n 5 perceeien. ige dooi not. en erf 185 jachten voor mwer bij Ak- - en weiland. Schipper door an, 3 runders, )len, windmo- sgereedschap, ïuis enz. leken tij de uur, 3 melk- n, handdraai- uw-, melk- en nangels, huis erschraage. urse, gehucht nn, kast, bu- awerk, kachel, dappels, klee- il. Commerce 10 lip Kathinku Oranje, pan- leenbank. noeging door huis en erf n stalling, erf aldaar io. 120. „y Menheere keiinventaris, petten, ma- kastklok, irf en >en d. no bij bed, 7 damhekken, n Oranje door Zerboom, het 's Heer Hen- •Een pakhuis ,an de Blauwe >r not. Loeff, Oranje door ïuit „De jonge rde. esrstrate door 2 spiegels, 3 .tenbijbel, oud ■il. naar door not ion Schipper,, A. tuin Zand- mej. Mouter, meter, vazen, sn, serviezen, rk. 1. Kloes voor antiek boog- staire. canapé, keukenkachel, en, gemakstel,. tin-, ijzer- en. 's, duivenkooi,, ouwerwetschi 11 jrven Vermue 1 paarden van m, 1 varekoe, ars, 2 varkens eit, 60 hoen- chais, snij- 3 slepers, bas- ier- en melk- oo, mest, ka- kast, tafels, das- en aarde- loor not. Mu- 1, oen woon- En aan het li net, latafel, kippen, klee- DE ZEEUW. beken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p.p. 0.95. Enkele nummers0.02'. UITGAVE VAN ek van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Paasch-recês. De Kamer is naar huisvol bewondering naar men zegt, over het damasten tafel laken en het fraaie zilver op den Ministe- rieëlen disch, maar slecht voldaan over de schraalheid der voorgediende gerechten. Gelijk het meer gaat als men zich van knellende lasten ontslagen voelt, kw&m ten slotte bij de sprekers, onder de behandeling der nieuwe ridderorde, Oranje-Nas san, de humor boven. Ijdeltuiterij, anders niet, riep de heer Borgesius; laat ons toch de menschelijte dwaasheid niet voeden 1 En begrijp eens -een ridderorde óok voor vrouwen wat een ideeZullen we dan nu op onze Haag- sche wandelingen ook al dames tegenkomen met een lintje «in het knoopsgat» Wat Ijdeltuiterij repliceerde Dr. Schaep- man; neen, idealisme,zuiver idealisme zeg ik u, die zucht om zich te onderscheiden, die ge op prijs stellenen door ridderorden aanmoedigen moet, in onzen platten, ondicliterlijken tijd Hoe meer gekleurde lintjes verkrijgbaar worden gesteld, hoe meer groote en ver dienstelijke daden er worden gedaan Waart ge maar poëet, dan zoudt ge dit mysteri euze verband terstond gevoelen. Bravo 1 klonk de ironieke stem van den heer Rutgers. Meent ge dat de Regeering op haar doornig pad enkel verstandige mannen ontmoet Neen, de mannen zijn over het algemeen zoo wijs niet als gij en ik er loopen vrij wat onverstandigen onder en ijdeltuiten niet weinig. En vat ge 't nu niet De Regeering heeft ridderlintjes noodig om zich de onverstandige mannen van het lijf te houden. Dat is zoo klaar als een klontje. Zoo kaatsten onze afgevaardigden elkander eenige oogenblikken den bal toe. Eindelijk moêgespeeld, nam de meerder heid de voorgestelde Orde aan, omdat het haar nog tijdig te binnen schoot, dat het misbruik van een zaak het gebruik niet wegneemt. De meeste heeren hadden dezen stelregel vroeger op het gymnasium wel geleerd, maar dit is al zoo lang geleden, dat Latijn gaat er op den duur door het Hollandsch spreken bij een mensch uit. Het gezond verstand heeft dus gezege praald mits men nu maar begrijpe, dat de meerderheid nog minder aan het verband tusschen ridderlint en groote daden gelooft, dan Dr. Schaepman zelf, schoon hij er zoo aandoenlijk over had staan oreeren. Met dit blij-eindend drama sloot dan de bij uitstek inspannende en vermoeiende winterzitting van de Tweede Kamer onzer Staten-Generaal. De heeren zijn nu naar het land of de stad waar ze wonen, om de primula veris en de sneeuwklokjes te bewonderen, die intusschen oader de Maartsche buien waren 34.) FEUILLETON. Eene episode uit de dagen der Hervorming. door W. K. HAGA. XI. Beproeving. Onkundig van het gevaar, dat hem boven 't hoofd hing, had Jan Woutersz. de laat ste weken in gelatenheid doorgebracht. De boven alles te waardeeren vrede des harten en gehoorzame onderwerping aan Gods wil, waarom hij zoo vurig gebeden had, waren in toenemende mate zijn deel geworden. Maar bovendien en wie zal er den dren keling om bespotten, als hjj zich aan een stroohalm vastklampt hij meende een lichtpunt in zijn tot heden nog duis tere toekomst te bespeuren en wel doordien de Schout hem niet ongenegen scheen. Kort na de volksuiting had Van Drenc- waert, meer uit nieuwsgierigheid dan door belangstelling gedreven, hem in zjjn kerker bezocht en over allerlei ondervraagd, over zijn verleden, zijn ouderlijk huis, het door hem uitgeoefend bedrijf als anderszins. Op zjjn verlangen om sen proeve zijner schilderkunst te zien, had Woutersz. hem het ons bekende portret zijner moeder getoond, en dat had hem derwijze verrukt dat hij niet onduidelijk den wensch te kennen had gegeven, om eveneens uitge schilderd te worden. Met alle bereidvaardigheid had onze vriend zijn diensten aangeboden, en zoowel door het herhaald samenzijn, hetwelk voor het ver vaardigen van het portret vereischt werd, als door het gelukkig slagen er van was een zekere vertrouwelijkheid en aan de zjjde van Woutersz. een gemakkelijkheid ontstaan, die hem de gelegenheid en moed gaven om de belangen zijner vrienden, als- piede dat van zichzelf in de welwillende opgeschoten. Misgunt hun deze ontspanning niet, lezers Na zwaren arbeid verdient inen wel een kleine «vertroosting», zooals de man in het versje van de Génestet het noemde. En mor niet over een Kamer die haar koffers pakt, omdat het Ministerie het te druk had om haar, buiten het bekende, iets noemenswaards te doen te geven. Ten slotte was naar huis gaan ongetwij feld het verstandigste. Er valt toch, als men appetijt heeft, van servet en tafellaken niet te eten. En praten om te praten kan men ook tehuis doen. N. P. G. C. Het streven der vrijmetselarij. «Onlangs hield pastoor Van Hooff een lezing over Juliaan den Afvallige, waarin duidelijk uitkwam, hoe de liberalen feitelijk in het ipenbaar uitvoeren, wat door hen als vrij metselaars in het geheim wordt besloten. Wat de middelen van Juliaan betreft, om het Christendom uit te roeien, liet spreker vooial het licht vallen op zijn huichelarij, op dj door hem in een «herderlijk schrij ven» ian de heidensche priesters voorge- schrevei liefdadigheid, edelmoedigheid en kuischh«d, in navolging van de Christen priesters, en op het sluiten van alle scholen voor de Christenen. Ook in >nze dagen zijn huichelarij, lief dadigheid er onderwijs de wapenen, waar mede de mö\erne Juliaan de Apostaat nu geen persoon, maar een lichaam het Christendom vil vernietigen, wil uitroeien. Door de liefdadigheid traent de Vrijmetselarij het volk zand ir, de oogen te strooien, en door het ondervijs, door de zoogenaamd onzijdige, maar in werkelijkheid godsdienst- loozeen tegen den gtfsdienst gerichte scholen, zoekt zij het geloof^ verstikken. Zij doet dat niet ruw, maar heel voorzichtig. Spreker rukte haarxhter het schijnheilig mom van het gelaat, k>or haar streven en einddoel volkomen bloo te leggen. In 1885 kwamen te Parijs de hoofden van den Schotschen Ritus bijeen,in die bijeen komst werd het besluit venomen: Voert het D.\ M.\ I.-. uit tot elkn prijsi Vraagt men de vrijmetselaars-wat het D.\ M.*. I.-. beteekent, dan zeggn zij Deus Meumque Jus (God en mijl recht)doch deze onschuldige beteekenis r de ware niet. D.-. is destruction, M.\ matékalisation en Ir. imposition. Het geloof aih het boven natuurlijke, alle gezag en allé\ wat zich verzet tegen de Vrjjmetsebij m0et worden vernietigd. Het geweten, et onder wijs, de Staat moet worden verSMTelijkt. En dat moet worden opgelegd an het huisgezin, aan het volk, aan de menshheid. Dit moest geschieden tot eiken pr\s. In heldere trekken werd dit strevn jn zijn velerlei uitingen geteekend, en da'eaan de ernstigeaanmaning vastgeknoopt, om ich tegen het huichelspel der humaniteitsn\n- overdenking van den Schout aan te velen. Wel had hij niet veel gunstigV toezegging ontvangen, maar evenmin had hij aanleiding gevonden om alle hoop of zijde te zetten. Een goede verstandhouding met den in vloedrijken man, in wiens hand voor een aanmerkelijk deel de bestiering van zijn lot berustte, kon eerder voordeelig dan schade lijk wezen. Dit was de slotsom, waartoe hij telkens kwam, zoo dikwijls hij de kan sen van verlossing narekende. Jammer slechts dat uit de ter nauwernood zichtbare ster der hope, die hij bij den horizon meende te ontdekken, de verbeelding langzamer hand een schitterende zon deed verrijzen, die de donkere schaduwen de eene na de andere verdreef, doch wier ondergang de duisternis zooveel te dichter en verschrikke lijker maakte. En het tijdstip daarvoor lag niet ver af. Al mocht Van Drencwaert niet tot mee- doogenlooze vervolging geneigd zijn en moest zijne medewerking tot de verbanning toegeschreven worden aan den drang der geestelijkheid, die sterk voor zijne benoe ming had geijverd en die hij door weigering niet van zich had willen vervreemden, hij was een man, wien de vrijheidsbegrippen zjjns voorgangers onbekend warenvoor wien vrijheid om naar eigen overtuiging God te dienen, waar de kerk dit verbood, onbestaanbaar was, en die, al mocht hij zelf de plakkaten daartegen niet in alle ge strengheid zoo toepassen, nimmer zou wei geren om een van hooger hand verstrekten last ten uitvoer te brengen. Dit verklaart ons de omstandigheid dat, niettegenstaande de Schout er persoonlijk tegen was, onze vriend weinige dagen daarna voor het kettergericht werd gedaagd om verhoord te worden. De avond was reeds gevallen, toen d« nen op zijn hoede te zijn. Hun streven heeft, helaas, reeds honderdduizenden van het volk bedorven. Ook brandmerkte spre ker als middel der vrijmetselaars de steeds meerdere uitbreiding der publieke verma kelijkheden. In haar einddoel echter lijdt de vrijmet selarij schipbreuk, namelijk door de macht van God, die het listigst geweven plan vaak door de schijnbaar onbeduidendste zaak als en spinrag vaneenrijt. Velen kunnen worden meegesleept, deSatan zal niet overwinnen 1 Friesche toestanden. Volgens de opgaven door Gedeputeerde Staten aan den Minister verstrekt, is de flnan- ciëele toestand der gemeente Weststelüng- werf allertreurigst. Op een bevolking van 15.451 zielen werdt aan onderwijskosten betaald f40.430 en aan arrnenbedeeling f23.300.85. Van den hoofdelijken omslag verklaren Gedeputeerden het volgende: In de praktijk bedraagt nu blijkens het tabellarisch overzicht de hoofdelijke omslag voor een werkelijk inkomen van f300 0,82 pCt., van f500 2,17 pCt„ van f1000 5,54 pCt., van f1500 7,2 pCt., van f2000 7,33 pCt., van f2500 9.1 pCt., van f300011,09 pCt., van f500011,2 pCt., van f9250, het hoogste inkomen, 11,65 pCt. Voor velen de tiende penning ver over schreden. Onderwijs en armbedeeling putten het vroeger zoo krachtige Friesland uit. De militaire noodwet. De militaire noodwet is thans ook door de Eerste Kamer aangenomen, en daarmede aan het ministerie 2 jaar uitstel gegeven om een legerwet in te dienen! En dat doet nu dezelfde liberale partij die, toen minister Bergansius aan het roer zat niet ophield met op eene spoedige in diening der legerwet, die onmisbaar heette, omdat wij in een toestand van weerloosheid gezegd werden te verkeeren, aan te dringen. En nu, twee jaar later, nadat eerst, zonder noodzaak, de bijna afgehandelde legerwet van Bergansius, welker aanneming de liberale Unie had wenschelijk verklaard, zonder protest van liberale zijde door een liberale minister is ingetrokken, geeft men dienzelfden minister, dien men toen hij nog kamerlid was, steeds bestreed, verlof, om nog eens twee jaar te wachten met het indienen eener nieuwe wet. Natuurlijk enkel en alleen uit vrees voor de Noordbrabantsche roomschen. Waarlijk Dr. Bronsveld kan tevreden zijn. Het ministerie Mackay moest vallen, naar het heette omdat het de Roomschen naar de oogen zag, hoewel ieder, die oogen had om te zien, erkennen moest dat dat kabinet om niemands gunst boeleerde, maar rraang m bewaarder zijn cel binnentrad met het bevel hem te volgen. De ongelukkige, niet wetende waar heen men hem vervoerde, dacht nog aan vrijheid «Zou het mogelijk zijnsprak hij bij zich zeiven, terwijl hem het hart onstuimig klopte. «Zou het uur van bevrijding ein- 'dfjk geslagen zijn Maar op dezen ka van den dag Zou de Schout het ^ljcht uit voorzorg doen, opdat ik te ge- rufcelijker mij verwijdere?» 2-ae verbeelding plaatste hem reeds ver bütèi Dordrecht in het ruime veld waar hij nap hartelust zou kunnen ronddwalen, waar Ij voor het eerst na zoo langen tijd, na zoo ingen tijd van gemis, weer eens ruim zc kunnen] ademhalen. Odat zijn geleider een woord sprak 1 Was dit een gunstig t-ken Hij stond op het punt er naar te vygen, maar de vrees voor een teleur stelle) antwoord drong hem de woorden inie keel terug. «Misschien weet de man het elf nie»t, drong hij zich op, als om den komenden angst, dat hij een ijdele verwac.jng mocht koesteren, te be zweren. Na verschillede gangen te zijn doorge gaan, kwam h eindelijk voor de deur var» het vertrek wa> men hem wachtte. De nog glimmende mk der hope leidde zijn aandacht af var-hetgeen een onzichtbare hand als met viige letters boven de deur schreefLaat vari alle hoop, gij die hier binnentreedt Een enkele blikj het geopend vertrek deed er hem de or»ettende waarheid van ervaren. Weg, alle stille verachting 1 onherroepe lijk vernietigdIn sfle van het vurig ge- wenschte «vrij» te ]>ren, begreep hij dat het hier een verhoor ,)d, waarvan de uit slag reeds door onverLdgljjke rechters wa§ enkel vroeg naar het belang van het land. En wat heeft Dr. Bronsveld nu gekregen De legerwet wordt door de liberale partjj om bij Bahlmann en de zijnen een witvoetje te houden, eenvoudig op de lange baan ge schoven Maar mag dat nu Ziet heel de liberale pers dat nu maar zoo lijdelijk aan? Geldt dan inderdaad het landsbelang niets meer en moeten nu alle krachten maar gebruikt worden om «baas» te blijven? (O.) 11 April '92. Bij de te Axel van wege de afdeeling Hulst der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland gehouden keuring van stieren waren tien stuks aan gebracht. De eerste prijs werd ingehoudende tweede prvjs ad f20 werd toegewezen aan P. van Dixhooru. Eene aanmoedigingspremie van f10 ontvingen Levinus de Feyter Jacz., Axel, T. van Haelst te Stoppeldijk en Jan Ra- mondt, Axel. Abr. Koster te Axel verkreeg eene medaille. De «Vereeniging tot Christelijke ver zorging van krankzinnigen en zenuwlijders in Nederland» zal 28 April a. s. in Den Haag haar 8ste jaarvergadering houden. Op deze vergadering zal het bestuur machtiging vragen tot de uitschrijving van het tweede gedeelte der leening van f 150,000, voorzoover het bestuur daaraan voor den bouw van nieuwe stichtingen behoefte zal hehben. De afdeelingen «Dordrecht en Omstreken» en «Heerjansdam» wenschen het uitzenden van sprekers, teneinde de belangstelling in het werk der Vereeniging op te wekken. De afdeeling Schoonhoven vraagt aMag onze Vereeniging ook als een eigenlijke liefdadige instelling worden be schouwd, of zou b.v. de stichting van een toevluchtsoord voor behoeftige krankzinnigen meer tot de roeping van diakenen be- hooren b. Zijn er bij het bestuur plannen in overweging ter verkrijging van een derde klasse voor zenuwlijders. De heer mr. C. J. E. Bichon van IJsel- monde zal in een des middags te houden openbare vergadering spreken over de vraag: «Hoe zal de Overheid moeten handelen, om bij hare bemoeiingen voor de verpleging van behoeftige krankzinnigen, de godsdien stige overtuiging te eerbiedigen en dwang te vermijden?» Ds. D. K. Wielenga zal daarna spreken over «Waarom Gereformeerd Op verzoek overgeplaatst van Hoede- kenskerke naar Mijdrecht de rijksambtenaar P. Kramer. De le luitenant Von Hombracht van het 3e regement infanterie, keert den 1 Mei vastgesteld. Met onvasten tred overschreed hij den drempel van het noodlottig verbluf. Het was hem, als ontviel hem met het aardsch vooruitzicht op eens ook het vertrouwen op den almachtigen God, in Wien hjj zoo ang zijne sterkte had gevonden. Doch neendit ware nog jammerljjker Tot Hem ook in deze beproeving het oog gericht en het «O, Heersteun mij steeg uit zijn geprangde ziel ten hemel op. Het vertrek was geheel met zwart be hangen. Het geleek het voorportaal van het graf en het maakte den meedoogen- loozen blik van den prior en zijne mede- rechters, tegenover wie hem gelast werd plaats te nemen, nog onheilspellender. Niets was er in 'trond, waar zich het oog anders dan met af grijnzen op richtte; niet het minst het voorwerp, dat op den voorgrond geplaatst in de plooien van het er over uitgespreid kleed zjjn vorm en afschuwelijke toepassing verried. Een rilling voer door het lichaam van onzen vriend. Zou hjj het doorstaan Daar klonk het woord, dat hem eenmaal zoo wonderbaar versterkt had, als van boven hem toegesproken, in het hart«Wie vol harden zal tot het einde, zal zalig worden.» Dat trok hem uit de diepte, waarin hjj dreigde te verzinken en toenemende kalmte sprak uit den blik, waarmede hjj den prior aanstaarde, toen deze zijne beschuldiging voorlas. Zij bepaalde zich tot twee pun ten het bijwonen der predicatie en het herbergen van den hervormden leeraar. «Welnu» sprak de prior, nadat de aan klacht was voorgelezen, «erkent gjj, Jan Woutersz., de waarheid van hetgeen tegen u is ingebracht, en, zoo ja, wat hebt gjj ter verdediging in te brengen Wordt vervólgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1