1892. No. 80.
Dinsdag 5 April 1892.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HÜIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
JAN WOUTERSZ.
DE BELASTINGPLANNEN.
DE ZEEUW.
ei,ken MAANDAG. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prgs per drie maanden franco p.p. f 0.95.
Enkele nummersƒ0.02'.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
SPROKKELINGEN.
In het buitenland, in het naburige Pruisen,
zijn de gemoederen wat gekalmeerd. Ook
daar heeft men een schoolkwestie. De rijks
kanselier Von Caprivi de opvolger van
Bismarck is er een sportje lager door
gedaald; de minister van onderwijs is er
door gevallen. De eerste is minister-pre
sident van Pruisen af en heeft een vleiend
woordje van zgn vorst ontvangen dat deze
hem later weer in den staatsdienst hoopte
noodig te hebben. De jonge keizer had aan
genoemde mannen het bepleiten van de
schoolwet in het parlement overgelaten; ei
genlijk waren de debatten slechts algemeene
beraadslagingen, waarbij het reeds dadelijk
warm toeging. Gevolg van een en ander:
pretesten van de wetenschappelijke en andere
voorname mannen tegen de wetcouranten
artikelen bij menigte; persoonlijke aandrang
bij den jongen vorst om het ontwerp niet
tot wet te verheffen, wantde richting
des keizers ging den kant van gezindheids -
of gezindte-scholen uit en men wilde meer
neutraal onderwijs. Eigenlijk de vraag: «zalde
jeugd catechismus en Bij bel, dus de Christelij ke
religie behouden of zal zij met een algemeen-
godsdienstig-humanistisch kostje gevoed wor
den». De keizer is overspannen door al dat
geschrijf en die pressie, en vertrekt naar een
lustslot om uit te rusten en te jagen. De
pressie van zekere zijde heeft gewerkt: de
wet wordt ingetrokken, de mannen, die
haar warm voor hem verdedigd hebben, tui
melen of verliezen hun prestige d. i. hun
overwicht en de vorst, die allemansvriend
wil wezen, duizend dingen opvat en een
ander de kastanjes uit het vuur laat halen,
blijft schuil.
Het is zeer goed voor ons om telkens bij
onze buren een kjjkje te nemen. Eenerzijds
goed om den strgd gade te slaan tusschen de
geestenen daaruit nuttigegevolgtrekkingen te
maken;anderzijds voorzichtig omstraks op eigen
bodem toch niet terug te deinzen voor het
doorvoeren onzer beginselen. Op dit aanbeeld
kan niet geuoeg geslagen worden op politiek
gebied. De macht in raad, provincie, kamers
en hoogere colleges van staat is door en door
ontkerstend en van Christus afvoerenden
of men het nu gelooft of niet, de uitkomsten
zullen het bewijzen dat alwie de kerk voorop
stelt, een rechtzinnige opvatting der Waar
heid voorstaat en toch anti-Christelijke gees
ten helpt kiezen, ten laatste bedrogen uitkom t.
De loyaliteit van ons oud ministerie in de
benoeming van ambtenaren, op welk gebied
ook ligt nog te versch in het geheugen om
nu reeds vergeten te worden en de liberalen
kunnen niet anders dan dat groote voorbeeld
volgen, zullen zjj zich niet geheel onmogelijk
maken. Want trots alle slaperige of in zoete
kerk- of staatsrust ingedompelde zieken
zullen wg blijven eischen recht. En recht
is het dat de meeste aftredende liberalen
32.) FEUILLETON.
Eene episode uit de dagen der Hervorming.
door
W. K. HAGA.
Broeder Antonio was echter niet aan
wezig. Hetgeen zgne ziel vervulde, ontnam
hem allen lust tot arbeid en had hem ook
nu in somber gepeins gevangen gehouden,
zoodat de oproeping hem geheel uit de ge
dachte was gegaan. Niet weinig ontstelde
hg daarom, toen hem de uitnoodiging ge
werd, om zoo spoedig mogelijk ter verga
dering te verschijnen.
Met losse sehreden verliet hg zijn cel en
hoe meer hg de vergaderzaal naderde des
te sterker werd in hem het reeds gewekt
vermoeden, dat eene nieuwe kwelling hem
boven het hoofd hing.
Het was bekend dat hem iets deerde, en
zgn medebroeders in het klooster wisten
dat hg vaak des nachts gejaagd zijn ver
trek op en neder liep, doch nimmer had
een hunner op de vraag naar de reden
er van de ware oorzaak vernomen. Wat hij
zelf aan eene van tgd tot tgd terugkeeren-
de krankheid van het zenuwstelsel, de niet
onverklaarbare nawerking van de indertijd
in de Kerk doorgestane angsten, toeschreef,
werd ten laatste ook algemeen daarvoor
aangezien, zoodat ook thans zgn wegblijven
verklaard scheen en het de aandacht ontging
dat zgn oog nog dieper weggezonken, zijn
wang nog meer ontvleeschd was.
om verschooning», sprak Antonio,
- T raet alle krachtsinspanning
HZ r?11 n te bebben heengezet en zoo
goed doenlgk een opgeruimd gelaat ver-
ik°ntot'de7pZaal T- b'nnen8etrsden, «dat
ik tot deze vergadering nog in 't bijzonder
moest genoodigd worden, doch
«Geenverontschuldigingen!» viel' hem de
prior in de reden, «W<j kennen te zeer
in onze Staten vervangen worden door anti
liberalen recht, dat in een provincie, waar
over het algemeen, vooral ten plattelande,
zooveel Nederlanders zgn, die prijs stellen
op de oude ger. belijdenis en die zjjn er
ook in de Ned. Herv. kerk, ook in kerkelijke
gemeenten, die van de drie voornaamste
kerkelijke fracties niet weten willen ook
hun belangen beter en eindelgk goed zien be
hartigd worden.
Want opmerkelgk is het hoe in onze
provincie verschillende aanvragen om dingen
van gewicht door Gedeputeerden luchtiger
opgenomen worden wanneer ze komen uit
een antirevolutionairen hoek, dan wanneer
ze geschieden uit een deel, dat liberaal
getint is. Raadpleeg de verslagen slechts
en vraag eens nader informatie bij mannen
van onze richting, die het weten kunnen.
Al schijnt de beslissing in zake de krank
zinnigen-behandeling mooi, zeer mooi zelfs
eilievewat hebben de Staten anders
gedaan dan hun plicht? Of in welken tijd
leven wij dan, dat het geroep om recht zou
gesmoord worden 1 Moet men daarvoor nog
«bedankt» worden en daarvoor den Staten
hulde brengen De tijd is voorbij dat men
alles goedsmoeds slikte. Recht en billijkheid 1
het zijn de kreten der reactie na een tijdperk
van beginselen-fnuikende actie.
Houdt u niet schuil, zooals een constitu
tioneel vorst doen kan en mag (hij heeft
immers zgn verantwoordelijke ministers),
maar komt flink voor den dag, gij allen,
wier handen nog niet slap zijn.
Helpt aan de billijke vertegenwoordiging
naar evenredigheid der groepen en daar wij
hieraan nog lang niet zijn, moeten wij, door
een hooger drijfveer geleid, toonen dat we
nog niet vervreemd zijn van het geslacht, dat
eenmaal zijn geloofshelden had, die God
vreesden.
Tot ons leedwezen verhinderd den heer
Stigter te gaan hoeren, nemen wij uit het
verslag der Goesche Courant eenige punten
uit zijne rede over.
Minister Pierson heeft, getrouw aan de
in zijne werken gehuldigde beginselen der
liberale Unie, met spoed gehandeldbe-
wjjs dat (althans ,op dit punt) het program
der liberalen geen lokaas is geweest.
De vermogensbelasting is een progressieve
directe belasting, in overeenstemming met
het liberale beginsel, dat alle menschen
gelijk zgn van oorsprong en bestemming en
derhalve op gelijke wijze ook moeten ge
troffen worden door den belastingdruk. De
gewone evenredigheid gaat daarbij evenwel
niet op, omdat men te letten heeft op de
omstandigheden waaronder en de tgden
waarin men leeft en op de oeconomische
uwen gver, dan dat wg uwe afwezigheid
aan iets anders dan aan wettige oorzaken
zouden toeschrijven. Hoe gaat het u tegen
woordig
«Ik heb stof tot danken, eerwaarde
antwoordde Antonio, wiens stem lichtelijk
trilde bij het gevoel van bittere tegenspraak
tusschen dit woord en zijn waren toestand,
maar aldus veinsde om verder vragen te
voorkomen.
«Dat verheugt mij zeer», hernam de prior,
«en het zal ook der vergadering aangenaam
zijn, daar alsnu aan haar besluit uitvoering
zal kunnen gegeven worden. Het is ons
namelijk noodzakelijk voorgekomen om tot
algeheele onderdrukking van volksuitingen,
zooals we voor eenige dagen hebben ge
zien, een streng voorbeeld te stellen en
wij zjjn tot de overtuiging gekomen, dat
de ketterij niet zal bedwongen worden dan
door den dood van een harer grootste aan
hangers».
Een siddering voer Anthonio door de leden.
Hij bedwong zich echter, terwijl de prior
voortging «De Schout zal, naar wij vermoe
den, niet bereid gevonden worden, vandaar
dat wij iemand naar Brussel wensehen te
zenden, opdat het Heilig Gericht rechtstreeks
last geve tot verhoor, veroordeeling en te
rechtstelling van den schuldige. En nu ach
ten wij niemand hiervoor meer geschikt
dan gjj. In verband met uwe verhouding
tot het Gericht twijfelen wg niet aan een
gunstigen uitslag. Gij zult het best weten
aan te toonen hoe gebiedend noodzakelijk
het is, dat die Jan Woutersz. Maar
wat deert u? Gjj verbleekt
Inderdaad was een akelig wit over An-
thonio's gelaat getogen en daar hij de toe
spraak staande had aangehoord, moest hij
zich krampachtig aan een zetel vastklem
men, om niet ter aarde te storten.
Zgn voorgevoel was dan bewaarheid. OI
zijn hart dr.eigde van weedom ineen te
toestanden van het oogenblik.
Zij is eigenlijk een belasting op de draag
kracht, en dus niet zoo afschuwelijk als zij
lijkt. Zij is ook geen kapitaalbelasting,
hetwelk een groot voordeel is. Immers
iemand kan groote tuinen, of wel veel luxe
paarden bezitten, die hem geen inkomen
opleveren, maar die toch een bewijs leveren
van groote draagkracht bij den eigenaar.
Een ander kan b, v. f 100,000 belegd hebben
in effecten, die sterk zijn gedaald, maar die
toch nog behoorlijk hunne rente betalen.
Nam men nu het inkomen als maatstaf,
dan zou deze persoon te zwaar belast wor
den, doch eene vermogensbelasting geeft
hem eene tegemoetkoming, eene verlichting
van druk. Zoo zullen bv. ook bezitters van
kleine kapitalen meer moeten letten op
fondsen, die hooge rente geven dan op de
soliditeit der effecten, terwijl omgekeerd
groote kapitalisten zich kunnen tevreden
stellen met eene lage rente, mits de fondsen
maar soliede zijn. Nam men nu het in
komen als maatstaf voor de belasting aan,
dan zou de kleine kapitalist hooger bere
kend worden dan de groote en zou dus de
belasting omgekeerd evenredig zijn aan de
draagkracht.
Ook de progressie (door de antirevolutio
nairen steeds als in beginsel revolutionair
bestreden, doch thans als degressie aanvaard)
beantwoordt aan de draagkracht. Beide zijn
in het ontwerp aanwezig, schoon volgeus
spreker niet sterk genoeg doorgevoerd, ook
wijl zij bij f500,000 ophouden; doch er
zijn tal van omstandigheden waarmede dient
gerekend.
Spreker gaf hierna een overzicht van wat
het ontwerp bedoelt; en protesteerde tegen
de verhooging van den accijns op jenever;
waarmede blijkens het na zgn rede gevoerde
debat enkelen het niet eens waren.
Te verwachten zijn echter nog: eene
vermindering van de grondbelasting rnet
f 1.000.000 en een voorstel tot afschaffing
van rijkstollen op vaarten en wegen, twee
maatregelen, waardoor evenzeer de landbouw
belangrijk zal zijn gebaat en spr. kan niet
nalaten er met nadruk op te wgzen, dat
de Minister Pierson, wien kort na zijn
optreden liefde voor den landbouw werd
ontzegd op grond van een verkeerd gekozen
of verkeerd begrepen woord, reeds bij zgne
eerste wetsontwerpen toont een open oog
te hebben voor de belangen van dezen
belangrijken tak van onze welvaart en
industrie.
Maar ook houdt de Minister de belangen
in het oog van den middelstand, dien kring
van nijvere kleine burgers, die naast de
mingegoeden zoo zwaar worden gedrukt.
Deze wil hij ontlasten door eene omwerking
van de personeele en patentbelastingen.
De personeele belasting is meermalen van
verschillende zgden veroordeeld. Eene be
krimpen Waarom was hg nu juist aan
gewezen Had hij nog niet genoeg geleden
Moest hij thans zelf den dood zgns redders
gaan voorstellen en zoo noodig bepleiten
Zoo voerden zgn gedachten hem voort,
zoodat hg de gedane vraag niet achtte, en
niet eer tot zichzelf terugkwam, dan nadat
hij tot zijne ontsteltenis gewaar werd, dat
aller oog vol verbazing op hem gericht was
en men reeds te zijner hulpe toesnelde.
«'t Is niets», zeide hij, zich geweld aan
doende om een glimlach op zgn gelaat te
voorschgn te roepen. «Het moet een slech
ten indruk maken, dat dit oogenblik staan
mg derwijze aangreep. Ik hoop niettemin
aan de opdracht gevolg te geven en ver
zoek daarom verlof om de vergadering
reeds nu te verlaten, opdat ik voor een
vroegtijdig vertrek morgenochtend nog het
noodige in gereedheid kunnen brengen.»
Het werd hem onmiddellijk toegestaan,
te meer daar de avond reeds ver gevorderd
en de hoofdzaak afgehandeld was.
Weinige oogenblikken later ging de ver
gadering uiteen. In blijde verwachting om.
trent den goeden uitslag van het voorge
nomen optreden, maar niet wetende dat
hij, die het plan moest helpen uitvoeren,
door wroeging gepijnigd, met angst den
morgen verbeidde, waarop hij tot zijne nood
lottige zending zou moeten afreizen.
Het was een schoone Februaridag. Een
van die dagen, waarop de winter zich reeds
tot vertrek schijnt gereed te maken en als
bij wijze van proef de heerschappij over de
natuur aan de poezele handen van zijne
bekoorlijke opvolgster, de lente, voor een
wijle toevertrouwd.
De zon, blijde dat het nevelenwaas van
over haar aangezicht was 'weggeschoven,
goot vriendelijk licht over het landschap en
wekte dier en plant op om de kluisters
van den winterslaap af te werpen in het J
lasting op het licht, dat voor allen schijnt,
op schoorsteenen enz. achtte men dwaas
en onbillgk. Toch is die belasting gegrond
op den voet waarop we leven, derhalve op
onze draagkracht en dus is de grondslag
niet verkeerd. Maar de toepassing laat te
wensehen over. Groote gezinnen hebben
behoefte aan groote huizen met veel ramen
en deuren en schoorsteenen; toch is in dat
geval eene groote woning geen bewgsvan
draagkracht. De concurrentie dwingt den
njjveren handelaar zijne winkels en maga
zijnen te vergrooten en te verfraaien, zoodat
ze als het ware tot koopen uitlokkentoch
is die schijnbare weelde inderdaad geen
bewijs van meerdere draagkracht, maar wel
van meerdere energie. De onrechtvaardig
heden in de belasting op dezen uiterlgken
schijn gelegen, wil de Minister wegnemen.
Hij meent, en terecht, dat het zilver in de
schatkist moet komen van waar het is;
daarom ook stelt hij zgne vermogensbelasting
voor.
De patentbelasting wordt mede door velen
afgekeurd als deugde daaraan niets. Toch
is ook dit niet juist. Reeds is aangetoond,
dat draagkracht wordt aangegeven door de
ontvangst, gaande boven zeker bedrag. Wordt
nu die ontvangst genoten uit handel en
industrie, in het algemeen arbeid, dan moet
dat meerdere evenzeer worden belast. In
zoodanigen vorm is derhalve de patentbe
lasting billijk. Maar onbiliqk is het, dat
ambtenaren, die ook hun inkomen hebben,
door arbeid verkregen, in die belasting niet
bijdragen. Daarom wil de Minister de
patentbelasting omwerken in eene belasting
op beroepen en bedrijven in het algemeen.
De volgende door spreker voorgestelde
motie werd hierop met groote meerderheid
aangenomen:
De algemeene vergadering van 28 Maart
1892 der liberale kiesvereeniging «Goes»,
waarbij door de leden van het recht van
introductie in ruime mate is gebruik ge
maakt
overwegende, dat Minister Pierson's be
lastingplannen, die, met uitzondering van
de voorgestelde verhooging van den jenever-
accijns, in overeenstemming zijn met het
manifest der Liberale Unie, misschien be
scheiden maar toch stelselmatige aanvullingen
en verbeteringen der bestaande belastingen
kunnen aanbrengen,
spreekt den wensch uit dat het der Re
geering moge gelukken die plannen kan
het zijn met weglating der voorgestelde
verhooging van den drankaccijns en met
verdere voortzetting der degressie en pro
gressie tot wet te doen aannemen.
4 April 1892.
Tot secretaris-ontvanger van den
Leendert Abrahampolder (buiten beheer) is
benoemd de heer W. F. J. Wagtho, bur-
vooruitzicht van den heerlijken tjjd, die in
aantocht was.
Doch, hoe alles nieuw leven en vroolgk-
heid ademde, het scheen den wandelaar,
dien wjj eenige weken na de bovenvermelde
samenkomst Brussels poorten zien verlaten,
niet te treffen. Zijn oog schgnt voor het
schoone gesloten, of althans hij acht het alzoo
want het blijft terneergeslagen. De bigde
toon en de gesprekken der voorbijgangers
wekken hem niet; den minzamen groet
van die hem als herder eeren, bemerkt hg
niethg schrijdt voort, als ware hij levend
dood, als bewoog zich het lichaam, terwgl
de ziel het reeds lang ontvlucht was.
Het is broeder Anthonio.
Zijn last is volbracht, maar ook zjjn laatste
hoop vernietigd. Hij had niet veel behoeven
te zeggen om het Heilig Gericht tot het
nemen van het gevreesde besluit ten op
zichte van Jan Woutersz, te brengen. Dat
hij het voorstel overbracht, was bljjkbaar
voldoende geweest, en met een bewgs van
hooge goedkeuring was hem het geschrift
ter hand gesteld, waarbg den Schout van
Dordrecht gelast werd zonder verwijl tot
verhoor en onverbiddelijke veroordeeling
van den jongen ketter over te gaan.
Dat geschrift, het doodvonnis van hem,
die eens zijn leven had gered, draagt hg
thans bg zich. Het neemt al zijn denken
in beslag. Het maakt hem ongevoelig voor
de omgeving, het kwelt hem te meer, naar
mate hij het doel van zgn terugtocht na
der komt.
Wat overleggingen vermoeien zijn gemar
teld brein, maar bieden geen verlichting I
Wat lichtpunten doen zich op, doch om
nauw verrezen, in duisternis te verdwijnen.
Hij wordt voortgestuwd naar het einde,
dat hg met schrik tegemoet ziet. Nergens
lichtnergens uitkomst! De dood van Wou
tersz. ligt voor zgne rekening!
Wordt vervolgd.)