1892. No. 78.
Donderdag 31 Maart 1892.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIES
^7
BE ZEEUW.
elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per drie maanden france p. p. f 0.95.
Enkele nummers0.02'.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
WAT HET GRAAN ONS ZEGT.
Gegeten versterk ik; gedronken verderf ik.
Gedorscht in de schuur, breng ik nut in
het land.
Gestookt tot een vocht roof ik geld en ver
stand.
Ten zegen steeds ben ik zoo in meel ik ver
ander,
Ten vloek, zoo 'k geraak in het vat van den
brander.
Als brood ben ik waardflat eenieder mij mint,
Als drank ben 'k uw vijand en nimmer uw
vrind.
Wie als brood mij gebruikt, heeft vast arbeid
en moed.
Doch ellende is de vrucht, van den alcohol-
gloed.
Als brood schenk ik vreugde, schenk vrede
u en heil.
De drank doet u zinken tot steeds lager peil.
Maak brood van mij en gansch uw huis
wordt gevoed.
Als drank voer 'kuw huis het verderf te
gemoet.
Als brood bouw ik huizen, vermeerder uw
have.
Als drank draag ik leven en welstand ten
grave.
Als brood geef ik kracht tot het doen van
uw plicht.
Als drank breng 'k u wellicht voor 't aardsche
gericht.
Het brood houdt uw kinderen flink en gezond.
De drank doet verarmen, vrouw kinderen en
hond.
Als brood ben 'k uw dienaar bij dag en bij
nacht.
Als drank ben ik heerscher; gij zijt in mijn
macht.
Merk wel wat ik zeg, 'k leg 't intijds voor
u bloot,
Als spijs breng ik kracht aan, als drank
zelfs den dood.
Een gevaar.
Sinds jaar en dag is door onze pers, door
onze leiders bij ons volk er op aangedrongen
in de keuze tusschen Rome en het liberalisme
het eerste te kiezen.
Gemakkelijk ging dit niet. Gereformeerden
en niet-gereformeerden, allen, die zich terecht
of ten onrechte geestes-kinderen onzer groote
reformatoren noemden, beschouwden zich
langen tijd als leden van de ééne groote
ondeelbare proteitanten-iamilie. Geloovigen
en ongeloovigen, orthodoxen en modernen
werden met een naam aangeduidden
naam van 'protestanten. En wat protestant
heette, was van zelf tegen Rome.
Welk een moeite heeft het gekost eer
het gros van de anti-revolutionairen zich
genegen toonde het modern en ongeloovig
«protestantisme», aan de stembus den rug
toe te keeren en voor Rome partij te kiezen.
Groen moest er telkens bij gehaald wor
den; zelfs Luther en Calvin worden op
geroepen 1
Thans wordt er een andere tactiek aan
bevolen. Met Rome geen gemeenschap meer.
Wij hebben er vrede mee wat meer zegt
samenwerking met lieden, die als staats
partij zich niet organiseeien en van wie men
derhalve niet recht weet wat zij willen,
leidt tot niets, of erger, leidt tot een con
servatisme, dat ieder goed anti-revolutionair
behoort te mijden.
Met de liberalen kunnen de roomsch-
katholieken op den duur onmogelijk samen
werken en nu de anti-revolutionairen ziah
van hen terugtrekken, staan weldra de
roomsch-katholieken geïsoleerd.
Niet wij, de roomsch-katholieken zijn
daarvan de oorzaak. Eu wij prijzen het,
dat schier alle antirevolutionairen aan poli
tieke samenwerking met hen niet meer
denken
Toch dreigt in het aanheffen van de
leuze «los van Rome» een gevaar, waarop
o. i. de pers ter dege moet wijzen.
Vergissen we ons niet, dan hoorden wij
in enkele onzer volks-vergaderingen een toon
klinken, die vrjj wel begint overeen te
komen met dien, welke zoo lange jaren en
vooral in de April-beweging van 1853 werd
gehoord.
Zeker, die toon heeft nog slechts een
zwakken klank, ook wordt hij maar een
enkelen keer gehoord en tevens welen wij
zeer goed, dat de onbesuisde taal van een
Maasbode ieder stoer calvinist prikkelen
moet.
Maar juist daarom moet er bijtijds tegen
gewaarschuwd worden. De oude zuurdeesem
van de groote Protestanten-partij zit nog
tij vele antirevolutionairen, en schijnt thans
weder gelukkig nog slerhts bij zeer
enkelenvoor den dag te konven.
Geen samenwerking met de roomsch-
katholieken.
Uitnemend,
Maar niet uit papen-haat. Alleen omdat
de roomschen geen georganiseerde staats
partij vormen.
Laat het anti papisme aan de «protestan
tenpartij» over; een calvinist heeft, tot
handhaving van zijn positie, het opwekken
van papen haat niet van noode.
En bovendien nog altijd blijft het Kruis
hooger dan de vrijheidsboom. Wat Luther
en Calvijn, Oosterzee en Groen hebben
gezegd, blijft voor ons antirevolutionairen
waarde behouden, óok al is iedere samen
werking, zelfs voor langen tijd, met de
roomsch-katholieken onmogelijk.
Daarom: geen goed calvinist kan met
dg Bronsveldea en de Spruyt's .medewerken
om, ter eere van een Protestantisme zonder
ziel en leven, het anti-papisme bij het Ned.
volk op te wekken. Boodschapper
Kinderlectuur.
In verband met onze opmerking in zake
de feuilletons in or.ze liberale en kleur-
looze bladen, welke feuilletons door kinderen
in christen huisgezinnen veel gelezen worden,
maakte een huismoeder ons de zeer juiste
opmerking dat onze kinderwereld in de
laatste jaren ook door onze christelijke kin
derlectuur van den goeden weg wordt af
geleid.
Er worden toch telken male met paasch-
en pinkster- en kerstfeest een stapel kinder
leesboekjes in het licht gegeven en tot
goedkoopen prijs van de hand gedaan, in
zoo grooten getale dat thans bijna in geen
enkel christelijk huisgezin deze boekjes te
vergeefs gezocht worden.
De kinderen verslinden letterlijk alles
wat onder het etiquet christelijk hun in
handen wordt gegeven.
Met zekere gejaagdheid en nieuwsgierig
heid wordende verhaaltjesdoorgeloopen tot
zelfs onder het eten van de boterham. Er
zijn er, die met tegenzin het boekje een
oogenblik op zijde leggen, teneinde te luis
teren naar wat vader uit het Woord zal
gaan voorlezen.
En des avonds zoo luidt de klacht
zijn zij zoo moeilijk naar bed te krijgen!
Zelfs de geringste boodschap krijgt men
zoo slecht van hen gedaan, alles omdat zij
zoo verslaafd zijn aan hunne lectuur. Een ware
leeswoede, de beteugeling waarvan zeker
wel een nieuw punt op het program onzer
christelijke huismoeders zal dienen te wor
den, heeft velen overmeesterd.
En wat nog het ergste is naar
den Bijbel grijpt zoo menig kind in onzen
tijd zelden of nooit meer. Deze zoogenaamd
onschuldige verhaaltjes over kinderen die
den Heere Jezus zochten en beleden, trek
ken hen meer aan dan de verhalen recht
streeks van den Heere Jezus zelf.
Treurig gevolg is dan ook dat het tegen
woordige opkomend geslacht, met zijn
weinigen zin voor Bijbellezen, slecht in den
Bijbel thuis raakt. Zijne Bijbelkennis steekt
over het algemeen ongunstig af bij die
van het vorige geslacht dat minder bij
feestboekjes dan bij zijn Bijbel leefde, en
meer nog door de ouderen in gestadig
onderzoek van zijn dierbaren Bijbel werd
voorgegaan.
In sommige christelijke huisgezinnen is
het met Bijbelkennis en Bijbelliefde dan
ook al heel treurig gesteld. En onze jonge
lingen en jongedochters, in die richting
groot geworden, deinzen dan ook terug voor
het lezen van degelijke christelijke of, wil
men, gereformeerde werken.
Hoe velen noemen zich Calvinisten, zonder
ooit een blad uit een Calvinistich boek te
hebben gelezen.
Hoe velen noemen zich Bijbelsche Chris
tenen, zonder in de schuilhoeken des Bijbels
te willen doordringen.
In plaatsen waar een christelijke school
is, is het onderwijs uit den Bijbel nog een
afdoend tegengif tegen de kwaalmaar
o jammer 1 hoevele lieve Christenen zenden
hunne kinderen, nood gedrongen, naar de
«openbare» school, de school zonder den
bijbel en zeg mij, kunt gij u maar eenigs-
zins de gevolgen indenken, die het ge*is
van dit tegengif over eenige jaren voor
uwe kinderen hebben zal?
Het deege, fiere, kerngezonde geslacht
uit Luthers en Calvijns dagen, en uit den
Waldenzentijd, of uit de jaren na 1834, het
geslacht dat geheele hoofdstukken uit den
Bijbel kende, en zijne leer bezegelde door
het leven, waar is het
Is er geen gevaar dat in onze christelijke
historische gezinnen en kringen en gewes
ten en provinciën een Laodiceïsme, erger
dan het liberalisme binnensluipt, dat nie
mand zal vermogen te keeren?
Neen, wij zullen de beteekenis onzer chris.
telijke kinderlectuur voor het huisgezin niet
verkleinenmaar het beste mag toch voor
het goede niet worden achtergeschoven.
Ouders, houdt uwen Bijbel in eere; zorgt
dat hij u niet ontzinke; laat hij uw huis
boek zijn dat gij dagelijks ook met uwe
kinderen onderzoekt. Gij hebt het bij hun
nen doop beloofd, ze in de voorzeide leer
te zullen onderwijzen. Ja wat meer zegt,
gij hebt het voor u genomendat wil zeggen
voor uwe rekening.
En zoo gij er geen tijd toe hebt, en er
is geen christelijke school in uwe «gemeente»,
zoekt dan naar den tijd; en God die het
van u eischt en wien gij het hebt beloofd,
zal u in den weg van gehoorzaamheid dien
tijd geven.
Dergelijk lezen brengt behalve het onmis
kenbare geestelijke voordeel, ook een mate-
riëele winst. Alleen daarom reeds moest
onze berekenende naar stoffelijk voordeel
vragende eeuw, het bijbellezen aanmoedigenl
Niet in veel lezen, want dat is naar
Salomo's woord en naar aller ervaring
vermoeiing des vleesches, maar in goed
lezen (en biddend) ligt een groote kracht.
Christelijke opvoedkundigen van naam
hebben gezegd, en de ervaring bevestigt
hetdat menschen die aan gedurig bijbel
onderzoek doen, de beste lezers zijn, ook
in dien zin dat zij het gemakkelijkst kunnen
lezen. En anderen beweren dat over het
algemeen gebrekkig, ter nauwernood middel
matig gelezen wordt.
Eene opmerking die, volgens hen, zelfs
geldt voor hen die in lezen onderwijs geven.
30 Maart '92.
Middelburg. De alhier bestaande afdeeling
van de Werkliedenvereniging «Patrimo
nium» laat in den laatsten tijd veel van zich
hooren. Nog geen veertien dagen geleden
gaf de heer K. Ie Cointre op hare uitnoodi-
ging een lezing over «het Gildewezen» ten
beste en Maandagavond trad de heer Kater
van Amsterdam met eene lezing over de vraag
«Waarom gescheiden?» voor haar op. Nadat
de vergadei ing op de gewone wijze door den
Voorzitter was geopend, wees deze in zijn
inleidend woord er op dat er in Zeeland
maar 3 afdeelingen van Patrimonium bestaan
en dat nu dhr. Kater was overgekomen om
te Oost- en West-Souburg op uitnoodiging
van eenige vrienden te spreken om daar het
doel van Patr. uiteen te zetten. Te Middelburg
uitgestapt zijnde, gaf hij gaarne een woord
alhier ten beste.
De heer Kater begon zijne rede met er op
te wijzen dat wanneer twee menschen met
elkander in verschil z\jn er gewoonlijk een
derde noodig is om te beslissen wie er gelijk
heeft, en hoe dan, in het beste geval toch
vaak ieder zijnen weg gaat en zijne meening
vast houdt. Wij menschen zijn nu eenmaal
niet neutraal, wij kiezen of het een of het
ander. Wij gaan mede met A of B om dan
van den ander gescheiden te leven. Het is
een feit dat niet allen, die allemansvrinden
zijn opreeht zijn en ofschoon men onder hen
heele lieve menschen vindt, is het toch noodig
van hen gescheiden en op een afstand te leven.
Op de vraag of dan een gescheiden leven
noodig is, antwoordt spreker beslist met ja
op gevaar af om dan een strijdzoeker genoemd
te worden. Eerlijkheid bovenal. Liever een
heiligen oorlog dan een valschen vrede.
Toen spreker zich gereed maakte voor
deze spreekbeurt lagen voor hem zeer vele
papieren. Statuten, reglementen enz. voor
de meeste werkliedenverenigingen die hoe
verschillend ze ook wezen mochten, toch
daarin overeenkwamen, dat zij uit éénen nood
zijn voortgekomen, hoe ook in doel en midde
len uiteenloopend.
Het zou niet van scherpzinnigheid getui
gen als men bij het greotste verschil toch
maar ging samen wonen. Wij mogen op
sociaal gebied niet haten, maar moeten toch
gescheiden leven. Wij zijn niet getrouwd,
dus ieder gaat zijn eigen weg. Wij leven
niet in echtbreuk omdat wij niet samen
gaan. Onze vereeniging is een werklieden
vereniging. De Sociale kwestie gaat haar
ter harte. Daarom wordt behoefte aan
samenwerking door velen gevoeld. Wij kun
nen alleen deelnemen in den strijd, met
wie wij het eens zijn. Waarom gescheiden?
Die zegtomdat gij niet samen wilt werken,
is te voorbarig.
Samenwerken als dat niet gewild wordt,
betaamt niet. Patrimonium zoekt samen
werking met wie dat mogelijk is. Die stre
ven naar één doel en een zelfden weg gaan.
Hoe zullen twee samenwerken zonder bij
elkander gekomen te zijn? Als men
een schip in behouden haven zal brengen,
moet men het eens zijn over den koers.
Denk U vier stuurlieden op het kantoor der
reederij twistende over den koers, de een
wil het Noorden, de anderen het Oosten,
Zuiden of Westen in, welk reeder zal aan
die twistenden zijn schip toevertrouwen?...
Worden zij echter geroepen om mede te
helpen, dan zijn alle vier bruikbaar, nl. als
een ander optreedt die hun orders geeft en
hen aan hun plicht herinnert. Patrimo
nium stelt maar éene voorwaarde. Wij
gaan niet zee in om met anderen te
twisten over den koers, wij gaan alleen mee
als de Bevelhebber aan boord is. Wij doen
wat Hij bevolen heeft en worden dan van
zelf gescheiden van hen die een anderen
koers gaan, die zelf baas willen zijn. Met
hen gaan wij niet eenen weg en ontzeggen
hun het recht ons daarom voor spelbrekers
uit te maken. Er is toch een zeer diep
gaand verschil. Alle programma's en sta
tuten zijn tot 2 soorten te brengen, nl.
in die welke aan den mensch het oordeel
onderwerpen en die welke alleen buigen
voor den Almachtigen God. Wij zijn ge
scheiden in beginselen en in middelen. Er
wordt door velen geroepende oplossing
der sociale kwestie heeft met het geloof aan
God en de Godsopenbaring niets te maken.
Die dat zegt toont niets van God te willen
weten. Hier hebt gjj reeds de scheiding.
Dezulken moeten wij links laten liggen.
Met hen kunnen wij het nieteens worden.
De wereldorde is zonder de erkenning van
God Almachtig niet in stand te houden. Alle
menschenwerk is maar stukwerk.
Spreker ging nu in het breede aantoonen
hoe onmogelijk het is samen te werken
met den Nederl. werklieden bond, die, zegt
hij, lijdt aan de tering. Nationaal voedsel
heeft haar ontbroken. Zij is leentjebuur
gaan spelen bij de liberale partij, die,
wat conservatief zijnde, haar heeft in den
band gehouden, opdat zij haar niet zou
boven het hoofd groeien. Ook het pro
gramma van den sociaal-democi atischen bond
en het statuut van de Friesche volkspartij
werd te berde gebracht eD gewezen op het
groote verschil dat al deze groepen van
elkander en ook van Patrimonium gescheiden
houdt. Spreker toonde aan hoe door de
communistische anarchie alle orde met
voeten getreden wordt. De vrijheid door
hen gewild is niets anders dan onverbloemde
bandeloosheid.
Ook met de sociaal democraten is| samen
gaan, na de motie van Kerstdag, geheel en
al onmogelijk. Volgens spreker is de houding
door de sociaal-democraten aangenomen
tegenover de Friesche Volkspartij, flink.
Het hebben van eene volksvertegenwoor
diging, die haar zetel te danken heeft aan
hen die hooge belasting of veel huishuur
betalen, is spreker niet van gediend. Aan
zulk een praatcollege is geene behoefte. Het
kan wel flinke mannen bevatten, maar
meestal weinig. Het is daar alles even
deftig en in het zwart. A. is er om de
begrafenis van B. en C. om die van de
volkswelvaart bij te wonen. Van zulk een
parlement is niets te verwachten. Het
programma der socialisten kan niet mede
gaan met de belijdenis van God* souvereini-
teit en de overheid Gods dienares. Het is
in strijd met de belijdenis: «Ik geloof in
God Almachtig», enz. De opheffing van
alle persoonlijk bezit is in strijd met Gods
geboden en met de uitspraken van den
Heere Jezus. Het is waar de schreiende
nooden der christelijke volken geven geen
hoog denkbeeld van de Christusprediking
van zoovele eeuwen, doch dit getuigt alleen
tegen de christenen. Waar het Evangelie
heerschappij heeft gevoerd, is het toch altjjd
beter dan elders. Wel is waar werd niet
verkregen wat de revolutie der vorige eeuw
heeft beloofd, doch wij vragen dat niet,
men behoeft het ons dus niet te bieden.
Gelukkig willen de socialisten ons niet, er.
wjj hen niet 1! Wat de Friesche Volkspartij
aangaat, bij het lezen van hun program
raakt men den kluts kwijt. Hun statuut
spreekt van een comité der Friesche Volks
partij, doch laat leden en vereenigingen
vrij. Van samenpersing op een grooten klomp
is bij hen geen sprake. Die democratie,
volksregeering, willen, kunnen zich bij haar
aansluiten.
Patrimonium is geen staatkundige ver
eeniging; wij gelooven echter het Woord:
«Alles is het uwe». De Friesche Volkspartij
gaat mee met het Zwitsersche stelsel. Wjj
gelooven dat de overheid die gekozen wordt
door een hoop volk dat zoo toevallig samen
woont, een ledepop is, dien men zet waar
men hem hebben wil. In de voorvaderen
onzer Koninginne vond het volk vaak steun
en hulp. Nooit mogen wij helpen aan hen
die den troon wenschen om te keeren.
Ook over werkstakingen gaf spreker nog
een woord ten beste. Het kan voorkomen,
werd zeer terecht door hem opgemerkt,dat
zij die aan het werk blijven schuldiger zijn
dan die het staken. Van de 100 gevallen