ÏËT
IUETTEN,
Holloway.
TELS,
IT,
rt Satijn
fling.
ie Sitsen
ij zen.
nder- en
Sitsen,
6 7.
irant gratis.]
'het woord
[geperst is.
zers met
I EN.
SN FOCK.
|koop,
1892. No. 73
Zaterdag 19 Maart 1892.
Zesde Jaargang.
VERSCHIJNT
PRIJS DER AD VERTENTIEN
ïjE
I
saisoen.
namaak.
JAAR
Ilenle en tegen
|ets meer alge
neer bedroevend
I welke van eene
Ifhangen. Mis-
joosheid, slechte
fkend teekenen
welke men
de werking van
Ie brengen. De
leenen heiizamen
■dingen, en over
1 zijne koloniën,
I, en worden zij
I genezen nadat
Ihen, die jaren
1 en leverkwalen
por deze pillen
I en eene goede
In, ofschoon zjj
1 genoten.
tSLUIJS. te
Oostkapelle.
tNST
iOTTERDAM.
ondags, v. Vlis-
lurg 8,45, van
5,31
6,47
5,4l
6,56
7,8
7,16
6,1
7,24
7,82
7,89
7,44
7,51
8,2
8,15
6,35
8,25
8,34
6,48
8,43
8,2
10,5
du
een
ei.KEN MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prjjs per drie maanden franc# p.p. f0.95.
Enkele nummers
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te (oes
EK
F. P. D HÜIJ, te Middeaurg.
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
tpJT Wie zich met 1 April, a. op ons
blad abonneert, ontvangt het tot dien
datum GRATIS.
Cortgene 22 MaartWissekerke 23 en
24 Maart; Colijnspkat, ook voor Cats, 25
en 26 Maart.
PROVINCIALE STATEN.
De «Goesche Courant» schreef dezer dagen
dat «in Mei het Calvinistisch vonnis over
den heer Kakebeeke zal worden geveld»
en dat «de antirevolutionairen de minder
heden op ergerlijke wijze vertrappen waar
zij de meerderheid hebben.»
De heer IJzerman uit Hoedekenskerke
vroeg daarop aan de redaciie van dat blad
«Hoe lang is het geleden dat Goes alleen
liberalen zond naar de Provinciale Staten?»
«Dat weten wjj niet», luidde het antwoord;
«doch betwijfelen of dit ooit geschied is;
want in den tijd dat de liberalen de meer
derheid hadden, zijn èn in de Staten èn in
den Raad wel mannen gekozen die volstrekt
niet tot de liberale partjj behoorden. Men
denke aan J. W. Vader, Saaymans Vader,
Van Voorst Vader, C. C. v. d. Bosch en
anderen
Wie nu die «anderen» zijn wordt er
niet bij gezegddus weten wij niet wie de
Goesche Courant tot die «anderen» rekent.
Uit hetgeen de redactie zegt, zou men
echter kunnen opmaken, dat de Goesche
liberalen in de meerderheid zijnde, voorheen
wel zoo goed hebben willen zijn ons in
Staten en Raad wel eenigezetels te gunner.
Toch is deze voorstelling minder juist.
Haar antwoord had, dunkt ons, anders
moeten luiden. Zij had moeten zeggen
De Goesche liberalen hebben vroeger, bijv.
ten jare 1868, zeven (van de acht) mannen
van hun richting in de staten gehad en
den achtste (J. W. Vader) hebben zij be
streden. Later, toen de 7 zes waren ge
worden, en een antirevolutionair Statenlid
kwam te overlijden fjhr. de Jonge) begeerden
de liberalen ook dien zetel voor zich.
Hiermede ware dan tegelijk een afdoend
antwoord gegeven op een andere vraag van
den heer IJzerman, namelijk«Zou de li
berale partij aarzelen, indien één antirevo
lutionair voorkwam op de acht leden, dien
zoo mogelijk te vervangen door een liberaal?»
Maar de Goesche Crt heeft in haar ant
woord er de verkiezingen voor den gemeen
teraad bij gehaald; waaromtrent geen in
lichtingen gevraagd werden. Immers een
gemeenteraadsverkiezing is iets geheel an
ders. Of zou het blad de namen van «C.
C. v. d. Bosch, S. Vader, v. Voorst Vader
en anderen», die nooit in de staten gezeten
hebben, er slechts bijgenoemd hebben met
de gedachte: onze geachte vrager vraagt
naar een hem onbekenden weg; laten wij
hem afschepen. En toch ook deze namen
had het blad beter gedaan achterwege te
houden. Wijlen het raadslid C. G. v. d. Bosch
is door de Goesche Crt. steeds met de grofste
personaliteiten vervolgd; evenals de raads
leden Mepnk, Vervenne, Nortier, Pompe,
Saaymans Vader «en anderen». Niet de
liberalen brachten hen in den raad; de sym
pathie voor het kamerlid S. Vader was aan
die zijde ook niet groot.
iMen leze de Goesche Courant van 1866
enz. en b. v. van 24 Dec. 1870 om zich te ver
bazen over de weinige beschaving der toen
malige redactie en de lankmoedigheid van
den strafrechter.
De heer v. Voorst Vader, ook genoemd,
was tweemalen der liberalen candidaat voor
de staten eenmaal tegenover mr. Lucasse
en eenmaal tegenover jhr. De Jonge (in de
vacatur# J. W. Vader) beide antirevolutio
nairen dewijl men wist dat v. Voorst Vader
niet antirevolutionair was en geen anti
revolutionair voor de eerste kamer zou
stemmen. Men leze slechts zijne verklaringen
in Het Zuiden; en in de Goesche Crt. van
17 Mei 1883.
Of de liberalen den heer J. W. Vader
ooit hebben gestemd, durven wij niet toe
geven. Minstens driemaal hebben zij
dit weten wij wel zijn candidatuur be
streden. Onder anderen in 1871; vóórdien
tijd gold het meer de strijd tusschen libe
raal en conservatief. In 1877 bestreed de
Goesche Crt. de candidatuur Vader met
de waarschuwing dat het een gevaarlijke
candidatuur was wegens des heeren Vaders
beginselen in zake onderwijs en verkiezing
voor de eerste kamer.
Ook de verkiezing van jhr. Pompe als
lid der staten is door de Goesche Crt. steeds
fel en grof bestreden. Men leze de schande
lijke libellellen o. a. Goesche Crt. 24 en 30
Dec. 1870. En in 1877, toen juist twee dagen
geleden de heer Pompe naar Middelburg
was gaan wonen, wegens promotie oij de
rechtbanken de verdiensten van dien heer
toch te veel in het oog liepen, bestreed de
«Goesche Crt» hem met de waarschuwing
van «toch niet op een Middelburger te stem
men.»
Dit alles had de tegenwoordige redactie
van het blad den heer Y. kunnen ant
woorden, en er bijzoegen dat de conser
vatieven, roomschen e;i antirevolutionairen
vrijgeviger waren op het punt van ver
kiezingen voor staten en raad dan zij.
Herhaaldelijk toch stelden dezen liberalen
als Blaaubeen, v. Citters, B. V. v, d.
Bilt «en anderen» candidaat.
Een en ander bewijst zich uit het vol
gende lijstje
12 Mei 1868; herkozen Blaaubeen,
Buteux, gekozen Fransen v. d. Putte en
(26 Mei) J. M. Kakebeeke (allen liberaal;.
Dit laatste verving een conservatief.
Mei 1871Liberale candidaten v. d. Bilt,
Bybau, B. Vermande en D. P. Dominicus;
candidaten der Roomschen en conserva
tieven: v. d. Bilt, C. v. Citters, J. W. Vader
en Pompe. Herkozen de beide eerst- en
de beide laatstgenoemden.
Mei 1874 (J. P. Kakebeeke (cons.) had
bij tusschentijdsche aftreding Buteux ver
vangen). Liberale candidaten: Fransen v.
d. Putte, J. M. Kakebeeke, de Laat de
Kanter en Dominicus. R. C. candidaten
B. V. v. d. Bilt en C. v. Citters (Blaaubeen
had bedankt). «De Nieuwe Goesche Crt.»
beval aan B. V. v. d. Bilt, J. H. L. Vader,
G. P. Lenshoek v. Zwake en C. v. Citters.
Herkozen werden Putte en J. M. Kakebeeke J
J. P. Kakebeeke (c.) werd door C. v. Citter-
en Blaaubeen door B. V. v. d. Bilt ver
vangen.
Mei 1877. Liberale candidaten v.d.
Bilt, Bybau, Janssen en de Laat de Kantr
Herkozen v. d. Bilt, Bvbau, Pompe J.
W. Vader.
Mei 1880. Herkozen v. d. Bilt, v. Citers,
Fransen v. d. Putte en J. M. KakeUeke
(allen lib.)
Mei 1883. Liberale candidaten v. d Bilt,
Bybau, Vereeke enRamondt. Antirevlutio-
naire Pompe, de Jonge, v. Voorst Vader
en Helderman. Herkozen Pompe, Jybau,
v. d. Bilt, gekozen de Jonge in wcature
J. W. Vader.
Mei 1886. Liberale candidaten v.d. Bilt,
J. M. Kakebeeke, Fransen v. d. lutte en
v. Voorst Vader; Herkozen v. d.Bilt, Ka
kebeeke, Putte en Lucasse (de laitste was
kort geleden gekozen in plaats vtn wijlen
mr. v. Citters; toen was zijn libeale tegen-
candidaat mr. C. de Witt Haner).
Mei 1889na de herziening van het
kiesrecht koos Goes dat in zijn neerderheid
antirevolutionair is (wat alleet maar bij
het beperkte kiesrecht van vrofger niet uit
kwam) alleen antirevolutionaire.
De heer IJzerman had o<k gevraagd
«Hoe oordeelt u over uwe lartijgenooten
te Amsterdam en elders dh èn naar de
Staten èn naar de Kamer utsluitend libe
ralen afvaardigen?»
«Gunstig», is het laconischs antwoord der
redactie; en voegt daarbij «at zij oude be
proefde antirevolutionaire laden van Gede
puteerde Staten niet hu n ne laatste levensdagen
zou willen vergallen dooz hen als onbruik
bare voorwerpen ter zjjüe te stellen. Dit
geldt ook voor «mannen/ die algemeen ge
acht en bemind waren in hun district en
van wie hunne tegenstanders zelf erkenden
dat zjj eerbied afdwongsn door hun persoon
en hun kennis».
Zulke mannen uit te werpen vindt de
redactie een verfoeilijk bedrijf, en toch
luidt haar oordeel gurlstig over hare «partij-
genooten in Amsterd/tm en elders». Hoe
rijmt zich dit te zaam?
Weet men dan ntet dat de liberalen in
ue stad Amsterdam 34 geestverwanten naai
de staten van Noord-Holland zenden en de
niet-liberalen nul; en dat toen laatst een
plaats open kwam roor Amsterdam zelfs een
man als Hovy nog werd bestreden wijl de
liberale partij in gevaar was.
Weet men dan niet dat de liberalen in
de stad Utrecht 11 leden naar de staten
van Utrecht zonden en de antirevolutonairen
slechts één, en dat dit eene lid juist iemand
was die jarenlang «als lid van gedeputeerde
staten (zijne) beste krachten aan de belangen
der provincie had gewijd en nimmer die
had begeerd uit een financieel oogpunt;»
een man «algemeen geacht en bemind en
van wie zijne tegenstanders zelf erkenden
dat (hij) eerbied afdwong door persoon en
kennis.» Deze eenige antirevolutionair die
voor Utrecht zitting had, was mr. v. Beeck
kalkoen; diefl de liberalen in 1886 uitwierpen.
Weet ma dan niet dat de provinciale
staten van Groningen uit enkel liberalen
bes tonden.(4'2), uitgezonderd de antirevoluti
onaire het'en v. Swinderen, twee bekwame
rechtsgelorden en dat de liberalen in Gro
ningen ok deze heeren «als onbruikbare
voorwerpn» hebben terzijdegesteld.
Weetmen dan niet dat in Drente (34)
alle stamleden op een na «liberalen» wa
ren eniat zelfs die eene (een antirevoluti
onair) tij zijn overlijden niet dooreen geest-
verwaf van hem mocht worden vervangen
Wet men dan niets van het ongereeh-
tige kesrechtgeknoei dat jarenlang aan de
liberasn die in den lande minderheid zijn
in btde Kamers en in de staten een flinke
rneetierheid bezorgde en nog steeds bezorgt
dankzij de meervoudige districtsindeeling
«te unster dam en elders»?
Veet men dan niet dat in onze eigene
proineie sinds jaar en dag de «liberalen»
zor,vuldig de antirevolutionairen uit de
Stsen weerdenen Woe in Zierikzee en Sluis,
mi «vertrapping» der minderheid en «op
ererlijke wijze» de liberale meerderheid
alien haar candidaten afvaardigt. Hoe ook
iniierikzee bij aftreding van het eenige
ailireiolutionaire lid, de liberalen een hun-
rrr vrienden in zijne plaats stelden
Weet maar waar zouden wij eindigen,
«aar de bewijzen van zoo ergerlijk moge-
jjke vertrapping der minderheden door
(beralen, zoo voorliet grijpen zijn; ook al
/Werden zij door de redactie van de Goesche
Crt. bij hare hooghartige beantwoording
van den heer Y. wel een weinig over het
hoofd gezien.
18 Maart '92.
De katholieke Kamerclub is geconsti
tueerd en het bestuur beslaat thans uit de
heeren Vermeulen, voórzitter, Walter, sec
retaris en Haflmans. Eere-voorzitter is de
heer Van der Schrieck.
Wegens ingevallen dooiweder is tot
nadere aankondiging het vervoer over alle
kunstwegen op Walcheren, Zui d-B e-
veland, Tholen en St. Philips-
land en in de voormalige 4e en 5e dis
trieten beperkt.
Te rekenen van 1 April a. s., dsn
datum der inwerking treding van de nieuwe
postwet, zullen de postbladen, welke heden
nog 5i/2 cent kosten, verkrijgbaar worden
gesteld voor 5 eent.
St. Maartensdijk. Bij herstemming is tot
lid van gemeenteraad gekozen de heer A.
Kloet Mz. met 131 van de 177 geldige
stemmen. Op den heer A. N. Snouck waren
46 stemmen uitgebracht.
Wemeldinge. De heer Dikkenberg, arts
alhier, vertrekt naar Zuidzande.
Te Axel is tot secretaris benoemd de
heer J. A. van Vessem, beambte ter secre
tarie.
Door regenten van het burgerweeshuis
te Aardenburg is tot concierge benoemd Iz.
van der Hooft.
H. M. de Koningin-Weduwe bezocht eer
gisteren den Koninklijken grafkelder te Delft
en legde eenige palmtakken op de kist van
wijlen den Koning.
H. M. heeft twee ijzeren hekken tuvschen
de pilaren en de muren van den grafkelder
doen plaatsen, waardoor plaats is verkregen
voor drie grafsteden.
- kist, welke het stoffelijk overschot
van onzen Koning bevat, is gisteren naar
dit nieuwe aan drie zijden open vak over
gebracht en geplaatst tegenover de kist van
Koning Willem I.
De verplaatsing der kist had op verlangen
van H.M. plaats in tegenwoordigheid van
generaal graaf Dumonceau, adjudant-gene
raal, en kapt. jhr. De Ranitz, adjudant en
particulier secretaris van H.M.
Tweede Kamer. Na bestrijding van
's ministers beleid door den heer v. Löben
Seis, verdedigde de minister van oorlog de
achtste lichting als noodig om steeds vol
doende manschappen in depóts te hebben,
zoolang de jongste lichting niet behoorlijk
geoefend is. De inlijvingstijd in Maart be
nadeelt den arbeid geenszins, zeide hij.
De heeren v. Löben Seis, Beelaerts, Ha-
velaar en Seret stelden echter voor de
regeering niet tot- 1 Mei 1895, doch tot 1
Mei 1894 de ingrijpende wijzigingen in de
miüliewet toe te staan. Dit voorstel werd
echter met 71 tegen 21 stemmen verworpen;
jammer dat de antirevolutionaire militaire
leden over dit voorstel verdeeld waren; de
heer Schimmelpenninck althans stemde er
tegen. Door aanneming van een voorstel
v. Houten, c. s. is thans beslist dat de wij.
zigingen tot 1895 mogen geldenen verviel
de 8ste lichting; zoodat de minister tot 1805
slechts over 7 lichtingen zal kunnen be
schikken. En na dien tijd
Laten wij hopen dat de «liberale» leger-
wet die toegezegd is. de zonderlinge verhou
dingen die uit den terugkeer tot het oude
zouden kunnen voorvloeien, onmogelijk
maakt.
De miliciens der lichtingen van 1887
en 1888, behoorende tot het le en 5e bat.
van het 2e reg. inf. te 's-Bosch, die het
vorige jaar, tengevolge der in dat garnizoen
geheerscht hebbende besmettelijke ziekte,
niet onder de wapenen zijn geweest om
geoefend te worden met het getransfor
meerde geweer en de nieuwe velduitrusting,
zullen nu van 4 tot 14 April (lichting 1887)
en van 19 tot 30 April (lichting 1888)
aldaar voor oefening onder de wapenen
komen.
Ingevolge machtiging bij koninklijk
besluit van den 17den dezer wordt Hr. Ms.
schroefstoomschip 4e klasse Sumbawa, lig
gende te Vlissingen, met bestemming voor
de Indische militaire marine, met denlsten
April a. s. in dienst gesteld en het bevel
daarover opgedragen aan den luitenant ter
zee 1ste klasse W. II. Soumon.
De onthullingen in zake de gepleegde
gruwelen in het Haagsch e krankzinnigen
gesticht te 's Gravenhage houden aan.
Het Rott. Nieuwsblad vernam er weder
eenige die erg zijn. Een ooggetuige ver
haalt dat in het gesticht zich o. a. een
circa 50-jarig patient uit Den Haag bevond
zekere Tartwijk, die meermalen op last van
den directeur het gesticht verliet om voor
hem boodschappen te verrichten. Tartwijk
werd, bij zijne terugkomst, niet gevisi
teerd en in patiënt-tenue gekleed, ging
hij weer naar de zaal.
Een andere patient, een Haagsche politie
agentFeltzer genaamd, ging 's avonds
meermalen met een brandende pijp naar
boven, die hij, als de oppasser (onze zegs
man) zich vertoonde, in den broekzak ver
borg. Eens zelfs bekwam deze patient op
die wijze een gat in den broek en een
brandwonde aan zijn been, waarna de man
ziek werd en korten tijd later overleed.
Een 20 jarig, aan «godsdienstwaanzin»
lijdend meisje, Teuntje werd in de
cel, wijl zij daar hare krib had afgebroken,
op last van den directeur «op een schan
delijke manier» met riemen stevig gebonden.
Den volgenden morgen werden de riemen
weggenomen en waren de opgezette armen
bont en blauw, verschrikkelijk om aan te
zien. De directeur meende, dat zjj zoo
niet voor den geneesheer van het gesticht
dr. Reeling Brouwer verschijnen kon, «die
mag het niet zien of althans niet goed
keuren.» Het meisje werd daarom gekleed
en de blau we plekken waren voor het oog
verborgen 1
En liet voedsel
O, mijnheer, dat stinkt tegen u in 1
Meent u dat mevrouw Stuten niet over
dreven heeft
In het geheel niet, mijnheer, er zou nog
veel meer van gezegd kunnen worden.
Welnu, wij vernamen nog meer bijzon
derheden, maar dingen die men niet in
het publiek zeggen kan.
Zierikzee. Na het bedanken van den
heer mr. J. P. Cau heeft de liberale kies
vereniging alhier candidaat gesteld voor
den gemeenteraad den heer J. Franse.
Ziekenverpleging. Aan allen, die om
's Heeren wil belangstellen in de kran-
ken, inzonderheid aan Kerkeraden en
Diaconieën van Geref. gemeenten, is een
oproeping gericht, om een overeenkom
stig de Geref. Belijdenis georganiseerde
ziekenverpleging in het leven te roepen
voor geheel het land. Met waardeering
van het werk, dat op zoo voortreffelijke
wijze te Utrecht, te Haarlem, te Rotter
dam en elders geschiedt, wil men trach
ten te komen tot een Christelijke zie
kenverpleging in alle plaatsen des lands.
De zieken moeten verpleegd worden in
hun eigen huis of in Christelijke zieken
huizen door daartoe opgeleide broeders
en zusters.
Die met dit zeker grootsche en goede
plan instemt, wordt verzocht daarvan
vóór 15 April kennis te willen geven aan
een der commissieleden.
Indien er genoegzame deelneming blijkt
te zijn, dan stelt men zich voor, in
den loop dezes jaars eene vergadering
bijeen te roepen. Dan zal o. a. de vraag
aan de orde komen: of deze arbeid zal
uitgaan van de Kerk, of vaD eene ver-
eeniging als «Veldwijk», of van Kerken
én van eene vereeniging in verband met
de Kerk.
Aangenaam zal het de Commissie zijn,
5.
5.
5.