f 1,25. - 0,70. f 1,50. - 0,80. nen Wind- ÏERCr, lagazijn. oop van DOPJES. en TUIN, ILING ïouwland ing hebben, 1892. No. 72. Donderdag 17 Maart. Zesde Jaargang. in staat de ie Utrecht on- lersonen zeer T, miner 69. Korte Noordstraat, L 83. n opleverende, ELEGRAAF." VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUÏJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES De belastingontwerpen. I 5E uit de hand te koop, werking zijnde i i t e gemeenten van ■oeden staat. Te be- HUVERS te Mid- N 1 APRIL 1892 ge- ïe hand is verkocht. De Notaris GALLIS MERENS. 1TDIENST ELB.-ROTTERDAM. irt. erd Zondags, v. Vlis- iddelburg 8,45, van OTDIENST urg en Zierikzee. rzee Spoorweg Goes, art. Van Zierikzee 'smorg. 'smid. Dinsd. 15 7,30 3,30 Woen. 16 7,30 3,30 Dond. 17 6,— 3,30 Vrrjd. 18 6,30 3,30 Zat. 19 7,30 3,30 Zond. 20 12, Maan. 21 7,30 3,30 Dinsd. 22 7,30 3,30 irt. van Antwerpen Dinsd. 15'smorg. 7.30 Dond. 17 9,— Zon. 20 9, - Dinsd. 22 2.— li elken MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prjjs per drie maanden franco p. p. f 0.95. Enkele nummers/0.02s. UITGAVE VAN ek van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wie zich met 1 April, a. op ons lad abonneert, ontvangt het tot dien datum GRATIS. li. Wij hooren eerst het Landbouwweekblad. Na gewezen te hebbee op te verwachten verbeteringen, waarnaar de landbouw reeds lang reikhalzend heeft uitgezien, vraagt het blad of de landbouw deze weldaden niet te duur betaalt. Want zoo gaat de schrijver voort Want er zal worden geheven een ver mogensbelasting van 1 per mille, ook van het onroerend goed; van den grond en van de gebouwenen van het bedrijfs kapitaal het vee, de paarden, het graan, de werktuigen. Vrijgesteld worden de vermogens beneden de f 13,000verminderd de belasting voor vermogens f 13000 tot f25000 en afgetrokken de schulden. Een vermogensbelasting van 1 per mille staat gelijk met een inkomstenbelasting van 2i/s percent als men rekent op 4 pCt. inkomen van het kapitaal. Maar om de waarde te vinden van liet onroerend goed wordt voor de onbebouwde eigendommen de belastbare opbrengst ge nomen en deze met 20 vermenigvuldigd- Dus voor dat deel van het vermogen staat de nieuwe belasting gelijk met 2 pCt. van de belastbare opbrengst. Wel te verstaan van de geschatte be lastbare opbrengst, niet van het werkelijk inkomen. Dus een landbouwer die aan grondbe lasting zal betalen f 60 zal nog eens schuldig zijn f20 en bovendien nog 1 per mille van zijne gebouwen en zijn bedrijfskapitaal. Hij zal deze nieuwe belasting moeten opbren gen of hij werkelijk inkomen heeft of niet. Of hij door roofbouw of verwaarloozing van zy'n vee of beslag reeds van zijn ka pitaal leeft of werkelijk inkomen heeft. Het blad acht de voorstelen wel aan nemelijk voor den kleinen boer, doch ge goede landbouwers zullen er te veel door gedrukt worden. De kleine eigengeërfden, zij die in de .grondbelasting zoo ongeveer f 36 en minder zullen betalen, hebben niets dan voordeel van de nieuwe regeling. Ook zjj die zoo diep in schuld zitten dat zij geen belastbaar vermogen meer hebben. Maar voor al de overigen is de voorge stelde hervorming eene vermeerdering van lasten. Op zichzelf zou dit misschien te dragen zijn, ofschoon toch altijd nog eene belasting van 8 pCt. van de opbrengst buiten alle verhouding is met hetgeen van andere bronnen van inkomen wordt gevraagd. Maar wanneer men bedenkt dat, het zal moeten worden betaald als er geen zuiver inkomen is of zeer weinig inkomen dan ziet men dat de ontworpen regeling inderdaad zeer drukkend kan worden. Die meenen mochten dat de landbouw niet zoo heel veel schade zal hebben, wor den uit den droom geholpen. Volgens de berekening van den minister van Financiën is het geheele vermogen van Nederlandscho ingezetenen 10155 miliioen guldens waard, en na aftrek van schulden en vrijstellingen 6650 miliioen gulden. Maar het vermogen aan landerijen na aftrek van de goederen in de doode hand on van de eigendommen van buitenlanders bedraagt ongeveer 1740 miliioen, berekend naar de belastbare opbrengst. Naar deze zelfde ver houding zou dus een bedrag van 1358 mil iioen aan de nieuwe belasting worden onderworpen, behalve het bedrijfskapitaal en de waarde der gebouwen, ook naar de belastbare opbrengst berekend. Van deze som moet de nieuwe belasting worden betaald, maar ieder die met land- bouwtoestanden bekend is, weet maar al goed dat van deze waarde geen 5 pCt. in komen genoten wordt; en in vele gevallen niet meer dan 2 ot 3 pCt. en dikwijls alleen geleefd wordt van het kapitaal of met ver zuim van het noodige onderhoud. Het Landbouwweekblad heeft, met het oog op bovenstaande en dat dit nog slechts een deel is van de te wachten hervorming, geen reden om den landbouw met Piersons ontwerp te feliciteeren. Immers de landbouw kan ook nog in de bedrijfsbelasting worden aangeslagen; hoe zullen de plaatselijke op centen op de grondbelasting worden geregeld en wat zal er komen van de hervorming van het personeel? Thans wenschen wij den professor te hooren. Hij zegt onder meer: Men kan de belastingen beschouwen Daar haar oeconomische gevolgen, naar haar billijkheid en naar de eischen die ge steld mogen worden aan een gezond fiscaal beleid. Het komt mij voor dat uit geen enkel oogpunt de voorgedragen hervorming den toets der kritiek kan doorstaan. Er wordt op nieuw 2 miljoen gevonden uit het gedistilleerd. Het grootste deel van een ont heffing van lasten die de lagere klassen der bevolking in de afschaffing van den zeep- accijns en de vermindering van den zout- accijns zullen vinden, moeten zij aldus zeiven betalen. Een wezenlijke verlichting van be lastingdruk geeft dus het ontwerp voor die klassen niet. De vermogensbelasting is eigenl. een kapi taalsbelasting, niet een partieele inkomsten belasting. Zij heeft bedenkellijke economische gevolgen. lo. De belasting zal in tal van gevallen moeten betaald worden uit het kapitaal. Het inkomen moet de belasting dragen als men het kapitaal belast met jaarl. terug- keerende heffingen slacht men de kip die de gouden eieren moet leggen. Maar krach tens de voorgestelde belasting zal men moeten betalen van alle werktuigen en machines, van alle handelsvoorraden en materialen, van schepen en schuiten, van vee en paarden en granen, en dat volkomen onverschillig of deze kapitalen inkomen hebben opgeleverd of niet. In tal van gevallen eet dus de fiscus langzamerhand het geheele kapitaal op. Een schip ligt werkloos in de haven. De fiscus vraagt zijn 1 per mille. Een fabriek heeit weinig te doen ot staat stil. Men heeft geen winst, ja zelfs verlies. Toch zeil men moeten betalen. Fen winkel doet weinig zaken. De in- kom-ten zijn gedurende jaren gering of ontbreken geheel. De fiscus is onverbiddelijk. De landbouw beleeft slechte tijd» 11 en heeft moeite zijn kapitaal in stand te hou den, of ziet het zelfs jaar in jaar uit ver minderen. Het doet er niet toe, de landbouw blijft belastingplichtig. En indien de eigenaar van het schip, of de winkelier of de fabrikant of de boer niet toevallig andere bronnen van inkomen heeftj zal, zijn vermogen worden geexecuteerd, zal hij maar al te vaak moeten toezien dat zijn goed ontijdig voor een appel en een ei wordt verkocht, en is hij een verloren man. Voor de landbouwers die niet in de vrij stellingen vallen in het bijzonder zal deze belastingeen ramp zijn. Hoe dikwijls moet het herhaald worden voor men er het oor aan leent dat het grootste deel onzer landbou wers, behalve een schrale bekroning voor hun arbeid, in de laatste jaren geen inkom sten heeft uit hun bedrijf: dat zij die hun kapitaal niet reeds verloren hebben, bezig zijn in te teren. Wat baat het hun wanneer men ze in plaats van 7 6 pCt. in de grondl. laat be talen; als men ze voor dit eene percent dat men schenkt, er 2 en meer neemt Door deze fiscale politiek wordt het pro ces van achteruitgang verhaast. 2o Onderdrukking der vorming van nieuw kapitaal. Bij een kapitaalbelasting is het voordeeüg te verteren. Een beroep op een mogelijke personeele bel. kan hier niet baten. Er zijn genoeg middelen van vertering die niet door het personeel kunnen getroffen worden. Doch bovendien is aan iedere kapitaalbelegging risico verbonden. Men koopt een werktuig, van zijn winsten bijv. of door bezuiniging op zijn inkomen. Het kan jaren duren voor het winsten afwerpt. Maar intusschen is men belasting schuldig. Men richt zijn winkel beter in. Het heeft tijd noodig voor men klanten trekt. Intusschen moet men beginnen met te betalen. Men zal zijn vee willen verbeteren. Het kan jaren kosten voor men er in slaagt, en vóór men de vruchten gaat plukken van zijn kennis, volharding, spaarzaamheid. Maar al die jaren eischt de fiscus zijn bijdrage. De gevallen zullen niet zeldzaam zijn dat juist deze bel. de kapitaal vorming onmogelijk zal maken. En in ieder geval wordt de risico grooter. 3o. Belasting drukt op debruto-opbrengst. Uitgaven gevonden uit pers. ontberingen en overhouden van 1 gelukkig jaar. Men ziet het, het oordeel van prof. Cort v. d. Linden is lang niet gunstig. Hij wgst voorts den minister Pierson op een aanhaling uit zijn eigen werk Pierson, Grondbeginselen der staathuishoudkunde p. 327 en 329». Geen zwaarder offer wordt door belastingen aan de maat schappij opgelegd, dan wanneer bronnen van volkswelvaart worder, aangetast. Daardoor verarmt de maatschappij met een veel grooter bedrag dan de Staat haar rechtstreeks ontneemt.»» Als men te kiezen heeft tusschen een belasting die de voortbrenging hindert en een andere die ongelijkmatig schijnt te drukken, verdient de laatstede voorkeur. Het is onbegrijpelijk dat door dezen min. v. fin. deze belasting wordt voorgesteld. KRANKZINNIGENVERPLEGING. Mijnheer de Redacteur Terwijl ik dit schrijf, hebben de Staten van Zeeland een voorstel van Gedep. Staten in behandeling genomen, welks aanneming door velen wordt gewenscht, omdat het de uitdrukking is van een beginsel, dat jaren achtereen op verschillend gebied stelselmatig werd onderdrukt. Ik bedoel het voorstel betreffende de ver pleging der krankzinnigen van ons gewest. In genoemd voorstel toch worden de leden der Staten op de wenschelijkheid ge wezen, om voor hulpbehoevende krankzin nigen, die door de provincie worden ge steund onder zekere voorwaarden, een overeenkomst aan te gaan met de besturen der gestichten Coudewater, Loosduinen en Dordrecht. Om verschillende redenen achten Ged. Staten de oprichting van een Provinciaal gesticht voor krankzinnigen niet gewenscht. Behalve de groote sommen, welke de oprichting van zulk een gesticht zou vor deren voor eene provincie, die schatten moet uitgeven om te blijven wie zij is, voeren Ged. Staten als argument aan, waar om zij in deze zaak tegen het advies d<-r heeren Inspecteurs handelen, dat zij zich bezwaard zouden gevoelen door de verant woordelijkheid, welke de oprichting en exploitatie van zulk eene inrichting nood zakelijkerwijze met zich brengen. Daarbij schroomt het college v. Gedepu teerden Diet, in hare Memorie van Toelichting rondborstig te verklaren, dat het de ge stichten van particuliere vereenigingen verre verkiest boven die der overheid, waardoor aldus door de overheid zelve aan het par ticulier initiatief de eerepalm wordt uitge reikt in den edelen wedstrijd om het lot der meest beklagenswaardige wezens zooveel mogelijk te verzachten. Alle eer aan Gedeputeerden voor zulk een voorslag, waarbij vrijheid wordt verleend om een gesticht te kiezen waar men het liefst zijne betrekkingen zag verplegen, als men onder de harde noodzakelijkheid ligt, de hulp der Staten in te roepen. Maar ook alle eer aan die leden der Staten, welke, door hunne stem vóór het voorstel der Ged. St. uit te brengen, toonen, een open oog te hebben voor de vrijheid var, andersdenkenden niet alleen, maar in zonderheid voor de stoffelijke en zedelijke belangen van liet gewest, waarin zij wonen. Wel is waar moet de verzorging van behoeftige krankzinnigen niet meer door de overheid behoeven te geschieden, daar het werk der barmhartigheid aan de chr. ge meente is toevertrouwd en is het voorstel dat in behandeling ir gekomen, volstrekt niet de uitdrukking van ons ideaal in dezen, maar toch, ook hier is doorwerking van een beginsel merkbaar, dat reeds te lang werd onderdrukt. Zie Mijnh. de Red. in dezen toonaard wilde ik voortzingen, toen op eens een ingezonden stuk van X. in de Midd. Cour. nan Woensdag mijne aangename stemming eenigszins kwam verstoren. Was het wonder? Ge hebt het zeker ook gelezen, dat stukje, waarin de schrijver den welmeenenden raaU geeft voor een Provinciaal gesticht te zorgen en eene lans breekt voor de groote kerk te Veere, «dat reusachtig gebouw uit de grijze oudheid, dat door zjjne rustige omgeving, zjjne gezonde ligging en zijn ont zaglijke ruimte misschien zeer geschikt zou zijn voor het doel». Als ge ooit in ket markiezaat Veere geweest zijt en dat zijt ge zeker is u ongetwijfeld bedoeld gebouw, dat op zoo schandelijk eene wijze aan zjjne bestemming is ontrukt, en dat met «beker en fontein» de Veeienaars nu en dan in verrukking bracht, wel bekend en speelt u een droeve glimlach om de lippen, als g# bedenkt, dat iemand den moed heeft, om een gebouw, hoe rijk ook aan historische herinneringen, welks aanblik alleen, vooral in die doodsehe, stille omgeving, reeds den minst zenu wachtigen beschouwer vooral des avonds eenigszins schrik aanjaagt, aan te bevelen tot een toevluchtsoord voor de kranken van zinnen, die aan matige vroolijkheid en opgeruimd heid in de eerste plaats behoefte hebben Of heeft dan de stem van wijlen Dr. Ramaer, die zoovele jaren te midden der krankzinnigen doorbracht, te vergeefs ge sproken, als hij meermalen het paviljoen stelsel zooals te Veldwijk toegepast wordt, de ideale inrichting van een krankzinnigen gesticht noemde, en daarom meermalen zijne instemming met Veldwijk betuigde, al was het ook dat deze inspecteur zich met het beginsel der Vereenig. tot Chr. Verzorging van krankzinnigen en zenuwlijdeis in geenen deele kon vereenigen O, hoe gaarne wensebte ik de jaarver slagen van genoemde vereeniging in handen van X. en zijne vrienden, om te kunnen lezen, wat een liefderijke verpleging van zulke lijders, in aansluiting met het huis gezin, door de hand der barmhartigheid vermag. Nog liever wensch ik, dat vooral nu meer dan ooit, bevoegde mannen zich opmaken, om ter gelegener plaats en tijd de groote waarde van het paviljoenstelsel zooals te Veldwijk enz. wordt toegepast, maar nog meer het hooge belang van eene christelijke verzorging van krankzinnigen, in een helder licht te plaatsen. Hoogachtend, Uw dw. de R. Z. 9 Maart 1892. 16 Maart '92. Vanwege de Staatsspoorwegmaitschap- pij zal met lo Mei, met toeslemming van den Minister van Waterstaat enz., een nieu wigheid ingevoerd worden, waarvan de leek in spoorwegzaken voorzeker het groote nut moeielijk zal inzien. Terwijl vrij wel in Nederland de dagelijksehe bezigheden ge regeld worden naar den Amsterdamschen tijd, in vroeger jaren den spoortijd genaamd zal de Maatschappij tot Exploitatie SS. eenen nieuwen tijd invoeren en wel den Duitschen die bijna 20 minuten met den onze ver schilt. Waarom men geen Belgischen of Fraoschen tijd genomen heeft, maar wel den Duitschen vinden wjj nergens vermeld, doch dit doet principieel weinig ter zake; het tijdsverschil, dat vroeger door iaderen reiziger op het grensstation werd opgemerkt, zal nu door geheel Nederland voelbaar wor den en wel het sterkst aan die stations, waar de Hollandsche maatschappij met den Staat in connectie komt. Voorloopig zal de Hollandsche tijd i.og wel naast den Duitschen tijd in de spoorboekjes vermeld worden, die daardoor voor liet minontwik kelde publiek nog onduidelijker worden en menigeen zal haastig naar liet station toe loopen om daar te vernemen dat de trein eerst over twintig minuten vertrekt, terwijl een volgenden keer de trein reeds twintig minuten vertrokken zal wezen als hij kalm het station instapt, al naar mate hij naar den goeden tijd zal hebben gekeken. Het groote gevaar dat in deze nieuwig heid schuilt, ligt in de omstandigheid, dat het mindere personeel der maatschappij, als wissel- en brugwachter, zich gemakkelijk kunnen vergissen nu de trein zooveel vroeger staat aangegeven als deze werkelijk komt en dit vooral op die lijnen waar de Hol landsche treinen de runningpower hebben. Reeds heeft de minister aan de gedepu teerde staten een schrijven verzonden over de invoering van deze eenheid van tjjd. De spoorwegondernemingen zijn gemachtigd daartoe over te gaan Ook de post en telegrafie. De gemeenteklokken moeten met deze aangenomen tijdsbepalingen in over eenstemming zijn, zoodat bovengenoemd bezwaar van het «Rott. Nieuwsblad vervalt. De minister geeft daarom gedeputeerden in overweging om den gemeentebesturen van die plaatsen waar telegraafkantoren ge vestigd zijn, te verzoeken de gemeenteklok ken nairde aan het telegraafkantoor ver strekte opgaaf van den nieuwen tijd te regelen; 2o hunne tusschenkomsl te verleenen dat andere gemeentebesturen intijds mededeeling ontvangen van den nieuwen Amsterdamschen tijd, geregeld naar dien van Greenwich en zooveel mogelijk op 1 Mei ook die gemeen teklokken den nieuwen tijd aangeven. Inmiddels zal in de tweede kamer de heer Beelaarts den minister over de invoe ring van den nieuwen tijd interpelleeren, inlichtingen vragen. Middelbnrg. De liberale kiewereeniging «Gemeentebelang» heeft met 48 van de 83 stemmen c&ndidaat gesteld voor den ge meenteraad den heer L. K. v. d. Harst JJzn., apotheker, tegen 35 stemmen op den heer J. C. de Waal. De Tweede Kamer behandelde gisteren de noodwet. Zij werd bestreden door de hh. Schaepman en Schimmelpenninck v. d. Oye; de heer Seret stelt zijn stem af hankelijk van de wijzigingen. De hh. Rutgers en Guvot verdedigen de wet. De heer v. Houten had een onoverkomelijk bezwaar tegen het bepalen voor goed van den 8jarigen diensttijd. Het gaat niet aan de rechten der plaatsvervangers te veranderen. Ook gaf hij te kennen, dat de aanneming der motie tot erkenning van het beginsel van den persoonlijken dienstplicht (waaraan even vóór de verkiezingen de geheele liberale partij zoo warm had medegedaan) geen bindende leiddraad is voor de Regeering.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1