1892. No. 64. Zaterdag 27 Februari. Zesde Jaargang. V ERSCHIJ NT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIES Bij dit nommer behoort een bijvoegsel. EEN KRACHTIG GETUIGENIS Ds. L. J. VAN RHIJN Sr. JAN WOUTERSZ. HET MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUK. DE ZEEUW. ei.ken MAANDAG- "WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Prijs per drie maanden trance p. p. f 0.95. Enkele nummers0.02s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 eent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1 5 regels 50 eent. iedere regel meer 10 cent. VAN WIJLEN tegenover hen, die met Dr. BRONSVELD en <s.De Mid- delburgsche CourantD de leer verkondigen, dat Staatkunde en Godsdienst niets met elkaar van doen hebben. lo. De stelling, dat staatkunde met geene godsdienst te maken heeft, berust deels op schromelijke kortzichtigheid, deels op ongodsdienstigheid. 2o. Zij, die het geloof der Christenen willen besloten houden binnen de wanden van het Kerkgebouw of de binnenkamer der burgerlijke woning, en het geen' invloed gunnen in de kabinetten der vorsten, in de raadzalen der ministers en in de ver gaderingen onzer volksvertegenwoordigers zijn practische verloochenaars van Goden godsdienst. 3o. Zij zijn daarenboven anti-nationaal en anti-Nederlandschwant onze staat heelt zijne beste maatschappelijke inrich tingen, zijne kracht en duur, ja geheel zijn bestaan eenig en alleen aan dat heilig geloot te danken. 4o. De wijsheid dezer wereld, die nog evenzeer als ten tijde van Paulus, den Apostel, dwaasheid is bij God, heeft niet alleen de meeste volkeren van Europa, in zonderheid de Franschen en de Duitschers, maar ook voor een goed deel ons volk doen afwijken van de paden der waarheiden des rechts, zoodat onze Grondwet en ons Staatsbestuur er gedeeltelijk door zijn besmet. 5o. Dwaasheid is het en goddeloosheid tevens het voor land en volk te verwachten van eigengemaakte wetten en staatsvormen, en niet eenig en alleen van dien Geest, die van boven komt» en uitsluitend in staat is, om de vorsten en regenten naar Gods wil te doen regeeren, de onderdanen om Gods wil te leeren gehoorzamen. 6o. Dwaasheid is het en goddeloosheid tevens school- en armwezen in te richten bu ten God en godsdienst om, en niet naar positief-Christelijke beginselenwant daaruit ontleenen èn volksschool èn armverzorging eenig en alleen haar oorsprong, daardoor alleen kunnen zij gedijen. Zij, die zulks willen, rukken het teedere hulpelooze kind van de moederborst en geven het aan koude en guurheid en gebrek ten prooi. 7o. Door het toegeven aan de wijsheid dezer wereld vinden dagbladschrijvers, grootendeels zonder positief geloof, fortuin zoekers, jonge advocaten, staatkundige schreeuwers en tinnegieters, Joden en on- godisten ruim spel, en beheerschen zij de 230 FEUILLETON. Eene episode uit de dagen der Hervorming door W. K. HAGA. De nacht duurde ontzettend lang. Ein delijk begon het in 'toosten te verhelderen en brak het weinigje licht aan, dat hjj behoefde om de reeds bij herhaling gekuste schrift- regels te kunnen lezenZij luidden«Ge liefde vriend 1 wij willen trachten u te red den. Vijl de traliën van uw venster door, zoodat ge u er doorheen kunt wringen. Wacht tot den derden_nacht na dezen, klok slag één uur. Laat u dan langs het touw naar omlaag zakken, daar zullen we u wach ten en in veiligheid brengen. Houd moed ■S Slenken uwer. De Heere zij met u Veiligheidshalve was het niet ondertee kend, maar Woutersz. herkende de hand van zijn vriend Andriesz. Een milde tranen- V °t.- ,on[sProng_ zijnen oogen en door- voentigde het papier, dat, hoe onaanzienlijk van uiterlijk, voor hem van onuitsprekelijke waar e was. Door dankbaarheid overstelpt vl,e 'J ehjk op de knieën en smeekte °L ,ee[' dJle, tot hier toe hem zijne öoe gunsigheid betoonde, de pogingen tot ontvluchting verder mocht doen gelukken. ii "ls, Wlst hlJ> wat hem te doen stond. Allereeist moest gezorgd worden, dat hij de trahén van het hooge venster kon bereiken. Daartoe was een ladder noodig, waaraan hij den nu aangebroken dag besteedde. Dat hij memgen angst te doorstaan had en bij het minste gerucht 'de schrik hem op het hart sloeg, ligt voor de hand. Ten laatste openbare meening op beklagelijke wijze. 8o. Het is hoog tyd voor alle bedienaars des Evangeliums in Nederland, dat zij dit leeren inzien, het bederf erkennen, er tegen waken, bidden en strijden met de wapen rusting Gods, opdat zij naar hunne heilige roeping woiden een zout in het bederf en lichten in de duisternis. 9o. De strijd dien wij hebben te voeren, is thans niet hoofdzakelijk tegen de aan matigingen der Roomschen, maar veel meer tegen de holklinkende theorieën der on- geloovigen, der materialisten en wijzen dezer eeuw te rigten. Met den geloovigen Roomschen Christen moet de echte Hervormde of Protestant zich veel inniger verwant gevoelen, dan met den ongeloovigen of half geloovigen of Deïstischen Protestant. Deze is erger dan een Jesuit, een verrader zyner eigene kerk en werpt straks ook u, Evangeliedienaar als nutteloos over boord. 10. Evangeliedienaars, die zeggen, dat het koninkrijk onzes Heeren niet is van deze wereld, of zich beroepen op het voorbeeld der eerste Christenen, om zich buiten alle staatkundige bemoeienis te houden, weten niet wat ze doen, of plegen raad met vleesch en bloed. Zij vergeten, dat de Heer weende over Zijn innig geliefd vaderland, dat Zijn koninkrijk moet komen en heerschen in deze wereld, en dat de eerste Christenen geen vaderland hadden, zoo lang dat vader land hen uitstootte en verwierp. Ho. Dure plicht 's het van alle Evan geliedienaars, om het gevaarlijk goochelspel, dat er in onze dagen met de schoone woor den vryheid, vrijzinnig, verdraagzaam heid, gelijkheid, broederschap, hervorming, vooruitgang, vereenvoudiging, wil der natie enz. wordt gespeeld, door het god delijk licht des Evangeliums toe te lichten, en der goede gemeente duidelijk te maken, hoe op deze wijze in onzen tijd de Engel des Satans zich vermomt als een Engel des lichts. 12o. Dure plicht is het van alle Evan geliedienaars, om alle theorieën van volks- souvereiniteit, waarbjj alleen de hrogmoed en blindheid van den natuurlijken menach ten grondslag ligt, te bestrijden en tegen te gaan met de wapenrusting Gods, omdat daardoor bewust of onbewust de souvereini teit van God almachtig wordt verloochend, en ons dierbaar vaderland te gronde gericht. 13o. Dure plicht is het van alle Evan geliedienaars, om regenten en onderdanen nadrukkelijk voor te houden, dat waarachtige vrijheid, orde en volksgeluk alleen in dezelfde mate in onzen staat aanwezig zijn en steeds zullen zijn, als positief-christelijke beginselen regenten en onderdanen beiden bezielen. 14o. Evangeliedienaars, die dezen du ren plicht verwaar looien, zijn gelijk aan daalde de avond en kon hij beproeven, zijn kunstig vervaardigden ladder aan een der stijlen te bevestigen. Na vele vergeefsche pogingen gelukte het en kon hij op zijn verheven zitplaats met het doorvijlen een aanvang maken. Het was een moeilijk werk. De onge makkelijke houding, de vrees dat men on verwachts zijn cel mocht binnentre len, deed hem het zweet in druppels langs het aange zicht vlieten. Toch gaf hij den moed niet verloren. Hoe zou hij ook Hij die zoo vurig naar vrijheid smachtte Met veel inspanning was de eerste tralie doorgevijld en nadat hij deze zoo had geplaatst dat het verrichte voor het oog des bewakers verborgen bleef, kon hij het gereedschap tot den volgenden nacht in veiligtieid brengen. Ook deze bracht geen tegenspoed. Nu nog één dag en dan hij kon het niet te "dikwijls herhalen vrijEen wonderlik gevoel maakte zich van hem meester. Het was of de muren, de bank, de krib hem aanzagen, als waren ze zich bewust, dat ze hem niet meer zouden zien. Het venster scheen hem toe te lonken, als wilde het zeggen: «wij weten het wel; nog een paar uurtjes en ik laat u ontko men.» En de heldere luchthij plaatste zich zoo, dat geen streepje hem ontsnapt* dat geen tochtje verloren ginghet waren voorproeven van den overvloed, die hem eer lang wachtte! Het was hem, als moest een ieder op zijn aangezicht het heerlijk vooruitzicht kunnen l«z*n, en dit was het, wat hem waterlooze fonteinen en dwarrelende wolken, terwijl het land rondom hen door droogte en onvruchtbaarheid wegsterft. Zij verstaan hunnen tijd en hunne roeping niet. Of zij ook schoon prediken, het zal niet baten. Straks zullen als in Duitschland de kerken ledig staaD, en de schoolkinderen zingen c Weg mit den Pfaffen und mit den Tiran nen I» I5o. Endelijk Evangeliedienaars moeten ja de wetten van den staat stiptelijk ge hoorzamen, maar den ongoddelijken geest die achter sommige wetten ligt, zonder ophouden bestrijden en rusteloos werken en streven, dat er een betere geest heer- schende wordt, dan volgen betere wetten van zelve. Ds. v. Rhijn maakte uitzondering voor „de Nederlander" en andere reeds toen be staande antirevolutionaire bladen. Red. Ook ter oplossing. N. J. E. gaf in de «Roeper» acht wen ken aan de hand voor de oplossing der sociale quaestieen noemde o. a. zeer te recht de moderne en Groninger do nine's. Hij zegt o. a. Verwijder de moderne en Groninger Dominéés van de predikstoelen. Zij heb ben het volk uit de kerken gepreekt en naar de comedies; de concerten, de dans zalen en kroegen gejaagd. Zij hebben aan het volk den Bijbel ontnomen door zijne onfeilbaarheid en goddelijk gezag te looche nen en te bestrijden en dien dierbaren Bijbel eindelijk tot een fabelen- en wes- eennest verklaard. Zij hebben den Heere Jezus Christus onteerd, gehaat, gelasterd en het volk geleerd om Hem te haten en te lasteren. Zij hebben het geloof onder mijnd en den grond des gezags ondergra ven. Zjj hebben het zondebesef en gevoel bij de menigte veis'ompt en de wederge boorte door den Heiligen Geest verwaterd of geloochend en de verzoening met God gelasterd als eene «blo itheologie.» Belet aan die mannen hun vernielingswerk voort te zetten. Belet het hun om van den kansel den Heere Jezus te best ijden. De geloo vigen in het Hervormde Kerkgenootschap zijn tot die verwijdering verplicht. Zij zijn voor de prediking en de verwoesting des volks door zoodanige mannen voor God aanspiakelijk, God zal het van hunne hand eischen, dat zij het bijoa lijdelijk aanzien, dat honderden heele en halve Godlooche naars en Christus bestrijders hun verwoes- tingswerk voortzetten. Verwijder deze vaiers en voorgangers van het socialisme van de predikstoelen. Zij zijn de wolven in de schaaps kudde. Zij zijn da verleiders der zielen en de verwoesters der Gemeente. Vervul uwe roeping, doe uwen plicht. Zucht niet zeer gemoedelijk om ledig te blijven zitten, mp ir sla de hand pan den ploeg, en doe dezen booze uit uw midden weg. Met een zeldzaam schoone rede over bo- bij het bezoek van den bewaker in geen geringe verlegenheid bracht. Hij durfde den man bijna niet aanzien, uit vreeze zich te verraden, en torn deze langer dan ge woonlijk naar het venster keek, kon hijter- nau wernood een kreet van angst weerhouden. Gelukkig 1 de man scheen niets bemerkt te hebben. Nog tweemaal zou hij terug komen, eerst des middags om het eten binnen te brengen en dan aan den avond om voor het laatst te zien of alles in orde was, en dan zou hij hem nooit meer met zijn loerenden blik kunnen pijnigen. De blijde toekomst maakte dat onzen vriend het heden ijselijk lang viel. De uren schenen voort te kruipen. Hoe langer zij duurden, hoe grooter gelegenheid om het plan te doen mislukken. Een zware last viel hem dan ook van het hart, toen de wachter voor de laatste maal zijn cel verliet en deze zorgvuldig achter zich toesloot. Het was het teeken, dat men geen onraad duchtte en dat weldra de slaap hem door allen zou doen vergeten. De nacht was stikdonker. Geen enkele ster glansde aan het uitspanselintegendeel donkere wolken gierden door het luchtruim en de wind zweepte een dichten regen door Dordreehts straten. Maar wat bekommerde zich onze vriend daarover, die in het venster gezeten, de klok van één zat af te wachten 1 Alles was in orde; de stijlen waren ter zijde gelegd. De touwladder, die hem bij het beklimmen had dienst gedaan, was uit elkaar genomen en de verschillende stukken weder tot een geheel vereenigd, waarlangs hij den beganen grond moest bereiken. vengenoemd onderwerp, trad Dinsdagavond, daartoe uitgenoodigd door de R. K. kiesver- eeniging aldaar, voor een niet overtalrijk publiek te Goes in Café Hartman op de weleerw. zeer geleerde heer dr. Ariëns, kape laan te Enschede. Spreker wees er ophoe hetmaatscbappelijk vraagstuk door de grootsten der aarde en door den kleinen man wordt overdacht; keizer- Wilhelm II sprak er ten vorigen jare over met jeugdigen gloed; het staat ook op bet staatkundig program van the grand old man, Gladstone. Op het Luiksche Katholieken congres is het belangrijke Christelijk Sociaal Congres, te Amsterdam, gevolgd. Kardinaal Manning wijdde er zijn leven aan; en aller meest was het het onderwerp van Paus Leo's Encycliek Rerum Novarum. Spreker stelde zich voor te behandelen lo. den toestand der maatschappij, zooals hij nu is; en 2o. den weg waarlangs men er toe komt dien te verbeteren. Spr. stelde vooraf vast niet de kaart van Zeeland of Nederland maar de wereldkaart op het oog te hebben. Men ziet in onze dagen vele families tot geringen staat vervallen zoo gaat het open af, zegt man. Dit is echter niet zoo: zoo gaat het naar beneden. De maatschappij is als een berg; deze berg; wearop in zachte glooiing de standen der maatschappij gelegerd waren, verandert telkens van ge daante. Er is afbrokkeling, gedaantever wisseling. De stoom heeft het wereldver keer aan de zelfzucht der menschen over gelaten. Stelt u voor, er was eens een kring van nijvere dorpenin welker woningen het spinnewiel vroolijk snorde, en waar de huisvader in zijn vrijen tijd een eigen stukske grond bebouwdede winst was klein maar rein, gewonnen in vrijheid, en in den huiselijken kring. Doch zie, er kwam verandering. In de nabijgelegen stad verrees een fabriek, waar de wevcrspoel, tienmaal sneller draaide dan onder de hand van den huiswever. Er kwamen nog meer fabriekende productiekosten verminderden, de concurrentie nam toe, de goederenprijs daaldede huiswever moest zich in de fabriek als loonarbeider verhuren. Een zelfde lot trof de ververs, bleekers, spoelmakers en andere ambachten aan de weefindustrie ver bonden. De enkelen die kapitaal hadden gingen naar boven; de anderen moesten bezwijken. Meesterknecht in de fabriek te zijn werd het hoogste ideaal van den eens zoo gelukkigen werkman. Dit geldt ook den handel. De locale markt werd gedrukt door de concurrentie der bu ren. En thans? Eén briefkaart naar Bon Marché brengt het bruidspaar het bruidspak in één dag thuis. Ook hier geldt: die het kleinste kapitaal heeft wordt door de meer vermogenden verdrongen. De groothandel is de doodsteek voor den kleinhandel. Met den landbouw is het evenzoo gesteld. De grondeigenaar zonder geld kan geen verbeteringen aanbrengenen dus niet tegen den stroom oproeien van hen wier kapitaal hen wel daartoe in staat stelt. De pacht boeren eveneei.s. Werden niet 1500 Iersche Hij trok zich niet angstvallig voor het ruwe weder terug. Neen Thans was dat fluiten van den wind hem als liefelijke muziek en scheen het hem toe als streelde de luchtstroom zijn wangen en stortte de na tuur tranen van blijdschap, dat ze hem weer terugzag. Daar klonk het één uur van de toren klokken. Gewis, dat waren de voetstappen en de stemmen zijner vrienden, die hij hoorde. Zij waren stipt op tijd. «Nu of nooit 1» riep hij zich zeiven toe, en met het«Heere, wees mij genadig 1» op de lippen wringt hjj zich door de vensteropening en hangt aan het touw tusschen hemel en aarde. Nog weinige seconden, en hij is gered. Hij maakt zich reeds vaardig om behoedzaam naar omlaag te dalen Daar bereikt op eens een verward gerucht zijn oor. Het nadert de plaats waar hij wenscht neder te komen. Hij houdt den adem in en luistert Het bloed ver.-tijft hem in de aderen. Het zijn zijn vrienden niet 1 «Helpt, houdt den ketter klinkt het beneden hem. «Verloren zucht hij en een siddering vaart hem door de leden en dreigt hem naar omlaag te doen storten. Langzamerhand trekt een nevel over zjjn bezinning. Slechts half be wust, hoort hij hoe men van allen kant komt aangesneld. Weinige oogenblikken later bevond hjj zieh in het midden van de wacht, die hem weder den kerker binnenleidde. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1892 | | pagina 1