M.de Jonge JZoon
J.Z0011.
M. DE JONGE Jz.
M. DE JONGE J.zoon,
Dé dubbeljes.
REDT GIJ GELEGENHEID
Een man uit het volk.
DISTRICTSBELANGEN.
Tweeërlei Verkiezing.
INGEZONDEN.
Waarde Vriend!
iische belijders in onze staten aan
te dringen, uoch nu moet dit; en
wij kunnen niet anders. Want im
mers is de meerderheid der pro
vinciale staten liberaal, dan kiest die
meerderheid liberalen voor de eerste
kamer. En de vorige jaren hebben
het geleerddie eerste kamer kan
vele nuttige verbeteringen tegenhou
den. Deeerste kamer heeft vóór eenige
jaren m nister Keuchenius als
een onwaardige, als lijdende aan
godsdienstwaanzin, zooals
een lid der eerste kamer zelve zon
derprotest zijner medeleden,
hem geliefde toe te voegen, wegge
jaagd.
De eerste kamer heelt ook de Ste-
denwei van minister Eohman ver
worpen, en daarmede het onrecht
bestendigd dat bijvoorbeeld de kie
zers te Amsterdam negenmaal zoo
veel invloed met huneene stem uit
oefenen als de kiezers te Goes.
Kiezers, wilt er dus wel aan den
ken Is de meerderheid der provin
ciale staten tegen uw beginsel ge
kant, dan bekomt ge een Eerste
Kamer, die niet van uwe beginseh n
gediend is, maar lijnrecht tegen die
beginselen in gaat.
Vormden onze Prov. Staten niet
het kiescollege voor de Eerste Ka
mer, dan zou de toestand veel ge
zonder en zuiverder zijn; maar nu
dit. wel het geval is, nu heeft men
er op te letten, dat alleen, voor
zoover mogelijk, die mannen geko
zen worden welke van onze beginselen
zijn en straks afgevaardigden naar de
Eerste Kamer zenden, die werkelijk
een hart hebben voor het zuiver
anti-revolutionair beginsel.
Onze tijden zijn hoogst ernstig. De
welvaart gaat al meer achteruitar
moede en gebrek wandelen door onze
straten. De strenge winter van het vo
rige jaar is dooreen anderen winter ge
volgd, die schoon minder felle koude
brengend, ons de wonderlijke ziekte me
debracht, die huisvaders in de kracht
des levens op het ziekbed wierp of neer
velde.
De toestanden zijn niet rooskleurig,
en schreiend roepen de sociale noodon,
ook die van den boerenstand, om leni
ging en verbetering.
De belastingpapieren worden straks
ons weder thuis bezorgd en wijzen ons
het getal opcenten aan die wij voor de
provincie hebben af te zonderen en van ons
alle jaren met onverbiddelijke gestreng
heid der wet worden opgeeischt.
Ook van deze opcenten geschieden
de uitgaven voor onze provincie. En nu
zal wel niemand meenen, dat wij die
uitgaven, blijken zij noodig, zouden wil
len beperkendoch ieder lid der staten
heeft naar zijn geweten te beslissen of
alle subsidiën bijv. voor den provincia
len bootendienst, of alle uitgaven als bijv.
aan den provincialen waterstaat, bepaald
noodig zijn. En van den heer
weten wij sinds zijn optreden in den
Goeschen gemeenteraad, dat hij met
niets ontziende en niemand sparende
nauwgezetheid deze dingen onderzoeken
en bespreken zal.
Kiezers de stembus is in 's Hoe
ren hand. Dit is ons echter een
aansporing te meer om niet te vertra
gen. Ziekte alleen is eene reden om
thuis te blijven.
Wij hopen dat alle bazen en «werk-
geveis» hunnen ondergeschikten
zullen toestaan, te gaan stemmen ons
worden op dit punt wel eens mede-
deelingen gedaan, die wij voors
hands weigeren te gelooven. Wie
zou toch zijn minder met aardsche
goederen gezegenden medekiezer
willen beletten zijn plicht als Neder
lander, hem bij de wet voorgeschre
ven, te vervullen P
Er zijn ook tal van kiezers die veel
te ver van de stembus afwonen en
dus schade hebben bij het verlet,
dat de kiezing hun bezorgt. Die
schade moeten de kiesvereenigingen
dragen. Dezulken moeten opgezocht
en ingelicht worden.
Die Maandag naar de stembus
rijdt, hale een zwakken medekiezer
even at en late hem mederijden.
Kortom, die het wel meent met
het belang van gewest en provincie,
die wende alle eerlijke middelen aan
om de verkiezing te bevorderen van
onzen veelszins uitnemendencandidaat
(Lid v/d raad te Goes.)
Kiezers, let s. v. p. op dat J.zoon
achter de Jonge's naam. Zet er dat
ook duidelijk achter. Er zijn op
Zuid-Beveland nog andere personen
die M. DE JONGE heeten. En oin
hem van die allen duidelijk te on
derscheiden, is het noodig dat gij
achter den naam van Al. DE JONGE
ook schrijft
Wij moeten one altijd verblijden, wan
neer rijke heeren, grooten der aarde in
kennis en bezittingen zich scharen onder
de banier des Kruises en zich geven om
onzo belangen te bepleiten in de hoogere
vergaderingen.
Maar wij hebben zoo weinig van
zulke grooten onder onze geestverwanten.
Het is ook bij de christelijke histo
rische partijniet vele rijken en nipt
vele edelen. Wij behooren bijna allen
tot de „kleine luijden."
Doch zoo zal het wel blijven zoolang
de wereld staat. Minvermogenden, men-
schen die seharrelen moeten om rond
te komen, hebben niets dan Jezus alleen
om hun vertrouwen op te stellenen
dezulken treffen wij onder onze geest
verwanten bij de stembus nog in grooten
getale aan.
Maar dan zal toch ook niemand onzer
zich schamen dat hij op zijn stembriefje
den naam schreef van een man, „die van
een af komst klein klom tot een hooger
staat." De heer M. de Jonge Jzn. toch
is onder ons bekend als een man uit het
volk./
Gelukkig echter dat ook onder de
„mannen uit het volk" nog geschikte
werkkrachten voor zulk eene betrekking
gevonden worden. Want, gelooft ze
niet die beweren dat alleen heeren van
deze dingen verstand hebben en kun
nen hebben. De ervaring leert het vaak
wel anders. Hot is dus geen reden om
hem niet te stemmen, dat de heer de
Jonge „man uit het volk" is; integen
deel is het hem een aanbeveling dat
hij met Gods hulp uit een be
scheiden staat tot zijne tegenwoordige
meer zelfstandige positie is opgeklom
men, en door administratieve kennis en
ervaring zich het vertrouwen ook van
andersdenkenden heeft verworven. Een
man die, wierd hij gekozen, aanleg
heeft om, na verloop van tijd een prac-
tisch lid onzor provinciale staten te
we zen.
Hebben wij naar ons beste weten
getracht elkander duidelijk te ma
ken dat de behartiging van de be
langen van Goes en de provincie
aan onzen candidaat gerust kunnen
worden toevertrouwd, wij dienen
elkaar ook te herinneren dat allen
die inzien dat het in de hooge re
geering des lands niet goed gaat,
onzen candidaat zullen stemmen.
Wij denken hieibij aan de E e r s t e
Kamer.
Die Eerste Kamer, laten wij dit
wel in 't oog houden, heeft een
groote macht. Zij heeft de eindbe
slissing over wetsvoorstellen die door
de Tweede Kamer zijn goedgekeurd.
En nu is deze Eerste Kamer altijd
liet bolwerk geweest voor hen die
in de staatkunde niet rekenen met
het geloof dat wij belijden, en die
zich noemen kinderen der revolutie.
Als wij vroeger onze staatkundige
en christelijke viiendenbij de stem
bus aanbevalen, zeiden wij altijd
Stemt toch geen ander, al, schermen
zijne vrienden nog zoo met die
«districtsbelangen» en «polderbe-
langen».
Districtsbelangen zijn goed, en pol-
derbelangen niet minder, maar op
dit eene komt het toeh ten slotte
aan: de leden der Provinciale Staten
kiezen de leden der Eerste Kamer
Dat wij in de laatste jaren elkan
ders oogen voor dit feit hebben ge
opend, heelt natuurlijk velen tegen
ons ingenomen aan dit openen der
oogen heeft onze candidaat de heer
altijd dapper mee gedaan. En men
heelt hem en anderen vaak ver
weten dat zij die gewichtige Provin
ciale belangen achterstelden voor
dat bagatel van een Eerste
Kamer.
Dit was natuurlijk maar een
praatje.
Op het oogenblik toch ontkent
niemand meer, dat die eerste kamer
eigenlijk de spil is, waar alles om
draait.
«Het Han lelsblad», een liberaal
blad in Amsterdam, schreef nog on
langs (5 December 1891) toen daar
te Amsterdam een lid der staten
moest gekozen woiden, evenals bij
ons in eene tusschentijdsche verkie
zing letterlijk het volgendeen
niets meer dan dat, ter aanbeve
ling van haren liberalen candidaat.
Het blad schreef:
„De heer Ilenny is een echt
liberaal man in woord en daad. Hij
is ook een knap man. De provin
ciale belangen zullen ongetwijfeld
goed door hem behartigd worden.
Maar bovendien zal hij ertoe me
dewerken dat Noord Holland li-
bei alen naar de eerste kamer blijft
zenden. Men schatte d i t a r-
gument waarlijk niet te
1 i c h t».
En dan voegde ditzelfde liberale
blad er de volgende waarschuwing
aan toe
„De provinciale staten zijn uit
een politiek oogpunt de voorpos
ten der staten generaal. Bij de
bezetting dier voorposten mag
niets aan het toeval worden over
gelaten. Menige post is bij verras
sing genomen. Wie sterk is moet
trachten het te blijven.»
Men ziet wel, waar het op aan
komt, wordt, nu door alle partijen
toegegeven
De meerdei heid in de Eerste Kamer
moet minderheid wordenen daartoe
is geen ander middel dan de lange
weg van de provinciale staten om te
zetten.
En daarom is het ons van zeer
veel gewicht dat de zetel van wijlen
het geacht staten-lid mr. v. d. Bilt,
wiens beginsel wij respecteerden, al
waren wij het er in geenen deele
mee eens, door een man worde in
genomen, die naar de Eerste Kamer
niemand zal helpen afvaardigen, die
niet Groens leuze tot de zijne koos
Een staatsman niet, een Evangelie
belijder.
Die meent dat aan dergelijke man-,
nen in onze fel bewogen tij len nog
ernstig behoefte bestaat, die zal zich
voor de verkiezing van onzen can
didaat gaarne een gang naar de
stembus getroosten.
Hoe men zich ook over deze leus
vroolijk makeop elk terrein des
levens klinkt het «Voor of tegen
den Christus» ons tegen.
Wel hem, die de heerschappij van
dien Christus in eigen huis en hart
aanvaardt, en zich in zijnen Heiland
sterk, aangegord gevoelt, Staat en
Kerk en Provincie voor dien Gezalf
den Koning op te eischen. Want
ook onze stem is een getuigenis
vóór of tegen het miskende
gezag van den eenigen naam, die
onder de hemelen gegeven is tot
zaligheid.
Alochten al onze vrienden trouw
opkomendan kan onze candidaat
gekozen wordenwie weet of er in
Zeelands staten binnenkort niet eens
voorstellen zullen behandeld worden,
die het ons zouden doen betreuren
dat het rechtzinnig element in onze
staten niet nog wat sterker is.
Dit jaar loopt het contract van de
staten met het krankzinnigengesticht
te Delft at en zullen voorstellen
worden ingediend omtrent contracten
met andere van deze stichtingen.
Indirn de staten van Zeeland, de
gedeputeerde staten eens konden
besluiten met ons christelijk ver-
plegingsgesticht Veldwijk in overleg
te treden; of althans de belangen
van eene Christelijke krankzinnigen
verpleging te bepleiten. Hoe meer
deren daarop aandringen, boe meer
dit ook is naar den wensch van alle
belijders onzer Christel ijke his
torische beginselen. En om deze
ook in het belang onzer arme krank
zinnigen te bepleiten is de heer
Dun»
een der aangewezenen.
Daar ia een verkiezing om het succes
en eene om het beginsel.
Bij eene verkiezing om het succes
zoekt men in de eerste plaats naar een
candidaat die het grootst mogelijke aan
tal menschen bevalt. Liefst een candi
daat die, wat beginselen betreft, voldoet
aan het portret door den leekedichter
geteekend in de woorden
W ees u zelf zei ik tot iemandMaar
hij kon niethij was niemand. Zoo'n
candidaat wordt op een triomfwagen ge
plaatst, een corps aansprekers wordt
geëngageerd, waarbjj de dagbladpers
als opperzangmeester fungeert, en de
heldendaden die bedreven zijn of zullen
worden, de deugden en volmaaktheden
van dezen als het ware geknipten candidaat
worden rondgaande den volke verkon
digd. Aansprekers die hun vak ver
staan geven dan, nu en dan een trap
of duw tegen den wagen van den con
curreerenden candidaat der tegenpartij om
te probeeren dien in de sloot te rijden.
Als dat gelukt dan komt mama do pers
aan de kinderen kiezers vertellen dat
de stembus uitspraak] heeft gedaan en
haar geroep overwonnen heeft. Men
roepthoera! de tegenpartij zwijgt
om bjj de eerstvolgende gelegenheid weer
te zoeken naar den candidaat die het
goedkoopste en het degelijkste in 't ge
bruik zal zjjn.
Dat is eene verkiezing om succes.
Maar daar is ook een verkiezing om
het beginsel. Men kan diep overtuigd zijn
dat de nooden des volks om hulp schreien.
Dat de ellende, stoffelijke of geestelijke,
zeer groot isen dat juist bij de stem
bus in de eerste plaats de vraag
overwegend behoort te zijn, op welke
wjjze zal voorziening gebracht wor
den in den bestaanden nood.
Zal dat kunnen geschieden door alleen
stoffelijk, ia materiëelen zin, uw volk
op te voeren tot de hoogste hoogte
zal algemeen Btemrecht, hooger arbeids
loon, nationaliseering van den bodem,
Staatszorg voor armen, verkorting van
den arbeidsdag en zooveel meer u uit
de ellende helpen Ja, zeggen velen,
en zij stellen een candidaat van wie
verwacht kan worden, dat hij, als zij,
gevoelt dat de nooden der maatschappij
om voorziening roepen.
Hoop ep directe overwinning is er
niet, maar zij zjjn diep overtuigd dat
hun stem niet altijd die eens roependen
in de woestijn gelijken zal.
Zal, zoo vragen anderen, niet beter
voorziening in den nood der maatschappij
door genezing van de geesteljjke ellende
te vinden zijn? De mensch zal toch
niet alleen leven bij brood en succes.
Het hart spreekt van hoogere behoeften
dan dit leven bieden kan. Hoe meer
dere welvaart, hoe grooter ellende, indien
althans die welvaart leidt tot zelfzucht
in plaats van tot zelfverloochening.
En ook zij geven door hun stem uit
drukking aan die gedachte, zonder in
de eerste plaats te vragen of ze er ko
men kunnen.
Dat is stemmen om een beginsel. Wil
len wij antirevolutionair zijn dan betee-
kent dat niet dat wij een anderen candi
daat stellen dan de liberalen, maar dat
wij ook op andere wijze de verkiezing
leiden.
Iedere stem door een antirevolutionair
uitgebracht, waar en wanneer ook, be
hoort getuigenis te geven van die hoo
gere aandrift die zichzelf niet zoekt, en
nooit of nimmer van dat ellendige „wat
geeft het".
Uw brief van den 15en dezer is door
mij ontvangen. Op uw vraag waartoe
het dient, dat wjj as. Maandag, 22
Februari, weer moeten gaan stemmen,
wil ik u gaarne in 't kort antwoorden.
Zooals ge weet heefc de onverbiddelijke
dood dezen winter vele slachtoffers ge-
eischt; niet alleen klom hij in de woning