M. de lange .5 Zoo».
1832 Na. 61
Zaterdag 20 Februari.
Zesde Jaargang.
mr.P.J. F.v. Voorst Vader.
v e it s ii ij x T
6. M. KLEM KERK, te Goes
F. P. iniUIJ, te Middelburg.
pk1js dek advektextien
elkfn MAANDAG- WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Prijs per clrie maanden franco p. p. f 0.95.
Enkele nummers10.02*.
UITGAVE VAN
EK
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent. iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel.
De gezamenlijke antirevolutio
naire kiesvereenigingen op Walche
ren hebben candidaat gesteld voor
de provinciale staten in het kies
district Middelburg
Deze candidatuur heeft onze harte
lijke instemming.
De gezamenlijke antirevolutionai
re kiesvereenigingen op Zuid- en
Noord Beveland hebben metgroote
meerderheid voor het lidmaatschap
der Staten candidaat gesteld den
heer
Lid van den gemeenteraad te Goes.
De Zeeuw steunt van harte ook deze
candidatuuren hoopt dat èn in
Middelburg en in Goes, de verkiezin
gen mogen leiden tot verheerlijking
Gods.
SPÜRGEON.
I.
Charles Haddon Spurgeon werd te K«.-l-
vedon in het graatschap Essex op den 19
Juni 1834 géboren.
Zijne ouders behoorden tot de Indepen-
denten en waren onbemiddelde menschen.
Op de dorpsschool van Kelvedon ontvingen
Charles en zijn broeder James in den
laatsten tyd zijn medearbeider in den
Tabernakel het eerste onderricht. Reeds als
6jarige knaap was S. ontvankelijk voor gods
dienstige indrukken. Onder de teederezorg
van een ongehuwde tante en de leiding
van zijn grootvader ontwikkelde hij spoedig
tot een nadenkenden jongen, die meer van
boeken dan van spel en vermaak hield.
Zijn schrandere opmerkingen meer dan zijn
bevallig uiterlijk trokker. reeds vroeg de
aandacht van wie met hem in aanraking
kwamen.
In 1844 vinden wij zijne ouders te Col
chester, waar hij naar eene goede school
gezonden, in vier jaren tijds een opper
vlakkige kennis kreeg van de Grieksdie,
Latijnsche en Fransche taal. In 1849, op
löjarigen leeftijd werd hij ondermeester op
de school van den heer Swindell te New-
markett, die, als ijverig Baptist, een richting
gaf aan het geheele verdere leven van
Spurgeon.
Uit eigen vrijen wil en zonder zich door
iemand te laten leiden of influenceeren,
besloot hij om Baptist te worden, en legde
zich met onvermoeider! ijver en vlijt toe op
de studiën die hy noodzakelijk achtte om
een goed ea invloedrijk Baptist-predikant
te worden.
In het nummer van 12 Sept. 1874 van
het tijdschrift: «Zwaard en Truffel» vergunt
Spurgeon zijnen lezers kennis te maken met
de omstandigheden die tot zijne plotselinge
feekeeiing leidden. Hij schrijft:
„Toen ik nog maai 15 jaar was. hoorde
ik in een predikatie van een Methodistisch
predikant te Colchester, die de obrzaak
werd dat ik mij aanstonds in de kerk van
enristus liet doopen. Ik verzeker den jongens
?b16 vS11! T Ahooien> dat de dag waarop
ik besloet den Heere te gaan dienen de
gelukkigste dag van mijn leven is geweest.
Toen begon ik vrede te gevoelen toen
vond ik het ware geheim van het levon
toen had ik een waardig motief voor in
spanning en een onfeilbaar goneesmiddel
tegen de moeiten van dit leven."
Nan 1851 —1891 is er waarschijnlijk
geen sc moner en beter geschrift verschaft
door een bedienaar van het Evangelie van
welke richting ook dat ons den gezegenden
arbeid van Spurgeon beschrijft, eerst te
Waterbeach nabij Cambridge, ten tweede
te Southwark, ten derde in de Royal Gardens
Music Hal!, en ten laatste in de Tabernakel.
Groote gaven had de Heere aan Spurgeon
geschonken om invloed to oefenen op zijne
hoorders. Uitwendig had hij niet het voor
komen van een groot redenaar. Een van
zijn vurigste bewonderaars schreef van hem
in 1859:
„Zijne gestalte is alleöaagsch, zyn ma
nieren eenvoudig en zijn gelaat, behalve
S1"1® er een glimlach op komt, tame-
v, ^aar wanneer zyn stem vol,
dvnvu- welluidend en geschikt om uit-
ioam7.lng geven aan den geheelen toon-
TOor/i „Tan nienschelijke aandoeningen
vin r. gehooid, baarde het geen verwonde-
wannct duizenden aan zyn lippen hingen
wanneer by sprak in de open lucht."
's menigmaal door afgunstige en na
ijverige personen omtrent Spurgeon geuit
{en als zoo menigeen met singuliere gaven
heeft hij overvloedig gelegenheid gevonden
om het oude spreekwoord bevestigd te zien,
hoede afgunst de verdiensten als hun scha
duw volgt) dat hij op zijn best slechts een
half opgevoed man was, zondor de sierlijk
heid en glans van een academi-chen loop
baan en slechts een oppervlakkige kennis
van de talen had, behalve dan van zijn
eigen taal.
Het antwoord hierop is, dat hij op 18-
jarigen leeftijd tr. 1852 te Waterbeach be
roepen om het Woord te prediken, de meest
practische vormschool had in de preekstoel
zelf. Dat hij nimmer berouw gehad heeft
over gemis van academisch onderwijs be
wijzen zijn eigen woorden:
Spoedig nadat ik to Waterbeach begon
te preeken verzochton mijn vader en anderen
mij met aandrang de academische lessen
te volgen om een geleerd predikant te
worden. Daar ik weet dat geleerdheid geen
ballast of overdaad is, gevoelde ik mij
geneigd om haar, zoo mogelijk, te verkrijgen.
Dr Angus, docent, zou mij te Cambidge
komen spreken bij zekeren uitgever. Ik trad
het huis op den bepaalden tyd binnen,
werd in een kamer geleid waar ik een
paar uren geduldig zat te wachten. Ten
laatste waagde ik 't aan de bel te trekken
en vernam toen dat Dr. Angus in een
andere kamer gewacht had, doch na een
uur wachtens weder naar Londen vertrek
ken moest. Wel duizendmaal daarna heeft
het mij verblyd dat wy elkander niet ont
moet hadden. Voordat ik alle gedachten
aan academisch onderwijs had opgegeven,
wandelde ik in ernstige overdenkingen
huiswaarts.
Plotseling scheen ik een luide stem te
hooren, zeggende: „Zoekt gy groote din
gen voor uzelven zoek ze niet." Oogenblik-
kelijk dacht ik aan mijn arme maar
liefhebbende gemeenten en de zielen aan
mijn eei voudigezorg toeveitrouwd. Ofschoon
ik besefte dat de armoede, onwetendheid
en miskenning he: gevolg van mijn be
slissing zouden zijn, zoo besloot ik toch
bij mijn eigen gemeente te blyven en het
Woord zoolang te verkondigen als ik er
kracht voor ontving. Ware het niet voor
die mysterieuse woorden dan zou ik niet
geweest zyn waar ik nu ben."
In verband hiermede zal het vol loende
zijn erop te wijzen, dat door Spurgeon meer
theologische en stichtelijke boeke i geschre
ven zijn dan door eenig ander zijner tijd-
genooten en medearbeiders in het Evangelie.
Voor en na zijn zijne preeken afzonderlijk
gedrukt en bij honderdduizenden verkocht.
Zijn tijdschriften en courant-artiktlen in pioza
en dicht zouden menig boekdeel vormen.
Alles wat hij schreef ademde denzelfden
ernst, denzelfden geest, dezelfde merkwaar
dige gezonde taai, die al zijn preeken en,
redevoeringen kenmerkten. Gelijk Carnegie-
die spottend vroeg naar een academisch op
geleid man met bewijzen van practische be
kwaainheid, behoefde Spurgeon zich niet te
schamen, dat hij geen Dr. of Mr. voor zijn
naam kon voegen. In 1854, op twintigjarigen
leeftijd werd Spurgeon beroepen in( New
Parkstreet, Southwark, tene Kerk die in
den laatsten tijd sterk was achteruitgegaan.
In een brief, die, wat betreft mannelijk
heid, juistheid en macht niet overtroffen
kon worden, nam bij het beroep aan.
Nu komen wij op vasteren bodem. Voor
dat di ie maanden waren voorbijgegaan was
de roem van den jeugdigen prediker alom
verbreid. Hij bezat de gaven om hoorders
te boeien, op wie redenaars van wellicht
grooter geleerdheid geen vat hadden.
F.en lid der Quakers schrijft omtrent hem.
„Het was een treffend schouwspel dezen
jeugdigen buitenman met een rond hoofd
belast te zien mot zulk een ernstig# en
zware taak als herder en leeraar in eeno
gemeente t« Londen, en te zien hoe hij
haar met plichtmatigen ernst, moed en
zelfbeheersching vervulde. De Southwark
kerk die voor zyn komst bynaeen verlaten
kerk scheen, moest binnen een jaar ver
groot worden."
Bovendien bereikte hij zijne hoorders ook
nog met een stuiversblad «het christelijk
magazijn». Hij vas immer sterk overtuigd
van de kracht en den invloed der «Pers»,
er steeds zijne vrienden op wijzende, wan
neer zij hem vroegen waarom hij de cou
ranten toch zoo gaarne las «dat hij juist
daaruit wilde weten hoe zijn hemelsche
Nader de wereld legeerde. Indien, zooals
hij altijd geloofde, het levende woord den
rneesten invlotd op liet menschelijk "emoed
heeft, dan volgt zeker in de tweede plaats
het geschreven woord.
In 1856 toen zijn kerk niet meer uit<*e-
bouwdkon woiden, weid de grootsieschouw-
burg te Lor.den afgehuurd voor het houden
van godsdienstoefeningen. Hoewel dit ge
bouw aan 9000 personen zitplaats biedt
verdrong zich bovendien nog een opeenge
pakte schare in de gangpaden. Een valscli
alarm van brand op zekeren keer waardoor
eene groote paniek ontstond bracht Spurgeon
op een ernstig krankbed. In 1859 werd ten
gevolge hiervan de eerste steen gelegd van een
ontzaggelijk groot kerkgebouw, de Tabernakel
genoemd, dat in 1861 in gebruik kon worden
genomen. Binnen 5 weken tijds na de
opening was het geheele kerkgebouw, dat
5500 zitplaatsen bevat geheel vrij van schuld
en bijna vier tonnen gouds waren uit vrij
willige giften in de Kas van den Penning
meester gevloeid. Voor kerken in nood een
bericht om van te watertanden, maar te
gelijkertijd een beschamend voorbeeld, dat
wij zoo traag zijn in den ijver vaor het
huis des Heeren.
Zet ook verre de gedachte van u, alsof
die tonnen gouds uit de beurzen der wel-
gestelden en edelen gekomen waren, neen
waar de tempel van S domo werd gebouwd
van de overvloedige schatten van wellicht
den rijksten vorst, is de tabernakel van
Spurgeon gesticht uit de vrijwillige tffers
van duizende, ja van honderdduizende be
hoeftige en arme tobbers.
Om liet geld bijeen te krijgen voor den
tabernakelbouw reisde Spurgeon geheel
Engeland en Schotland door, dagelijks pree-
kende onder beding dat de helft der collecte
voor den bouw van de nieuwe kerk was.
Geen predikant voor of na hem, die ooit
zulk een groot gehoor gehad heeft. Honderd^
kerkgangers die j&arne aan de voeten van
dezen grooten en gemalen spreker zaten,
zijn menigmaal uit gebrek aan plaats
teleurgesteld heengegaan.
Ook zijne geschriften werden door duizen
den gelezen.
Het is herhaalde malen gezegd, dat nooit
een preek is uitgesproken en uitgegeven,
die zoovele pennen in beweging heeft ge-,
bracht om het standpunt van den Schrij
ver te verdedigen of aan te vallen dan
de preek die Spurgeon in 1864 hield tegen
de wedergeboorte door den doop. Meer
dan ooit gevoelde hij toen de noodzakelijk
heid om een middel te hebben tot onmiddel
lijke aanraking met het volk. Daarom zond hij
op 1 Januari 1865 de eerste aflevering van
«the sword and trowel» de wereld in.
Door de gaven die de Heere hem schonk
om dit tijdschrift saam te stellen en te
besturen kon hij spoedig van de winsten
een weeshuis stichten voor 500 kinderen.
Natuurlijk nam bij zijn invloed ook het
aantal zijner benijders toe, die hem van alle
zijden belaagden en belasterden. Men be
schuldigde hem zelfs dat hij een nieuwe
sekte wilde vormen.
In «the Sword and trowel» van Maart
1866 verweerde hij zich tegen zijn bestrij
ders met de volgende krachtige woorden
„Wy hebben van niets zooveel afkeer dan
van Spurgeanismegeen gedachte die verder
van ons is dan de poging om een nieuwe
sekte te vormen. Wy prediken geen nieuw
evangelie, verlangen geen nieuwe dogma's.
Wy hebben DE waarheid liever dan eenige
secte".
«Laat mijn naam vergeten worden», maar
laat de naam van Jezus Christus duren lot
in eeuwigheid», sprak George Whitefield,
eu zoo heeft Spurgeon lionderde malen ge
sproken.
Kr zijn er maar weinigen die meer dan
de onvermoeide {prediker uit den Taben akel
hebben blootgestaan aan allerlei verkeerde
voorstellingen. In '1874 trachtte men hem
verdacht te maken, omdat hij in 't openbaar
verklaard had een voorstander van rooken
te zijn. Hiertegen verdedigde hij zich in een
schrijven in de nieuwsbladen met te iei kla
ren dat er in onze dagen een Farizeïsme
aan 't opkomen is, dat de geboden des Heeren
vermeerdert met geboden van menschen.
«Aan dat pl.ni», zoo schreef hij:
„Aan dat plan werk ik nimmer mede.
Men zegt dat my'n openlyke verdediging
van rooken my'n invloed zal verminderen,
Mijn antwoord is, indien ik invloed ver
kregen heb omdat do jmenschen anders over
mij denken dan ik ben, ik zulk een invloed
niet langer wensch te behouden. Ik wil niets
achterbaks doen en niets waaromtrent ik
in twijfel ben."
Dat Spurgeon zich volkomen bewust was
dat kleine zonden ook zonden zyn, blijkt
voldoende uit zijn karakteristieke uitdruk
king dat «zij als kleine dieven zijn, die de
deur openen voor groote
In 1856 op den 8 Januari trad Spurgeon
in het huwelijk. De eenige nakomelingen
uit dezeri eclit een tweetal jongens
zijn ocizaak van veel geluk en vreugde
voor hunne ouders geweest.
In 1879 vestigde de eene zoon zich te
Greenwich, terwijl de andere wegens zijn?
zwakke gezondheid arbeidt in Austra
lië. Gedurende deafwezigheid van Spurgeon
zelf is de oudste zoon menigmaal met goed
gevolg voor zijn vader in den Tabeanakel
te Londen opgetreden. De jongste zoon le
vert geregeld bijdragen in «the Sword and
Trowel».
Een ander Onderwijs.
Toen voor twintig jaar de abt Brouwers
het waagde de nagedachtenis van Lodewijk
van Nassau te bezwalken, ging er nog een
trilling van verontwaardiging door het land;
en het protest van Groen tegen den lagen
aanval vond algemeen bijval.
Hoe zou het nu gesteld zijn met de waar
deering der Oranje hel len in het algemeen?
Het is te vreezen, dat wanneer inen thans
de gesprekken der ontwikkelde klassen onzer
maatschappij, als dit onderwerp ter sprake
komt, kon beluisteren, men soms verbaasd
zou staan over hetgeen men zou hooren.
Twintig jaar neutraal onderwijs in de ge
schiedenis hebben ons nationaal bewustzijn
duchtig doen achteruitgaanen wat op de
iagere school nog ontzien werd, stond dikwerf
op de middelbare en hoogere school aan vrij-
wat oneerbiediger beoordeeling bloot.
Er is een materialisme dat niets ontziet,
en uitgaande van de onderstelling dat de
menscli alleen uit eigenbelang werkt, dezen
stelregel schaamteloos toepast op de helden
onzer historie.
Voor dit materialisme hebben Groen,
Fruin, Motley, Van Rijsens en dergelijke
auteurs vergeefs geschreve».
Zelf geen zedelijke grootheid kennende,
kan men die ook in anderen niet verdragen,
en haalt martelaren door liet slijk, op wier
beeld de verloopen eeuwen met bewonde
rende liefde hebben gestaard.
Dit materialisme is ongeneeslijk. Indien
het zich meester Maakt van een geheele
natie, gaat zij haren ondergang tegemoet.
Want zonder de schatten van vrijheid en
godsdienst, waarvoor de vaderen hun bloed
lieten vloeien, kunnen de kinderen niet
leven, al waren ze ook voor een oogenblik
heer en meester der aarde.
Onze natie is tegenwooidig waarlijk niet
iuvloedrijk in het buitenland. Vergelijkt men
haar uit dit oogpunt met den toestand onder
de eerste Oranjes, dan is de slotsom aller
droevigst. En speurt men naar de oorzaak,
dan dringt zich de vraag onweerstaanbaar
op, of dit ook in verband staat met het
vei loochenen van ons vei leden; met ons
neutraal onderwijs in de vaderlandsche ge
schiedenis, dat de natie losmaakt van haren
oorsprong en van hare oudste beschermers.
Een ander onderwijs is dringend noodig.
Een onderwijs, dat op alle trappen der volks
opvoeding, in de lagere, d« middelbare en de
hooge school deze nationale fout herstelt en
het opkomend geslacht als Nederlanders,
dat wil zeggen als de kinderen onzer vaderen
beschouwt.
Dit is een nation ial belang.
Ons volksbewustzijn rnag niet wegzinken
in dat cosmopolitisch materialisme, dat steed#
de onbedriegelijke voorbode is geweest van
nationalen ondergang.
Vergeten we het niet: liet vrije onderwys,
zoowel het hoogere als het lagere, blijft een
onzer eerste belangen
N. P. G. C.
19 Februari 92.
Wij verzonden aan de kiezers in
de districten Goes en Middelburg
een extra verkiezingsno. van ons
blad, dat uiterlijk Zaterdag in aller
banden kan zijn. Mochten er onder
onze anli-revolutionaire vrienden
zijn, die geen no. ontvingen, en dit
onze lezers te weten komen dat zij
dit dan even aan de redactie van
dit blad opgeven. Die het no op
Zondag ontving, zeude ons net band
je met poststempel er op.
Naar men verneemt, bestaat bij en
kele oud-officieren der rijdende artillerie
bet voornemen, om in het volgend jaar
het 100-jarig bestaan van dat korps op
feestelijke wijze te herdenken.
Zooals men weet, deed de stadhouder
Willem V bij brief van 9 Januari 1793
aan den Raad van State het voorstel tot
het oprichten van twee brigaden rydende
artillerie. Dat voorstel werd door den Raad
van State en door de Staten-Generaal goed
gekeurd. De uitvoering van het besluit,
het oprichten van twee brigaden rijdende
artillerie, werd opgedragen aan den stad
houder, die dan ook reeds den 21 Maart
d. a. v. de bevelen daartoe schijnt te heb
ben gegeven. Elke brigade zou, volgens re
solutie, bestaan uit 2 compagnieën en elke
compagnie sterk zijn 6 officieren, 102 on
derofficieren en manschappen en 115 paar
den de kosten der beide brigaden zonden
bedragen f 143.083 6.81. Geiijk bekend